Met de bus in Laos

Met de bus in Laos Wie zich met de bus door Laos wil begeven, moet zich onmiddellijk realiseren dat Laos nog altijd een derdewereldland is. De wegen zijn regelmatig niet geasfalteerd en lokale bussen zijn minstens twintig jaar oud. In Laos heb je weinig keus, want treinen rijden er niet en voor vliegen is het land weer te klein. Het voordeel van reizen per bus is dat je onderweg veel van het land ziet en de cultuur kunt opsnuiven.
Dit reisverhaal beschrijft eigen ervaringen begin 2008.

Luang Prabang - Phonsavan: 219 km

Via het guesthouse hadden we voor 105.000 kip p.p. een ticket en een "taxi" geregeld. Onze chauffeur regelt bij aankomst de tickets voor ons, want we hebben alleen een bonnetje van het guesthouse. Op het busstation van Luang Prabang worden de tassen bovenop het dak geladen. Vandaag vervoert de bus ook een fiets, een brommer en een satellietschotel op haar dak naar Phonsavan. In het middenpad liggen wat volle rijstzakken. De bus is te vergelijken met een derde klasse bus in Thailand met drie stoelen links en twee stoelen rechts. Als westerling zijn je schouders te breed om fatsoenlijk in de stoel te passen, dus ik ben blij dat mijn vriend en ik een rij van drie stoelen voor onszelf hebben. Ook de beenruimte is krap, dus we zijn een beetje angstig over het comfort tijdens de 8 uur durende reis.

Vertrek

We vertrekken op tijd in de enige bus van de dag, rond half 9, met meer westerlingen dan Lao om ons heen. De stemming is goed en al snel rijden we de bergen in. De bus heeft zijn beste tijd gehad en bergop maakt de motor flinke herrie. Zoveel dat ik soms uit het raam naar boven kijk, omdat het lijkt alsof er een vliegtuig overkomt. Op de bochtige, maar gladde weg worden we ingehaald door minivans, trucks en VIP bussen. Maar dat maakt de reis niet onplezierig. Hogerop in de bergen is het uitzicht vaak prachtig over groene dalen. Slechts af en toe passeert een dorpje. De eerste stop is al redelijk snel en de fruitstalletjes en WC-eigenaren varen daar wel bij.

Na het drukke, maar kleine Luang Prabang vol buitenlanders zien we nu het echte Laos: houten huisjes met rietachtige daken. De levende have langs de weg bestaat uit paarden, koeien, honden, varkens, eenden, maar vooral kippen en kinderen. De Lao op het platteland hebben heel veel kinderen en je ziet ze onderweg hun ouders helpen, voetballen of met elkaar spelen. Oude omaatjes lopen met takkenbundels op hun rug of met zelfgemaakte tassen waarvan ze het hengsel op hun voorhoofd houden.

Slingerende bergwegen

Een ding is wel duidelijk: de Lao zijn reizen niet gewend. In de rij naast ons zit een meisje dat zowat de hele rit aan het overgeven is. De jongen naast haar klopt haar op de rug en laat haar rusten op zijn schouder. Ze kennen elkaar niet, dus dat is bijzonder lief. De kinderen in de bus hebben deels hetzelfde probleem en we maken een "toiletstop" die wel gelijk wordt aangegrepen door de mannen om de vrije natuur te gebruiken. Persoonlijk kan ik geen overgevende mensen zien, dus ik ben erg blij dat ik muziek en het landschap als afleiding heb. De weg is erg bochtig en het gaat bergop en bergaf, maar de bus gaat niet snel. De westerlingen lijken allemaal geen probleem te hebben, maar wie een zwakke maag heeft, zal reispilletjes van thuis (of uit Thailand) mee moeten brengen.

Phonsavan - Vang Viang: 219 km

Na de beroemde potten in de Plain of Jars te hebben gezien, besluiten we naar backpackersparadijs Vang Viang te reizen. De dag van te voren fietsen we naar het busstation voor een ticket in de VIP bus (85.000 kip) van 7.40 uur. Om 7 uur worden we op het busstation verwacht. 's Ochtends vroeg zien we de monniken hun bedelronde maken en delen we een taxi: van de 8 personen spreken er 5 Nederlands. Onze tickets worden gecontroleerd en doen wat wenkbrauwen fronsen. We worden toch toegelaten, maar dit blijkt de eerdere bus (7.20 uur) te zijn. Geen probleem, eerder vertrekken, betekent eerder aankomen.

De bus ziet er netjes uit en is comfortabel. De schouderruimte is wat klein, maar deze reis duurt 6 uur, dus dat is uit te houden. Na 15 minuten zijn we al 3 keer gestopt: 2 keer voor meer passagiers en 1 keer voor de busassistent om plastic tasjes te kopen (voor zwakke magen). Deze keer bevindt zich onder de passagiers een man met een flink geweer (AK-47?). Regelmatig loopt hij door het gangpad, maar hij vraagt verder niets. Is hij onze bescherming tegen mogelijke Hmong-aanvallers? Zal hij ons halverwege geld afpersen? Niets van dit alles, hij ligt soms vredig te slapen.

Opstopping

Na zo'n 3 uur zeg ik optimistisch dat we halverwege zijn. Ik had mijn mond moeten houden, want op de eenbaansbergweg is een file ontstaan. Onze bus probeert zich er doorheen te wurmen en moet dat bekopen met het verlies van een knipperlicht aan een hoop stenen. Verderop zit een truck vast in de modder bij wegwerkzaamheden en niemand kan voor- of achteruit. Na zo'n 2-3 uur wachten (naar buiten, lezen, praten, rondlopen) horen we eindelijk gejuich: de truck is bevrijd. En weldra gaan we weer op weg. Op de oorspronkelijke lunchstop (het is inmiddels 4 uur) ontmoeten we enkele reizigers van vanochtend. Zij hadden een uur op het busstation gezeten om vervolgens in exact dezelfde file te belanden. Na 9 uur bussen komen we uiteindelijk toch nog heelhuids aan in Vang Viang.

Vang Viang - Vientiane: 153 km

De opties voor deze trip zijn talrijk: VIP bus, minibus, uitvergrote tuktuk en de lokale bus. De VIP bus kost 50.000 kip en de minibus tussen 60.000 en 100.000 kip. De "tuktuk" en de lokale bus kosten hetzelfde: 25.000 kip. Maar in de tuktuk zit je tegenover elkaar en kan het erg stoffig zijn, dus kiezen we voor de lokale bus. De tassen gaan weer bovenop en we stappen in zonder een kaartje te kopen, want daar is de busassistent voor.

Vertrek

Onze bus draagt vol trots het jaartal 1988 en de mededeling dat zij het resultaat is van een Japan-Laos samenwerking. De chauffeur toetert om de honderd meter om ieder stofje te waarschuwen wat zich ook op de weg bevindt. Vooral de loslopende koeien zijn een doelwit, maar dat kan niemand hem kwalijk nemen. Als deze bus een koe ontmoet, staan we gegarandeerd stil tot vervanging komt. De bus stopt voor iedere wuivende hand en wie gedurende de reis uit wil stappen, wordt keurig afgeleverd.

De weg is in slechtere conditie dan de andere wegen, waarschijnlijk omdat deze route al langer geplaveid is. Af en toe ontmoeten we wat heuveltjes, waarbij de toetermaniak direct naar de eerste versnelling schakelt. Soms worden we ingehaald door families op brommers. Al met al is het tempo redelijk te noemen en we arriveren netjes op tijd, na 4 uur, in de hoofdstad. We kijken onze ogen uit: zoveel verkeer en zelfs stoplichten en rotondes! Wie kon vermoeden dat Laos zo geavanceerd kon zijn.

Vientiane - Wat Xieng Khuan: 24 km

Voor slechts 4000 kip kunnen we de reis maken vanaf de Talat Sao naar het Boeddhapark. Hier zijn allerlei vreemde boeddhistische en Hindoeïstische beelden van cement verzameld.

Rodeostier

We worden een verlengd minibusje in gedirigeerd en tot aan de grens (= Lao-Thai Friendship Bridge) is ons enige probleem dat het een beetje (lees: heel erg) vol is. Vrijwel direct na de brug komen we op een hobbelige, onverharde weg waar toch verbazend veel verkeer overheen gaat. Het lijkt alsof we op een rodeostier zitten die ons van zich af wil gooien. De 20 km tot aan de brug duurt net zo lang als de 4 km naar het Boeddhapark. Met een ietwat pijnlijk zitvlak komen we aan.

Op de terugweg hobbelen we weer vrolijk in de rondte. Een lange tussenstop wordt gemaakt bij een winkel die dozen en tassen met producten wil vervoeren. Deze worden op de stoelen op de achterbank gelegd en er gaat 1 mannetje mee, die natuurlijk niet hoeft te betalen voor het in gebruik nemen van 6 plaatsen, slim! Mensen die onderweg de bus stoppen worden daarmee gedwongen om onze rodeostier staand te bedwingen. Na de stop bij de brug zoeven we terug naar Vientiane.

Vientiane - Nong Khai (Thailand): 25 km

Deze reis met de Thai-Lao International bus kan zowel met 15.000 kip als met 55 baht betaald worden. Dat klinkt duur, maar in ruil daarvoor krijgen we een 1e klasse Thaise bus. Dat betekent comfortabele stoelen, ruim voldoende beenruimte en een vriendelijke busassistent. Onze bagage wordt gelabeld onderin de bus gelegd en we vertrekken exact om 18.00 uur.

Noodstop

De Thaise buschauffeur weet wat hij doet, want hij rijdt aan de rechterkant met een bus die gemaakt is voor links rijden. De route voelt ongehoord glad aan, omdat we deze keer een bus hebben die nog wel schokbrekers heeft. Zonder waarschuwing trapt de chauffeur ineens op de rem voor een noodstop. Ieder moment verwacht ik een knal te horen dat we iets geraakt hebben. Dat gebeurt gelukkig niet. Twee Lao vrouwen op een onverlichte brommer hadden vlak voor de bus proberen over te steken. We zien ze beschaamd lachend aan de andere kant van de weg stoppen.

De grens over

Aan de grens worden we de bus uit gedirigeerd door de busassistent, want de immigratieformaliteiten moeten worden vervuld. Voor ons ticket moesten we al 2000 kip meer betalen als "overtime fee" voor de Thais en de Lao leggen daar nog eens 2500 kip bovenop. En dat alleen omdat we na 16.00 uur de grens oversteken... Na de Lao formaliteiten zijn we een oudere farang (= blanke westerling) kwijt. De busassistent gaat hem zoeken, maar vindt hem niet en we vertrekken zonder hem. Later komt de farang terug, hij had per ongeluk een deel van de route in de bus gezeten die ook over de grens gaat maar dan verder reist in Thailand naar Udon Thani.

Bij het Thaise immigratiepunt stopt de bus weer. Deze bus is erg handig, want ze stopt bij elk punt en rijdt dan een stukje verder om je weer binnen te laten als de formaliteiten klaar zijn. Vlak voor de brug gaan we over het wisselpunt waar je van weghelft verandert. Na enkele minuten al arriveren we op het busstation van Nong Khai. En dan zijn we weer in Thailand waar de beeltenis van, inmiddels wijlen, koning Bhumibol je overal tegemoet ziet.

Lees verder

© 2008 - 2024 Jantrao, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Vientiane, de hoofdstad van LaosVientiane, de hoofdstad van LaosVientiane is de hoofdstad van Laos. Vientiane is goed bereikbaar per vliegtuig en bus. Backpackers en toeristen passeren…
Boeddhapark in Nong Khai, ThailandBoeddhapark in Nong Khai, ThailandBepaalde Thaise bezienswaardigheden worden jaarlijks door duizenden toeristen bezocht. Denk aan het Gouden Paleis of Wat…
Een reis door LaosEen reis door LaosLaos is gelegen in Zuidoost-Azië en heeft als buurlanden Cambodja, Thailand, Vietnam, Myanmar en China. Het is een arm l…
Huay Xai; startpunt van de slowboat en the Gibbon ExperienceHuay Xai; startpunt van de slowboat en the Gibbon ExperienceHuay Xai is een grensplaats in Laos, het plaatsje is een populaire grensovergang van en naar Thailand. Huay Xai vormt oo…

Santiago de Compostela: Aankomst na een lange tochtNa een wandeltocht van bijna vijf weken, vanaf de voet van de Pyreneeën door bijna alle mogelijke verschillende soorten…
Flottieljezeilen in TurkijeDe zomer is weer begonnen en veel mensen zijn nog op zoek naar een vakantiebestemming. Veel toeristen gaan voor een zonv…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: A Lioness You, Flickr (CC BY-2.0)
  • Joe Cummings en Andrew Burke (2005). Laos. Lonely Planet Publications Pty Ltd.
Jantrao (202 artikelen)
Laatste update: 29-06-2017
Rubriek: Reizen en Recreatie
Subrubriek: Reisverhalen
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.