Bali actief: van raften en jungle trekking tot mountainbiken
Botsend en buitelend in een rubberboot over een snelstromende rivier. Zwetend en zwoegend door de jungle trekken. Met de mountainbike van een bergweg af racen. En zeilend op zoek naar spelende dolfijnen. Als trendy vakantieparadijs biedt Bali vele mogelijkheden voor een avontuurlijk en sportief verblijf. Met als voordeel: het is goedkoper dan in de meeste westerse landen. En het is in twee woorden: great fun!
In het bergland van Bali zijn enkele snelstromende rivieren te vinden waar het goed
raften is. De bekendste is de Ayung-rivier bij
Ubud, waarop diverse touroperators zich begeven. Ze zijn er in verschillende prijsklassen en volgens kenners is het verschil tussen goedkoop en iets duurder vooral dat de duurdere betere boten hebben, die minder snel lek stoten tegen scherpe rotspunten in de rivier. Wij kiezen voor
Bali Adventure Tours, niet in de laatste plaats vanwege de foto’s van beroemde klanten op de website. De gespierde filmster Jean Claude van Damme weerde zich al eens heldhaftig in een boot van dit bedrijf en ook zien we een foto van de Nederlandse Olympisch zwemkampioene Inge ‘Debruin’, die een ritje maakte op een olifant in het door Bali Adventure Tours ondersteund
olifantenreservaat in Taro.
Volksmenner Wayan
In het clubgebouw maken we kennis met gids Wayan. Hij vergast ons op een omkleedprocédé dat doet denken aan de sluis in de vroeger zo populaire Soundmixshow. We gaan als onszelf door de ene deur naar binnen, krijgen onderweg naar de andere deur een zwemvest aan, een peddel in onze handen en een soort Willempie-helm op ons hoofd en staan als echte
rafters ineens weer buiten. Om ons heen zien we andere rafters wat verdwaasd rondkijken en foto’s van elkaar maken. We dalen af naar de rivier en stappen op blote voeten in grijze
rubberen boten. We moeten op de rand zitten en één voet in een gleuf steken, zodat we houvast hebben. Dan duwt Wayan de boot af en zakken we de rivier af. Zo vlak voor de regentijd, het is november, staat het water niet hoog, maar met de peddelinstructies van Wayan varen we toch behoorlijk snel. Als een volleerde volksmenner zit hij achterin te roepen en op zijn hardst te
peddelen. “Forward paddle, one, two, three. STOP!” Dat laatste kondigt een stroomversnelling aan, waarbij we stuiterend tussen de rotsen, liefst snel ronddraaiend, van een kleine hoogte afstorten.
Drijfnat
Binnen enkele minuten is iedereen doorweekt en hindert het niet meer als Wayan ons vol onder een
waterval door stuurt, als andere opvarenden ons met hun peddels nat spatten of als we zelf bij een botsing gelanceerd worden en te water raken. De tocht duurt ruim twee uur en aan het eind stapt bijna iedereen overboord om zich het laatste stuk liggend op de rug te laten meeslepen in de stroom. We kregen het advies droge kleren mee te nemen en die liggen boven in het
restaurant klaar. Tijdens de lunch begrijpen we waarom we onderweg steeds een jongen in een
kajak voorbij zagen komen, die dan even later op de oever met een camera in de weer was. Niet alleen zijn van alle deelnemers actiefoto’s genomen, er is zelfs een film te koop van jouw eigen avontuur.
Trekken door de jungle
De volgende activiteit die we vanuit Ubud ondernemen is
jungle trekking. Hiervoor gaan we in zee met avonturenspecialist Sobek. In de lobby van ons hotel wacht een gedrongen man ons op. Hij stelt zich voor als Jungleman. Het blijkt een geuzennaam. “Ik ga graag naar Borneo”, vertelt hij. “Voor een aantal dagen de jungle in om te overleven in de natuur.” De jungles van Borneo en Bali zijn niet met elkaar te vergelijken, benadrukt hij als hij hoort dat wij eerder op Borneo ook al trekkings deden in het Maleisische Sarawak en sultanaat Brunei. Maar voor wie alleen op
Bali verblijft, en toch het junglegevoel wil ervaren, is het kleine gebied rondom het Tamblingan-meer de moeite waard. De
wandeling begint met een afdaling via trappen naar een kleine tempel. Als we de tempel voorbij zijn, begint het echte werk. Het pad loopt steil naar beneden en is glad vanwege de vele bladeren die erop liggen. We moeten ons vasthouden aan takken en boomstammen, of een behulpzaam toegestoken gidsenhand, en zijn blij als Jungleman halt houdt om iets te vertellen over medicinale planten, natuurlijke watervoorzieningen of mooie tropische bloemen, zoals morning glory en fire. Ook mogen we hangend aan een
liaan van boom naar boom slingeren. De atmosfeer is, zoals dat hoort in de jungle, benauwd en we zijn dan ook blij als we na een korte oversteek over het meer, stoppen voor een koffiepauze. Het is altijd weer geweldig om te zien hoe bij zo’n tour alles uit de kast gehaald wordt om gasten ook
culinair te verwennen. Er zijn thermoskannen met koffie en thee, Balinese zoetigheden en diverse soorten fruit. Daarna klimmen we door het bos naar een parkeerplaats, waar het Sobek-busje klaar staat voor de terugreis.
Bergafwaarts fietsen
Op onze laatste dag in Ubud gaan we
mountainbiken. Voor deze fietstocht gaan we eerst naar boven, de hellingen van de actieve vulkaan Batur op. We drinken thee in het Lake View-restaurant met uitzicht op de restanten van de laatste uitbarsting, begin jaren 90, en het fraaie Batur-meer. In de diepte rijden trucks af en aan. Ze vervoeren lavasteen, een uitstekend bouwmateriaal. Even later staan we met een helm op en handschoenen aan naast onze flitsende
mountainbikes en krijgen we instructies over hoe we moeten fietsen. De route voert tussen de rijstvelden door naar Ubud en gaat bergafwaarts. Het is dus vooral een kwestie van
remmen. Wie al fietsend aan een andere conditie dan die van de knijpspieren van de handen wil werken, kan beter kiezen voor de andere tocht die Sobek aanbiedt:
Ubud. Die is evenmin zwaar, maar tijdens die tocht moet je in elk geval zelf trappen. Wij genieten van dit tochtje. Druk groetend rijden we door kleine dorpjes, waar men inmiddels niet meer opkijkt van die vreemd uitgedoste buitenlanders. We stoppen bij tempels en op plantages en hebben steeds prachtig uitzicht op diepgroene
rijstvelden.
De bergen in
Na Ubud trekken we hoger de bergen in. We logeren in Sacred Mountain Resort, op de hellingen van de heilige berg
Agung. Ook van hieruit kun je raften. Een andere tour die het hotel organiseert is de beklimming van Agung, om aan de rand van de krater de zon te zien opkomen. Het is een pittige tocht, die een goede conditie vereist. Wij kiezen voor een wat eenvoudiger
wandeling door de omringende rijstvelden. Het is rustig in het hotel en een van de kelners biedt aan ons voor ongeveer € 7 te gidsen. We vertrekken om vier uur ‘s middags, als de boeren terug zijn van hun middagslaapje, onkruid wieden en vogels verjagen. Het warme
namiddaglicht zet de sawa’s en de achterliggende berg in een gouden gloed. Wat buiten adem klauteren we achter gids Nengah aan en balanceren op de smalle randjes van de rijstterrassen. We zien rijst, maar ook rode pepers, pinda’s en citroengras. In de rivier in de diepte zijn mensen aan het baden. Wat lijken drukke toeristenoorden als Sanur en Kuta ver weg!
Twee dagen later maken we een vergelijkbare wandeling, nu vanuit hotel Amankila aan de oostkust. We vertrekken vroeg in de ochtend en zien overal in de dalen nog flarden mist hangen. De wandeling die we maken, van
Kastala naar het toeristische dorp
Tenganan, wordt in enkele reisgidsen beschreven en dat is onderweg te merken. We passeren enkele warung, waar drankjes en rieten mandjes verkocht worden. Het zicht op de berg Agung wordt zo vroeg op de dag niet beperkt door wolken en dat maakt de
wandeling onvergetelijk. Als we rond 10.00 uur via een smal voetpad Tenganan binnenwandelen en aan het eind van het dorp op een parkeerplaats komen met busjes en andere toeristen, besef ik wat dit zo bijzonder maakt. Je beleeft zo’n dorp veel intensiever als je een lange wandeltocht moet maken om er te komen.
Het water op
Van de bergen gaan we naar zee, voor
watersportplezier. De beachclub van ons hotel heeft zoveel mogelijkheden dat we het hotel niet hoeven verlaten om sportief te kunnen zijn. Er zijn surfplanken en kano’s te leen en als wind en stroming gunstig zijn, kun je tochten maken met de
hobycat, een kleine catamaran. Wij gaan de zee op met de omgebouwde vissersboot van het hotel en leggen aan in de baai van oliebedrijf Pertamina, waar het
onderwaterleven redelijk ongeschonden is. We krijgen brood mee om aan de vissen te voeren en dat heeft effect. Als we het brood verkruimelen, zijn we in no time omringd door prachtig gekleurde vissen die gretig van de kruimels eten. Op de zeebodem is ook van alles te zien, onder meer een kring van
boeddhabeelden die met elkaar in conferentie lijken te zijn.
Van bananenboot tot schoener
Sportparadijs met een grote S is het eilandje
Nusa Lembongan, op een uur varen van Bali. De strandhotels organiseren vele sportieve activiteiten. Die lopen uiteen van een fietstocht met boottocht door het mangrovereservaat tot snorkelen, duiken, surfen, kanoën en een dolle tocht met een bananenboot. Ook kun je prachtige
wandelingen maken over de hoge kliffen van het eiland aan de zuidkant. Tijdens ons vierdaags verblijf doen we aan alles mee, maar stellen het tochtje met de bananenboot steeds opnieuw uit. Twee tot vier toeristen nemen hierbij, gestoken in zwemvest, plaats op een gele opblaasboot in de vorm van een banaan. Die is met een lijn verbonden aan een speedboot, die vanaf het strand weg spuit, rondjes draait en het de opvarenden moeilijk maakt om op de banaan te blijven zitten. Het heeft iets sukkeligs, concluderen we, als we weer eens een groepje vrolijke toeristen zien wegvaren en omvallen. En dat komt vooral door die banaan!
Onze laatste dagen op Bali brengen we door op het schiereiland
Nusa Dua. Dit is een goede uitvalsbasis voor tochten op de oceaan. Zo gaan we een middag zeilen met de
Buginese schoener Ombak Putih, eigendom van Nederlanders die de boot zelf lieten bouwen. Het schip wordt vooral gebruikt voor meerdaagse zeiltochten naar Komodo en weer terug, een populaire manier om de kleine Soenda-eilanden te bezoeken. Benedendeks bevinden zich een aantal knus ingerichte hutten, die plek bieden aan 24 passagiers.
Dolfijnen kijken
Ten slotte gaan we op een vroege ochtend aan boord van een supersnelle motorboot van Bali Hai Cruises, die ons om de punt van het schiereiland vaart naar de plek waar regelmatig
dolfijnen te zien zijn. Succes is niet gegarandeerd, de dieren leven immers in het wild, maar het is een ontroerende ervaring als je het van het Dolfinarium bekende uitzicht hebt op buitelende dolfijnen die vrolijk om de boot zwemmen. Regelmatig worden ook
walvissen gespot, maar dat geluk valt ons vandaag niet ten deel.
Praktisch
Meer informatie over beschreven tours bij:
Lees verder