Fietsen in Winsum en ongeving: vier mooie routes
Fietsen in Noord-Groningen in de regio rond het dorp Winsum is de moeite waard, mede vanwege de interessante cultuur-historie van dorp en omgeving. De regio kan verkend worden door het rijden van vier routes, te starten vanuit Winsum. De oostelijke route brengt de fietser eerst naar Onderdendam een vandaar via Westerdijkshorn weer terug naar af. De zuidelijke voert naar onder meer Harssensbosch en de Koningslaagte (omgeving Adorp), de westelijke naar onder andere Schouwerzijl, Aduarderzijl en Wierumerschouw. Dan rest de noordkant, met Baflo, Tinallinge, Warffum, Eenrum, Mensingeweer en Schouwerzijl
Inhoud
- De oostkant-route
- Winsum, Onderdendam, Westerdijkshorn
- De zuidkant-route (plm. 30 km)
- Garnwerd, Wierum, Harssensbosch, Koningslaagte
- De westkant-route
- Schouwerzijl, Aduarderzijl, Wierumerschouw
- De noordkant-route
- Winsum, Tinallinge, Warffum, Den Andel, Eenrum, Mensingeweer, Schouwerzijl
De oostkant-route
Met een goede, gedetailleerde kaart, op papier of digitaal, kunnen de genoemde plekken makkelijk gevonden worden. De oostkant-route (plm. 25 km) kan onder meer gestart worden in het centrum bij Herberg de Gouden Karper. Vandaar noordwaarts, over De Boog (brug), via de Oosterstraat naar de Schoolstraat fietsen. Daar is de gerestaureerde synagoge (nr. 24).
Winsum, Onderdendam, Westerdijkshorn
Joden in Winsum
Rond 1880 woonden er in Winsum-Obergum ruim vijftig joden. Er werd in die tijd een synagoge gebouwd, die ook dienst deed voor geloofsgenoten in de regio.Het pand staat, in Obergum, tussen Schoolstraat en Nieuwstraat. In 1866 al was de joodse begraafplaats gesticht. In de jaren dertig daalde het aantal joden in Winsum en in het naburige Leens was een eigen synagoge gebouwd voor de inwoners van Leens en Ulrum, waar ook Eenrumers heengingen. Het gebouw in Winsum (Schoolstraat 24) werd nu weinig meer gebruikt. In 1935 werd er een buurthuis van gemaakt. De 14 joden die in 1940 nog in Winsum-Obergum woonden werden op 12 november 1942 gedeporteerd. Ter herinnering aan hen is in 1993 een aan de oostzijde van de synagoge een monument aangebracht. De synode is gerestaureerd.
De begraafplaats (aan de Munsterweg, oostelijk van de spoorlijn) is nu officieel een monument en eigendom van het Nederlands Israëlitisch Genootschap te Amsterdam. In de Monumentenwet staat onder meer geschreven dat het een ‘hoge mate van gaafheid bezit’ en ‘herinneringswaarde heeft aan de joodse gemeenschap van Winsum’. Er zijn 50 grafzerken.
Via de Trekweg gaan we naar Onderdendam.
De Molen van Onderdendam
Zoals zoveel molens die nu op de monumentenlijst staan, is ook deze gebouwd in het midden van de 19e eeuw. Dat hangt samen met de afschaffing van de belasting op het gemaal in 1855. De molen in Onderdendam dateert uit precies dat jaar. Hij heeft tot 1939 dienst gedaan als korenmolen. In dat jaar is de molen tot de onderbouw toe afgebroken en diende daarna nog als opslagplaats. In 1997 heeft Molenstichting Onderdendam de molen aangekocht en is een begin gemaakt met de restauratie. In 2004 kreeg het als “Molen Hunsingo” de status van rijksmonument en werd gestart met de restauratie van de onderbouw. In 2005 was de onderbouw klaar en werden er een lunchcafé en twee logementen voor Bed & Breakfast gerealiseerd. In 2008 volgde het bovenste deel inclusief de wieken. Bovendien kwam er een nieuwe ondernemer die van het café een (succesvol) restaurant maakte.
Nog tot in de 19e eeuw had Onderdendam een centrumfunctie in de regio, vooral omdat het gelegen is aan een kruispunt van waterwegen. En scheepvaart was in deze regio, met vaak onbegaanbare kleiwegen, het beste middel van vervoer. (Eerst de aanleg van een spoorlijn maakte het mogelijk dat Bedum Onderdendam uiteindelijk overvleugelde.) Langs die waterwegen waren trekpaden aangelegd. Zo konden paarden de schuiten (“snikken”) trekken. Niet elke schipper kon zich altijd een paard en ‘jagertje’ veroorloven om dat werk te laten doen. Het kwam voor, dat hij zelf in de zelen moest…of zijn vrouw…Ter herinnering daaraan staat er in het centrum van het dorp een toepasselijk beeld.
Via de Stadsweg gaan we naar Westerdijkshorn (bij Bedum)
Westerdijkshorn
Westerdijkshorn ligt op een plek waar de Wolddijk een haakse bocht maakt. De naam verwijst daar naar ”horn” = hoek. De hoek aan de westkant van het gebied waar de dijk om heen ligt, wel te verstaan; aan de oostkant daarvan is namelijk ook zo’n ” horn”. Het gebied heet Innersdijken en is globaal gelegen in de driehoek Groningen, Bedum Ten Boer. Het was een van de onderkwartieren van het gewest Hunsingo. Het is laag land; in die zin onderscheidt het zich van het noordelijker gelegen Hogeland. Een bekend verpleeghuis in de stad Groningen, in de wijk Beijum, is er naar vernoemd: Innersdijk.
Westerdijkshorn was ooit een dorp met een eigen kerk. Deze is in 1801 afgebroken. De kerktoren bleef staan en werd in 1872 gerestaureerd. Ook het kerkhof is bewaard gebleven. Opmerkelijk is, dat de toren zo dicht bij de naastgelegen boerderij staat.
Via de Fietsknooppunten (zie de betreffende borden) kan terug gefietst worden naar Winsum.
De zuidkant-route (plm. 30 km)
Starten kan in het centrum van Winsum bij molen De Ster (gelegen tussen Molenstraat en Regn. Praediniusstraat).
De Ster staat op een verhoging: een molenberg. De Ster werd gebouwd in 1851 en verving toen een standerdmolen (de standerdmolen is het oudste type (houten) molen in ons land, dat al voorkwam in de 12e eeuw.). Bijzonder in Winsum is dat er twéé molens zijn. De andere heet De Vriendschap. Deze mag zich verheugen in een respectabele leeftijd: hij stamt uit 1801. Restauratie vond plaats in de 70er jaren van de 20e eeuw.
Eerst leidt de weg richting Garnwerd en dan langs het Reitdiep naar Wierum. Dit bijzonder mooie traject maakt ook onderdeel uit van de ‘west-kantroute’ (zie hierna) en komt daar aan de orde.
Harssensbosch
Er kan een ommetje via Adorp gemaakt worden of via Wierum , maar sowieso dient Harssensbosch bezocht te worden. Daar liggen twee oude borgterreinen, waarvan één uit de 16e eeuw. Er zijn herstelwerkzaamheden uitgevoerd door de eigenaar van Harssensbosch, het Groninger Landschap. Zo is de binnengracht van de borgstee weer goed zichtbaar en er is een verbinding tot stand gekomen met het andere borgterrein dat uit de 13e eeuw stamt. Bij het graven van de gracht zijn diverse interessante archeologische vondsten gedaan, onder andere potscherven uit de 6e eeuw voor Christus (!).Het boerderijtje van Harssens werd afgebroken en is nu weer opgebouwd en ingericht in de sfeer van rond 1900. Het is te huren als vakantiewoning.
Harssensbosch is een onderdeel van het project Verborgen Terreinen van Landschapsbeheer Groningen waarbij Landschapsbeheer voormalige borgterreinen onder de aandacht brengt door ze herkenbaarder te maken en zo mogelijk een nieuwe functie te geven. Met het project wordt een impuls gegeven aan de waarde van deze historische terreinen voor cultuurtoerisme en recreatie.
Koningslaagte
Bij Harssens steken we de drukke N361 over (uitkijken!) en vervolgens de spoorlijn. Dan komen we bij de Koningslaagte.
Dit gebied is een onderdeel van de zogenaamde Ecologische Hoofdstructuur. Hier stroomde vroeger de rivier de Hunze, waarvan de oude loop in het landschap terug te vinden is. Dat “laagte” te maken heeft met de voormalige rivierbedding zal duidelijk zijn. Waar de term “koning” vandaan komt is minder zeker. Vermoedelijk geeft die aan dat we ons hier bevinden op het terrein van een voormalig “koningsgoed” (d.w.z. dat het ooit toebehoorde aan de ‘Rooms Koning’, een titel van de Duitse Keizers in de Middeleeuwen; ook de stad Groningen zou in zijn oorsprong een koningsgoed geweest zijn). Aan het einde van het Koningslaagtepad gaan we linksaf en bereiken via Westerdijkshorn (zie hiervoor) Winsum weer.
De westkant-route
De derde route (plm. 35 km) in de serie brengt ons vanuit Winsum via Schouwerzijl, Roodehaan, Saaksum en Allersma weer terug in het Reitdiepdal. Het Reitdiepgebied kent een bewoningsgeschiedenis van 2500 jaar. In die periode is er zoveel ongeschonden gebleven in het landschap, dat het nu gerekend wordt tot de oudste cultuurlandschappen van Europa. Gelukkig zijn er de laatste tijd de nodige fietspaden aangelegd, zodat de recreant/toerist er volop kan genieten. Trouwens, wandelen en varen (bij voorbeeld met de kano) kan ook prima. En er worden regelmatig excursies georganiseerd; zie www.groningerlandschap.nl
Schouwerzijl, Aduarderzijl, Wierumerschouw
Schouwerzijl en Aduarderzijl
Zoals ongetwijfeld bekend:
zijl is een Noordnederlands woord voor sluis. Vele plaatsnamen in het Lauwersland verwijzen er naar. In Schouwerzijl ligt de sluis bij de splitsing van de Kromme Raken en het Reitdiep en in Aduarderzijl bij de uitmonding van het Aduarderdiep in het Reitdiep. In beide plaatsen is er tevens een waarhuis. In Schouwerzijl is hij makkelijk te vinden. Niet alleen omdat hij bij de sluis staat – in het waarhuis woonde vroeger de sluismeester – maar ook omdat er op de schoorsteen een opvallende “gek” staat (een windvaan), en wel in de vorm van een witte paling. De sluismeester van Schouwerzijl had namelijk het recht paling in de sluis te vangen. Of de sluismeester in Aduarderzijl dat recht ook had, is niet bekend. Wel is er in onze tijd een ander bijzonder recht aan dat pand verbonden: het is een van de trouwlocaties van de gemeente Winsum.
Wierumerschouw
Een schouw is (ook) een overzetplaats bij een rivier.( De naam Schouwerzijl verwijst dus niet alleen naar een sluis maar ook naar een veer(pont). Omdat de wierde ten westen van dat dorp Schouwen heet was dáár ongetwijfeld de plek waar je over het water werd gezet.)
Bij Wierumerschouw steek je tegenwoordig het Reitdiep over via een brug. Op welke manier het ook gebeurde, het oversteken van de rivier op deze plek heeft ongetwijfeld een hele lange traditie. We mogen aannemen dat in de late middeleeuwen ook de monniken van het Aduarder klooster en van het Selwerder klooster er overstaken, bijvoorbeeld als ze op weg waren naar Bedum (let op de naam van de weg van Adorp naar Bedum: Munnikeweg…). Het past ons in ieder geval deze mannen hier met ere te noemen. Ze waren geweldig actief bij het in cultuur brengen van deze regio. Zo groeven de monniken van Aduard het Aduarderdiep; hoewel het meer waarschijnlijk is dat ze het graven door de plaatselijke boeren lieten doen. In ieder geval waren kloosterlingen degenen die in staat waren de samenwerking van de belanghebbenden op het gebied van waterstaatzaken te organiseren en dat deden ze ook.
Terug naar Winsum
Aan de oostkant van de rivier vervolgen we de route die ons nu naar Winsum terugbrengt. We komen via de 'Bocht van Hekkum' bij Wetsingerzijl. In dit zijlvest (waterschap) speelde de abt van het klooster van Selwerd een belangrijke rol. Hij trad op als schepper (bestuurder) van de schepperij (zijlvest). Eind 16e eeuw kwam het bestuur, via de provincie, in particuliere handen, namelijk van de bezitters van het huis van Sauwerd en Wetsinge. Sindsdien is er heel wat veranderd op het gebied van waterbeheer en bestuur van waterschappen. Tegenwoordig is het hele Reitdiepgebied, na diverse reorganisaties en fusies, een onderdeel van het grote waterschap “Noorderzijlvest” dat het gebied in het noorden en westen van de provincie Groningen, in de kop van Drenthe en in het Friese deel van het Lauwersmeergebied beheert.
Het unieke ‘dorp aan de rivier’ Garnwerd is een uitgelezen plek om nog even te verpozen voor aan de laatste kilometers van de tocht begonnen wordt.
De noordkant-route
Wie vanuit het centrum van Winsum in noordelijke richting fietst via de Hoofdstraat, gaat het Winsumerdiep over via De Boog.
De Boog vormt de verbinding tussen Obergum en Winsum. De brug werd in 1808 in gebruik genomen. Daarvoor vormde een houten brug de verbinding tussen de twee dorpen die nu een eenheid zijn. De eerste steen werd gelegd door de secretaris-ontvanger van het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest, Geert Reinders(1737-1815). Hij was in zijn tijd een vooraanstaand man die vooral bekend is gebleven als succesvol bestrijder van de veepest.
Winsum, Tinallinge, Warffum, Den Andel, Eenrum, Mensingeweer, Schouwerzijl
Winsum - Baflo
We gaan eerst over het spoor richting Onderdendam. We kruisen de spoorlijn Groningen – Roodeschool. De lijn werd op 16 augustus 1893 geopend, dat wil zeggen, het deel van Sauwerd naar Roodeschool (het traject Sauwerd-Delfzijl was al geopend in 1884). De spoorlijn was aangelegd door de Groninger Locaalspoorweg-Maatschappij (GLS). Die maatschappij legde ook de lijn Winsum-Zoutkamp aan (1922) . De exploitatie van de beide lijnen was in handen van de Staatsspoorwegen (SS), een voorloper van de NS. De spoorlijn Winsum – Zoutkamp werd gesloten in 1942 en vervolgens opgebroken; de huidige N361 kwam er (gedeeltelijk) voor in de plaats. De lijn naar Roodeschool is nog in gebruik zoals we allen weten en wordt nu geëxploiteerd door Arriva.
Richting Onderdendam gaan we al spoedig linksaf via de Tinallingerweg naar Tinallinge. Op weg naar het dorpje passeren we Abbeweer. ‘Weer’ duidt op een wierde (’terp’ in het Fries). In de periode 1966 - 1976 was hier een vogelpark, ‘Abbeweer’ geheten. Ten zuiden van Abbeweer ligt het Abbemaar/Abbeweerstermaar. Het woord ‘maar’ duidt op water (zie ook ‘marine’ en ‘meer’) . Maren zijn in Groningen kleine, kronkelende watergangen; restanten van de geulen, prielen en dergelijke die hier heel lang geleden door het oorspronkelijke kwelderland stroomden. In de Groninger landschappen Hunsingo en Fivelgo zijn tientallen waterlopen met ‘maar’ in de naam.
Tinallinge
Dit eeuwenoude wierdendorpje (ruim 90 inwoners) is sinds 2003 een rijksmonument. Midden op de wierde staat de historische hervormde kerk. Het gebouw dateert in oorsprong uit omstreeks 1250. Daartegenover het schooltje, waar tot 1928 onderwijs gegeven werd. Het doet nu dienst als dorpshuis. Opvallend is dat er nogal wat gave, oude boerderijen ín het dorp op de wierde staan – een situatie die in oude tijden gold voor alle wierdedorpen. Op de plaats waar de huidige boerderij “Ter Weer” staat stond ooit de borg Ter Weer, die tot 1671 eigendom was van de familie Van Starkenborgh, hoofdeling van Tinallinge. Een wandeling over het ossenpad, rondom de wierde, is zeer aan te bevelen. Onderwijl kan de wandelaar genieten van het uitzicht en de gedichten in het Gronings die op borden langs deze zogenaamde Toalroute staan.
Vanuit Tinallinge is het niet ver meer naar Baflo.Het tweelingdorp Baflo-Rasquert. Ook de moeite waard om eens door te fietsen of te wandelen. Ook in Baflo-Rasquert is een Toalroute.
Warffum –Den Andel
We rijden via Breede naar Warffum. (Dat kan ook aan de hand van de Fietsknooppunten.)
De buurtschap Breede is klein, maar heeft heel wat te bieden: een van oorsprong middeleeuwse kerk, een borg en een camping met daarnaast een zwembad en tennisbaan. De Breedenborg was ooit bezit van de adellijke familie Sickinge. De borg werd daarna diverse malen verkocht en door Jacobus de Vries, boer te Warffum, omstreeks 1850 afgebroken. Op de oude fundering bouwde hij een degelijke en voor die tijd moderne boerenborg. In 1963 kwam de borg in bezit van de gemeente Warffum en kreeg een horecabestemming. In 1982 brandde het gebouw af. Het werd in oude stijl herbouwd en kwam in bezit van Breedenborg Holding BV, een onderdeel van de bekende Koop Groep.
Wat voor Baflo-Rasquert geldt, geldt zeker voor Warffum: neem alle tijd om de bezienswaardige dorpskern te bekijken aan de hand van een route/folder met gedetailleerde informatie. Natuurlijk wordt het populaire openluchtmuseum Het Hoogeland bezocht, waarin ook een VVV is gehuisvest (ingang aan de Schoolstraat).
Via de Westervalge gaan we naar Den Andel. ‘Valge’ geeft aan dat hier vroeger het akkerland van de dorpsbewoners gelegen was. Ook elders komt die naam voor (in Leens onder andere). Geen wonder, want de valge hoort bij het wierdenlandschap van Noord-Nederland. Als het nodig was werd bij de wierde extra bouwland gevoegd. Het land rond de wierde maakte deel uit van de kwelderwal waarop de hoogte opgeworpen was. Het was van nature goed ontwaterd (een voorwaarde voor bruikbaar akkerland). Deze gronden, die ook de vennen / fennen werden genoemd (zie ook de gelijknamige straat in Eenrum), bestonden niet alleen uit akkers, er werd ook wel vee geweid. De verder van de wierde gelegen lage gronden werden de meeden genoemd. (Zie de overeenkomst met het Engelse woord voor weiland: meadow.)
Van Den Andel gaan we via Saaxumhuizen naar Eenrum
Eenrum-Mensingeweer-Schouwerzijl
Eenrum heeft zich in de afgelopen 20-25 jaar ontwikkeld tot een van de belangrijkste toeristisch-recreatieve centra in Lauwersland. Het realiseren van meerdere attracties en accommodaties in een ‘village of tradition’’ blijkt een prima manier te zijn om het toerisme in een dorp tot ontwikkeling te brengen. Het nabijgelegen Mensingeweer doet de laatste jaren wat dat betreft ook mee. Op zich was het met z’n molen, kerkje en hoogholtje over het water altijd al een plaatje, maar daarbij zijn nu ook enige voorzieningen gekomen, waaronder horeca ‘in de malle molen’.
Steken we in Mensingeweer de N361 over dan bereiken we Schouwerzijl via Groot Maarslag.
Van de wierde Groot Maarslag is de ossengang weer hersteld. Een bord dat erbij geplaatst is geeft de nodige informatie. Er staan nog drie boerderijen, waarvan één van het kop-hals-romptype en één – vlak aan de weg – van het oldambstertype.
Ook is er een lijkenlaantje naar het naburige Klein Maarslag, waar de kerk was en het kerkhof nog steeds is. In de 80-jarige oorlog werd het dorp Klein Maarslag verwoest. In 1811 is de kerk afgebroken, maar de omvang ervan is met stenen aangegeven en dus nog steeds zichtbaar.
De naam van het volgende dorp, Schouwerzijl, geeft aan dat het ontstaan is bij een ‘zijl’ (sluis). Tot 1371 werd het hele wateroverschot van het ambt ‘de Marne’ via de Houwerzijl op het Reitdiep geloosd. In dat jaar werd de Schouwerzijl in gebruik genomen voor de waterbeheersing van het oostelijk deel van de Marne en het aangrenzende Halfambt. Blijkbaar werd het gezien als de sluis bij Schouwen ( ten westen van Schouwerzijl gelegen). In 1617 werd ook het water uit het westelijk deel van de Marne via de Schouwerzijl geloosd. Tegenwoordig is het Reitdiep niet alleen meer belangrijk voor de waterbeheersing en als vaarweg naar de stad Groningen, maar ook voor de waterrecreatie in de regio.
Terug naar Winsum
Er rest ons nog een mooi stukje fietsroute over de dijk langs het Reitdiep en vervolgens over de weg langs het Winsumerdiep, voor we in Winsum terug zijn. We passeren dan, op de plek waar het Winsumerdiep uitmondt in het Reitdiep, Schaphalsterzijl. Eigenlijk Schaphalsterzijlen. Een sluizencomplex dus. Net ten zuiden van de zijlen is een gemaal gebouwd, die de gevolgen van de relatieve waterstijging als gevolg van de bodemdaling door de winning van aardgas moet compenseren. Het gemaal is in 2005 gereed gekomen, evenals de restauratie van het oude sluizencomplex.
In Winsum is alle gelegenheid om, bijvoorbeeld op een terrasje, uit te rusten van de tocht.
Lees verder