De Botanische Tuin van Wenen is een rustpunt in de stad
De Botanische Tuin van Wenen mag eigenlijk geen enkele toerist missen. De tuin is een rustpunt binnen het drukke verkeer van de omliggende wijken en is veel meer dan alleen een interessante tuin voor plantenkenners. Het is een historisch belangrijke tuin die aangelegd is door de legendarische Maria Theresia van Oostenrijk. Daarnaast is het een heel interessant, zorgvuldig aangelegd en goed onderhouden park voor jong en oud, plantenliefhebbers en leken. Voor mensen die van natuurgeneeskunde houden is er bovendien veel interessants te vinden, want veel kruiden en geneeskundige planten hebben ook in de tegenwoordige tijd hun helende kracht nog niet verloren.
Keizerin Maria Theresia kweekte geneeskundige kruiden voor medicijnen
De Botanische Tuin van Wenen is in 1754 aangelegd door de toenmalige keizerin Maria Theresia en haar Nederlandse lijfarts van Swieten. De keizerin wilde de tuin in eerste instantie gebruiken voor aanleg en kweek van allerlei kruiden die voor de fabricage van medicijnen voor de in die tijd gangbare medicijnen nodig waren.
Niet alleen het overlijden van Frans Stephanus had invloed op de kweek van geneeskrachtige kruiden
De interesse voor kruiden en de medicijnen die daarvan gemaakt kunnen worden, kwam vermoedelijk vooral vanwege het overlijden van haar geliefde echtgenoot Frans Stephanus. Ook was ze heel geïnteresseerd in haar eigen gezondheid en die van hun zestien kinderen, waarvan het grootste gedeelte later in de echt verbonden zou worden met diverse koningskinderen uit het buitenland.
Nu niet meer alleen een tuin voor heelkunde
De tuin is later in de 19e eeuw nog uitgebreid, ook met planten die niet direct voor de fabricage van medicijnen noodzakelijk zijn, zodat ze ook in de tegenwoordige tijd interessant blijft voor andere bezoekers.
De ligging van de Botanische Tuin in Wenen
Een van de ingangen van de Botanische tuin ligt aan de rechterkant van de hoofdingang van het Bovenste Belvedèrepaleis. Wie eerst de strak georganiseerde en gesnoeide tuinen van het Belvedèrepaleis bezoekt met de vele beelden en de watervallen, zal aangenaam verrast zijn door de afwisselende en weelderige structuur van de Botanische Tuin. Het is echt een tuin om er rust te vinden.
Wel goed uitkijken aan de entree van de Botanische tuin
Aan de ingang van de Botanische tuin staat een stand voor entreekaarten, maar die gelden alleen voor de Alpentuin, die aan de Botanische tuin grenst en planten uit de Alpen herbergt. Dat is natuurlijk ook interessant, maar de Botanische tuin heeft een sfeer van rust en bezinning.
Er geldt geen entree voor de Botanische tuin van Wenen
Wie alleen voor de Botanische Tuin komt, kan bovendien gewoon doorlopen en hoeft geen entree te betalen. Die vrije entree zorgt ook voor het ongedwongen karakter van de tuin. Op mooie dagen is er altijd publiek.
De inwoners van Wenen genieten ervan
De Botanische Tuin is er immers niet alleen voor botanisch geïnteresseerden. Ook de gewone, Weense bevolking geniet dagelijks van de Botanische tuin. Ze komen er joggen, wandelen er met hun geliefden en hun gezin en op warme, zomerse dagen lezen ze er op een bankje hun krant of een boek. De rust in het park is dan ook aanstekelijk.
Diverse soorten planten, bomen en struiken
De veelheid van de soorten zal iedereen verbazen. Alle planten, bomen en struiken zijn benoemd. Er staat overal een kaartje bij. Niet alleen plantenkenners kunnen hier hun kennis opfrissen en aanvullen, ook voor leken is het een leuke tuin. Veel planten en bomen kennen we ook in Nederland, dus het is een feest van herkenning.
Vingerhoedskruid en goudsbloemen in overvloed
U vindt er immers naast de vrij onbekende soorten ook veel oude bekenden, zoals digitalis (vingerhoedskruid), goudsbloemen, zinnia’s, lobelia’s en tussen het hoge gras staan bijvoorbeeld ook wilde bloemen als margrieten.
De Botanische Tuin van Wenen is een rustpunt voor veel bewoners van de stad
De tuin is bezaaid met banken op strategische plekjes, dus ook mensen die slecht ter been zijn kunnen er met een gerust hart gaan wandelen. Er staan bankjes bij vijvers, maar ook bij mooie doorkijkjes en bij plaatsen waar veel bloemen bloeien.
Mei-juni is de beste tijd
De beste tijd om deze fantastische tuin te bezoeken is mei-juni, wanneer de meeste bloemen in bloei staan en de bomen hun lichtgroene lentejasje nog aan hebben. De tuin is dan ook net goed verzorgd en is een plaatje om te zien.
Bomen
In de Botanische Tuin zijn vele soorten bomen en struiken te zien, van de “gewone” berk tot de rode beuk en van de linde tot aan een prachtige, lichtgroene acer toe. Ze geven de tuin een mooie afwisseling van zon en schaduw, waardoor het er ook bij warm weer goed toeven is. U ziet er dan mensen op de bankjes zitten picknicken, lezen of gewoon lekker zitten uitrusten en rondkijken naar al het moois om hen heen.
Vijvers
De vijvers hebben een betonnen omranding en zijn volgroeid met waterlelies die in voorjaar en zomer prachtige bloemen voortbrengen. Wie een bankje bij een vijver opzoekt en een tijd lang stil blijft zitten kan genieten van de vogels, die de tuin als voedsel en nestplek gebruiken. Bij goed weer ziet u er op lunchtijd ook veel mensen hun boterhammetje eten.
Wandelen over de paden en door het rotstuintje
De paden zijn goed aangelegd. Bij elke bocht ziet u weer iets nieuws. Er is ook een leuk ingerichte rotstuin met een bruggetje en grappige rotspaadjes tussen de bloemen en het water door. Bent u dus ooit in de buurt van de tuin, doe uzelf een plezier en loop er eens in.
Lees verder