Boeddhapark in Nong Khai, Thailand
Bepaalde Thaise bezienswaardigheden worden jaarlijks door duizenden toeristen bezocht. Denk aan het Gouden Paleis of Wat Po in Bangkok. Denk aan de tropisch witte stranden van de zuidelijke eilanden als Ko Phi Phi, Ko Samui of Phuket. Denk aan de bergvolkeren in het noordelijke Chiang Mai. Stuk voor stuk de moeite waard, maar zeker geen afwijking van de standaardroute. In het onontdekte Isaan ligt een van Thailands meest bizarre attracties: het Boeddhapark van Nong Khai.
Nong Khai
Nong Khai ligt in Noordoost-Thailand aan de grens met Laos, zowat tegenover de Lao hoofdstad Vientiane. Het is de hoofdstad van Nong Khai provincie en een klein, typisch Thais stadje. Het toerisme speelt slechts een beperkte rol voor de inwoners en de meesten zullen dan ook geen Engels spreken. Dat weerhoudt ze er niet van om je de beroemde glimlach te schenken en bijzonder hulpvaardig te zijn. De grootste trekpleister van de omgeving is het Boeddhapark met haar bizarre beelden.
Een van de vele bizarre beelden in het Boeddhapark
Bereikbaarheid
Wie vanuit Laos Thailand ingaat, kan heel eenvoudig terecht komen in
Nong Khai; je hoeft enkel de Internationale Bus in Vientiane te nemen. Maar binnen Thailand ligt Nong Khai in een uithoek. Een bus vanuit Bangkok duurt zo'n 12 uur, dus het is beter deze reis te verdelen over een aantal dagen met bijvoorbeeld stops in Khao Yai National Park, Khon Kaen en Udon Thani. Voor een comfortabelere reis kun je de trein nemen; een directe trein naar Nong Khai duurt een hele dag en nacht. Thaise treinen gaan langzaam, maar bieden een uniek uitzicht op de binnenlanden en je Thaise medepassagiers. Wie weinig tijd heeft, kan ook vliegen: Thai Airways en Nok Air vliegen vanaf Bangkok naar Udon Thani en vanaf daar is het nog 1 uur met de bus naar Nong Khai. Wie de route Bangkok-Chiang Mai doet, kan in Phitsanulok uitstappen en vanaf daar de bus richting Nong Khai nemen. Je moet dan overstappen in Loei of Udon Thani (totale reistijd zo'n 8-10 uur).
Het
busstation van Nong Khai ligt iets uit het centrum, dus je kunt een tuktuk vragen om je naar het centrum te brengen. De bussen verder Thailand in (Udon Thani, Korat en Bangkok) kun je ook oppikken aan de hoofdweg naar het zuiden. Er zijn twee hoofdwegen bij Nong Khai: de oost-west route die de grens volgt (nummer 212) en de noord-zuid route die in Nong Khai eindigt (nummer 2). Vanaf Nong Khai centrum ga je zuidelijk totdat je de oost-west snelweg tegenkomt. Deze volg je richting het oosten tot aan een grote kruising met stoplichten. Dit is de kruising met de noord-zuid route. Sla linksaf en na zo'n honderd meter zie je een van de vele Thaise bushaltes: de vierkante houten gebouwtjes met bankjes aan drie kanten en een typisch puntdak. Nong Khai zelf is klein, dus zowat alles is binnen loopafstand. Uiteraard zijn er tuktuks beschikbaar als de voeten moe worden.
Het einde van het levenswiel
Overnachten
Nong Khai kent een redelijke
farang (blanke buitenlander) gemeenschap. Met name aan de kronkelende straatjes aan de Mekong rivier vind je
hotels of
guesthouses. Hier kun je ook terecht voor westers eten. Aan de hoofdwegen van Nong Khai bevinden zich ook enkele verhuurders van
bungalows. In vergelijking met Bangkok zijn de prijzen laag.
Winkelen
Nong Khai staat lokaal bekend om haar markt
Talaat Tha Sadet. In een overdekt gebied bij de rivier kun je allerlei Thaise spullen kopen, zowel handwerk en kleding als gedroogd fruit en elektronica. Voor westerse etenswaren kun je terecht bij de alomtegenwoordige 7-11 of bij de Tesco Lotus, ca. één kilometer van het centrum aan de noord-zuid hoofdweg. Rondom Tesco Lotus is een winkelcentrum met o.a. wat kledingwinkels en een boekwinkel waar ook Engelstalige boeken worden verkocht. Aan de hoofdweg richting Tesco Lotus (rechterkant) bevinden zich ook nog enkele kledingwinkels waar goedkope merksportkleding wordt verkocht in westerse maten.
Eten
In het centrum, parallel aan de oost-west snelweg, bevindt zich de Thaise avondmarkt. Hier kun je de beroemde papajasalade
som tam kopen. Je herkent de verkooppunten van deze pittige Thaise specialiteit aan de aanwezigheid van een grote houten vijzel. Hierin wordt rauwe, geraspte papaja gemengd met chili, krab, vissaus, tamarindesaus, gedroogde garnalen, knoflook, suiker en limoen. Voor de zoetere versie genaamd
som tam thai laat je de krab eruit en worden pinda's en tomaten toegevoegd. De salade wordt gegeten met plakrijst -
kao neaw in het Thais - en/of lange, groene bonen en sla. In dezelfde buurt vind je ook stalletjes die gebraden kip verkopen en allerlei andere, typisch Thaise gerechten. De prijzen op de avondmarkt zijn het laagst en je eet tussen de echte Thais. Voor westers eten moet je in de buurt van de Mekong zijn.
Het grootste beeld
Het Boeddhapark
De Thaise naam voor dit park is
Sala Kaew Ku of
Wat Kaek. Het park ligt ca. 3 kilometer buiten het centrum, niet ver van de oost-west hoofdweg. Wie veel kracht heeft, kan de route lopen, maar het is niet de meest opzienbarende tocht. Het ideale vervoermiddel voor deze afstand is uiteraard een fiets. De meeste mensen nemen een tuktuk.
Historie
Het Boeddhapark is opgezet onder leiding van
Luang Poo Boun Leua Sourirat. Luang is de aanspreektitel voor een monnik. In de 20 jaar voor zijn dood in 1996 werkte hij met zijn volgelingen aan de bizarre beelden in het park; zowel Boeddhistische en Hindoeïstische symbolen als uitbeeldingen van Thaise/Lao gezegden. Luang Poo was een Lao die volgens de legende als kind in een gat viel en op de schoot belandde van Kaewkoo; een asceet. Kaewkoo onderwees Luang Poo over de mysterische onderwereld en maakte hem een Brahmaanse yogi/priester/sjamaan. Samen met zijn ongeschoolde volgelingen maakte Luang Poo de cementen beelden, die variëren in grootte van levensgroot tot 25 meter
Het onvoltooide beeld bij de ingang
hoog. Voor de communistische overname in Laos werkte Luang Poo aan eenzelfde park in Laos. Dit park is zowat recht aan de overkant van de Mekong rivier (de grens) en ook open voor publiek. Het Lao park is echter kleiner, omdat hier minder jaren aan gewerkt is. Wie al het park aan de Thaise zijde heeft gezien, hoeft zich niet meer de moeite te nemen om ook aan de Lao kant te gaan kijken. Andersom loont het zich wel, want het Lao park vormt dan een perfecte introductie terwijl de Thaise afdeling je nog steeds de adem beneemt.
Ingang
Vanaf de hoofdweg sla je rechtsaf bij het bord "Wat Kaek", hiervoor moet je een u-bocht maken. Je gaat nog enkele honderden meters over een stoffig weggetje voordat je de parkeerplaats bereikt. Je oog valt daar meteen op een van de grote beelden. Deze Boeddha heeft al wel een gezicht, maar het bakstenen lichaam is nog niet met cement bedekt en hij heeft nog geen handen. Vlakbij de voeten worden souvenirs verkocht en iets verder betaal je de entree.
De olifant
Het park
Verspreid over het park staan de meest bizarre sculpturen.
Shiva en
Vishnu staan gebroederlijk naast
Boeddha opgesteld. Direct bij binnenkomst valt je oog meteen op de olifant die door een meute honden loopt wat een Thais gezegde uitbeeld (misschien hetzelfde als "blaffende honden bijten niet"?). De beeldentuin strekt zich redelijk ver uit; vanaf de olifant een paar honderd meter links en rechtdoor. Je ziet dikke en dunne Boeddha's in allerlei poses en mythologische verhalen uitgebeeld. Sommige beelden laten redelijk gruwelijke poses zien, zoals de meerarmige krijger die vertrapt wordt door een reuzenbeeld en een mythisch figuur die zo hard aan zijn haren wordt getrokken dat hij zijn tong uitsteekt. Via een grote geopende mond kom je bij het levenswiel waar alle levensfasen zijn uitgebeeld: van geboorte tot het vinden van een partner en een gezamenlijke dood. Het hoogste beeld van 25 meter is een zittende Boeddha met een naga (meerhoofdige slang) boven zijn hoofd als een soort paraplu.
Het hoofdgebouw
Wie bij de olifant rechts aanhoudt, komt bij de ingang van het
hoofdgebouw (schoenen uit). Hierin vind je een grote verzameling Boeddhabeelden in hout en brons. Aan de muren hangen afbeeldingen van Hindoeïstische goden en foto's van Luang Poo. Op de tweede verdieping, aan het einde van de gang, ligt Luang Poo's lichaam opgebaard in een glazen koepel.
Lees verder