Gaucho treffen in San Antonio de Areco
In de pampa’s van Argentinië, niet ver van de bruisende hoofdstad, ligt het plaatsje San Antonio de Areco. Als je er aan komt, lijkt het alsof je een verlaten stad binnen rijdt terwijl het dé gauchostad van Argentinië is. Begin november breekt de hel los, want dan kan je één van het grootste gauchotreffen van het land bekijken. Je ziet, ruikt, beleeft en bewondert het leven van de gaucho met zijn paarden, een niet te missen onvergetelijk spektakel: “Dia de la Tradicion”.
San Antonio de Areco
San Antonio de Areco is een plaats met een dikke 22.000 inwoners en is gemakkelijk te bereiken vanuit Buenos Aires, want het ligt slechts 110 kilometer westelijker. Een contrast is het wel, want als je in het gigantisch drukke en hectische Buenos Aires in één van de vele files hebt gestaan is het vreemd dat je in San Antonio de Areco nagenoeg het enige rijdende voertuig bent als je een rondje doet over het centrale marktplein van de stad.
De stad is rondom een kapel gesticht in 1730 door Don José Ruiz de Arrelano en ligt aan de Areco rivier. Zo’n 15 jaar eerder werden in deze omgeving de eerste boerderijen gebouwd, alle aan de rivier. Estancia’s worden ze hier genoemd en op die estancia’s werkten vele gaucho’s, trotse paardrijders met een eigen traditie en taal. Het doen en laten van de gaucho’s werd opgemerkt door de schrijver Ricardo Güiraldes, die zich hier in 1912 vestigde op de Estancia La Poreña. Het inspireerde hem tot het schrijven van het boek “Don Segundo Sombra” dat samen met het door José Hernandez geschreven boek “Martin Fierro” behoort tot de beste boeken, ooit geschreven over gaucho’s. Vanaf het schrijven van dat boek in 1926 heeft de stad de naam het centrum te zijn van de gaucho’s en je vindt er dus niet alleen een museum voor deze schrijver maar ook een aan de gaucho’s gewijd museum terug, het Museo Las Lilas. Dit gauchomuseum is niet groot maar laat wel de voorwerpen en tradities zien, helaas alleen in het Spaans. Toen wij er waren werden alle bezoekers verzocht naar het theater te komen voor een show en samen met de andere bezoekers, een Argentijns koppel, namen we plaats in een zaaltje met drie podia. Om beurten schoven de gordijnen open en zagen we bewegende Spaans sprekende poppen in een wel aardig authentiek nagebouwd tafereeltje hun zegje doen. Wij moesten er om lachen maar voor dit plaatsje is het misschien een te gekke presentatie. Er zijn meerdere musea in dit plaatsje en zo is er het zilvermuseum en zelfs een te bezichtigen chocoladefabriekje. Alles kleinschalig maar knus en knoterig. Vele winkels verkopen antiek, zilver en gauchospulletjes. Ofschoon in het stadje meerdere hotels zijn, is het erg
aantrekkelijk om eens te overnachten zoals het in de koloniale tijd ging. Enkele rondom de stad liggende estancia’s bieden niet alleen slaapgelegenheid in koloniale gebouwen maar je kunt er ook een hele dag boeken en er het leven op zo’n estancia beleven, meedoen en meerijden indien gewenst.
Mocht je liever in de stad zelf overnachten dan is het hotel Posada de la Plaza een aanrader, niet alleen omdat het grote kamers in een fraaie tuin heeft, men er Engels spreekt en je verwend wordt waar mogelijk maar het ligt aan de route waar de grote gaucho parade langs komt. Ze zetten de tafels en stoelen buiten en je kunt er zittend voor je eigen hotel genieten van de parade en de door het hotel ter beschikking gestelde hapjes.
Gaucho’s
Waar komen deze trotse paardrijders vandaan? De herkomst gaat terug naar de tijd dat de Spanjaarden en Portugezen door het continent trokken. Groepjes mannen trokken rond en vermengden zich met de plaatselijke Indianen. Zij leefden op de uitgestrekte pampa’s en hadden daarvoor paarden nodig. Zij vingen de door de Spanjaarden en Engelsen achter gelaten paarden en temden ze om ze te gebruiken voor de jacht op wild en voor het vangen van koeien, die vrij rond renden. De omgang met paarden zat hen in het bloed.
De gaucho’s hadden niet zo’n beste naam en werden gezien als mannen, die zich af zetten tegen de maatschappij met al haar regels. Ze werden beschouwd als vrijbuiters die er op los leefden en nogal snel naar hun mes grepen. Het zijn verkeerde indrukken want inderdaad hoort een mooi versierd zilveren mes (een “facón”) tot hun klederdracht maar dat gebruikten zij als bestek want zij bezaten vaak niet meer dan een of meerdere paarden, een zadel en een schapenvacht die dienst deed als vacht op het zadel maar tevens als deken. Hun mes gebruikten ze om aan hun vlees en leer te komen en er mee te eten. Paarden, runderen en buit zoals struisvogels vingen zij met hun lasso of “boleadoras”, een touw met aan het uiteinde meerdere leren ballen. Door het touw om de benen van de prooi te gooien, konden deze niet meer vluchten. Toen Argentinië tijdens de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Spanjaarden ten strijde trok, sloten de gaucho’s zich aan bij de legers van de Argentijnse generaals. Door hun strijdkunst hebben ze respect gekregen en werden ze na de oorlog als helden gezien.
Hun vrijheid werd al snel beperkt omdat er grootgrondbezitters kwamen die de pampa’s gingen afzetten met draad. De gaucho’s werden min of meer gedwongen voor hen te gaan werken. Desondanks blijft het een trots volk met hun eigen tradities en treffen zij zich vaak op diverse festivals om hun vaardigheden aan elkaar te toetsen maar ook om te genieten van gezelligheid bij hun wel erg beroemde barbecues, “asado’s” genoemd.
Op zo'n festival kan je deelgenoot worden van deze feesten en zie je de gaucho’s in hun traditionele kleding. Hun schoeisel bestaat uit van koeienhuiden gemaakte laarzen waarop ze grote zilveren sporen bevestigen. De “bombacha” is hun broek, die wordt vastgehouden door zowel een sjerp als een vaak bijzonder rijk met zilver versierde riem die als erfstuk overgaat op familieleden. In de sjerp dragen ze hun “facón” Verder dragen ze een ruime blouse en een hoed of baret.
Het festival
Het festival in Antonio de Areco duurt in principe een hele week maar de meest bezochte dagen zijn de zaterdag en de zondag. Op zondagochtend rijden de gaucho’s uit allerlei provincies in een parade door de stad en dat is een niet te missen deel van het grote feest.
Mannen, vrouwen en zelfs de kinderen paraderen in hun diverse kostuums kleurrijk door de stad met hun prachtige met zilver versierde teugels en halsters uitgedoste paarden.
Ook rijden de zogenaamde “Tropilla’s” in deze parade mee en dat betreft dan één gaucho die een hele groep van vaak 10 paarden los met zich mee voert. De kleinste kinderen berijden al de grootste paarden. Het is een vrolijk en feestelijk gebeuren dat vooraf gegaan wordt door de militaire kapel, die bij het gemeentehuis het volkslied ten gehore brengt. Direct daarna volgen enkele feestelijke liederen waarop door de omstanders vrolijk wordt gedanst. De lange stoet die dan volgt maakt indruk.
Het festival zelf vindt plaats op het aan de rand van de stad gelegen Parque de Criollo, tevens de plek waar de gaucho’s bij hun paarden overnachten bij een kampvuur. Je kunt gelijk kaartjes kopen voor beide dagen en een stempel op je hand zorgt er voor dat je zo vaak in en uit kan lopen als je wilt. Uiteraard is er een markt met allerlei kraampjes waar je van alles kan kopen. Je kunt er in principe een gehele gaucho outfit aanschaffen maar ook teugels, sporen, zadels souvenirs etc. Aan de inwendige mens wordt de nodige aandacht besteed en als je vleesliefhebber bent dan kan je terecht bij één van de vele barbecueplekken waar gehele borstkasten op houten stokken in het vuur staan te braden terwijl vele soorten worsten op de roosters liggen te sudderen. Om je heen rijden de gaucho’s, vrouwen en kinderen trots rond op hun paarden van het ras Criollo, een in 1918 erkend paardenras, een in de koloniale tijd ontstane mix van Engelse en Spaanse paarden.
Schroom niet om eens rond te wandelen in het deel waar de gaucho’s met aanhang en hun paarden verblijven gedurende het festival. Je wordt er vriendelijk ontvangen en menigeen zal een gesprekje met je voeren en voor je poseren. Een nog goed uitziende oudere man stond er op aan de hand van zijn paspoort te bewijzen dat hij over de 80 jaar was en later zagen we hem te paard tussen de vele anderen rijden en dat niet bepaald rustig. Op kampvuurtjes staan keteltjes kokend water. Verderop staat een jongeman met een grote heggenschaar de haren uit de oren van zijn paard te knippen terwijl een ander de paarden verkoeling brengt door ze te overgieten met emmers water. Een gezellige bedrijvigheid waar je bijzondere plaatjes kunt schieten.
Door de luidsprekers schalt het onophoudelijke opzwepende Spaanse commentaar en de wedstrijden gaan beginnen op het door een eenvoudig hekje afgezette grote terrein. Er zijn diverse disciplines, de een nog spannender dan de ander: het breken van een paard, ringsteken, lassowerpen en de “Tropilla’s.”
Doma
Het inrijden van wilde paarden zat de gaucho’s in het bloed en ofschoon het in praktijk niet meer noodzakelijk is, worden er vele wedstrijden in gehouden. Een onbereden nog wild paard heet “reserva” en het is de bedoeling om een bepaalde tijd op zo’n paard te blijven zitten. Door twee gaucho’s wordt een wild paard opgehaald en dat wordt geblinddoekt en aan een paal gebonden. Vervolgens probeert een gaucho op de rug te gaan zitten en zich vast te klemmen. In één van zijn handen heeft hij een zweep, een “rebenque”, die bestaat uit een houten handvat met daaraan een plat stuk leer. Op het moment dat het paard wordt los gelaten en de blinddoek wordt weggetrokken, begint de berijder het dier met de zweep links en rechts te slaan. Het paard bokt enorm om de gaucho van zijn rug te krijgen hetgeen vaak lukt. Als hij de vooraf afgesproken tijd kan blijven zitten, galopperen twee anderen naar het bokkende paard en grijpen de berijder vast om hem van het paard te halen. Het paard rent er vandoor, terug naar de andere wilde paarden.
Dit berijden gebeurt zonder zadel, maar ook met enkel teugels of juist wel met een zadel.
De tijd dat je moet blijven zitten is verschillend maar zit ergens tussen de 8 en de 15 seconden. Als iedereen aan de beurt is geweest dan wordt er een volgende ronde gehouden met de gaucho’s die hun tijd hebben vol gemaakt. Uiteindelijk wordt de winnaar bepaald door een wedstrijd waarbij hij niet van het bokkende paard wordt gehaald. Dan geldt gewoon wie het langste kan blijven zitten.
Dit deel van het festival is veruit het gevaarlijkste deel en regelmatig moest iemand van het veld geschraapt worden en met de ambulance worden afgevoerd. In het verleden is het wel eens voorgekomen dat iemand bij dit onderdeel het leven liet. Uiteraard hadden ook wij onze bedenkingen en stonden wij zeker niet achter het soms te buitensporige geweld dat werd toegepast, hetzij bij het vastbinden en blinddoeken dan wel bij het uiteindelijke berijden. Hoe je er ook over denkt, het is een ongelooflijk spektakel en je blijft geobsedeerd. Het is nu eenmaal een levenswijze, een traditie bij de gaucho’s en je kunt zelf bepalen of je dit deel wel of niet bezoekt.
Lassowerpen
Het lassowerpen is een ander onderdeel en ook verbluffend om te zien. Je hebt verschillende vormen, te voet en te paard. Een wild paard wordt los gelaten en raast uiteraard weg in de richting van zijn kudde aan de andere kant van het veld. Gaucho’s staan klaar met hun lasso en moeten het paard de lasso om de benen zien te gooien. Het hard galopperende paard maakt dan een enorme smakker. De snelheid en vaardigheid wordt door een jury bepaald. De tweede vorm is om een vluchtend paard met een lasso te vangen terwijl je zelf op een paard zit. Draaiend met zijn lasso rijdt de gaucho in volle galop naar het vluchtende paard. Een lastige discipline omdat het te vangen paard er alles aan doet om uit zijn buurt te blijven en we zagen zelfs dat een paard het wel voor gezien hield en op het publiek achter de omheining af rende en vervolgens daar over heen sprong.
Ringsteken
Minder ruw en zonder geweld waren enkele andere, eveneens onvergetelijke disciplines zoals het ringsteken. Dit vindt plaats op een afgezet lang stuk veld. In het midden van de “renbaan” is dwars daarover heen een kabel gespannen waaraan twee ringen aan een koord hangen. De bedoeling is dat twee gaucho’s na het startsein zo snel mogelijk galopperen en met deze snelheid, vaak staand in het zadel, met een kleine pen proberen door hun ring te prikken en deze te veroveren. Ook dames doen hier aan mee en het is spectaculair te zien hoe behendig deze paardrijders met een enorme snelheid voorbij razen. Als zij de ring veroverd hebben dan draven ze met hun paard rustig terug, de ring aan het publiek tonend. Uiteindelijk is de winnaar degene die het snelst de ring bemachtigt.
Tropilla’s
Heel bijzonder en ongelooflijk spectaculair is het rijden met een zogenaamde “tropilla”. Het is een groep paarden variërend tussen de 8 en de 15 stuks, die zonder te zijn aangelijnd, het geluid van een bel volgen. Die bel is aangebracht om de hals van een paard, de “madrina” , dat door een gaucho te paard aan een touw wordt meegevoerd. Dit heeft te maken met het verleden want gaucho’s die een hele lange periode op de uitgestrekte pampa’s moesten werken, hadden niet voldoende aan één paard, immers een paard heeft ook rust nodig. Ze hadden diverse paarden en wisselden regelmatig. Om meer vrijheid te hebben, trainden zij de paarden om het geluid van die ene specifieke bel te volgen en zodra hij deze “madrina” de bel om bond, hoefde hij enkel weg te rijden en de andere paarden volgden zonder te zijn aangebonden. Dat gaf hem ook de vrijheid zijn paarden ’s nachts los te laten want de volgende ochtend gehoorzaamden zij alle de bel en waren weer bij hem. Nu ook dat niet meer nodig is, worden er bij de festivals wel altijd nog wedstrijden gehouden met deze groepen paarden. De paarden in zo’n groep zijn meestal identiek qua kleur terwijl het bel dragende paard meestal een andere kleur heeft, evenals het paard waarop de gaucho rijdt. Ook in deze discipline heb je diverse vormen en een jury bepaalt wie de winnaar is.
De groepen worden één voor één het afgezette terrein binnen geroepen en moeten dan enkele korte rondjes draaien voor de jury. De paarden moeten daarbij dicht tegen elkaar aan bij elkaar blijven en de gaucho volgen. Vervolgens, als, zoals in ons geval, de 45 groepen van elk minstens 10 paarden, in het veld staan wordt er een teken gegeven en moeten de gaucho’s in volle galop kris kras door het veld rijden. De paarden moeten dan uiteraard bij hun eigen groep blijven en dat vonden we wel bijzonder want als zo’n kleine 500 paarden in volle galop gaan en er 45 verschillende belgeluiden amper boven het kabaal uit komen, is het knap en verbluffend te zien dat de paarden daar in slagen. De verschillende groepen razen langs en door elkaar heen, een waar spektakel.
Een andere wedstrijd met deze “tropilla’s” gaat als volgt. De deelnemers met hun groepen paarden komen een terrein op en als iedereen er is dan verlaten de gaucho’s met de “madrina” het veld. De andere paarden blijven in het veld en worden door enkele personen door elkaar gejaagd zodat zij niet meer in hun eigen groep staan. Als alles door elkaar loopt, begint de wedstrijd en worden de gaucho’s met hun “madrina’s” weer toegelaten. Degene die als eerste met zijn complete groep paarden het veld uit galoppeert, is de winnaar.
Daarnaast wordt er ook nog iets geëist van de gaucho. Bij dat onderdeel komt hij met zijn groep paarden het veld in gereden en stopt hij voor de jury. Hij stapt vervolgens af en legt een touwbondage aan om de benen van zijn eigen paard zodat deze niet weg kan. De daar aan vast zittende madrina met bel blijft daarmee ook staan. Hij moet dan een door een jurylid aangewezen paard benaderen en een halster omdoen zoals hij dat vroeger ook gedaan zou hebben op de pampa’s. Nadat het gelukt is en hij het paard voor de jury heeft geleid, kan hij weer op zijn eerder vastgebonden paard stappen.
Terugkijkend op het festival vonden wij persoonlijk het rijden met deze groepen vrije paarden het meest verbluffend. Ook op de openbare weg, zoals we zagen bij de parade, is het rijden met een grote groep vrije paarden bewonderenswaardig. Eerder hadden we in Chili ook eens een rodeo bezocht maar dat was totaal anders dan zo’n gaucho festival hier in Argentinië. Er worden hier vele festivals gehouden en ook al veroordelen we het soms overmatige geweld, je krijgt een goede indruk van het leven van gaucho’s en hun omgang met paarden. Dit festival is één van de grootste in het land en mocht je in die periode daar zijn dan is het toch zeer de moeite waard.
Lees verder