Met kinderen op vakantie naar Tunesië
Tunesië is een prachtig land. Met of zonder kinderen: een vakantie naar Tunesië is altijd een hele ervaring. Berbers, kamelen, moskeeën, struisvogels en zoutmeren zijn slechts een paar voorbeelden. Wat kan je verwachten in een niet-westers land als Tunesië op het gebied van hotels, excursies, vervoer en cultuur? Een uitstapje naar Port el Kantaoui, Monastir, Sousse of Kairouan kan je zelf doen of georganiseerd. Wat is handig voor reizen (met kinderen) in Tunesië?
Vliegen naar Tunesië
Vliegen met Transavia is net winkelen in de lucht. Na een niet al te lange vlucht (2:40 uur) land je op Enfida, het nieuwste vliegveld van Tunesië (open sinds april 2010). Na het invullen van een Frans invulformulier kan je langs de douane en loop je door lege hallen naar buiten. Het is daar heet. Gelukkig staan er bussen, waarin het goed koel gehouden is. Na een uurtje rijden langs olijfboomgaarden en mooie bloemperken tussen de wegen kom je aan in het hotel. In dit geval een (Tunesisch) 5-sterren hotel, het El Mouradi Palace ('Het paleis') bij Port el Kantaoui, het Saint Tropez van Tunesië.
Hotel in Tunesië
Tuin
De receptie van het El Mouradi Palace Hotel maakt zich niet druk, maar na een tijdje krijg je toch iets te drinken, omdat het wel erg lang duurt voordat je de kamer in kan. Kom je erg vroeg aan, dan moeten de kamers namelijk nog schoongemaakt worden. Ondertussen kan je het ‘paleis’ bekijken. De lounge is indrukwekkend en de tuin prachtig. Dit is een reden om het hotel op internet uit te kiezen. Het is waar: bloeiende bougainvilles en oleanders in allerlei kleuren, hibiscushagen, palmbomen en olijfbomen. En aan het eind van het pad - onder pergola’s door - van deze bijzondere tuin ligt de zee.
Kamer
De kamer is netjes, maar niet buitengewoon. De gordijnen sluiten niet goed, maar opvallend is, dat de bedden uitstekend zijn. De badkamer is prima: bad met douche, wastafel en bidet. Er is een apart toilet en een goede airco, die wel nodig is ook. Er zijn kamers met balkon en zijzicht op zee. Dus als je de tafel met stoelen goed zet, kijk je mooi uit over de palmbomen op de zee. Kijk je recht naar voren, dan blijkt daar de zon oranje onder te gaan, waarna de spectaculaire lichten van het Hawai Center, Shopping Center Leather Factory en het New Fly Restaurant aan gaan.
Receptie
Bij de receptie kan je speciaal vragen om een rustige kamer, omdat er ‘s avonds op het terras (een soort plein) naast het zwembad een entertainmentprogramma is. Dit is vooral voor kinderen en rond 23.00 uur afgelopen. Op de receptie valt wel het een en ander aan te merken. Vraag je iets wat niet in het hotel is, dan krijg je (standaard) als antwoord: ‘outside’. Niet waar, wanneer, hoe of wat, maar alleen ‘outside’, alsof de wereld alleen in het hotel is en daarbuiten niets. Heb je enige ervaring in Arabische landen of ben je avontuurlijk ingesteld, dan kan je - in tegenstelling tot andere Nederlandse toeristen, die verder ook geen informatie kunnen geven en bij het hotel blijven – zelf op pad gaan. Zo kan je de bus naar Sousse, de derde grootste stad van Tunesië, nemen of veel eenvoudiger eens bij de shopping centers aan de overkant gaan kijken. Ook als de munttelefoons of internet het niet deed (voor een 5-sterren hotel wel merkwaardig) kan je zonder verdere toelichting ‘outside’ terecht. Bij de buren - een soort zuster, maar dan een all-inclusive hotel - deed alles het wel. Dus een wandelingetje door de tuin, langs het strand, de zwembaden en over het entertainmentplein naar de telefooncellen van het naastgelegen hotel om te bellen naar Nederland. Dit is het goedkoopste: voor 1 Dinar (circa 0,35 Euro, in 2010: 0,50 Euro) bel je 1 minuut.
'Het paleis'
Al met al is het een goede basis voor een vakantie met kinderen. Het was er veilig, schoon en mooi. Van hieruit kan je uitstapjes maken en het land verkennen. ’s Middags een siësta houden (dompelaartje meenemen!) en daarna zandkastelen bouwen en een boek lezen aan het strand onder een rieten parasol. Het eten was perfect. Je kan naar Tunesië om Tunesisch te eten en dat is lekker. Ook hoef je dan niet in de lange rij voor de ‘internationale keuken’ (patat, pasta, etc.) te staan.
Excursies in Tunesië
Via de reisleidster van OAD kon je drie halve dagen trips regelen. Na enkele dagen acclimatiseren om de dag met een groep een excursie, de andere dag voor jezelf en elke middag aan het strand. Vreemd was, dat vooral de meerdaagse excursies werden aanbevolen, terwijl je dan opnieuw hotelkosten had en je dus ‘thuis’ met een lege hotelkamer zat. Ook zou je dan - toch - vooral in de bus zitten om af en toe even in en uit te stappen om iets te bekijken, wat je al na een halve dagexcursie niet echt leuk meer kan vinden.
Zelf doen - Port el Kantaoui
Naar Port el Kantaoui (hier gaan ook Tunesiërs op vakantie) kan je lopen, zowel langs de weg als het strand. Dan moet je wel vroeg gaan, want al snel – rond een uur of 8.00 – wordt het al warm en even daarna is het heet. Broodje en appel mee van het ochtendbuffet, een fles water uit het Hawai Center (0,50 Dinar in plaats van 2 Dinar in het hotel) en je kan het avontuur tegemoet. Vieze, zogenaamd westerse koffie hebben ze trouwens daar, behalve als je toevallig eindelijk ergens die sterke Arabische koffie (met veel suiker) krijgt. Afdingen tot hooguit 30%, maar dan moet je wel eerst de ‘vaste’ prijzen weten. In Sousse, een chique havenstad heb je het Soula Center (precies gelokaliseerd voor de oude stad: Medina) en La Grotte (in de Medina) met geprijsde artikelen die ook voor de Tunesiërs gelden. Het Hawai Center rekent toeristenprijzen, ondanks de prijskaartjes. Dus let op, je wordt bedonderd waar je bij staat! Voor normale boodschappen ga je het beste naar de Monoprix. Hier gaat de (gemiddelde) Tunesiër ook naartoe.
Naast het Hawai Center staat het New Fly Restaurant. Dit is werkelijk het apart vermelden waard. Eén grote goede grap. “Een museum op straat.” Muzikanten van staal. Een heel vliegtuig uit elkaar gehaald en als interieur in het restaurant gebruikt. In de tuin bussen om in te eten en buiten op het terras een raket met vliegtuigtrap, een complete helikopter, een gevechtsvliegtuig en een oude kever als entourage. Hier komt de high society van Tunesië en dikke BMW’s van rijke Tunesiërs staan voor de deur. ‘Peperduur’ (Harissa is de pepersaus van Tunesië) is het daar.
Als je niet oplet, zit je de eerste dag al in een boot op zee, terwijl je verder nog niets gezien hebt. De eerste dag wordt je ook voortdurend gevraagd om dit of dat te doen of te kopen. De juiste houding leer je na zo’n twee dagen: om vriendelijk doch beslist te zijn. Je kind is je meer waard dan je geld, dus de volgende dag met de taxi - na enig aandringen ‘on meter’ om de prijzen niet te doen opdrijven door de andere toeristen (in totaal 7,40 Dinar) naar de Medina in Sousse en vervolgens in de oude stad een band tussen twee riemen (van ouder en kind) gehaakt. Dit is geen overbodige luxe, want er kan steeds aan het kind worden gezeten, dat gaat huilen, omdat het dit niet gewend is. Alles (‘vriendelijk’) bedoeld om ons iets te laten kopen. Na enkele keren teruggelopen om diegene hierop aan te spreken, ondervind je een volgende keer totaal geen problemen meer. Natuurlijk is het druk, vooral op de groente- en vismarkt. Je kijk je ogen uit: overal specerijen, kruiden (o.a. munt en verveine) en andere handelswaar. Dit moet je echt bekijken en is reuze leuk.
Vervoer in Tunesië - Sousse
Met het toeristentreintje vanaf Port el Kantaoui is het naar de boulevard te Sousse voor een enkele reis ongeveer 10 (2 volwassenen en 1 kind) Dinar, maar met de bus vanaf het hotel slechts ongeveer 2 Dinar naar het busstation naast de Medina. Wanneer de bus komt, weet je niet, maar hij komt (vergeet geen water mee te nemen) en is snel. Beter dan de trein (of metro, zoals hij in Monastir wordt genoemd). De ruitjes van de trein zijn wazig, dus je ziet bijna niets van de omgeving. Verder is het publiek ook minder, althans dat was de ondervinding. Iets goedkoper dan de bus, maar ook minder comfortabel.
Cultuur in Tunesië - Monastir
Een beetje 'cultuur' kan je ook zelf doen, maar als je een bus mist (buschauffeur wil niet stoppen als je net aan komt rennen met je kind) moet je niet raar opkijken als de terugreis lang gaat duren. Overigens stopt de bus wel voor het hotel. Dus naar Monastir met bussen en een trein. Hier moest je betalen om een moskee in te mogen, waar je principieel tegen kan zijn. Je mag ook gratis een kerk in! Dan maar even naar binnen gluren en via een mooi aangelegde openbare tuin naar een oude vesting (Ribat) aan zee. Onder de vesting strekt het toeristische leven zich uit. Het prachtige mausoleum voor de eerste president van het onafhankelijke Tunesië en zijn familie met een gouden koepel en met een entree van jewelste is wel gratis te bezichtigen. De Medina is wat moderner, kleiner en minder hectisch dan in Sousse.
Berbers, moskeeën, water en kamelen - Kairouan
Natuurlijk is er nog meer te zien en te doen, maar het moet met een kind te overzien zijn. Zandkastelen bouwen en een tochtje op een kameel is in principe voor een kind al genoeg, alleen als volwassene wil je misschien meer. De tocht naar de heilige stad in Afrika, Kairouan, leidt door een landschap van olijfbomen en plastic afval. Dorpen en boomgaarden op, tussen en onder het plastic. Je denkt: als Tunesië overal zo is? ‘Gelukkig’ was het alleen daar te zien. Nadat in het toeristenbureau 1 Dinar is betaald om foto’s te mogen maken, vertelt de gids een aantal markante feiten:
- “In de Gouden Eeuw (9e eeuw) van Kairouan liet men water uit de bergen 36 kilometer verderop naar Kairouan lopen en in 15 immens grote waterbassins verzamelen. Nu komt 80% van het water in Tunesië uit Kairouan”;
- “De moskee mag van de burgemeester van binnen niet meer door toeristen bekeken worden, omdat 2 toeristen er niet zo lang geleden hebben geplast”;
- Nooit hebben wij een oproep tot gebed gehoord in Tunesië en wij hebben niemand zien bidden. Waarschijnlijk omdat we in een toeristische zone (overal zag je bordjes met ‘Centre Touristique’) verbleven;
- “Nu nog komen veel gezinnen naar het graf van de heilige ‘barbier’ om te worden gezegend. Ze reserveren vooraf een kamer om er een week te verblijven”;
- “Dat glinsteren in de verte is een zoutmeer”.
De tocht naar de berberdorpen in de bergen gaat met jeeps. Grote stofwolken stuiven op, waardoor je extra blij bent met de airco, want ‘raampjes open’ kan niet. Op elke elektriciteitspaal een ooievaarsechtpaar, flamingo’s, in de zon glinsterende zoutmeren en in de verte steeds Zaghouan, de hoogste berg (in het Atlas-gebergte) van Tunesië. Mooie natuur/bergen. Berbers, de oorspronkelijke bewoners van Tunesië: een vrouw heeft zich 10 jaar verzet tegen de Arabieren en zich uiteindelijk overgegeven. In het (bijna geheel verlaten) dorp staat een moskee. Daarna kwamen ook nog de Spanjaarden en de Fransen. Er werd verteld, dat Tunesiërs niet zoiets kennen als de haat-liefdeverhouding, die Nederlanders met Duitsers hebben.
Kamelen zijn hele lieve en rustige dieren. Het lijkt erop, dat ze heel goed behandeld worden. Ook de gids die eerst de struisvogelfarm laat zien, spreekt vol liefde over (zijn) dieren. Natuurlijk heeft hij een standaardverhaal, maar hij raffelt niets af, maar neemt de zaak heel serieus. Het is interessant. Tot er in de pauze suggestief met de eieren (2 kg per stuk) wordt gespeeld. Je moet wat, denkt hij misschien. Daarna op de kamelen. Er is geen handvat, dus dat is een beetje lastig, vooral als het dier vaart maakt als het een heuveltje afloopt. Dan maar knijpen met je dijen en je kuiten. Een lange rit onder de Tunesische zon is wat je al die tijd van te voren hebt gewild. Een leuke foto en dat was het jammer genoeg dan weer. Een romantisch ritje met paard en wagen is echter ook nog mogelijk.
Terug naar huis
Na negen dagen kom je er eindelijk in, maar toch is het weer fijn om naar huis te gaan. Bij de AH is men vriendelijk, je wordt niet afgezet, hoeft niet af te dingen en wordt niet opdringerig benaderd. De herinneringen, kleuren en geuren blijven. Misschien in een iets minder toeristisch gebied nog eens terugkomen, maar het was genieten, zeker weten!
Lees verder