Trás-os-Montes, de meest afgelegen streek van Portugal

Trás-os-Montes ('achter de bergen') is de meest geïsoleerde streek van het land. Het is een streek met veel woeste natuur, met onder meer het woeste en bergachtige landschap van het Parque Natural de Montesinho. Maar Trás-os-Montes heeft ook middeleeuwse dorpjes en historische steden, zoals de regionale hoofdstad Bragança. Het historische Chaves is bekend om zijn warmwaterbronnen en zijn Romeinse brug. Vila Real is een moderne stad met een historisch centrum. Het Casa de Mateus (bekend van de rosé), net buiten de stad, ligt in een prachtig groene omgeving.

Inhoud

• Algemeen
• Geschiedenis
• Toplocaties
• Tophotel in Trás-os-Montes
• Klimaat
• Eten en drinken
• Feest en evenement
• Activiteiten
• Reizen naar Trás-os-Montes
• Reizen in Trás-os-Montes

Algemeen

Trás-os-Montes is geen bestuurlijke eenheid, het is meer een historische streek. Het was tot 1936 ook één van de zes historische provincies van het Portugese vasteland. Deze provincies waren echter geen officiële regeringseenheden. In 1936 werd het Portugese vasteland verdeeld in 11 officiële provincies. Trás-os-Montes heette toen Trás-os-Montes e Alto Douro.

In 1976 werd de indeling van het Portugese vasteland in 11 provincies vervangen door een indeling in 18 districten. Trás-os-Montes bestaat in ieder geval uit de districten Vila Real en Bragança. Ook een klein deel van de districten Viseu en Guarda horen bij Trás-os-Montes.


Trás-os-Montes is een bergachtige streek in het noordoosten van Portugal. De streek heeft een oppervlakte van 10.936 km² en heeft ruim 372.000 inwoners (2014). De hoofdstad is Bragança met ruim 35.000 inwoners (2014). Trás-os-Montes wordt in het noorden en oosten begrensd door Spanje. Het zuiden grenst aan de regio Centro (Beira of Beiras) en het westen aan de streek Entre Douro e Minho.
Trás-os-Montes wordt gekenmerkt door indrukwekkende landschappen, wijngaarden, traditionele dorpen en historische steden. De historische stad Bragança geeft een interessant beeld van het verleden. Tussen Bragança en de Spaanse grens ligt het Parque Natural de Montesinho, populair bij natuurliefhebbers. De stad Chaves heeft een middeleeuws centrum, maar is vooral bekend om zijn warmwaterbronnen en de lekkere lokaal gerookte ham. Vila Real is een logische stopplaats voor of na een uitstapje naar het Casa de Mateus. Dit landhuis is bekend van het etiket van de Mateus-rosé. Ten zuiden van Vila Real ligt de Dourovallei, een streek vol wijngaarden en de bakermat van de portindustrie.

Geschiedenis

In Trás-os-Montes wonen al zeker 30.000 jaar mensen. Vanaf ongeveer 2000 v.Chr. werden de prehistorische gemeenschappen verdrongen door achtereenvolgens de Iberiërs, de Kelten, de Feniciërs en de Carthagers. Van deze eerste golf buitenlanders zijn weinig sporen overgebleven. In 139 v.Chr. werd de streek bezet door de Romeinen. Met de invoering van een wegennetwerk, een rechtssysteem en het christendom lieten de Romeinen onuitwisbare sporen na. In de 5de eeuw n.Chr. werd de de streek binnengevallen door volkeren uit het noorden, allereerst de Sueven en later de Visigoten.

In 711 werden de Visigoten op hun beurt weer verjaagd door de Moren. Omdat de Moren zich nooit veel verder ten noorden van de rivier de Douro waagden, bleef de regio overwegend christelijk. In de 9de eeuw kwam de herovering (reconquista) door christelijke koningshuizen uit het noorden op gang. Dit gebeurde vanuit het hertogdom Portucale, grofweg de huidige regio's Entre Douro e Minho en Trás-os-Montes. In de 11de eeuw was Portucale nog maar een kleine provincie rondom de Douro in het koninkrijk van Léon en Castilië. Het werd onafhankelijk toen Afonso Henriques in 1139 zichzelf uitriep tot koning van Portugal. De reconquista werd verder voortgezet en Portugal groeide gestaag.

Het nieuwe koninkrijk breidde zich uit naar het zuiden en in het begin van de 15de eeuw begon de Portugese expansie in overzeese gebieden. Ontdekkingsreizen in de 15de en 16de eeuw brachten grote rijkdom. Halverwege de 16de eeuw raakte Portugal langzaam in verval. Van 1580 tot 1640 werd het land bestuurd door Spaanse koningen, waarna de hertog van Bragança tot koning João IV werd gekroond.

De laatste koninklijke dynastie van Portugal is naar de stad Bragança genoemd. João I werd in 1442 benoemd tot hertog van Bragança. Hij werd de eerste vertegenwoordiger van een invloedrijk vorstenhuis. Het huis van Bragança regeerde Portugal 270 jaar. In 1640 werd de vierde hertog van Bragança gekroond tot koning João IV, na de opstand tegen de Spanjaarden. Een republikeinse opstand in 1910 maakte een einde aan het koninkrijk.

Toplocaties

Bragança

Bragança is de geïsoleerd liggende hoofdstad van de streek. De ommuurde citadel van de stad ligt strategisch boven op een heuvel. De citadel werd gebouwd in 1130 en is nog in zeer goede staat. De laatste koninklijke dynastie is naar Bragança genoemd. Het hertogdom van Bragança werd gesticht in de 15de eeuw. De koninklijke familie die daar uit voortkwam regeerde Portugal van 1640 tot 1910.

De citadel is één van de mooiste versterkte plaatsen van Portugal. Binnen de muren staat het kasteel van Sancho I uit 1187, met wachttorens en kerkers. Binnen de muren van het kasteel staat de 15de-eeuwse donjon. In dit 33 m hoge bouwwerk is het Museu Militar gevestigd. De collectie bestaat onder andere uit memorabilia van de Afrikacampagnes van een lokaal regiment (1895). Vanaf de toren heeft u een mooi uitzicht. Tegenover de donjon staat de Igreja Santa Maria. De 17de-eeuwse kerk heeft een prachtig barok portaal van graniet dat goed uitkomt tegen de witte voorgevel. Binnen ziet u een schitterende meerkleurige plafondschildering, strenge gewelven van baksteen en een weelderig barok altaar. Pal achter de kerk staat het Domus Municipalis. Dit 12de-eeuwse stadhuis is het enige voorbeeld van romaanse burgerarchitectuur in Portugal. De bovenverdieping werd vermoedelijk voor vergaderingen gebruikt. Eronder lag een groot waterreservoir dat de inwoners van water voorzag tijdens de talrijke conflicten met Spanje.

De benedenstad, buiten de citadel, heeft ook een aantal toeristische bezienswaardigheden. Centraal in de oude wijk van de benedenstad staat de Sé (kathedraal). Bijzonder is de 17de-eeuwse sacristie. Het met panelen beklede plafond beeldt het leven uit van Sint Ignatius van Loyola. Deze heilige was de oprichter van de jezuïetenorde die de kathedraal twee eeuwen bestuurde. Tussen de kathedraal en de citadel ligt het Museu do Abade de Baçal. Dit museum is gevestigd in het voormalige bisschoppelijk paleis en is genoemd naar de abt van Baçal (1865-1947). De collectie bestaat uit etnografische kunst, kunstnijverheid en archeologische vondsten. Tot het mooiste schilderij behoort Het martelaarschap van Sint Ignatius, een ongesigneerd drieluik uit de 16de eeuw. In de tuin ziet u verscheidene archeologische vondsten, zoals porcas (granieten varkens uit de ijzertijd), lokaal ijzerwerk en Romeinse stèles.
Parque Natural de Montesinho
Tussen Bragança en de Spaanse grens ligt het Parque Natural de Montesinho. Dit 75.000 ha grote natuurpark is één van de meest woeste gebieden van Europa. De vrijwel onbewoonde streek staat bekend als terra fria (koud land). Ruige granietrotsen bereiken boven de hei en brem een hoogte van 1481 m en lopen uit in eikenbossen en dalen met elzen en wilgen. In het park leven zeldzame dieren als wolven en steenarenden, maar ook everzwijnen, otters en valken. De wildernis is populair bij natuurliefhebbers, wandelaars en fietsers. Vanaf het dorpje Vinhais heeft u een fraai uitzicht over het park, u kunt hier ook het informatiecentrum bezoeken. De bevolking van het park woont in het laagland in boerengemeenten. Traditionele dorpen als Montesinho en França zijn sinds de middeleeuwen nauwelijks veranderd. De oude oorsprong is nog te zien aan de simpele stenen huizen, houten balkons en keienstraatjes. Maar ook de lokale namen en oude gebruiken, zoals kruidenkuren en eerbied voor het bovennatuurlijke geven blijk van het verleden. Ook zijn de gemeenschapsbanden sterker dan de nationale. In Rio de Onor is een uniek dialect ontwikkeld, Rionorês. Vanuit Bragança zijn Montesinho, França en Rio de Onor het makkelijkst bereikbaar. De plaatsen liggen minder dan 20 km naar het noorden. Vinhais ligt iets verder weg, bijna 30 km ten westen van Bragança.

Chaves

Naast de bovenloop van de rivier de Tâmega ligt het historische Chaves. Het thermale water en zijn strategische ligging waren in 78 n.Chr. voor de Romeinen de reden om hier Aquae Flaviae te stichten. Vanwege die strategische ligging vielen achtereenvolgens de Sueven, de Visigoten en de Moren binnen. Uiteindelijk wisten de Portugezen in de 11de eeuw de stad in bezit te nemen. Chaves is beroemd om zijn warmwaterbronnen, historisch centrum en de lekkere lokaal gerookte ham.
Het Praça de Camôes is het centrum van de oude stad. Iets achteraf van dit plein staat de Igreja de Misericórdia. Deze 17de-eeuwse kerk is de mooiste van de stad. De kerk heeft gedraaide zuilen in de gevel en een schandpaal in manuelstijl. Het koor is volledig bedekt met 18de-eeuwse azulejos (beschilderde tegels). De tegels beelden bijbelse taferelen uit het Nieuwe Testament uit. De rest van het interieur heeft een zuivere en zware barokstijl, met Filipijnse invloeden. Vlakbij de kerk staat het Castelo. De 14de-eeuwse donjon van het kasteel herbergt een klein militair museum. Er zijn wapens, uniformen en insignia (onderscheidingstekenen) te zien. Achter de donjon ligt het Museu da Região Flaviense. Dit streekmuseum heeft een kleine archeologische afdeling. Er zijn voorwerpen uit de tijd van de Romeinse bezetting te zien, zoals mijlstenen en munten. Vanuit het centrum is het een paar minuten lopen naar één van de warmste bronnen van Europa. De Termas do Imperador (de thermen) beschikken over warme bronnen van 73 graden. Het water van Chaves is uitstekend voor wie aan reuma, obesitas, jicht, suikerziekte, lever- en darmaandoeningen of hoge bloeddruk lijdt. De Ponte romana de Trajano overspant de rivier de Tâmega. De Romeinse brug met tien pijlers werd rond 100 n.Chr. voltooid, ten tijde van keizer Trajanus. Dit is naast de thermen het belangrijkste erfstuk van het keizerrijk. In het midden van de 150 lange brug staan twee zuilen, die het verhaal vertellen van de brug en haar bouwers.

Vila Real

Vila Real ligt boven op een kloof die is uitgesleten door de rivieren de Cabril en de Corgo. Door de aanwezigheid van een universiteit heeft Vila Real een levendige en jonge sfeer. De moderne handelsstad heeft een rustig historisch centrum. Vila Real staat bekend om het Casa de Mateus, dat net buiten de stad in een prachtig groene omgeving ligt.

In het centrum ligt de brede hoofdstraat Avenida Carvalho Araújo. In het voetgangersgebied, ten oosten van de hoofdstaat, zijn veel restaurants en winkels te vinden. Halverwege de hoofdstraat staat de 15de-eeuwse Sé. De kathedraal was oorspronkelijk van een dominicaner broederschap. Het heeft een romaanse uitstraling hoewel ze dateert van de gotische periode. Het interieur is tamelijk saai. Iets zuidelijker van de kathedraal staat het stadhuis, gebouwd aan het begin van de 19de eeuw. Opvallend is de Italiaanse renaissancestijl, met een mooie gebeeldhouwde stenen trap met twee wendingen. Direct naast het stadhuis staat het 15de-eeuwse Casa de Diogo Cão. Dit is het geboortehuis van Diogo Cão, de ontdekker van de monding van de Congo in Afrika in de 14de eeuw. Iets verder, aan het plein bij het kerkhof, heeft u een mooi uitzicht op de kloof met de samenloop van de Cabril en de Corgo.
Omgeving
De grootste attractie van Vila Real is het Casa de Mateus, 3 km ten oosten van de stad. Het ligt beschut achter het groen en is bekend van het etiket van het best verkochte exportproduct van Portugal: de Mateus-rosé. Het landhuis vormt het hoogtepunt van de barokarchitectuur in Portugal en werd gebouwd in de 18de eeuw. Sommige vertrekken zijn niet toegankelijk omdat de zevende graaf van Vila Real er nog woont. Het landhuis is tevens een broedplaats voor creatief talent. In 1970 werd de Fundação da Casa de Mateus opgericht om de kunsten te promoten. Het Casa de Mateus is een subtiele combinatie van graniet, witte muren en fantasietjes uit de tijd van de verlichting, zoals doorkijkjes en spiegelbeelden. De vijver, voor de ingang van het landhuis, werd in de jaren dertig van de 20e eeuw aangelegd. Rondleidingen voeren u door de belangrijkste ontvangstkamers. Het interieur bevat meubilair en ornamenten die de smaak van een rijke familie uit de 18de eeuw kenmerken. Alle deurlijsten en plafonds zijn van rijkelijk bewerkt kastanjehout. In de ontvangsthal ziet u het wapen van de familie in het midden van het plafond en bewerkte lantaarns uit de 16de eeuw. In de theesalon staat een 17de-eeuwse William and Marykast met bijbehorende klok uit Engeland. In de salon van de vier seizoenen zijn grote 18de-eeuwse schilderijen te bewonderen. De bibliotheek bevat boeken van de 16de eeuw tot heden, met ongeveer zeshonderd werken. Het zeldzaamste boek bevindt zich in het kleine museum, namelijk een exemplaar van Os Lusíadas van Camôes, met gravures van toonaangevende kunstenaars. Het landhuis heeft ook een mooie tuin, aangelegd in de jaren dertig en veertig van de 20e eeuw. Gesnoeide buxushagen, bloembedden en rechte paden vormen een levend tapijt waarin de elegante symmetrie van het huis weerspiegeld wordt. In het zuidelijke gedeelte van de tuin vindt u een lange groene tunnel, gesnoeid in een massief van naaldbomen.
De Dourovallei
De vaten in de portkelders van Porto beginnen hun leven in de Dourovallei, ook wel de portstreek genoemd. De wijnstreek van de Dourovallei ligt ruim 100 km ten oosten van Porto. Hier ondergaat de port zijn gistingsproces met toevoeging van brandewijn. Vervolgens vertrekt hij met de vrachtwagen naar Porto om daar rustig 'oud' te worden. De rabelos (zeilboten) waarmee de tonnen wijn over de rivier werden vervoerd zijn al decennia geleden afgeschaft. De portstreek was de eerste officiële wijnregio van de wereld en werd ingesteld in 1756. De terrasvormige aangelegde wijngaarden zorgen voor een schitterende aanblik. In de portstreek vindt u aardige dorpen omringd door wijngaarden, sinaasappel-, olijf- en amandelbomen en ook palmen. Op de steile rivieroevers staan de elegante quintas (wijndomeinen), die bezoekers ontvangen. Er zijn verschillende manieren om de portstreek te verkennen. Prachtige tochten kunnen over de rivier gemaakt worden of over wegen die door de heuvels kronkelen. Een treinreis is een spectaculaire manier om de portstreek te ontdekken, de trein volgt grotendeels de oevers.

Aan de westkant van de portstreek ligt Peso da Régua. Het is de officiële hoofdstad van de Douro en zetel van het Instituut voor portwijn. De stad heeft weinig bezienswaardigheden, maar is wel een belangrijk transportcentrum voor het gebied. U kunt er een trein- of boottocht maken of naar de pakhuizen aan de kade gaan waar verschillende porthuizen proeverijen houden. De weg van Peso da Régua naar Pinhão, verder oostwaarts, is onbetwist het mooiste stuk. Veel beroemde portnamen hebben quintas in de buurt van Pinhão. Pinhão's bezienswaardigheid is het ongewone station. Dit is versierd met azulejo-panelen met afbeeldingen van het plaatselijke leven. Nog verder oostwaarts ligt Tua. Tua ligt in een streek die beroemd is om zijn sinaasappels en vijgen. Het was lange tijd het kruispunt van de Douro-spoorlijn. Een mooie treinreis voert van Tua, langs de rivier de Tua, naar Mirandela. Ook hier is het landschap adembenemend en wijngaarden strekken zich uit tot zover het oog reikt. Ruim 10 km ten noorden van Tua ligt, tussen de wijngaarden, het stadje Alijó. Het werd in 1226 gesticht, maar een aantal castros (burchten op een heuvel) getuigt van een veel eerdere bewoning. De naam van de hier gevestigde pousada (landelijke herberg), de Barão do Forrester, memoreert de beroemde portkenner.

Tophotel in Trás-os-Montes

Pousada de Barão do Forrester in Alijó

Deze grootse, goed uitziende pousada is rustig gelegen in het stadje Alijó. Het ligt tussen de wijngaarden, in het hart van de portstreek. De pousada is vernoemd naar de Engelsman J.J. Forrester, een invloedrijke figuur voor de 19de-eeuwse portproductie. De nabijheid van de rivier de Douro is ideaal voor bezoekers die de bezienswaardigheden van deze prachtige wijnstreek willen zien. In het keurige restaurant worden de wanden gesierd door ingelijste posters van diverse wijnhuizen. Gezien de locatie diep in het land van de port, is dit geen verrassing. Een geboende houten vloer en bedrukte gordijnen karakteriseren verder het interieur van het restaurant. De specialiteiten zijn geroosterde geit en gegrilde octopus met peer en muskadel.

Klimaat

In Portugal zorgt de Atlantische Oceaan voor een zacht en vochtig klimaat. Trás-os-Montes heeft minder te maken met de invloed van de Atlantische Oceaan en hier is meer sprake van een continentaal klimaat. Dit betekent warme droge zomers en koude winters. De gemiddelde maximumtemperatuur is in de winter 8 graden en in de zomer 28 graden. Trás-os-Montes kent de strengste winters van Portugal, met veel regen in december en januari.

Eten en drinken

Trás-os-Montes is een echte vleesregio. Varkensvlees is een veel gebruikt ingrediënt, of het nu in de vorm is van chorizo (pittige gerookte worst), morcela (bloedworst) of salpicão (gerookte worst met kruiden). De stad Chaves is bekend om zijn presunto (lokaal gerookte ham). Er wordt ook veel gebruik gemaakt van lokaal rundvlees. In de Serra do Barroso, in het westen van de regio, grazen op de hoge natte weiden de Barrosã. Dit koeienras geeft smakelijk vlees. Wild, zoals fazant en patrijs is verkrijgbaar in het jachtseizoen.

In Trás-os-Montes is een steevast voorgerecht caldo verde (soep met groene kool, aardappelen, chorizo en olijfolie). Een hoofdgerecht dat in heel Portugal wordt gegeten, maar oorspronkelijk uit het noorden komt, is cozido à Portuguesa. Het is een winterstoofpot van rundvlees, morcela en diverse groenten. Een klassiek hoofdgerecht is feijoada à Trasmontana (witte bonen, bereid met stukjes varkensvlees (van verschillende delen van het dier), diverse worstsoorten en kruiden). Een andere regionale specialiteit is arroz de salpicão (rijst met varkensvlees). Typische kost uit Trás-os-Montes is faisão com castanhas (fazant met kastanjes). Kastanjes vindt u ook in een dessert dat de moeite waard is, namelijk in de bolo de castanha (kastanjecake).

Port is ongetwijfeld de bekendste wijn van Portugal. De 'ontdekking' van de port stamt uit de 17de eeuw, toen Engelse handelaren de Dourowijn aanlengden met brandewijn om te voorkomen dat hij tijdens het vervoer zou verzuren. Port wordt geproduceerd in een afgebakend gebied. Dit gebied strekt zich uit van ongeveer 100 km ten oosten van Porto tot ruim 100 km verder naar de Spaanse grens. Port heeft unieke eigenschappen dankzij de bodemgesteldheid, het klimaat en de verouderingsprocessen. Anders dan bij gewone wijn wordt het gistingsproces van het druivensap al vroeg gestopt door toevoeging van circa één deel brandewijn op vier delen wijn. Hierdoor ontstaat de zoete smaak van port en het alcoholgehalte komt dan tussen de 19 en 22 procent te liggen. Later wordt de port voorzien van een echtheidscertificaat en overgebracht naar Porto. Hier kan hij rijpen in de speciale kelders en zich misschien wel kan ontwikkelen tot een ronduit perfecte wijn. Port is een rode, witte of rosé wijn. Het kan worden geserveerd als aperitief, digestief of dessertwijn.
Er zijn feitelijk vijf soorten port: Ruby, Vintage, Tawny, witte port en rosé port. De Ruby port komt het meeste voor. Het is dieprood en moet een fruitige jonge smaak hebben. Ruby port moet twee tot drie jaar gerijpt zijn, soms op hout. Hij wordt samengesteld door menging druiven van meerdere druivensoorten en jaargangen. Een luxere variant van de Ruby port is de Late Bottled Vintage (LBV). Deze port is een mengeling van ports van één enkel jaar. Hij rijpt vier tot zes jaar in eikenhouten vaten en wordt dan gebotteld. De Vintage port is de koning onder de port. Deze port wordt gemaakt van de beste wijnen uit één enkel jaar. Hij wordt twee tot drie jaar in eikenhouten vaten bewaard en rijpt verder in de fles. De Tawny port is een mengeling van ports van verschillende jaren en heeft minimaal zeven jaar in vaten gerijpt. Hij hoeft niet verder in de fles gerijpt te worden. De Tawny port is soms een mengsel van rode en witte port. Een betere Tawny portsoort is Aged Tawny. Deze port is een mengeling van topwijnen die lange tijd (10, 20, 30, 40 jaar) door het eikenhout van de vaten zeer rijk van smaak zijn geworden. Witte port wordt gemaakt van witte druiven. Hij moet drie jaar gerijpt zijn en wordt voornamelijk gekoeld gedronken als aperitief. Rosé port is sinds 2009 ook erkend als officiële portsoort.

Feest en evenement

In Trás-os-Montes is er een diepgeworteld respect voor oude tradities, wat vooral tot uiting komt in religieuze vieringen. Het geloof zorgt voor veel festas (festivals) en romarias (pelgrimstochten), die vaak een merkwaardige mengeling zijn van verering, processies en plezier. Kerstmis is weliswaar belangrijk, maar staat niet boven aan de lijst van religieuze vieringen. Sommige religieuze vieringen hebben heidense elementen.

Festa dos Rapazes

In Trás-os-Montes wordt kerstmis anders gevierd dan in andere streken. Het Festa dos Rapazes is een traditioneel feest dat wordt gehouden in en rond Bragança. Het vindt elk jaar plaats op 25 en 26 december. Het Festa dos Rapazes wordt ook wel Jongensfestival, Kerstfestival of Festival van de maskers genoemd. Het feest heeft heidense elementen, men viert de winter-zonnewende en het begin van een nieuwe agrarische cyclus. Jongens van ongeveer 16 jaar vieren hun overgang naar volwassenheid. Gemaskerd en met bizarre kostuums lopen zij vroeg in de ochtend door de straten. Zij ontsteken vuren, dansen, springen en maken grote drukte. De jongens 'stelen' voedsel uit de huizen die zij voorbij komen. Aan het eind van de dag gaat dit voedsel naar het banket. Aan een grote tafel kan de lokale gemeenschap genieten van alle lekkernijen.

Activiteiten

Trás-os-Montes is bij uitstek een regio voor actieve vakantiegangers. De regio heeft veel interessante musea, talloze festivals en u kunt kiezen uit een groot aanbod van excursies. Ook iedereen die iets aan sport wil doen is hier aan het goede adres. Het Parque Natural de Montesinho is vanwege zijn ongerepte natuur ideaal om te wandelen en te fietsen. U kunt hier mountainbikes huren om de mooiste natuurpaden te verkennen. Daarnaast heeft het park ook tochten met een thema (gastronomie, flora en fauna, erfgoed) voor u in petto. Ook in de portstreek zijn tal van activiteiten mogelijk. Veel traditionele quintas (wijndomeinen) ontvangen bezoekers en langs de terrasvormige wijngaarden zijn schitterende tochten te maken. U kunt de streek met de auto verkennen, wegen kronkelen door de heuvels heen. Ook boottochten op de Douro zijn mogelijk om de portstreek te verkennen. Een treinreis is een eenvoudige maar spectaculaire manier om de wijnstreek te ontdekken. De mooiste tocht voert van Pinhão naar Tua en dan noordwaarts langs de rivier de Tua naar Mirandela.

Reizen naar Trás-os-Montes

Aankomst per vliegtuig

Per vliegtuig is de streek Trás-os-Montes het snelst te bereiken via de luchthaven van Porto. Diverse luchtvaartmaatschappijen verzorgen dagelijks vluchten van Amsterdam en Rotterdam naar Porto. De vliegtijd bedraagt ruim 2 uur. Vanaf de luchthaven van Porto kunt u op verschillende manieren verder reizen. Huurauto's en taxi's zijn verkrijgbaar op de luchthaven. Van het vliegveld naar het centrum van Porto rijdt de metro en de bus.

Vanuit het centrum van Porto rijden er treinen naar Vila Real en ook door de portstreek. Verder landinwaarts dan Peso da Régua rijden de treinen minder frequent. Vanuit het centrum van Porto rijden er ook bussen naar Bragança, Chaves en Vila Real. Porto heeft helaas geen centraal busstation, er zijn meerdere busmaatschappijen die de regio aandoen.

Met de auto

Rijd vanuit Nederland of België eerst richting Parijs en dan naar Bordeaux, San Sebastián, Vitoria, Burgos en León. Via León bereikt u de grens met Portugal en rijdt u verder richting Chaves. Bij Chaves neemt u de A24/IP3 naar Vila Real. De afstand vanaf Utrecht naar Vila Real bedraagt ongeveer 1900 km.

Reizen in Trás-os-Montes

Vila Real is het ideale uitgangspunt voor een verkenning van de portstreek en de rest van de regio. Een aantal plaatsen zijn via het spoor bereikbaar, zoals Vila Real, Peso da Régua, Pinhão en Tua. Na Peso da Régua, richting het oosten, rijden de treinen minder frequent. Maar een tochtje langs de Douro (via Pinhão, Tua naar Mirandela) is toch zeer aanbevelenswaardig.

Naar de grotere plaatsen loopt een regelmatige busdienst. De meer afgelegen bestemmingen zijn minder goed bereikbaar. Bragança, het Parque Natural de Montesinho, Chaves, Vila Real, het Casa de Mateus en Peso da Régua hebben een busstation.

Trás-os-Montes kunt u het best per auto verkennen, zeker nu de hoofdweg E82/IP4 van Vila Real naar Bragança loopt. Ook het Parque Natural de Montesinho is te bereiken met een hoofdweg. Er loopt een snelweg tussen Peso da Régua en Chaves, via Vila Real en het Casa de Mateus. De overige plaatsen zijn te bereiken met secundaire wegen.

Lees verder

• Centro, de afwisselende regio van Portugal
• Entre Douro e Minho, de groenste streek van Portugal
• Estremadura en Ribatejo, het religieuze gebied van Portugal
• De kust van Lissabon, het authentieke Portugal
• Alentejo, de grootste regio van Portugal