Het Schwarzwald is een mooi en geheimzinnig stukje Duitsland
Het Schwarzwald in Duitsland is een bijzondere en boeiende streek. Het meest zuidelijke gedeelte van het Schwarzwald is daarvan het interessantste. Het heeft de hoogste bergen en de diepste dalen. Het ligt in het uiterste zuid-westen van Duitsland, precies in de hoek waar de Rijn een fikse bocht naar het oosten maakt. Vooral in de buurt van de Rijnvallei is het vaak warmer dan elders. Als het in het Schwarzwald regent breekt de lucht boven de Rijn meestal het eerste open. Er liggen mooie dorpen en steden langs de Rijn die het bekijken meer dan waard zijn. Bovendien hoef je de Rijn maar over te steken om het mooie Elzasgebied te bereiken. Het is een stukje Frankrijk, waar diverse dorpjes zo uit een sprookjesboek zouden kunnen komen.
Het mooie, geheimzinnige Schwarzwald in het zuiden van Duitsland
We hebben een vakantieadresje in het Schwarzwald geboekt. Op een zonnige morgen in de herfst rijden we voor een korte vakantie Duitsland in. Via Kerpen, Stuttgart en Freiburg rijden we parallel aan de Rijn naar beneden, tot waar de Rijn bijna de bocht naar het oosten maakt. Na een paar uurtjes doemen aan de linkerkant al de eerste bergen van het Schwarzwald op. We moeten naar Marzel, vlak naast een van de hoogste bergen van het zuidelijke Schwarzwald: de Blauen. Via internet hebben we in het dal daarachter een appartement geboekt. Het is een bovenwoning met een aparte ingang en met alle luxe om er prettig te kunnen wonen en dat blijkt te kloppen.
Het appartement in Schwarzwald
Het appartement bevindt zich op de bovenverdieping van een groot privé huis. Het is het eigendom van twee mensen in de kracht van hun leven die met liefde hun huis hebben ingericht. Het appartement straalt in prachtige zandkleuren en de inrichting doet denken aan Toscane. Er is een heerlijk groot bad en een enorm groot balkon dat uitnodigt om er in de avondzon lekker te eten en intussen het prachtige panorama te bewonderen.
Basel lijkt vlakbij
Vanuit het balkon van het appartement kijkt men uit over de Rijnvallei en kan men in de verte zelfs Basel aan de overkant van de Rijn zien liggen. Achter het huis verrijst de Blauen donker bebost omhoog alsof ze de bewoners wil beschermen tegen indringers. Wie na de inval van de duisternis nog eens naar buiten kijkt, ziet in de verte een sprookjesachtig Basel liggen, badend in ontelbare lichtjes. Het appartement oogt ook in het lamplicht heel prettig. Vooral de slaapkamers zien er uitnodigend uit met vanwege de ruim bemeten bedden.
De Blauen is een van de hogere bergen in het Schwarzwald
De volgende morgen wil iedereen natuurlijk meteen de berg op. Natuurlijk, want vanaf het topje van de berg kan men pas zien hoever men hier het landschap in kan kijken. Als de zon schijnt en het helder weer is, staat dat niets in de weg. Boven op de berg, die 1165 meter hoog is, is het in het najaar meestal rustig. Er zijn dan wat wandelaars waarvan enkelen de uitkijktoren beklimmen. Vanuit de toren is het uitzicht naar het westen magnifiek! Diep beneden ligt de Rijnvallei. In de verte ziet men de Elzas en de bergen van de Vogezen tegen de horizon opdoemen. Het is een prachtig panorama en de enige ontsierende vlek is
de stoom van de elektriciteitscentrale in de ruime vlakte.
We zien een stukje van de Alpen
Kijkend naar het zuiden kan men vanuit de lagere heuvels aan de zuidelijke grens van het Schwarzwald zelfs vaag de toppen van de eerste Alpen zien. Het is vooral met die vergezichten met volle teugen genieten. In de herfst kan het boven op de berg echter al vrij fris zijn. Lang houdt het daar dan ook niemand vol. Een stuk naar beneden is de wind minder fris en kan men heerlijk rondwandelen.
In het Schwarzwald staan loofbomen en naaldbomen naast elkaar
Behalve naaldbomen staan hier ook veel loofbomen en de herfst is in dit jaargetijde vaak al wat verder gevorderd dan in Nederland. Het bos schittert sprookjesachtig en veelkleurig in de zon. We parkeren de auto bij een zeer grappig en vrolijk geschilderd restaurantje, drinken wat op het zonnige terras en wandelen een stuk door het bos. In de frisse lucht ruik je de paddenstoelen. Een mens wordt er compleet positief en vooral heel rustig van.
Rheinfelden ligt aan de Rijn
De volgende dag staat het stadje Rheinfelden op de planning. Het is een stadje met een ver verleden waarvan de oudste kern aan de overkant van de Rijn, een stukje ten oosten van Basel, op de Zwitserse oever ligt. Het stadje heeft al vanaf de 12e eeuw stadsrechten. De oudheid is het stadje aan te zien: het heeft in het centrum veel mooie, oude, maar goed opgeknapte huizen. We parkeren de auto in een parkeergarage vlak bij de Rijn. Via de mooie, stenen brug bereikt men de binnenstad.
De Marktstraat van Rheinfelden
De Marktstraat is een brede straat, waar bewoners en toeristen gezellig kunnen winkelen en rondkijken. Zijdelings kan men nog diverse leuke steegjes en straatjes in. Gezellige terrasjes zijn er genoeg. Vlak bij de brug ligt een mooi restaurant met zicht op de brug en de Rijn. Het centrum van de stad staat vol met oude, opgeknapte huizen die het bekijken waard zijn. Ondanks de drukte maakt het stadje een gemoedelijke, aangename en rustige indruk.
Bad Säckingen en Stein am Rhein
Als het weer niet echt meewerkt en het begint te regenen, rijden we door naar Bad Säckingen, een stukje verderop aan de Rijn. Dat is de moeite meer dan waard! Het heeft een schattige, houten brug met een dakje waarover men wandelend het stadje Stein aan de Zwitserse overkant bereiken.
Dat de Zwitsers trots op hun nationaliteit zijn is duidelijk
Als men nog niet wist dat men nu op Zwitsers grondgebied staat, wordt men er op zijn laatst nu beslist aan herinnerd. Men zou blind moeten zijn om er aan te kunnen ontkomen! Er is weliswaar geen douane te zien, maar via vlaggen en borden maken de Zwitsers dat iedereen wel duidelijk. Het is echter niet hinderlijk, maar best leuk om op die manier de trots van de Zwitsers op hun land te zien. Het stadje zelf is rustig, gemoedelijk en gezellig. Men kan er op leuke terrasjes wat eten en drinken en het is een grappig stadje om in rond te wandelen. Wegens de toenemende regen stappen we in de auto. Via Schopfheim en diverse binnenweggetjes door het nu donkere en geheimzinnige, zuidelijke Schwarzwald rijden we voldaan terug naar het appartement in Marzel.
Vanuit het Schwarzwald naar Mulhouse in de Elzas
De volgende dag gaan we nog even de Rijn over naar de Elzas. Het is bekend dat deze streek, in de buurt van Mulhouse minder geliefd is bij toeristen, omdat ze minder mooi is dan het gedeelte dat meer noordelijk ligt. Dit gedeelte van de Elzas is inderdaad minder sprookjesachtig dan de omgeving van Strasburg. Het is echter goed om dat met eigen ogen te gaan bekijken en zelf een oordeel te vormen. Bij Neuenburg kan men via een brug de Rijn oversteken. Het blijkt te kloppen: Mulhouse is een echte industriestad en men moet zoeken om er mooie plekjes te vinden. Het oude centrum heeft echter wel wat. Daar staan nog oude, goed gerestaureerde gebouwen en het is de moeite waard om er even rond te kijken, maar de stad doet mij denken aan Luik: een parel van een binnenstad, verstopt in een lelijk industriejasje.
Een schitterend uitzicht!
De laatste dag breekt aan. Het is enorm mistig en druilerig. De geheimzinnige top van de Blauen trekt en dus riskeren we nogmaals de kronkelige tocht naar boven op gevaar af dat er totaal niets te zien is we en teleurgesteld weer naar beneden moeten. Boven zit het inderdaad dicht van de mist, maar het topje van de uitkijktoren steekt wonder boven wonder uit de mist.
Een zilverwitte deken
Er ontvouwt zich een fantastisch uitzicht. Een zilverwitte, uitgestrekte, watten deken met een rand van heuvels daar omheen. Prachtig! Het is echter wel fris en we dalen dus de toren maar af. Beneden is het zicht in de tussentijd tot net onder de top open. We maken een stel prachtige foto’s, want over het zilverwitte wolkendek, dat als een deken boven de hele Rijnvallei hangt, kunnen we zelfs de toppen van de Vogezen zien. Midden in de deken kronkelt de rook van de elektriciteitscentrale boven de wolken uit. Daar moet dat ding dus onder staan.
Een “heiszes Pfännchen”
Op onze laatste dag willen we nog eens uit gaan eten. We doen dat niet vaak, maar zo af en toe moet je toch eens proeven wat de
plaatselijke lekkernijen zijn. We bestellen dus een “heiszes Pfännchen”, wat bij nadere beschouwing een heet, keramiek steelpannetje blijkt te zijn vol met een lekkere mix van varkensvlees, spek, uien, groenten, aardappelen, overbakken met kaas. Heerlijk, maar ontzettend machtig! De serveerster komt vragen of we nog een toetje willen, maar dat kan er echt niet meer bij.
Een mooie sterrenhemel
Door de nachtelijke bossen rijden we huiswaarts. De mist is opgetrokken en de sterren staan aan de hemel. We zien er veel meer dan bij ons in Nederland. Hier is wat minder lichtvervuiling. Deze sterrenhemel en nog mooiere kennen veel mensen ook van de vakanties in de Alpen. Op het balkon van het appartement is het dan ook nog even nagenieten. Weliswaar met de jassen aan, vanwege de zeer frisse en vochtige nachtlucht, maar de opengetrokken sterrenhemel vergoedt dat compleet.
Lees verder