De ruïne van de abdij van Aulne
In de Ardennen, ten zuiden van Charleroi in de buurt van het stadje Thuin, ligt de voormalige abdij van Aulne. Tegenwoordig is het een magnifieke ruïne, die een bezoekje meer dan waard is. Blijkbaar is het ook een goed bewaard geheim van België, want de ruïne is lang niet zo bekend als hij verdiend te zijn. Tijd dus om daar iets aan te doen. Hieronder volgen tips over hoe je Aulne op een leuke manier kunt bezoeken alsmede een korte geschiedenis van de abdij.
Toeristische informatie
De abdij ligt, zoals de naam al suggereert, bij het dorpje Aulne. Dit is gesitueerd in het hart van de Ardennen aan de bosrijke oever van de rivier de Samber. Wie op de weg van Thuin naar Charleroi rijdt, komt de goed aangegeven afslag naar de abdij vanzelf tegen. Na deze afslag stuit men al snel op een ruime parkeerplaats aan de Samber. Het is een goed idee om hier de auto te parkeren en de rest van de weg te lopen. Vanaf deze parkeerplaats loopt er namelijk een goed begaanbaar voetpad langs de fraaie rivieroever naar Aulne. Daarbij kun je de ruïne al van veraf zien oprijzen aan de horizon, omdat hij heuvelopwaarts ligt.
Bij de abdij aangekomen kun je deze van alle kanten bekijken, maar niet op eigen gelegenheid bezoeken.Toegang is alleen mogelijk onder begeleiding omdat er enig gevaar is voor vallend gesteente. Dat neemt niet weg dat ook op kleine afstand de abdij al indruk maakt. Het is alles dat men zich bij een romantische ruïne voorstelt; een vervallen gotisch gebouw, aan alle kanten begroeid door klimop en andere planten. Wie toch een rondleiding wil, kan in het nabijgelegen bezoekershuis terecht.
Het plaatsje Aulne ligt een paar honderd meter lager op de heuvel. Het is niet echt een toeristische plek, maar kent toch een aantal prettige horecagelegenheden. Ondanks het feit dat de abdij niet meer bewoond is kan men hier toch een lokaal abdijbier proeven, gebrouwen naar eigen recept. Verder hoeft men in Aulne niet bang te zijn voor zuinige porties.
Geschiedenis van de abdij
De abdij van Aulne kent een lange geschiedenis die volgens de plaatselijke legende al begint in het jaar 637. Toen zou de abdij gesticht zijn door de struikrover Landelinus uit berouw over zijn daden. Om dezelfde redenen stichtte hij de naburige abdij van Lobbes.
Hierna wisselt de abdij welvarende periodes af met rampzalige, waarbij het gebouw soms geheel of gedeeltelijk werd verwoest. Dit gebeurde bijvoorbeeld in 880, toen ook Aulne ten prooi viel aan de Noormannen. De abdij werd echter steeds weer opgebouwd en zou tenslotte uitgestrekte landerijen verwerven, een eigen college aan de universiteit van Leuven (sinds 1629) en een zeer grote kloosterbibliotheek met 50.000 volumes en 4.000 oorspronkelijke handschriften.
De monniken die in de abdij woonden, hebben verschillende leefregels gehad. Aanvankelijk volgden ze de nogal strenge, op het vroege Ierse Christendom gebaseerde, regel van Columbanus van Luxeuil. Dat is niet verwonderlijk aangezien Aulne duidelijk onder de invloedssfeer van Luxeuil, een plaats in de Elzas, viel. In 1147 schonk de bisschop van Luik de abdij echter aan Bernardus van Clairvaux, die de sobere, op landbouw gerichte cisterciënzer kloosterorde populair had gemaakt. Vanzelfsprekend ging Aulne toen ook over op de cisterciënzer leefregel.
Gedurende de 15de, 16de en 17de eeuw ging het weer mis met het klooster en werd het verschillende keren aangevallen door vijandige troepen, waaronder de geuzen. De abdij dreigde in verval te raken, maar in de 18de eeuw kwam er een nieuwe ommekeer. De toenmalige abt Barthélémy Lovant besloot het complex grondig te renoveren, wat in zijn belevingswereld neerkwam op herbouwen met overdadige luxe. Op deze manier werd de abdijkerk bijvoorbeeld een classicistische voorgevel rijker. Een gevel die overigens nu nog grotendeels recht overeind staat.
Het nieuwe regime zou de definitieve ondergang van het klooster worden. De machtige abten lieten de plaatselijke bevolking zwaar gebukt gaan onder hun eigen decadentie. Toen in 1794 de Franse revolutie uitbrak, zag de bevolking kans om de frustraties hierover af te reageren op de abdij. Het gebouwd werd zodanig vernield dat er alleen een ruïne overbleef. De bibliotheek ging jammer genoeg in vlammen op.
In de 19de eeuw werden bepaalde delen van de ruïne alsnog gerestaureerd en kregen een nieuwe bestemming als retraitehuis. Tevens werd er met materiaal uit de ruïnes een nieuwe kerk gebouwd, de St Jozefskerk Deze staat in de buurt van het oude gebouw.
© 2010 - 2024 Varenna, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De abdij ruïne van San GalganoTijdens je vakantie in Toscane zou een bezoek aan de abdij ruïne van San Galgano zeker niet mogen ontbreken. Het unieke…
Trappistenbier ZundertVrijdag 29 november 2013. Dit is de dag waarop de gemeente Zundert weer een aanwinst rijker is, namelijk trappistenbier…
Kasteeltuinen Arcen informatieIn Noord Limburg liggen de prachtige kasteel tuinen van Arcen. De tuinen zijn het jaar rond te bezoeken en ieder seizoen…
Bronnen en referenties
- Bernard Peugniez - 'Routier cistercien. Abbayes et sites. France-Belgique-Luxembourg-Suisse.'
- H.P.H. Jansen - 'Geschiedenis van de Middeleeuwen.' Utrecht 1978
- Foto inleiding: A.C Verham