Luxeuil-les-Bains; plaats voor levensgenieters en devotie
Al in de Romeinse tijd was Luxeuil les Bains een badplaats wegens de genezende kracht van haar vele bronnen. Het warme en lauwe water dat daaruit stroomde zat vol minerale zouten. De komst van de Ierse missionaris Colomban in 590 maakte van Luxeuil-les-Bains behalve een badplaats ook een plaats van devotie en gebed. Dankzij de stokers van kirsch in Fougerolles is Luxeuil-ls-Bains ook een plaats voor levensgenieters.
Een gevoel van weelde overvalt je bij het zien van het badhuis uit de 18e eeuw gebouwd van roze zandsteen uit de Vogezen. Onder het gras waarover je loopt, bevinden zich de ruïnes van de Romeinse stad Luxoivium. Bij de ingang sieren twee prachtige mozaïekvloeren het baden. As een Romeinse keizer laat je je even later heerlijk wegglijden in warm water met een temperatuur van 34 graden Celsius. Het water komt uit 18 bronnen.
Basiliek Saint Pierre
Ver weg van de mondaine wereld van Luxueil-les-Bains als badplaats leiden de trappen van de voormalige Basiliek Saint Pierre. Het religieuze gezang van monniken vult de kerk. Hoog boven je uit torent een adembenemend mooi orgel van bewerkt hout.
Woorden schieten te kort bij het zien van dit orgel uit 1617. Sprakeloos proberen je ogen elk detail in zich op te nemen. Helemaal onderaan zie je de gespierde figuur van Atlas. Hij draagt vier gespierde mannen als dragers van het orgel met daaronder beeltenissen uit het leven van Jezus. Haar rijkdom dankt de basiliek aan de vele gronden die ze tot de Franse Revolutie bezat in het noorden van Franche- Comté. Door de eeuwen heen bleef het grootste deel van de abdij bewaard, zoals sommige delen uit de VIIe eeuw en haar ontvangstsalons uit de XVIII eeuw. Ondanks de vele jaren bleef hun glorie bewaard.
Colomban
De Basiliek Saint Pierre werd in 590 gesticht door de Ierse monnik Colomban. Het naar Colomban genoemde klooster staat naast de abdijkerk. In het midden van de imposante binnenplaats staat zijn standbeeld als redder van de beschaving. Met daaronder de woorden: ‘Hij scheen als een stralende zon, vooral op hoge leeftijd.’ Het klooster werd gebouwd in de XVIe eeuw. Na het vertrek van de Benedictijnen kreeg het andere taken toebedeeld. De gemeente van Luxeuil-les-Bains vestigde zich in 1790 in de abdis. De binnenplaats werd veranderd in een parkeerplaats. In de paardenstal kwam in 1909 het postkantoor. Toch ademt alles nog steeds een mystieke sfeer.
Herenhuis van kardinaal Jouffroy
Fraai zijn ook de vele herenhuizen. Zoals dat van Kardinaal Jouffroy uit de XVe eeuw. Van 1449-1473 was hij de 70e abt van Luxeuil- les-Bains. Een groot stenen balkon met balustrade, gekruiste spitsbogen en een erker verfraaien dit huis. Bij de erker bevindt zich ook de ingang naar de toeristische dienst. Majestueuze waterspuwers van gebeeldhouwd natuursteen waarschuwen je als het ware om vooral geen rare streken uit te halen. In die 15e eeuw was Luxeuil verdeeld tussen wereld en mondain en hemels en devoot. Bij het badhuis bevond zich ook de balzaal. Daar werd gedanst. Bij de abdijkerk begon de ernst van het leven. Daar werd vooral gebeden.
Streekmuseum van de Kersenstreek
Het vlakbij Luxeuil –les-Bains gelegen Fougerolles dankt haar bekendheid aan de kersenteelt en de distillatie van kersenwater ofwel kirsch. Sinds het einde van de In het nabijgelegen Fougerolles houdt het in 1982 geopende museum de traditie levend.
Het museum huist in een gebouw van zandsteen uit de Vogezen. Het werd gebouwd om er een landbouwbedrijf van te maken voor de distillatie en verkoop van kirsch. De schuur bevatte het alcoholmagazijn. In die tijd vertrokken er vanuit Fougerolles twee treinen volgeladen met alcohol. Van 1830 tot 185 nam de gemiddelde productie toe van 19,5 liter per inwoner tot 28,5 liter in 1851 en 35 liter in 1898. Van alles maakten ze alcohol, maar vooral van kersen. Kinderen hielpen mee vanaf 3 en 4 jaar en werden soms compleet dronken.
Fougerolles
Deze harde tijden van kinderarbeid zijn voorbij evenals de glorierijke dagen van Fougerolles als stokersstad. Van 1820 tot 1984 daalde de productie van 4000 hl kirsch naar 675 hl kirsch. Vooral de introductie van absinth betekende de nekslag voor de stokers in Fougerolles. Sommige distillateurs verkochten acht keer meer absinth dan kirsch. Dat de kirsch aanzien genoot, blijkt uit een bijzonder ‘schenkkannetje’. Het is een fonteintje waaruit absinth spuit, regelrecht in de eronder geplaatste glaasjes. Hun verleden leeft voort in hun museum. Zo toont het museum van Fougerolles hun kleding. Zoals een zwarte bruidsjurk voor oudere vrouwen, want vrouwen liepen ze in het zwart zelfs tijdens hun huwelijk. Pas omstreeks 1920 waagden ze zich aan een witte bruidsjurk.
Distilleerketels
Het verleden van de oude stokerijen herleeft in de verschillende ruimtes van het museum. Er staan oude voorwerpen zoals koperen distilleerketels en houten tonnen om de kirsch te lageren. Maar ook is er een zaal gewijd aan de toekomst met een expositie van allerlei soorten kirsch. Zelf stookt het museum een zalig kisrch met 50% alc. Vol. Een bijzondere traktatie zijn zogenoemde griottines. Dit zijn kersen met suikersiroop op een beetje kirsch.
© 2013 - 2024 Vikla, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen