Ardèche: Château des Roure
Trots staat op een rots het kasteel des Roure. Als een adelaar op zijn nest kijkt het uit over de omgeving van Labastide-de-Virac in het westen van de Ardèche. Ooit bloeide hier de zijdeteelt maar als woonplaats van Hugenoten viel het ten prooi aan de troepen van de Franse koning. Nu verhaalt het alles over de historie van lang vervlogen tijden.
Het kasteel dateert uit het eind van de 15e eeuw. Het was de tijd van de middeleeuwen. De tijd waarin niemand twijfelde aan de band tussen hemel en aarde. Er was nog geen tweespalt binnen de katholieke kerk opgetreden. Luther, Calvijn, Zwingli en andere reformanten moesten nog geboren worden.
Ooit bewaakte deze vesting de doortocht van de Gorges de l'Ardèche. Op de asPrivas-Nimes stonden drie wachttorens om de verdedigers van het kasteel bij onraad te waarschuwen. Niet alleen door vijandige troepen maar ook door water werd de burcht en vooral de aan haar voeten wonende burgers bedreigd.
Pierre Bozon schreef in zijn boek 'lArdèche':
la terre et les hommes: 'Op 22 september 1890 steeg de rivier tot 21 meter hoogte onder de Pont d'Arc, tot op twee derde van de opening en de golven bereikten zelfs de Rhone.'
Gezien de sterke helling kan de vloed voorthollen met een snelheid van 20 km per uur. In 1890 werden hierdoor 28 bruggen vernield. Men zag zelfs de postbode van de nabijgelegen plaats Mayres voorbij drijven, zijn paarden nog ingespannen voor de postkoets.
Zijderupsen
Rond het kasteel bevinden zich verlaten kwekerijen van zijderupsen. Dankzij hen beleefde de Ardèche drie eeuwen lang een gouden tijd. Ter herinnering kan men in het kasteel nog stapsgewijs het productieproces volgen. De verschillende fasen worden uitgebreid in beeld gebracht. Ook verhaalt het over de teloorgang door een ziekte onder de zijderupsen en de opkomst van kunstdraad ofwel nylon. Al snel bij binnenkomst ziet men de rupsjes. Elk week leggen ze eitjes bij een ideale temperatuur van 20º C. Hun draden zijn maar liefst 1500 meter lang.
Met hun witte lijfjes van ‘elleboogmacaroni’ maakten de rupsen het kasteel welvarend. Volgens de legende ontdekte de keizerin van China dertig eeuwen geleden de zijde van deze rupsjes, toen een cocon in haar kopje viel. Ze wond de draad af en ontdekte haar ijzersterke kracht. Van de draden liet ze mooie kleden weven, zoals dat later ook gebeurde op het kasteel.
Volgens andere legende verborg in de IVe een Chinese prinses zaadjes van de moerbeiboom in haar haartooi toen ze naar Turkistan vertrok om er de koning te huwen. Daarna verborgen twee monniken deze eitjes in hun bedelstaf toen ze van Turkistan naar Constantinopel vertrokken.
Deze schonken ze aan Keizer Justinus I. Dat gaf hem de kans om Byzantium het rijkste centrum van zijdecultuur te maken en daarmee van het hele Romeinse keizerrijk. Langzamerhand kwam deze industrie ook naar Parijs. Dankzij Olivier de Serres (1539-1619) werd de cultuur van zijderupsen in de Ardèche ingevoerd. Het maakte de heer van Château des Roure zeer machtig.
Historisch monument
Sinds 20 maart 1978 staat het kasteel genoteerd als historisch monument. Na het zwaar geleden verlies werd het kasteel in 1503 opgeknapt door een werkploeg uit Florence. Aan hen danken de binnenplaats en het terras hun Florentijnse stijl met sierlijke bogen. Van 1562-1629 leed het kasteel onder godsdienstoorlogen. Vanaf het begin van de Hervorming kozen de kasteelheer en de burgers de kant van de Hugenoten.
Had de eigenaar God moeten verloochenen? Door zich te bekeren tot de leer van de Hugenoten verklaarde hij zichzelf en de zijnen vogelvrij tegenover de Franse koning. Ketters noemde deze alles wat afweek van het Katholieke geloof.
Tijdens de bruiloft van de Hugenoot Henfrik van Navarra met de Margareta nam koning Hendrik IV wraak in 1572. De trouwerij maakte in de geschiedenis naam als Bloedbruiloft. Maar liefst 15.000 Hugenoten werden vermoord. Ook de kasteelheer van Château des Roure en de zijnen waren niet langer veilig. Op 25 maart 1688 gaf de burcht zich over aan de Franse koning.
Toch bleef de grote meerderheid van het dorp protestant. Zo blijkt uit een proces verbaal van de bisschop van Viviers uit 1675. 'De parochie bevat vijfenzestig huizen, waarvan negen volledig katholiek en zes met een gemengd geloof. Dit geeft in totaal een veertigtal personen behorend tot onze gemeenschap.'
Poppen
In een oud vertrek hangt nog de angst van toen. Verbeeld in poppen leest iemand aan tafel de bijbel. Angstig verborgen achter het gordijnen staat er iemand op de uitkijk. Klaar om bij het minste onraad alarm te slaan.
De huidige kasteelheer Jean Louis Lascombe wijst op een grote balk om de poort af te sluiten. Om de deur te steunen stapelde men stenen op elkaar. Door de gaten in de deur stortte men pek op de overvallers uit. ‘Het baatte niet. In 1629 gaf de kasteelheer zich over aan Louis XIII en kardinaal Richelieu. Het kostte hem zijn kop,’ zegt Lascombe.
Vanaf de kantelen valt nog goed een aantal Japanse moermeibomen te zien. ‘Na de zijde kwam de wijn,’zegt Lascombe. Hij schenkt een middeleeuws drankje in: Hypocras. Het heeft de geur van kaneel en een lekkere kruidige smaak met weer veel kaneel in de nasmaak.
‘Wat bleef was de splitsing in het geloof’ vertelt Lascombe terwijl hij wijst op een dak. ‘Links van het dak wonen de katholieken, rechts de protestanten. Toch is er slechts één hemel.’
Zie ook:
www.chateaudesroure.com