Provence – Gorges de la Nesque
De Gorges de la Nesque is te vinden in de bergen van de Vaucluse, in de Provence-Alpes-Cote d'Azur. De kloof is uitgesleten door de rivier de Nesque en de Gorges de la Nesque ligt tussen de dorpjes Monieux en Villes sur Auzon. Het is een prachtig gebied om met de auto of fiets doorheen te rijden. Je komt diepe valleien met steile afgronden tegen, begroeid of kaal, gelaagd en soms met uitgesleten inhammen die op grotten lijken. De vergezichten zijn magnifiek en op diverse plaatsen zijn parkeerplaatsen en uitkijkpunten gemaakt.
Gorges de la Nesque in de Provence
De Gorges de la Nesque ligt tussen het
Luberon massief en de
Mont Ventoux in. De kleine Nesque-rivier loopt naar beneden door de kloven en valleien nabij Sault, op een hoogte van 625 meter, naar een gebied tussen Villes sur Auzon en Methamis, waar het daalt tot ongeveer 270 meter. De kloof is tot 400 meter diep.
Nesque Annesca
De naam van de rivier is afgeleid van
Nesque Annesca, een Romeinse godheid, afgeschilderd als een vrouw met water en tarwe, symbolen van leven, rijkdom en overvloed.
Tunnels en bogen
Een bezoek aan de Gorges is een fantastische dagtocht. Je rijdt door een woest landschap, waar nauwelijks bebouwing is te zien. Rijden doe je er langzaam, vanwege de slingerende weg, maar ook vanwege het adembenemende landschap. De weg is hier en daar uit de berg gehakt en verdraagt geen hoge campers, bussen of vrachtauto’s. Die zouden in de overspanningen blijven steken. De hoogte voor de auto is aan het begin van de Gorges aangegeven en voor elke boog en tunnel staat de hoogte nogmaals op een bord. De weg is wel geschikt voor fietsers en die zie je er dan ook veel.
Mont Ventoux
Behalve de Mont Ventoux - op verschillende punten heb je vanaf de weg langs de Gorges de la Nesque het zicht op de kale berg van de Mont Ventoux - is de Gorges de la Nesque een populair fietstraject. De fantastische weg is overdag een trip om nooit te vergeten, maar rij hem als het even kan niet in het donker of bij regen: het is nachtmerrie.
Villes sur Auzon
Waar heel vroeger werd gejaagd en gelopen loopt tegenwoordig vanaf Villes sur Auzon de
D942 door de indrukwekkende kloof. De goed onderhouden weg slingert 19,7 kilometer lang langs de Gorges de la Nesque tot aan Monieux. De weg klimt tot 734 boven zeeniveau en het hoogteverschil is 444 meters met een gemiddeld stijging van 2,3 procent. In de diepte stroomt de rivier de Nesque. Vanaf de weg zie je geen water, zo diep is de kloof. Bomen ontnemen het zicht op de bodem van de vallei.
Nesque
Daar moet de rivier de Nesque lopen, die al lang niet meer zo woest en breed is dat hij kloven uitslijt. Het is een smalle rivier geworden, met een bedding van witte stenen die in de zomer regelmatig droog staat.
Droge kloof
In de kloof van de Nesque is het zeer vaak droog. Het water verdwijnt in de vele scheuren in de rots en voedt de
Fontaine de Vaucluse, de bron van de Vaucluse. Dat heeft men in 2004 uitgevonden door proeven te doen en jodium toe te voegen dat het water traceerbaar maakte. Het geïnjecteerde water van de Nesque kwam 11 dagen en 18 uur tevoorschijn in de Fontaine de Vaucluse. Sindsdien weet men waar het water blijft.
Fontaine de la Vaucluse
De Fontaine de la Vaucluse ligt aan de voet van een verticale rots van 240 meter hoog. De bron heeft een diameter van tien meter en is gevuld met water,
variërend in kleur van smaragdgroen, donkerblauw tot bruin. Er ligt een enorm ondergrondse netwerk van 1.240 km² ten grondslag aan de bron. Ondergronds komt regenwater van de Mont Ventoux, de Vaucluse bergen en de Lure berg samen. Het water wordt verzameld in een bijna verticale put waarvan het niveau stijgt en daalt afhankelijk van de toevloed van water. Als er heel veel water is stroomt de bron over. Het is de grootste bron van Europa en één van de grootste bronnen in de wereld.
Romeinse munten
De Romeinen kenden de bron ook. In 2001 is er onderzoek gedaan en zijn duikers naar beneden gegaan. Op 22 meter diepte ontdekten ze 1624 Romeinse munten, ijzeren spijkers, bronzen armbanden en broches in de scheuren van de wanden. De munten waren van de eerste eeuw v.Chr. tot de vijfde eeuw AD. In de 19e eeuw begon men al te duiken in de bron voor nader onderzoek.
Ook Jacques-Yves Cousteau dook, met behulp van een duikuitrusting die hij speciaal had ontwikkeld. Hij bereikte in 1946 de diepte van 46 meter. In 1955 dook het Cousteau-team nogmaals en bereikte een diepte van 74 meter. In 1967 zette Cousteau een robot in die tot 106 meter diepte kwam. Er is nog verschillende keren dieper gedoken, maar in 1974 werd duiken om veiligheidsredenen verboden. Duikrobots hebben later een diepte bereikt van meer dan 300 meter. Op 308 meter onder de rand van de bron werd een zandbodem aangetroffen. De bron is te voet bereikbaar vanaf het centrum van het dorpje Fontaine de Vaucluse.
Rocher de Cire
De spectaculairste rots van de Gorges is de
Rocher du Cire, een verticale klif van 200 meter hoog. De naam kreeg de rots door de aanwezigheid van vele wilde bijen: cire is bijenwas.
Neanderthalers
In het vroege Paleolitische tijdperk woonden er jagers in het gebied. Archeologische opgravingen vonden sporen van bewoning van jagers in de tijd van 150.000 jaar voor onze jaartelling. Archeologen vonden vuursteen, botten en tanden en overblijfselen van prehistorische schuilplaatsen aan de rand van de rivier. Eens liepen daar Neanderthalers rond. De schuilplaats waar de tanden zijn gevonden is niet te bezoeken.
Vlakbij die plaats is een kleine kapel gebouwd die het bezoeken waard is. Het is de kapel van St-Michel-de-Anesca, die onder een uitstekende rots ligt. De kapel is 12e eeuws, met decoratief Romaans houtsnijwerk. In het jaar 1643 is de kapel gerestaureerd, getuige een inscriptie boven de gewelfde deur. Vanuit Monieux loopt een wandelpad die naar de kapel voert.
Lees verder