Werelderfgoed Gunung Mulu: grotten als kathedralen

Werelderfgoed Gunung Mulu: grotten als kathedralen In sommige grotten kun je meerdere Boeing 747’s parkeren. Andere huisvesten miljoenen vleermuizen, die tegen zonsondergang in strakke formatie uitvliegen. Maar het mooist zijn de grotten waar stalagmieten en stalactieten de fantasie prikkelen. Nationaal Park Gunung Mulu in Sarawak is UNESCO Werelderfgoed. Dat is goed voor de natuur en het toerisme. De oorspronkelijke bewoners van het gebied zijn iets minder blij. Zij kunnen niet meer vrij jagen en verzamelen. “Tot voor een aantal jaren terug was het een soort gok als je een trip naar Mulu plande.” Aan het woord is Christoph Voegeli, manager van het enige hotel in de omgeving, het Royal Mulu Resort. Hij duidt op de slechte bereikbaarheid van het Nationaal Park en zijn omgeving. Er gaan geen wegen heen en op de landingsbaan van het vliegveld konden slechts kleine vliegtuigjes landen. “Die hebben geen radar aan boord en waren dus onderweg afhankelijk van het weer. Vluchten werden bij heftige regenval geannuleerd. Het gebeurde ook wel dat ze opstegen vanaf de dichtstbijzijnde luchthaven in Miri, maar boven Mulu moesten omkeren omdat ze niet konden landen.” Met een verlenging van de start- en landingsbaan en opening van een verbinding met Sarawak’s hoofdstad Kuching, uitgevoerd met een Fokker 50, is aan het probleem een eind gekomen en lijkt deze ‘parel van Borneo’ definitief te zijn ontsloten voor een groter publiek. “Het is hier nu een stuk drukker”, aldus de hotelier, “maar het mag ook best een wat exclusieve bestemming blijven. Dat houdt het natuurlijk evenwicht in stand. Voor de toeristische sector is het echter fijn als meer reizigers deze kant op komen.”

Trekking

Eerder vandaag zijn wij vanuit Kuching per nieuwe luchtbrug naar Gunung Mulu gereisd. De vliegkosten waren zeer schappelijk. Een enkele reis kost nog geen € 50. Het was ook prettig om niet via havenstad Miri te hoeven te reizen, maar we vragen ons af of de verbinding wel rendabel is. Er waren slechts zeven passagiers en we moesten ons over het vliegtuig verspreiden om het gewicht te verdelen. Vanuit het laagland in Zuidwest-Sarawak vlogen we over groen regenwoud, doorsneden door bruine rivieren, naar het hoger gelegen noordoosten van deze Maleisische deelstaat. Gunung Mulu ligt in de noordelijke hoek, waar sultanstaat Brunei en Sarawak elkaar raken. De andere Maleisische deelstaat Sabah en de Indonesische provincie Kalimantan zijn niet ver weg. Eeuwenlang werd het gebied vooral bewoond door de Penan, een volk van jagers en verzamelaars, dat zich weinig gelegen liet liggen aan grenzen en zijn kampen nu eens in (wat nu heet) Indonesië, dan in Brunei en dan weer in Maleisië opsloeg. Aan deze geïsoleerde manier van leven kwam een eind toen enkele decennia geleden een expeditie van de National Geographic Society het gebied exploreerde en een aantal bijzondere grotten ‘ontdekte’. Gunung Mulu werd bij UNESCO aangemeld en officieel tot werelderfgoed uitgeroepen. Het werd tevens het grootste Nationaal Park van Sarawak: 544 vierkante kilometer. Hoewel de meeste mensen er komen om grotten te bezoeken, is het gebied ook populair vanwege de zeldzame planten en dieren en de mogelijkheid om avontuurlijke trekkings te maken. Naar de middenin het park gelegen Pinnacles bijvoorbeeld, een woud van 45 meter hoge messcherpe kalksteen pieken. Of om de top van de berg Mulu (2.376 meter) te beklimmen.

Grotten voor de show

De vier grotten die zich het dichtst bij de officiële ingang van het park bevinden, zijn bestempeld tot showcaves. Ze worden een aantal uren per dag sprookjesachtig verlicht en zijn in twee halve dagtrips te bezoeken. Jammer is wel dat je zo de grootste natuurlijke ‘kamer’ ter wereld mist. De Sarawak Chamber, zestien voetbalvelden groot, werd pas enkele jaren geleden blootgelegd en bevindt zich diep in het park. De grot is te bezoeken, maar de trip wordt niet standaard aangeboden en je moet een goede wandel- en klimconditie hebben om er te komen.
Wij kiezen voor een dagtocht naar de vier showcaves. In de hal van het hotel wacht gids Liban ons op. Hij is een uiterst vriendelijke Penan uit een dorpje in de omgeving, die met zijn glanzende helmkapsel veel weg heeft van een Zuid-Amerikaanse indiaan. Hij neemt ons mee naar de Melinau-rivier, die langs en door het Nationaal Park stroomt. We nemen plaats in een longboat en gespen de verplichte zwemvesten om. Met grote snelheid varen we over de snelstromende rivier. De hotelmanager vertelde ons dat deze rivier na heftige regenval in de bergen soms in korte tijd twee meter stijgt en ver buiten de oevers treedt. Mede om die reden zijn de gebouwen van het hotel op metershoge palen gebouwd. Dat ziet er fraai uit, maar blijkt dus vooral noodzakelijk te zijn.

Verlegen Penan

Onderweg stoppen we in het dorp van Liban. De vrouwen en kinderen zitten al klaar met hun handnijverheid, op matten uitgespreid. Veel houtsnijwerk, kleine muziekinstrumenten, gevlochten mandjes en kleedjes. Gisteravond lazen we in onze reisgids dat de Penan, die zich pas zo’n twee generaties geleden hebben gesetteld (op last van de Maleisische overheid, die een modern land wenste, waar geen ‘wilden’ in de jungle leefden), nog altijd een schuw volk zijn. Eeuwenlang trokken ze in familieverband door het regenwoud en hadden ze nauwelijks contact met de buitenwereld. De reisgids drukte ons op het hart geen onverwachte bewegingen te maken en niet hard te praten. Dat zou de Penan maar afschrikken. De oude vrouwen, met hun uitgerekte oorlellen doorboord met kurken, maken inderdaad een bedeesde indruk, een vreemde gewaarwording in een land waar iedereen altijd juist met je wil kletsen. Liban laat ons het longhouse zien. Het is al het tweede gebouw waarin de mensen wonen. Enkele jaren terug ging het eerste huis in vlammen op. “De overheid stelde materiaal beschikbaar voor een nieuw woonhuis, maar dat was slechts voldoende voor 28 families”, vertelt hij. “Terwijl we hier met 35 gezinnen wonen!” Dus moest een aantal dorpelingen, onder wie Liban en zijn gezin, een eigen onderkomen bouwen elders op het terrein. De om de paar meter opgehangen brandblussers geven aan dat de geldschieters een volgende brand beslist willen voorkomen. “Wij ook”, lacht Liban. Op de vraag of hij weer in het bos zou kunnen leven, reageert hij ontwijkend. “Die tijd is voorbij. We hebben het goed nu. Maar ik ga wel graag het bos in om te jagen. Alleen mogen we niet overal komen. Het bos is niet meer van ons.”

Kwallen en broccoli

Vanochtend staan op het programma de Wind Cave en Clearwater Cave. Deze zijn dagelijks in de ochtend geopend en verlicht. Ze zijn toegankelijk gemaakt met trappen en loopplanken. De eerste grot dankt zijn naam aan de wind die er doorheen waait. Daardoor staan de stalagmieten en hangen de stalactieten een beetje scheef. De tweede grot is met een lengte van 51 kilometer de langste grotpassage in Zuidoost-Azië en heet zo omdat er een ondergrondse rivier met kristalhelder water doorheen stroomt. Bezoekers kunnen er een duik in nemen. We zijn onder de indruk van de sprookjesachtig verlichte kalksteenformaties. Liban vertelt dat de grotten in de loop van miljoenen jaren zijn gevormd door een dalend waterpeil, te zien aan verkleuringen in de steensoort, en dat de formaties per 25 jaar slechts 3 centimeter groeien, als gevolg van de kalkafzet van vallende waterdruppels. Het is een leuke bezigheid om er bekende vormen in te herkennen. We zien kwallen, moeder Maria-met-het-kind, uilen en broccoliroosjes. Hier en daar valt daglicht naar binnen en vormt een prachtig scherpe baan van licht.

Op de loopplanken

Na de lunch wandelen we met Liban over een drie kilometer lang pad van trappen en loopplanken van het parkhoofdkwartier naar Lang Cave en Deer Cave. Onderweg wijst Liban in het bos natuurlijke manieren aan om elkaar te roepen zonder wilde dieren aan te trekken (slaan op een holle boomstam), een muggenvrij onderkomen te bouwen (bladeren voor een afdak hangen die een citrusgeur verspreiden), te kunnen drinken als er geen water in de buurt is (een reservoir tussen bepaalde boomwortels zoeken) en wondjes te verbinden (gestampt blad op de wond leggen, waardoor een korstje ontstaat en de wond niet ontsteekt). Hij heeft deze overlevingskennis van zijn vader, die als klein kind nog met zijn vader door het woud trok. De Penan geloven dat ze afstammen van de krokodil, een reden waarom ze dit dier met veel respect bejegenen. “Een krokodil zal nooit een Penan aanvallen”, betoogt Liban. “Want als wij een krokodil ontmoeten, vragen wij netjes of we mogen passeren. Dat is heel anders dan de Iban (de grootste groep oorspronkelijke bewoners van Sarawak). Die doden krokodillen om tassen van de huid te maken en worden op hun beurt aangevallen en gedood. Penan leven van de natuur zonder haar te vernietigen. De Iban maken de natuur op.” Nu begrijp ik waarom Liban vanochtend wat geschrokken reageerde toen ik vroeg of ik zijn naam juist spelde door een ‘L’ voor het woord ‘Iban’ te zetten. Hij wil helemaal niet geassocieerd worden met dit volk.

Roofdier of prooi

Lang Cave, vernoemd naar de man die National Geographic naar deze grot leidde, is de mooiste van de showcaves. De formaties zijn nog fraaier dan in de andere grotten. Vooral de flinterdunne ‘gordijnen’ die op diverse plaatsen hoog langs de muren en plafonds hangen, zijn een natuurlijk wonder. Liban vertelt dat de Penan vroeger nauwelijks in de grotten kwamen, hoewel ze van het bestaan afwisten. Er huisden kwade krachten in het donker en daar hield men zich verre van. Alleen kleine en ondiepe grotten werden gebruikt als grafkelder.
Deer Cave, waar vroeger de Penan op herten joegen, huisvest zo’n vier miljoen vleermuizen. Overdag hangen ze aan de plafonds en tegen de avond vliegen ze uit om insecten te vangen. Prettige bijkomstigheid hiervan is dat je ’s avonds nauwelijks last van muggen hebt. Als je buiten zit, vliegen alleen de vleermuizen je om de oren. Minder prettige bijkomstigheid is dat je hier je weg al glibberend over de vleermuizenpoep moet zoeken, met een doekje voor de mond om niet misselijk te worden van de ammoniaklucht. We lopen helemaal naar de andere kant van het pad door de grot en blijven enkele malen kijken bij baby-vleermuizen die naar beneden zijn gevallen. Ze zien er met hun kale lijfjes zielig uit en zijn ten dode opgeschreven. Hun moeder vindt ze nooit terug. Om vier uur gaat de verlichting ineens uit en moeten we in het donker verder. Het is dus handig om zelf een zaklantaarn mee te nemen. Een uurtje later kijken we vanaf de open plek voor de grot toe hoe de vleermuizen met z’n tienduizenden tegelijk in strakke formatie de grot uitvliegen en zich over het park verspreiden. Ze vormen ook zelf een prooi. We zien hoe een roofvogel zich op de formatie stort en met een vleermuis in zijn bek wegvliegt.

Per boot terug

Als we de volgende ochtend een tocht over de rivier maken, vertelt Liban dat je niet alleen per vliegtuig naar en van Mulu kunt reizen, maar ook per rivierboot en bus. Het is wat omslachtig, maar je kunt op één dag naar de nabijgelegen havenstad Miri reizen. Per boot vaar je tot het dorp Kuala Baram en van daaruit reis je verder per bus. Het is niet goedkoper dan met het vliegtuig (een enkele reis Mulu-Miri kost bij Malaysian Airlines nog geen honderd ringgit, € 22), en het duurt een stuk langer, maar het uitzicht op de natuur en het menselijk leven langs de rivier is wel de moeite van een omweg waard. En datzelfde geldt voor een bezoek aan Gunung Mulu. Je komt er niet zomaar langs, maar het is een van de hoogtepunten van een reis door Borneo.
© 2009 - 2024 Tinekez, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Maleisië - zon, strand, cultuur en natuurMaleisië - zon, strand, cultuur en natuurMaleisië heeft alles te bieden wat de gemiddelde toerist zoekt: een tropisch klimaat, mooi witte zandstranden, een bergg…
Sarawak, land van de neushoornvogelSarawak, land van de neushoornvogel. Beide benamingen klinken verleidelijk en wakkeren het verlangen aan om de koffers t…
Een reis door MaleisiëEen reis door MaleisiëMaleisië is een land in Zuidoost-Azië dat veel te bieden heeft voor elke type reiziger. Er is mooie architectuur, natuur…
Amsterdamse grachtengordel op de UNESCO WerelderfgoedlijstAmsterdamse grachtengordel op de UNESCO WerelderfgoedlijstDe Amsterdamse grachtengordel komt definitief op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Dit zal een positieve invloed kunnen…

Bali: zeewierproductie op speelparadijs Nusa LembonganBali: zeewierproductie op speelparadijs Nusa LembonganElke dag, tussen elf en drie, is het kleine eiland Lembongan een ware heksenketel. Touroperators van het nabijgelegen Ba…
Bali actief: van raften en jungle trekking tot mountainbikenBali actief: van raften en jungle trekking tot mountainbikenBotsend en buitelend in een rubberboot over een snelstromende rivier. Zwetend en zwoegend door de jungle trekken. Met de…
Tinekez (92 artikelen)
Laatste update: 28-12-2013
Rubriek: Reizen en Recreatie
Subrubriek: Reisverhalen
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.