Met een Marron door het oerwoud van Suriname
Marrons zijn afstammelingen van ontsnapte slaven die naar het bos zijn gevlucht en daar hun Afrikaanse leefwijze hebben opgepakt. Door het oerwoud lopen is een hele belevenis voor ons westerlingen door technologische jungle van de ene liaan naar de andere slingeren. Zoals wij (bijna) allemaal onze weg kennen op het internet en een nieuw apparaat in een handomdraai eigen maken, zo kennen oerwoudbewoners het bos op hun duimpje en kunnen er van eten, genezen en mee werken. Alle bouwmaterialen die nodig zijn voor een huis, boot of instrumenten kunnen zelf worden gemaakt. Een man of vrouw die in een oerwoud is geboren heeft de technologische hoogstandjes niet nodig, maar beschouwt het wel als leuke hebbedingetjes; daarin verschillen mensen niets.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Het bos als warenhuis
Natuurlijke materialen kunnen in principe als grondstof dienen voor alle producten die in een warenhuis te vinden zijn. Manden, bezems, veger en blik, bekers, borden, messen, ze worden door een Marron zelf gemaakt uit natuurlijke materialen. Dat geldt uiteraard ook voor Indianen van Zuid-Amerika en allerlei andere etnische bevolkingsgroepen die hun traditionele levenswijze in stand hebben gehouden of een gezonde combinatie zoeken tussen modern leven en hun authentieke levensstijl behouden zoals de aboriginals, verscheidene volken in
Afrika ten zuiden de Sahara en de Papua´s in
Nieuw Guinea.
Voorbeelden van het bos als warenhuis
Palmbladeren kunnen worden gevlochten om te dienen als hoofddeksel, dak voor een huis of afscheidingswand dan wel muur. Takken worden gebruikt als hengel, bezems worden gemaakt van takjes en kalebassen dienen als opbergschaaltjes, drinkbekers en muziekinstrumenten. Er zijn voorbeelden te over als het gaat om het gebruik van natuurlijke materialen. Het is meer dan alleen een boom omzagen en er planken en balken van maken waarmee je een huis kunt bouwen. Sommige bladeren zijn zo ruw dat het als schuurpapier dient. De Marrons gebruiken een bittere sinaasappel om hun hout mee te kleuren. Zo verkrijgen hun huizen het typische tweekleurenpatroon; een deel van de planken is bewerkt en een deel onbewerkt.
Bosvruchten
Er is een groot aantal bosvruchten. In
Suriname heb je de awarra, de maripa en de acai als bekendste bosvruchten. Deze vruchten worden in geval van nood gegeten in het bos maar ze worden ook gewoon verkocht op de markt van
Paramaribo omdat ze zo lekker zijn. Van de awarra en de acai kun je lekkere verse dranken maken. Wanneer je in Paramaribo bent kun je aan de SMS-pier in Liba Massanga verse vruchtendranken drinken terwijl je over de rivier staart.
De lianen
Als je met een Marron door het oerwoud heen loopt dan is er een overvloed aan verhalen die verteld kunnen worden. Bij elke stap komt hij zoveel plantjes met interessante gebruikstoepassingen tegen dat je nooit voor het donker thuis zou komen als hij alles zou vertellen. Er zijn lianen waaruit je water kan drinken; de waterliaan, voor als je dorst hebt. Dat doen Marrons echter met beleid want als je de onderkant doorsnijdt gaat de hele liaan dood. Daarnaast zijn er lianen met medicinale eigenschappen waarvan waarschijnlijk de luango of luangotei de meest bekende is. Deze is goed tegen buikpijn, verkoudheid, hoest en vooral tegen menstruatiepijn. Daarnaast is er de knoflookliaan die sterk naar knoflook ruikt en de amandelliaan die een aroma van bitterkoekjes en amaretto afgeeft. Daarnaast bestaan er lianen om aan te slingeren, een bezigheid welke sinds Tarzan in het collectief geheugen wat de westerling is gegrift.
De boombast
Van de bomen is niet alleen de vrucht bruikbaar voor olie of voeding; ook de bast is bruikbaar, meestal als medicijn. Van het schors van de hoepelboom wordt massageolie gemaakt. Van andere boombasten kun je een thee zetten tegen diarree. Een hele bekende bast is van de kinineboom; hiervan worden middelen gemaakt tegen koorts en malaria.
Lawaaiboom of telefoonboom
Wanneer een Marron onverhoopt de weg kwijt is geraakt dan slaat hij met een dikke tak driemaal op de onderkant van een lawaaiboom. Dit brengt een geluid voort dat vijf kilometer ver reikt. Hij doet dit om de minuut. Op een gegeven moment zal een andere Marron het geluid horen en het beantwoorden. De verdwaalde zal dan naast de boom blijven en om de minuut erop slaan. Mocht hij niet voor het donker wordt gevonden zijn dan maakt hij een slaapplaats in de lawaaiboom. Wanneer de avond gevallen is, maakt hij van een liaan en een aantal palen een verhoging tegen de lawaaiboom aan zodat hij boven de grond kan slapen. Van gevlochten palmbladeren maakt hij een afdak. Om dit te maken heeft een Marron enkel een kapmes nodig. Bij het krieken van de dag kan de zoektocht weer beginnen. Ondertussen voedt de verdwaalde zich met maripa´s, awarra´s en het jonge blad van de wenteltrapplant. Op medicinaal gebied kan van de bast van de lawaaiboom een thee worden gezet die helpt tegen maagzweer.
De hoepelboom
De hoepelboom is een boom waarvan je de bast kan gebruiken. Er komt nadat je met een bijl de bast hebt opengemaakt een olie uit de bast sijpelen die opgevangen kan worden. Overigens bewaren de marrons de olie vrijwel nooit; men haalt het uit het bos als het nodig is. Deze olie is goed tegen spierpijn. Verder kun je hoepelolie inzetten tegen suikerziekte of diabetes mellitus. Je kunt het koken en gebruiken in gerechten. De hoepelboom groeit graag dichtbij water.
De Indiaanse pijpboom
In het oerwoud groeit een boom die vruchtjes voortbrengen die exact een pijpekop gelijken. De Indianen gebruiken deze om tabak mee te roken. De Saramaccanen gebruiken de stevige schors van de boom als iemand een spalk nodig heeft in verband met een botbreuk. Het schors wordt in de zon gelegd waarna het opdroogt en omkrult waardoor het goed een arm ondersteunt. In de spalk worden pijnstillende kruiden gedaan.Verder wordt van het hout de onderkant van een boot gemaakt.
De amandelliaan
De amandelliaan is de sterkste liaan van het oerwoud. Hij wordt gebruikt om een slaapplaats in de lawaaiboom mee te maken. Daarnaast worden uitgeholde boomstammen die als basis voor een boot dienen uit het bos gesleept met de amandelliaan. Zoals de naam reeds doet vermoeden ruikt deze liaan bijzonder naar
amandel, bitterkoekjes of amaretto. De amandelliaan kan ook gebruikt worden voor mensen die niet lekker geslapen hebben. Zij nemen een bad van de amandeliaan waardoor ze weer heerlijk in slaap kunnen vallen. Amandelliaan wordt door de Saramaccanen niet gegeten.
De bospapaya
Net zoals bij de gewone papaya bestaat de bospapaya uit een mannetje en een vrouwtje. Het vrouwtjesblad wordt gebruikt als medicijn tegen hoge bloeddruk. Van het mannetjesblad van de bospapaya wordt een thee gezet die helpt bij de volgende indicaties maagzweer, in combinatie met zout tegen nierstenen en als stoombad voor de vrouw na een bevalling.
Wilde gember
Wilde gember vind je in het bos van Suriname. Wanneer iemand die door het bos loopt te weinig eten vindt dan kan hij het jonge blad van de de wilde gember eten. Wie jong wild gemberblad eet kan het nog 24 uur zonder maaltijden doen. Deze bijzondere plant is herkenbaar aan zijn bladgroei; het groeit als een wenteltrap om de stam. Hij wordt daarom ook wenteltrapplant genoemd. Kauwen op de bladeren van deze plant helpt eveneens goed tegen keelpijn.
Korsuwiri
De naam van deze plant stamt uit
het Nederlands. Korsuwiri is een verbastering van ´Koortswerend´. Je kunt de bladeren koken en jezelf ermee wassen. Dat helpt goed tegen griep en andere koortsen. Het jonge blad van de korsuwiri kan er rood uitzien.
Betadineboom of jodiumboom
De betadineboom wordt gebruikt bij snijwonden. De bast wordt van de boom af gesneden. Vervolgens wordt de witte bast eruit gesneden waaruit de druppels worden geknepen. Deze substantie is vrij plakkerig; het plakt een wond dicht en werkt eveneens ontsmettend.
De kinineboom
In het regenwoud van Suriname kun je een kinineboom aantreffen. Kinine is een goed preventief medicijn tegen malaria. Het is een zeer bittere stof; vele bittere stoffen helpen de malariaparasiet te bestrijden. Daarnaast zit kinine soms in de ´mannenfles´ die op de medicijnmarkt van Suriname wordt verkocht. Deze fles is bedoeld om impotentieproblemen te voorkomen en te genezen. Sarramaccaanse vrouwen gebruiken kinine om badwater mee te maken waarmee ze zichzelf wassen. Dat helpt goed tegen allerlei huiziekten.
Kostgrondjes
Een belangrijk fenomeen in de oerwouden van Suriname zijn de kostgrondje. Een kostgrondje is een Surinaams-Nederlands woord voor moestuin. Het kostgrondje wordt gemaakt door eerst de lage beplanting weg te hakken en daarna hoge bomen omver te hakken. De restanten worden in brand gestoken of aan de rand van een kostgrondje neergelegd. Vervolgens plant men allerlei groenten en fruit zoals
cassave, bittere cassave, watermeloenen, okra,
mais, banaan en als laatste wordt rijst geplant. Kostgrondjes gaan drie jaar mee; daarna is de bodem te arm en wordt de kostgrond weer overgelaten aan de natuur. Er zal snel weer een oerwoud groeien. In tegenstelling tot wat sommige mensen denken is een kostgrondje onderhouden zeer duurzaam; er wordt geen bos permanent voor gekapt.
Lees verder