Fietstocht door Kollumerland in het spoor van mr. Andreae
De Kollumer notaris mr. Andreae maakte in 1877 een tocht door Noordoost-Friesland. Hij beschreef die in het boek Friesland en de Friezen – Gids voor Reizenden, uitgegeven door Hugo Surinar in hetzelfde jaar. Wij treden in zijn spoor, lezen wat hij waarnam in 1877 en zien hoe het er nu voorstaat. Zo wordt onder andere een bezoek gebracht aan Buitenpost, Veenklooster (Fogelsanghstate), Kollum, Oudwoude en Burum. Zelf fietsen kan ook aan de hand van het Fietsroute-netwerk Noordoost Fryslân, (knooppuntenroute).
Inhoud
De lezer kan het zelf ook bekijken, als hij de tocht maakt – bijvoorbeeld met de fiets. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van het huidige Fietsroute-netwerk Noordoost Fryslân, in de tekst aangegeven als k.p. (knooppunt) met vermelding van het betreffende routenummer, bijvoorbeeld k.p. 97. Onze tocht begint bij het N.S.-station in Buitenpost. Maar elders op de route starten kan ook.
Mr. Andreae op stap in 1877
Arnoldus Johannes Andreae werd geboren in 1845 in Kollum. Hij studeerde rechten en werd notaris in Kollum, als opvolger van zijn vader. Hij was ook een verdienstelijk regionaal historicus en actief op maatschappelijk terrein. In hetzelfde jaar dat hij de beschreven tocht maakte (1877), trad hij in het huwelijk. Hij was toen nog kandidaat-notaris. In 1899 overleed hij aan longontsteking. Het streekmuseum aan de E. de Wendtstraat, in Kollum, in het voormalig postkantoor, is naar hem genoemd: Oudheidkamer Mr. Andreae.
Hij schrijft in 1877:
Als men te Buitenpost het terrein van den spoorweg verlaat, dan leidt de weg ter rechterzijde naar de gemeente Kollumerland, die men, den straatweg opgaande, al spoedig bij de Zwadde, eene grenssloot, betreedt. Deze weg werd van ouds Jeltingalaan geheeten, naar het te Buitenpost gelegen Jeltinga-state.
Dat is nu, ruim 130 jaar later nog steeds het geval:
De route die, als u het station verlaat, rechtsaf gaat, leidt u over het spoor. Vervolgens fietst u via de Jeltingalaan naar Kollumerland. U bent dan meteen onderweg naar k.p. 97.
Buitenpost
Buitenpost ligt in de gemeente Achtkarspelen, Kollum in de gemeente Kollumerland c.a. De grens wordt gevormd door de Swadde. Dat was in 1877 ook zo. Hierboven lezen we dat mr. Andreae (en wij dus ook) via de Jeltingalaan in Kollumerland kwam. Hij schrijft dat hij die gemeente betreedt “bij de Zwadde”. Andreae volgde, zoals toen gebruikelijk in officiële stukken, de algemeen Nederlandse spelling (Vandaar die Z in plaats van de S). Trouwens, het industrieterrein rechts van de weg, ten noorden van de spoorlijn, heet ook zo: de Swadde.
Naar Veenklooster
K.p. 97 is bij de kruising van de W.H. van Heemstraweg en de Lauwersmeerwei. We gaan nu via de fietstunnel en het fietspad langs de Keuningswei naar Veenklooster.
(…) zoodra men de kromming [in de weg] voorbij is, loopt deze naar het gehucht Veenklooster en recht op het buiten Fogelsangh-state aan, terwijl een zijtak rechtsaf naar den Trekweg en voorts als puinweg naar den Kruisweg en vandaar westwaarts naar Oudwoude, oostwaarts naar Kollum voert. Dat gedeelte van den straat weg ’t welk naar Veenklooster leidt, is bekend onder den naam van Koningsweg, ter herinnering aan het feit dat Z.M. Willem III in 1873 de eerste was die dezen weg als kunstweg passeerde.Er is in al die jaren eigenlijk niet veel veranderd. Wel wordt tegenwoordig de Friese vertaling van de naam gebruikt: “Keningswei”.
Nabij Fogelsangh-state loopt de weg in een bevallige kromming om dit buiten heen en brengt ons naar het gehucht Veenklooster.
Fogelsanghstate
Niet alleen Fogelsanghstate ook Veenklooster, een “village of tradition” is een bezienswaardigheid. Het is er, mede door het landgoed (bossen), landbouwmuseum “De Brink” (rechts) en het “Lytse slot” aangenaam toeven. Ook mr. Andreae genoot:
Een steenen brug over een breede gracht geeft toegang tot het voorplein en onder geleide van de tuinman of zijne vrouw komen wij al spoedig in de gelegenheid om kennis te maken met de fraaie wandelingen en waterpartijen, de schoone oostersche planten en vreemde vruchten, die zich op het buiten bevinden. Fogelsangh-state is het schoonste buitengoed van dit gewest en zeer zeker een der fraaiste buitengoederen in ons vaderland. De huizinge, voor korte jaren nog in zeer ouderwetschen trant, is thans aanmerkelijk verfraaid en had tweemaal de eer onzen Koning binnen hare muren te zien.
Het goed was in de 18e eeuw onder anderen in bezit van de grietman van Kollumerland, Willem Frederik van Heemstra (1748-1775). (Grietman: een soort burgemeester die tevens rechter was; een functie van vóór de Franse tijd). De weg waarop we hiervoor fietsten heet dus de W.H. van Heemstraweg en in de tijd van mr. Andreae was H.L. baron van Heemstra, eigenaar van Fogelsangh-state
Westergeest
Mr. Andreae ging via de Muntsewei (toen een grindweg) van Veenklooster naar Oudwoude. Hij vertelt van Westergeest dat het op een zeer hoge terp ligt, met daarop een kerk waarin zich enige grafstenen bevinden:
(…) waaronder sommige van zeer oude dagtekening en met de afbeelding van geestelijken of pelgrims. Anderen weder zijn uit de 16e en 17e eeuw, waaronder die van het geslacht Van Buma, dat aleer eene state had op de onder dit dorp behorende buurtschap de Triemen, in zuidelijke richting en, ten zuiden van de trekvaart gelegen.Deze state werd in de 18e eeuw bewoond door Jr. Willem Maurits van Hanecrooth, capt. Bij de infanterie, die voor de eerste maal gehuwd was met Catherina van Buma.
Via Oudwoude naar Kollum
Door Oudwoude ging Andreae via de Foarwei naar Kollum. Onze knooppuntenroute gaat langs Oudwoude richting de noordelijker gelegen kruising met de Lauwersmeerweg. Daar is k.p. 89. We steken niet over, maar volgen de onverharde weg (met fietspad) die er parallel aan loopt, in zuidelijke richting, naar k.p. 92. Dan zijn we op hetzelfde punt waar Andreae van de rechterkant kwam (uit Oudwoude) op weg naar Kollum. We steken de weg nu ook over (uitkijken!) en fietsen straks door Kollum naar k.p. 93.
Kollum
De weg naar het centrum van Kollum is de Van Limburg Stirumweg Andreae schrijft:
Aan den grindweg loopende van den Kruisweg naar Kollum lag vroeger het buiten Nijenburgh, het eigendom van en eertijds bewoond door L.G.A. Graaf van Limburg Stirum, oud-grietman dezer voormalige grietenij. Evenals de oudtijds aan den weg gelegen states: Broersma, Tadema [zie het pand (nr. 25) aan de rechterkant vande weg] , Sjoerda, Abbema en Bootsma, werd ook dat huis afgebroken en de materialen in December 1875 verkocht. Zoo komen wij te Kollum, waarvan de hooge en spitse toren reeds op verre afstand zichtbaar is. Het dorp is in eene regelmatige buurt gebouwd, deels op een terp, deels op een overouden dijk, die eenmaal hier het gebied der zee bepaalde. De hoofdstraat, die van het westen naar het oosten loopt, is voorzien van enkele fraaie heeren-, burger-, en winkelhuizen [nr. 87 is het voormalige notarishuis/woonhuis van mr. Andreae; de zijweg aan de linkerkant is naar hem genoemd)] en wordt, nagenoeg in het midden,doorsneden door eene vaart, die als stroomkanaal een gedeelte van het water uit de trekvaart naar het Dockumer-diep moet afvoeren. (…) Het dorp had, voornamelijk in de 16e en 17e eeuw, een vrij aanzienlijken koophandel en zeevaart, welke laatste thans geheel vervallen is, terwijl nog des maandags op de weekmarkt veel handel in boter en granen wordt gedreven. In 1590, toen Frieslands stadhouder graaf Willem Lodewijk te Kollum met een leger gedurende 3 maanden de invallen van Verdugo vanuit Groningen trachtte te verhinderen, beproefde de Spaansche veldoverste, door middel van twee sluipmoordenaars, op het leven van den dapperen graaf een aanslag, die echter mislukte, daar de moordenaars werden ontdekt, gevat, gedood en gevierendeeld.
Op het oosteinde der buren ligt het zeer nette buitengoed Oostenstein, ter plaatse waar oudtijds , en wel in de 16e eeuw, Juma-state was gelegen. [Op de plek (Voorstraat 152) zijn rond 1978 twee bungalows gebouwd. Ook is er in die buurt een straat die Oostenstein heet.]
Langs Oostenstein het dorp verlatende, voert ons den grindweg naar den Groninger straatweg en bereikt men vervolgens weder langs een grindweg het dorp Burum.
Nog een ommetje: Burum, Warfstermolen, Kollumerpomp
Net als mr. Andreae gaan ook wij richting Burum. Wij gaan echter niet eerst naar de weg naar Groningen; wij houden wat noordelijker aan (via k.p. 94) omdat we langs de huidige, boven Burum gelegen, grote schotels van de satelietcommunicatie willen fietsen (Greate Ear) (k.p. 95). Via k.p. 91 (Warfstermolen) en k.p. 90 (Kollumerpomp) gaan we naar k.p. 87. Daar kunnen we linksaf via de Oosterboereweg terug naar Kollum (k.p. 93) – dat is de kortste weg. Het kan ook via Kollumer-Oudzijl (k.p. 86) en dan via de Willem Loréweg of via de knooppunten 86 → 88? 89 → 92 (de langste route).
Mr. Andreae en de zijnen gingen eerst nog naar Munnekezijl en toen via Warfstermolen weer terug naar Kollum. Daar vertoefden ze een ogenblik in “De Roskam” in de Voorstraat. (K.p. 92 → 97).
Eventueel weer terug naar Buitenpost
Vervolgens kan men eventueel van hier weer terug naar Buitenpost. Mr. Andreae deed dat in ieder geval wel:
Na een oogenblik in het logement “de Roskam” te hebben vertoefd, gaan wij weder van Kollum langs denzelfden weg, dien wij vroeger passeerden, voorbij het voormalig Nijenburgh naar den Kruisweg, vandaar wij, zuidwaarts afwendende, al spoedig de handwijzer van den Koningsweg en voorts het station te Buitenpost bereiken.
Lees verder