Het Numismatisch museum van de Centrale Bank van Suriname
Aan de Mr F.H.R. Lim A Postraat 7 in Paramaribo staat een gebouw van de Centrale Bank van Suriname alwaar het Numismatisch Museum is ondergebracht. In dit museum wordt de muntgeschiedenis van Suriname tentoongesteld. De muntgeschiedenis vertelt voor een belangrijk deel de geschiedenis van Suriname. In het museum liggen naast vele munten ook artifacten uit Afrika en Oceanië welke in de ruilhandel zijn gebruikt. Het museum vertelt niet alleen de geschiedenis van geld maar ook het belang voor de maatschappij voor het hebben van een ruilmiddel.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Geld in Nieuw Guinea
De Papua´s in
Nieuw Guinea gebruikten kauri-schelpen om te betalen. Deze worden eveneens getoond in het museum van de centrale bank van
Suriname. Een aardig detail is dat zowel Nieuw Guinea als Suriname vroeger overzeese gebiedsdelen van het Koninkrijk der Nederlanden waren. In het museum liggen ook twee jé-stenen uit de Baliemvallei. Deze werden als bruidsschat gezien door
de Dani, bewoners van de Baliemvallei. Daarnaast zijn er enkele donderstenen uit Togo, Afrika die misschien werden gebruikt als betaalmiddel. Ook werd in Afrika een rol katoen als betaalmiddel gebruikt.
Ruilmiddelen in het algemeen
Het gebruik van stenen, schelpen, katoen - of wat dan ook - als betaalmiddel kenmerkt de geciviliseerde samenleving. Geschillen kunnen worden opgelost door het betalen van afkoopsommen. Voedsel of gereedschap kan van elkaar worden gekocht als de verschillende stammen een betaalmiddel accepteren. In de moderne maatschappij is een betaalmiddel een must geworden om te leven; vroegere samenlevingen konden alles zelf maken en verbouwen, maar daar heeft de specialistische moderne maatschappij geen mogelijkheid meer toe. Er zijn in de moderne maatschappij echter wel mensen die proberen ´off the grid´ te leven. Voorbeelden daarvan zijn enkele spirituele groeperingen of autonome krakers.
Betalen met een pond suiker
Vanaf de 17e eeuw werd in Suriname gebruik gemaakt van wettige betaalmiddelen. In het begin mochten de Surinamers belasting betalen met
suiker,
koffie of tabak. Deze werden geaccepteerd als geld, ruilmiddelen. In eerste instantie was een pond suiker gelijk aan 2 stuivers maar toen later de suikerprijs zakte werd dit één stuiver.
Papegaaienmunten en kaartgeld
Tijdens het gebruik van goederen als betaalmiddel kwamen er papagegaaienmunten in omloop. Deze munten hadden bladeren op de munt; de hoeveelheid bladeren weerspiegelde de waarde. Toch waren er al snel te weinig munten. Daarom werd er zogenaamd kaartengeld in gebruik genomen. Dat was geld gemaakt van speelkaarten. Op de kaarten stonden stempels en handtekeningen om de waarde uit te drukken. Er is tussen de 5 en 10 miljoen gulden aan kaartgeld in omloop gebracht. Later is men gestopt met goederen als betaalmiddel te accepteren en ging men volledig over op het drukken van papiergeld en het slaan van munten. Overigens vermeldt de geschiedenis niet of Surinaamse munten in Suriname werden geslagen; het kan zijn dat ze in
Nederland werden gemaakt. Verder was er een blijvend tekort aan geld. Een groot deel van het geld wat in omloop was, werd bewaard in de spreekwoordelijke ouwe sok, waardoor het in feite uit de roulatie werd genomen.
Numismatiek is het verzamelen van munten en penningen.
Briefje van 1000 gulden
Surinaamse gulden
In het museum hangen verscheidene biljetten van Surinaamse guldens. De grootste coupure die ooit is uitgegeven was een briefje van 25.000 gulden. Van 1928 tot 1940 was de gulden zowel in Nederland als in Suriname een wettig betaalmiddel. De Tweede Wereldoorlog heeft roet in het eten gegooid. De gulden werd in die tijd flink minder waard; het moest zelfs 3 maal officieel gedevalueerd worden, maar de Surinaamse gulden bleef gewoon evenveel waar ten opzichte van de dollar. Overigens was in de tijd van de Tweede Wereldoorlog Suriname een welvarend land omdat de oorlogsindustrie veel bauxiet uit Suriname nodig had om aluminium te maken voor de vliegtuigen. Vandaar dat de Surinaamse gulden in die tijd sterker dan de Nederlandse.
Toekomstplannen
Momenteel is het museum in een fase van uitbreiding. De collectie wordt flink vergroot. Er komt een permanente tentoonstelling over de muntproductie. Daarnaast kun je in het museum enkele boeken kopen en een kwartet op basis van het kaartengeld. Dat is voor jong publiek een leuke manier om de geschiedenis van geld te leren.
Lees verder