De kust van Lissabon, het authentieke Portugal
Lissabon is de belangrijkste stad van Portugal met een rijk cultureel leven en veel interessante musea. In de regio rond Lissabon vindt u echter het authentieke Portugal. In de groene heuvels ten westen van de stad staan weelderige koninklijke paleizen, Moorse kastelen en imposante kloosters. Ten zuiden en ten westen van Lissabon kunt u genieten van de stranden, die tot de mooiste van Europa behoren. Aan de westkust vindt u de beste surfstranden van het land. Uw verblijf wordt vervolmaakt met heerlijk eten en een ruime keuze uit regionale wijnen.
Inhoud
Algemeen
In Lissabon wonen bijna 507.000 mensen (2015). De kust van Lissabon (incl. de stad) heeft een oppervlakte van 2802 km² en heeft ruim 2,8 miljoen inwoners (2015). Lissabon ligt aan de noordoever van de Taag op 17 km van de Atlantische Oceaan. De regio rond de stad wordt in het noorden begrensd door de regio Centro, en in het oosten en zuiden door de regio Alentejo. Het zuiden grenst ook aan de Atlantische Oceaan, net als het westen.
Het vasteland van Portugal is onderverdeeld in vijf zogeheten NUTS II-regio's. De kust van Lissabon is één van deze regio's. Een NUTS II-regio is geen bestuurlijke eenheid, het is een regionale indeling en heeft voornamelijk een functie in het verzamelen van statistische informatie.
Het vasteland van Portugal is bestuurlijk ingedeeld in 18 districten. De kust van Lissabon beslaat een gedeelte van het district Lissabon en een gedeelte van het district Setúbal.
Ten noorden van de Taag ligt de mooie stad Sintra met opvallende gebouwen, zoals het Palácio da Pena. Verder naar het noorden ligt het enorme paleis en klooster van Mafra. De badplaatsen Cascais en Estoril, aan de westkust, zijn bruisende voorsteden met een ontspannen vakantiesfeer. Vanaf het strand van Ericeira kan goed worden gesurft. De mooiste stranden liggen echter ten zuiden van de Taag. De Costa da Caparica is één lang strand dat door loopt richting het havenstadje Sesimbra.
Geschiedenis
De kust van Lissabon is al zeker 30.000 jaar bewoond. Vanaf ongeveer 2.000 v.Chr. werden de prehistorische gemeenschappen verdrongen door de Iberiërs. Tussen ongeveer 900 v.Chr. en 600 v.Chr. vestigden de Feniciërs handelsnederzettingen in de omgeving van Lissabon. In deze periode vestigden zich hier ook de Kelten, die al snel werden opgevolgd door de Grieken en de Carthagers. Het leven veranderde pas radicaal toen in 139 v.Chr. de Romeinen binnenvielen. De romanisering bracht vijf eeuwen stabiliteit en welvaart. Olisipo (Lissabon) werd in 60 v.Chr. de hoofdstad. Aan het begin van de 5de eeuw stortte het Romeinse Rijk in. Lissabon en omgeving werd binnengevallen door de Sueven en later de Visigoten. Maar deze stammen konden de volgende veroveraars, de Moren, niet terugdrijven.
In 711 werd de kust van Lissabon, net als de rest van Portugal, door de Moren veroverd. De Moorse heerschappij zou in Portugal meer dan 500 jaar stand houden. In de 11de eeuw kwam de herovering door christelijke koningshuizen uit het noorden van Portugal op gang. De meeste Moorse bouwwerken werden tijdens de reconquista verwoest. Kerken werden op ruïnes van moskeeën gebouwd. Het nieuwe koninkrijk breidde zich uit naar het zuiden en in de 13de eeuw werden de Moren uit de kust van Lissabon verdreven. Lissabon werd in 1256 de hoofdstad. Hierna bouwden koningen en edellieden zomerpaleizen en villa's, vooral op de groene hellingen ten westen van Lissabon.
Dit land van koningen en edellieden bereikte zijn hoogtepunt tijdens de Portugese ontdekkingsreizen en de 15de en 16de eeuw. Onder Dom Manuel I (reg. 1495-1521) kreeg de kust van Lissabon door de overzeese rijkdommen een ander aanzien. Dit kwam duidelijk tot uiting in de overdadige decoraties in de naar hem vernoemde manuelstijl. Het Palácio Nacional in Sintra is hiervan het beste voorbeeld. Het feest der rijkdommen van overzeese ontdekkingen kon echter niet blijven duren. Eenvoudig vergaarde rijkdom leidde tot een verlies aan kundigheid. Ook reduceerde de toch al kleine bevolking in het thuisland door de aantrekkingskracht van overzees avontuur. In 1580 was Portugal zo verzwakt dat Spanje kon binnenvallen en vervolgens 60 jaar heerste over Portugal.
Aan het begin van de 18de eeuw werden er goud en edelstenen in Brazilië ontdekt. Dit maakte het mogelijk om paleizen, kerken en kloosters in barok geschitter te laten baden. Het hoogtepunt van barok is te zien in het paleis en klooster van Mafra, gebouwd door João V (reg. 1706-1750). In 1755 werden Lissabon en omgeving getroffen door een zware aardbeving. Hoewel het epicentrum dicht bij de Algarve lag, had de dichtbevolkte kust van Lissabon het het zwaarst te verduren. Eerste minister Marquês de Pombal was het brein achter de wederopbouw van de stad. Pombal was ook een staatsman en een groot hervormer. Hij hervormde het bestuur en onderwijs, en schafte de Portugese slavenhandel af. De invasie van Napoleon in 1807 en het verlies van Brazilië in 1822 lieten Portugal arm en verdeeld achter. De politieke tegenstellingen verzwakte het land nog verder.
In 1910 maakte een revolutie een einde aan het koninkrijk. Dom Manuel II vluchtte toen vanuit de badplaats Ericeira in het koninklijke jacht naar Engeland. Tussen de twee wereldoorlogen waren er meer Europese vorsten die moesten vluchten voor het republicanisme. De badplaats Cascais werd het favoriete oord voor deze verbannen koningen en aristocraten. In Cascais woonde Umberto II, de laatste koning van Italië en Juan Carlos van Spanje tijdens zijn ballingschap. Ook woonde hier Salazar, de beruchte dictator die Portugal regeerde van 1928 tot 1968. Vanaf het eind van de 19de eeuw was Cascais een magneet voor rijkelui en de Portugese variant van de Franse Rivièra. De minder modieuze zuidelijke kust, aan de overkant van de Taag, kon slechts per veerboot worden bereikt. Dit veranderde toen in 1966 de nieuwe hangbrug was voltooid. Hierdoor zijn ook de stranden van Costa da Caparica en het vissersdorp Sesimbra tegenwoordig populaire vakantieoorden.
Toplocaties
Palácio Nacional de Mafra
Ten noorden van Lissabon ligt het imposante barokpaleis annex klooster van Mafra. Het werd gebouwd tijdens het bewind van de meest extravagante koning van Portugal, João V. Hij gaf in 1717 opdracht tot de bouw van het complex en in 1730 werd de bouw voltooid. De bouw werd aanvankelijk met de rijkdommen uit Brazilië gefinancierd, maar deed de Portugese economie uiteindelijk failliet gaan. Het merendeel van het meubilair en kunstwerken werd meegenomen naar Brazilië, toen de koninklijke familie vluchtte voor de Fransen in 1807. Nadat zij in 1821 waren teruggekeerd, werd het paleis nog sporadisch gebruikt. Het paleis werd verlaten in 1910, toen de laatste koning, Dom Manuel II, hiervandaan in ballingschap vertrok.
De luxueuze
vorstelijke vertrekken strekken zich uit langs de lange façade met de vertrekken van de koning aan de ene en die van de koningin aan de andere kant. Halverwege wordt de gevel onderbroken door de twee torens van de witmarmeren
basiliek. Het sobere neoklassieke interieur van de kerk heeft, net als de façade, een sterke Duitse barokinvloed. Verfijnd barok beeldhouwwerk, uitgevoerd door de Mafra-school, verfraait het atrium. De grootste schat van het paleis is de prachtige
bibliotheek in rococostijl. Het heeft een marmeren vloer met ruitpatroon en een plafond met tongewelf. De rococoboekenkasten bevatten ongeveer 40.000 boeken, waaronder talrijke incunabelen en codices vanaf de 15de eeuw. Aan de achterkant van het paleis bevinden zich het
klooster met de monnikencellen, een apotheek en een ziekenzaal.
Ericeira
Ericeira is een oud vissersdorp en een populaire badplaats met een levendige sfeer. Toeristen komen hier voor het heerlijke klimaat, de schone stranden en het verse zeebanket. Er zijn veel restaurants en er is een druk uitgaansleven. In de zomer-maanden zijn de terrassen, restaurants en bars rond de
Praça da República tot diep in de nacht open. In het
Musea da Ericeira komt u alles te weten over de geschiedenis van het traditionele vissersdorp. Hier worden bootmodellen en visserijbenodigdheden tentoongesteld. Het schilderachtige oude centrum ligt hoog boven de oceaan. Van de
Largo das Ribas, boven op een 30 m hoge granieten rots, heeft u een mooi uitzicht op de vissershaven beneden. In 1910, toen Portugal een republiek werd, voer de laatste koning Manuel II hiervandaan naar zijn ballingsoord. Een tegelpaneel, in de vissers-kapel
San António, boven de haven, herinnert hieraan. Enkele kilometers ten noorden van Ericeira ligt het
Praia de Ribeira de Ilhas. Dit strand behoort tot de beste surfgebieden van Europa.
Sintra
Sintra is prachtig gelegen op de noordelijke hellingen van de Serre de Sintra. De groene heuvels en de zoetwaterbronnen maakte het tot een favoriet zomerverblijf voor de koningen van Portugal. De hoge conische schoorstenen van het Palácio Nacional de Sintra en het sprookjesachtige Palácio Nacional da Pena zijn opvallende bakens in het groene landschap. De stad, met zijn weergaloze paleizen en herenhuizen, werd in 1995 op de werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst.
Het Palácio Nacional /
Bron: Falco, PixabayBoven de oude stad ligt het magnifieke
Palácio Nacional de Sintra. Het oudste paleis van Portugal heeft een lange bouwgeschiedenis. Oorspronkelijk was het een Moors paleis uit de 8ste eeuw. Het grootste deel werd aan het eind van de 14de eeuw herbouwd, inclusief de keukens onder de schoorstenen. Mettertijd onderging het paleis talrijke uitbreidingen, met name in de 15de en 16de eeuw. In 1910 werd het paleis een nationaal monument. Het grootste vertrek van het paleis is de
Sala dos Cisnes (Zwanenzaal), die werd gebruikt als eetzaal en balzaal. De zaal wordt tot op de dag van vandaag gebruikt voor officiële ontvangsten. Naast de Zwanenzaal ligt de
Sala das Pegas (Eksterzaal), zo genoemd naar de 136 eksters die op het plafond zijn geschilderd. Aan de achterkant van het paleis bevindt zich de
Sala dos Brasões (Blazoenenzaal). U ziet hier schilderijen met de wapenschilden van 74 Portugese adellijke families onder een koepelvormig cassetteplafond. De
keukens, onder de kegelvormige schoorstenen, worden nog gebruikt tijdens officiële ontvangsten.
Op de hoogste toppen van de Serra de Sintra staat het
Palácio Nacional da Pena. Het sprookjesachtige paleis werd halverwege de 19de eeuw gebouwd in opdracht van prins Ferdinand van Saksen-Coburg-Gotha, echtgenoot van koningin Mari II. Het paleis heeft een mix van bouwstijlen, met torens, minaretten, kloostergangen, tegels, stuc-werk en pleisterwerk. Sinds 1910 dient het paleis als museum. In de
kapel van het paleis staat een imposant altaarstuk. Het 16de-eeuwse retabel van albast en marmer is bewerkt door Nicholas de Chanterenne. In de
Arabische zaal, tegenover de kapel, zijn de muren en het plafond verfraaid met fresco's. De
Balzaal is weelderig ingericht met Duitse glas-in-loodramen, oosters porselein en vier fakkeldragers, compleet met tulband, die een kroonluchter vasthouden.
Palácio Nacional de Queluz
Net buiten Lissabon ligt het voormalige koninklijke paleis Palácio Nacional de Queluz. Het zomerpaleis is een meesterwerk van rococoarchitectuur. In 1747 gaf prins Pedro de opdracht om zijn 17-eeuwse jachtverblijf te verbouwen tot een rococopaleis. Het jachtverblijf werd getransformeerd tot een kleinschalige Portugese imitatie van Versailles. In de 22 vertrekken overheersen rococo, verguldsels, bewerkte panelen en stucwerk. Pedro (1717-1786) trouwde in 1760 met de toekomstige Maria I. Maria I (1734-1816) woonde in het paleis vanaf haar huwelijk met Pedro. Na een brand in het Ajuda-paleis in Lissabon in 1794 vestigde de koninklijke familie zich permanent in Queluz. Na de Franse invasie van 1807 vluchtte de familie naar Brazilië. De daaropvolgende eeuw werd Queluz slechts sporadisch bewoond.
Bijzonder is de
Sala do Trono (Troonzaal), een imitatie van de Spiegelzaal in Versailles. Deze statige zaal werd gebruikt voor bals, banketten en diplomatieke audiënties. Ongewoner is de
Sala de Don Quixote. In deze koninklijke slaapkamer overleed koning Pedro IV. De kamer heeft een koepelplafond, dat de vierkante kamer een rond voorkomen geeft. Muurschilderingen beelden scènes uit de roman van Cervantes uit. De
paleistuinen werden aangelegd in de stijl van de Franse landschapsarchitect Le Nôtre. De tuinen zijn verfraaid met beelden, fonteinen en hagen. De koninklijke familie ging uit varen op een
kanaal met volledig betegelde muren. De 18de-eeuwse
azulejos beelden rivier- en zeehavenscènes uit.
Het strand van Cascais /
Bron: Ruth1993, Pixabay Cascais
Ten westen van Lissabon ligt de elegante badplaats Cascais. Het voormalige vissersdorp werd na de aardbeving van 1755 totaal herbouwd en kreeg aanzien toen koning Luís I zijn zomerverblijf in Sintra hiernaartoe verhuisde. Hij maakte het 16de-eeuwse Cidela-fort tot zijn residentie. Velen volgden zijn voorbeeld en eind 19de eeuw was Cascais een vakantieoord voor de rijken geworden. Tussen de twee wereld-oorlogen was Cascais het favoriete oord voor verbannen koningen en aristocraten. Tegenwoordig is het vooral een favoriete voorstad van Lissabon met een ontspannen vakantiesfeer. Het oude deel van Cascais ligt achter de vissershaven. De moderne voorstad ligt rondom het strand
Praia da Ribeira. Erachter ligt het voetgangersgebied met winkels, cafés, restaurants en de jachthaven. Tegenover de jachthaven ligt het
Museu dos Condes Castro Guimarães. In dit museum leert u het Cascais van een eeuw geleden kennen. De collectie bestaat uit een privéverzameling kunstnijverheid, Portugese schilderijen van begin 20e eeuw en een grote bibliotheek. Ongeveer 3 km ten westen van de kustweg ligt
Boca do Inferno (Mond van de hel). Hier donderen golven door een rotskloof. Op een klein platform heeft u een goed uitzicht over de rotsen.
Estoril
Hoewel het vlak naast Cascais ligt heet Estoril een geheel eigen karakter. Ook hier werden tussen de twee wereldoorlogen beroemde gasten verwelkomt. Tegenwoordig is Estoril een toeristen- en zakenoord en een plek om u comfortabel terug te trekken. Het centrum is direct toegankelijk vanaf het station. Aan de ene kant van het spoor liggen het strand en de 3 km lange promenade. Naast de promenade ligt een met herenhuizen bedekte klif, de
Monte Estoril. Aan de andere kant van het spoor ligt een park dat loopt naar het grootste
casino van Europa. Hier kunt u uw geluk wagen bij de roulette of de jackpot. Vlakbij het casino ligt het
Museu dos Exilos do Estoril. Dit museum, in een sober art-deco gebouw uit 1942, toont de geschiedenis van de plaats.
Sesimbra
Ten zuiden van Lissabon ligt het schiereiland Setúbal. Het vissersdorp Sesimbra ligt in de zuidwestelijke hoek van het schiereiland. Ooit werd het bezet door de Romeinen en later door de Moren. In 1236 veroverde koning Sancho II de zwaar verdedigde forten. Hoog boven het dorp staat het
Moorse kasteel. Binnen de muren van dit kasteel staan de ruïnes van een romaanse kerk, de
Santa Maria. Onder het kasteel ligt het oude centrum met pittoreske achterafstraatjes en een groot zandstrand dat wordt beschut door een kaap. In het midden staat het fort
São Tiago. Vanaf de omloop heeft u uitzicht over het dorp, de Atlantisch Oceaan en de brede zandstranden die zich aan weerszijden uitstrekken. Ten westen van het centrum ligt de
Porto do Abrigo. Deze haven, vol felgekleurde vissersboten, voorziet de uitstekende visrestaurants in het dorp van vis.
Omgeving
Aan de westkust van het schiereiland ligt
Costa da Caparica. De kust van Caparica is één lang strand en behoort tot de mooiste stukken kust van Portugal. Het 13 km lange zandstrand strekt zich vanaf Caparica in zuidelijke richting uit. Het lange strand wordt begrensd door duinen en dennenbossen. U kunt hier genieten van de visrestaurants en de cafés. In de zomer rijdt er een treintje langs de stranden. Tussen de stranden en Sesimbra liggen industriegebiedjes en eucalyptus- en dennenbossen.
Setúbal
Setúbal is na Lissabon en Porto de derde grote haven van Portugal. De vangst van sardientjes en oesters is hier heel belangrijk en de stad heeft uitstekende vis-restaurants. In het centrum ligt de met bomen omzoomde
Avenida Luisa Todi. Ten zuiden hiervan liggen de vissers-, jacht- en veerhaven. Ten noorden ligt de oude stad met een autovrij gebied rondom het
Praça de Bocage. Ten noorden van de oude stad staat de
Igreja de Jesus. Deze 15de-eeuwse gotische kerk is een prachtig voorbeeld van een vroege manuelstijl. Het interieur is verfraaid met mooie gedraaide zuilen, polychrome tegels en een gewelfd koor. Het portaal is verfraaid met roze Arrábida-zandsteen. Ten westen van de stad staat het 16de-eeuwse
Forte de São Filipe. Het werd gebouwd om piraten en Engelse aanvallen af te weren. Het kijkt uit over de monding van de Sado en de stad, en is nu gedeeltelijk een pousada (landelijke herberg).
Omgeving
Tussen Sesimbra en Setúbal loopt parallel langs de kust de bergketen
Serra de Arrábida. Dit natuurreservaat heeft een mediterraan landschap en is begroeid met Portugese eiken, wijngaarden en struikgewas. Er komen onder meer genetkatten, wezels en dassen voor. Het gebied is ook rijk aan vogels, zoals havikarenden, buizerds en gierzwaluwen. Op de heuvels staat een schitterend 16de-eeuws
franciscanenklooster. Pal onder het klooster ligt
Portinho da Arrábida. Dit dorp heeft een kleine beschutte baai met een wit zandstrand en een heldere zee.
Tophotel in de omgeving van Lissabon
Tivoli Palácio de Seteais in Sintra
Dit stijlvolle paleis is nu een luxehotel en werd eind 18de eeuw gebouwd door de Nederlandse consul Daniel Gildemeester. Het is één van de geliefdste en meest romantische hotels van het land. Hooggelegen op de Serre de Sintra biedt het een spectaculair uitzicht over de uitgestrekte tuinen naar de zee. Het hotel is een prachtig voorbeeld van 18de-eeuwse architectuur met kamers die schitteren in de klassieke stijl van die tijd. De algemene ruimten worden gesierd door historisch meubilair, muur-schilderingen en antiek. Het hotel huisvest een uitstekend fijnproeverrestaurant. Het menu is hoofdzakelijk Portugese haute cuisine, met een passende wijnkaart.
Klimaat
De kust van Lissabon heeft een mediterraan klimaat met warme droge zomers en relatief milde winters. De gemiddelde maximumtemperatuur is in de winter 14 graden en in de zomer 28 graden. De kust van Lissabon is te koel voor een winterzonvakantie. De koudste maanden zijn januari en februari en de meeste neerslag valt van november tot januari. Omdat er altijd een briesje uit de Atlantische Oceaan en van de Taag waait, kan het er hartje zomer heel aangenaam zijn. De zee is koud en de kust heeft een winderig zomerklimaat. Vooral aan de kusten die op het westen gericht zijn is de zee vaak ruw, maar de stranden behoren tot de mooiste van Europa. De temperatuur van het zeewater schommelt tussen de 15 en 20 graden.
Eten en drinken
Aan de kust van Lissabon komen alle smaken van Portugal samen. De kookstijlen zijn oud, nieuw, exotisch en gewoon. De meest gebruikte ingrediënten zijn vis, schelpdieren, varkensvlees, lamsvlees, bonen en aardappels. In de Portugese keuken zijn ook veel oosterse invloeden terug te vinden, zoals zwarte peper en andere specerijen. De meeste restaurants rond Lissabon serveren Portugese gerechten. In de toeristen-centra zijn ook internationale restaurants vertegenwoordigd, van Kaapverdische restaurants tot sushibars.
Een voorgerecht die in het hele land wordt gegeten is
bacalhau-soep (van gezouten kabeljauw). Een favoriet hoofdgerecht uit de Portugese keuken is
frango piri-piri (geroosterde kip met pepers). Eén van de meest veelzijdige gerechten is
feijoada (een bonenstoofpot met vlees, paprika, tomaten, ui en knoflook). Een gerecht dat vooral langs de kust wordt bereid is
caldeirada de peixe (een stoofpot met vis, schelp-dieren, aardappelen, tomaten en pepers). Een specialiteit van Lissabon en omgeving is
favas à Portuguesa (een gerecht met tuinbonen, bloedworst en varkenskarbonade) Een andere regionale specialiteit is
dobrada (een gerecht met ham, chorizo en snijbonen).
Portugese wijn wordt nog steeds overschaduwd door de port, maar ook in de regio van Lissabon worden kwalitatieve wijnen geproduceerd. Setúbal, ten zuiden van Lissabon is bekend om zijn zoete, geurige wijn
Moscatel de Setúbal. Daarnaast produceert de regio uitstekende voornamelijk rode tafelwijnen. Uit Colares, ten westen van Lissabon, komt de beroemde
Colareswijn.
Bij het eten kunt u één van de vele Portugese wijnen bestellen.
Sagres,
Kristal en
Super Bock zijn goede biersoorten. Bij het eten wordt meestal ook mineraalwater gedronken, zowel
com gas of
sem gas. Na de maaltijd drinkt men een
uma bica (een soort espresso).
De kust van Lissabon kent ook nog een aantal lokale lekkernijen. In de omgeving van Setúbal wordt een fluwelige honing gemaakt. Uit deze omgeving komt ook de bekende
Azeitão-schapenkaas. Het beroemdste culinaire exportproduct van Sintra is de
queijada, kleine zoete cakejes.
Feest en evenement
De inwoners van Lissabon en omgeving houden van feest vieren. Het gebied rond Lissabon is sterk geseculariseerd, maar het geloof is nog steeds belangrijk. Dit geloof zorgt voor veel
festas (festivals) en
romarias (pelgrimstochten), die vaak een mengeling zijn van verering, processies en plezier. Buiten de belangrijkste feestdagen heeft elke plaats een feestdag van zijn beschermheilige. Rond Lissabon worden er vooral in de zomermaanden (juni-september) veel lokale festivals gehouden.
Festival de Sintra
Het Festival de Sintra wordt elk jaar gehouden van begin mei tot begin juli in het district Sintra. Men kan dan genieten van klassieke muziek, ballet en theater. Bekende muziek- en dansensembles vertonen hun kunsten op meerdere locaties. De optredens vinden plaats in de paleizen van Queluz en Sintra, maar ook in tuinen en landgoederen in de regio. Ook vinden er evenementen plaats in het Centro Cultural Olga Cadaval, het Vila Palace, de Quinta da Regaleira en in Monserrate.
Festa da Senhora da Consolação
Dit feest wordt gehouden ter ere van één van patroonheiligen van Portugal, Onze Lieve Vrouw van Troost. De hele maand september staat Assafora, bij Sintra, in het teken dit levendige feest. Het religieuze gedeelte van het feest bestaat uit een mis. Het heidense gedeelte is een volksfeest met straatfeesten, muziek, eten en kleurrijke evenementen.
Amusement
Wie op zoek is naar amusement zal zich zeker thuis voelen in de omgeving van Lissabon. Er zijn veel musea en u kunt kiezen uit een groot aanbod van excursies. Er worden wandeltochten en jeepsafari's aangeboden. Ook is het mogelijk per boot naar dolfijnen te kijken. In Sintra worden wandeltochten aangeboden in en rond het Parque da Pena. U kunt dit grote, exotische park te voet verkennen. Een andere mooie wandel-route loopt van het paleis da Pena naar het centrum van Sintra. Sintra is ook met een jeepsafari te verkennen. U kunt jeepsafari's boeken die leiden langs de paleizen en het omringende landschap van Sintra. Ook ten zuiden van de Taag is het mogelijk om excursies te maken. In de monding van de Sado, bij Setúbal, kunt u dolfijnen spotten. U kunt de dieren zien tijdens een excursie met een catamaran of een galjoen.
Golfen in Estoril /
Bron: WolfBlur, PixabaySportactiviteiten
De kust van Lissabon is een ideale regio voor actieve vakantiegangers. Het mooie weer en het afwisselende landschap maakt het een populaire bestemming om te wandelen en te golfen. De kust biedt goede surfmogelijkheden. De gebieden rond Cascais, Estoril en Sintra, met zijn groene heuvels, zijn aangenaam om in te wandelen. Een ander mooi wandelgebied is het Sado-reservaat, een botanisch reservaat bij Setúbal. De hoge golven langs de kust zijn zeer geschikt om te surfen. De beste surfstranden liggen bij Guincho en Ericeira. Bij het prachtige zandstrand van Guincho wordt het Europese surfkampioenschap gehouden. Ook het strand van Ericeira is met zijn hoge golven een paradijs voor surfers. Ook hier worden surfkampioenschappen gehouden. Het gebied rond Lissabon is een belangrijke golfregio. De regio heeft inmiddels zeker tien golfbanen. Er liggen twee golfbanen in Sintra, waar veel Europese toernooien worden gehouden. De overige golfbanen liggen in Cascais, Estoril en Guincho. Aan de zuidkant van de Taag liggen er golfbanen in Setúbal, Palmela en Quinta do Conde.
Reizen naar de kust van Lissabon
Lissabon is met diverse luchtvaartmaatschappijen vanaf Amsterdam en Rotterdam te bereiken. De vliegtijd bedraagt ruim 2,5 uur. Er rijden op regelmatige tijden lijnbussen (Aerobus) van de luchthaven naar het centrum van Lissabon. Huurauto's en taxi's zijn verkrijgbaar op de luchthaven van Lissabon.
Reizen rondom de kust van Lissabon
Een aantal plaatsen rond Lissabon zijn via het spoor bereikbaar. Er rijden veel sneltreinen van station Cais do Sodré in Lissabon naar Estoril en Cascais. Vanaf station Rossio rijden treinen naar Queluz en Sintra. Treinen naar Setúbal en verder zuidwaarts vertrekken vanaf station Oriente.
Er zijn goede busdiensten naar alle delen van de regio en bussen zijn soms sneller dan de trein. De comfortabelste en snelste bussen zijn de
espressos en de
rápidos.
Een auto huren biedt de meeste flexibiliteit. Autoverhuurders vindt u in alle belangrijke plaatsen en op de luchthaven van Lissabon. Snelwegen verbinden Lissabon met Estoril, Queluz en Setúbal. Andere plaatsen zijn te bereiken met hoofdwegen en secundaire wegen.
Lees verder