Castilië-La Mancha, de regio van (bouw)kunst en architectuur

Castilië-La Mancha, de regio van (bouw)kunst en architectuur De voornaamste toeristische trekpleister van Castilië-La Mancha is het historische Toledo. Moslims, christenen en joden maakten van deze stad één groot museum voor de bouwkunst. Cuenca is een andere aantrekkelijke stad, beroemd om zijn Hangende Huizen boven op een steile rots. De kathedraal van Cuenca is het oudste gotische bouwwerk van Spanje. In Castilië-La Mancha bent u altijd in de buurt van een kasteel. De kastelen van Sigüenza en Belmonte behoren tot de imposantste. La Mancha werd vereeuwigd door Cervantes in zijn boek 'Don Quichot'. Plaatsen die aan Don Quichot herinneren zijn Consuegra, El Toboso en Campo de Criptana.

Castilië-La Mancha


Castilië-La Mancha / Bron: Mutxamel, Wikimedia Commons (CC BY-SA-4.0)Castilië-La Mancha / Bron: Mutxamel, Wikimedia Commons (CC BY-SA-4.0)

Algemeen

Castilië-La Mancha is één van de zeventien autonome regio's van Spanje en ligt in het zuidoosten van het land. De regio heeft een oppervlakte van 79.462 km² en heeft ruim 2 miljoen inwoners (2016). De hoofdstad is Toledo met ruim 83.000 inwoners (2016). Castilië-La Mancha grenst in het noorden aan de regio's Madrid en Castilië-León. Verder met de klok mee grenst de regio aan Aragón, Valencia, Murcia, Andalusië en Extremadura. De belangrijkste rivier is de Tajo (Taag), die de regio in het noorden in tweeën deelt. De streek La Mancha ligt in het zuidoosten van Castilië-La Mancha. De regio is onderverdeeld in de provincies Guadalajara, Cuenca, Toledo, Albacete en Ciudad Real. Deze provincies hebben de zelfde naam als hun hoofdstad.

Castilië-La Mancha heeft een rijk artistiek en monumentaal erfgoed. Er zijn twee plaatsen die op de werelderfgoedlijst van Unesco staan: de oude binnenstad van Toledo en het oude centrum van Cuenca. Daarnaast zijn er vele locaties die een indrukwekkend historisch en cultureel erfgoed bezitten, zoals de vele kastelen in de regio. De streek La Mancha is bekend van de avonturen van Don Quichot. De 'Ruta de Don Quijote', een culturele rondrit, voert u langs plaatsen die zijn verbonden met deze beroemde ridder.

Geschiedenis

De vroegste periode

Uit archeologische vondsten blijkt dat er in Castilië-La Mancha al zeker 300.000 jaar mensen wonen. De eerste bewoner was de Homo erectus, die ongeveer 40.000 jaar geleden in de schaduw werd gesteld door de Homo sapiens. Vanaf ongeveer 1200 v.Chr. vestigden de Kelten uit het noorden zich in de regio. Zij vermengden zich met de inheemse Iberische volken. De stammen die hier uit voort kwamen werden de Keltiberiërs genoemd. In de 2de eeuw v.Chr. werden de Keltiberiërs verslagen door de Romeinen. De Romeinen stichtten nieuwe nederzettingen en bezetten Keltiberische nederzettingen. Toledo, in het midden van Spanje, werd getransformeerd tot een versterkte stad. Er werd een fort gebouwd op de plaats van het huidige Alcázar. De val van het Romeinse Rijk, in de 5de eeuw n.Chr., leverde Castilië-La Mancha over aan de Visigoten.

Castilië-La Mancha, en dan met name Toledo, is onverbrekelijk verbonden met de geschiedenis van de Visigoten. De Visigoten waren een Germaans volk uit Zuid-Zweden. In de 6de eeuw bezetten zij heel Spanje en werd Toledo de hoofdstad van het Visigotische rijk. Aan het einde van de 6de eeuw namen de Visigoten het katholieke geloof aan. De eenheid van het rijk werd vervolgens bedreigd door de macht van de adel, gesteund door de kerk. De Visigoten bleven zich gedragen als bezetters en ondernamen te weinig pogingen tot assimilatie met de Keltiberiërs. Toen in 711 Moorse legers de Straat van Gibraltar overstaken, ondervonden zij weinig weerstand van het politiek verzwakte rijk van de Visigoten.

Het Moorse en christelijke Castilië-La Mancha

Vanaf 711 werd Castilië-La Mancha bezet door de Moren en werd onderdeel van het kalifaat van Córdoba. Verscheidene Visigoten uit Castilië-La Mancha en de rest van Spanje vluchtten met hun aanhang naar Noord-Spanje. Noord-Spanje was niet door de Moren bezet. Hier ontstonden vanaf het begin van de 8ste eeuw christelijke koninkrijken. Deze koninkrijken breidden zich uit naar het zuiden en heroverden gebieden op de Moren. Eén van die koninkrijken was Castilië. Ferdinand I, de eerste koning van Castilië, begon in de 11de eeuw aan een reeks oorlogen. Hij veroverde een deel van het gebied dat later Castilla la Nueva zou worden. In 1032 viel het kalifaat van Córdoba uiteen in verschillende staatjes, taifas. Deze taifas waren onderling sterk verdeeld, wat hen kwetsbaar maakte voor de christelijke koninkrijken die de Moren wilden verslaan. Toledo was één van de taifas en werd in 1085 door Alfonso VI van Castilië veroverd. Twee jaar later werd het de hoofdstad van het koninkrijk Castilië. Het duurde tot de 12de eeuw voordat Castilië ook andere belangrijke steden kon veroveren. In 1177 werden de stad Cuenca en de streek La Mancha heroverd op de Moren. In 1184 volgde de stad Alarcón. In het begin van de 13de eeuw waren de Moren uit heel de regio verdreven. Castilië-La Mancha werd toegevoegd aan het koninkrijk Castilië.

De 13de t/m de 16de eeuw

Na de herovering van Castilië-La Mancha op de Moren ontstond er een nieuw Castilië. Castilië-La Mancha stond bekend als Castilla la Nueva (Nieuw-Castilië), omdat het na de herovering helemaal opnieuw bevolkt moest worden. De nieuwe bewoners kwamen hoofdzakelijk uit Spanje zelf, maar ook uit Frankrijk, Italië en Engeland. Zij kregen hun grond van Militaire Kloosterorders. Aan deze orders werd op grote schaal land geschonken als dank voor de bewezen diensten.

Tussen 1087 en 1561 was Toledo de hoofdstad van het koninkrijk Castilië. In 1561 werd echter Madrid de hoofdstad van het koninkrijk Castilië, en daarnaast ook de hoofdstad van Spanje. Madrid en omgeving was sinds de herovering op de Moren ook onderdeel van Castilië. Aan de bloeitijd van Toledo kwam een einde en de stad was nog slechts de religieuze hoofdstad van het land.

De 17de t/m de 19de eeuw

In het begin van de 17de eeuw nam de bevolking van Castilië-La Mancha verder toe en er werden nieuwe steden en gemeenten gesticht. Het ging economisch steeds beter, mede door de stijgende productie van de landbouw. Aan deze positieve ontwikkeling kwam aan het eind van de 17de eeuw een einde. Een pestepidemie, en ook een hongersnood bracht een emigratiestroom naar ander gebieden in Spanje op gang.

In de 18de eeuw werden economische hervormingen doorgevoerd die handel en landbouw een nieuwe impuls gaven. Vooral de komst van de wijnbouw in de regio was gunstig voor de landbouw. Door het economische herstel steeg ook het aantal inwoners weer. In 1785 vond er een territoriale ordening plaats. Castilië-La Mancha werd onderverdeeld in de provincies Guadalajara, Cuenca, Toledo en La Mancha.

In 1833 werd Castilië-La Mancha opnieuw onderverdeeld in provincies. De provincie La Mancha werd vervangen door de provincie Ciudad Real. Ook kwam er een nieuwe provincie bij, Albacete. Met deze provinciale indeling kreeg Castilië-La Mancha zijn huidige vorm en naam.

De 20e eeuw

Tijdens de Burgeroorlog (1936-1939) was Castilië-La Mancha loyaal aan de republikeinen. In Guadalajara vonden felle gevechten plaats tussen de republikeinen en de troepen van Franco. Ook in Toledo werd gevochten. Het Alcázar werd ingenomen door de troepen van Franco die vervolgens een republikeins beleg van 68 dagen doorstonden.

Aan het eind van de jaren zeventig werd er een begin gemaakt met het verlenen van autonomie aan diverse Spaanse regio's. In 1979 werd voor Castilië-La Mancha de Ente Pre-autonómico opgericht, een pre-autonomie. In 1982 werd Castilië-La Mancha een autonome regio. In 1983 werd Toledo gekozen als hoofdstad van de regio.

Toplocaties

Toledo

Het historische centrum van Toledo ligt schitterend op een heuvel boven de rivier de Taag. De Romeinen bouwden een fort op de plaats van het huidige Alcázar. In de 6de eeuw werd Toledo de hoofdstad van het Visigotische rijk. Zowel christenen, moslims als joden hebben in Toledo hun stempel gedrukt op de architectuur en cultuur.

De kathedraal van Toledo / Bron: Rjhuttondfw, Flickr (CC BY-2.0)De kathedraal van Toledo / Bron: Rjhuttondfw, Flickr (CC BY-2.0)
Midden in het oude centrum staat de Catedral Primada. De kathedraal werd gebouwd tussen 1227 en 1493. De langdurige bouwperiode verklaart de verschillende stijlen: van Frans-gotisch tot Spaanse mudejar- en platereske elementen. Binnen bestaat het interieur uit een rijkdom aan kunstschatten. Het Koor (Capilla Mayor) bevat een groot 16de-eeuws gebeeldhouwd en polychroom beschilderd retabel. In het Coro (15de en 16de eeuw) kunt u fraaie koorstoelen uit de Spaanse gotiek bewonderen. In de Sala Capitular (Kapittelzaal) zijn 16de-eeuwse muurschilderingen te zien. De kapittelzaal bezit eveneens een mooi polychroom mudejarplafond (16de eeuw). De Sacristía (Sacristie) bevat vele kostbare schilderijen. Het bekendste schilderij is De Ontkleding van Christus (1579) van El Greco. Er hangt ook werk van Titiaan, Van Dijck, Goya en Morales. In de Schatkamer (Capilla de San Juan) bevindt zich de meer dan 3 m hoge, 16de-eeuwse gotische monstrans. Op de dag van de Corpus Christi-viering wordt deze rondgedragen door de straten van de stad.

In het oosten van het centrum staat het Alcázar. Het versterkte paleis van Karel V staat op de plaats van oude Romeinse, Visigotische en Moorse burchten. In 1936 werd het Alcázar vrijwel volledig verwoest toen de nationalisten een republikeins beleg van 68 dagen doorstonden. Daarna werd het in oude stijl gerestaureerd. In het Alcázar bevindt zich ook het Museo del Ejército, dat vroeger in Madrid huisde. In dit legermuseum worden 6500 voorwerpen tentoongesteld en er wordt ook aandacht besteed aan de gebeurtenissen van 1936. In het westen van het centrum staat de Sinagoga del Tránsito. Deze voormalige synagoge werd gebouwd in de 14de eeuw. In 1492 werd ze verbouwd tot kerk. De synagoge heeft een rijk mudejar-interieur. Het bovenste gedeelte van de muren en de koorsluiting hebben prachtig mudejar-pleisterwerk. Hier vormen islamitische, gotische en Hebreeuwse geometrische motieven een harmonieuze combinatie. Daarboven bevindt zich een fraai plafond met houtsnijwerk van cederhout. In een zijkamer is het Museo Sefardí ingericht. Hier staat het rijke joodse verleden van Toledo centraal. De voorwerpen dateren van zowel voor als na de verbanning van de joden uit Spanje, eind 15de eeuw. In het noorden van het centrum staat de Mezquita del Cristo de la Luz. Deze moskee werd in 999 gebouwd. Met de grote mezquita van Córdoba is dit de enige overgebleven moskee uit de tijd van het kalifaat. Net als in de moskee van Córdoba worden de bogenrijen gedragen door versierde zuilen. In de 12de eeuw werk de moskee omgevormd tot kerk, onder de naam Cristo de la Luz.

Cuenca

Cuenca is spectaculair gelegen boven op een rotsplateau tussen de Júcar en zijn zijrivier de Huécar. Het schilderachtige oude centrum is opmerkelijk goed bewaard gebleven. De grootste bezienswaardigheid is de kathedraal. Ook bezienswaardig zijn de Hangende Huizen, die zijn verbouwd tot een museum.

In het oude centrum staat de Catedral de Nuestra Señora de Gracia. Deze kathedraal is het oudste gotische bouwwerk van Spanje. De gevel van de kathedraal werd herbouwd nadat de toren aan de noordzijde in 1902 was ingestort. De bouw van een nieuwe toren is nooit uitgevoerd. Met de oorspronkelijke bouw van de kathedraal werd in 1183 begonnen. De drie beuken en de Torre del Ángel werden in de 13de eeuw voltooid. Zij vertonen Anglo-Normandische invloeden. In de renaissance zijn nieuwe versieringen aangebracht. Het 15de-eeuwse koor wordt afgesloten door een sierlijk hekwerk (16de eeuw) in de stijl tussen gotiek en renaissance. De deuropening van de kapittelzaal (16de eeuw) is uitgevoerd in platereske stijl, met rijkelijk bewerkte panelen van notenhout. In de 20e eeuw werden er in de kathedraal glas-in-loodramen aangebracht.. In 2012 werd de kloostergang (16de eeuw) gerestaureerd.

De beroemde Hangende Huizen van Cuenca / Bron: Tomás Fano, Flickr (CC BY-SA-2.0)De beroemde Hangende Huizen van Cuenca / Bron: Tomás Fano, Flickr (CC BY-SA-2.0)
Rechts van de kathedraal bevinden zich huizen die lijken te balanceren op de rand van het ravijn waardoor de Huécar stroomt. Deze Casas Colgadas (Hangende Huizen) hebben Cuenca beroemd gemaakt. Ze zijn in de 14de eeuw gebouwd als uitbreiding van de stad boven het ravijn. Vroeger waren het er zo veel dat ze de hele stad omringden. Ze werden echter verlaten en raakten in verval. Slechts drie zijn er nog over, die in de jaren dertig van de 20e eeuw zijn gerestaureerd. Nu is het Museo de Arte Abstracto Español erin gevestigd. De inrichting van dit museum is uniek door de structuur van de Hangende Huizen. De uitgestalde kunstobjecten trekken minstens zoveel aandacht. De kunstenaars van wie werken worden tentoongesteld maken deel uit van de Generación Abstracta uit de jaren zestig van de 20e eeuw. U ziet werk van Zóbel, Tàpies, Chillida, Torner, Rueda en anderen. Tussen de Hangende Huizen en de kathedraal ligt het Museo Arqueológico de Cuenca. Dit museum is gevestigd in het 14de-eeuwse Casa del Curato. De collectie bestaat hoofdzakelijk uit archeologische vondsten uit de prehistorische en de Romeinse tijd. Het museum bevat ook collecties op het gebied van beeldende kunst, folklore en regionale geschiedenis.

Sigüenza

Sigüenza is gebouwd tegen een heuvelhelling. De stad wordt gedomineerd door het kasteel boven op de heuvel. Beneden, in het centrum, is de kathedraal de belangrijkste attractie.

Het beeld van El Doncel in de kathedraal / Bron: Santiagolopezpastor, Flickr (CC BY-ND-2.0)Het beeld van El Doncel in de kathedraal / Bron: Santiagolopezpastor, Flickr (CC BY-ND-2.0)
Grenzend aan het Plaza Mayor staat de Catedral. Met de bouw van de kathedraal werd begonnen in de 12de eeuw, in vroeggotische stijl. De bouw werd voltooid in de 15de eeuw, aan het eind van de gotiek. De kooromgang en de kloostergang zijn van latere datum. Belangrijker is het interieur, vooral vanwege de vele kunstwerken die er te zien zijn. De pastorie wordt afgesloten door een mooi 17de-eeuws hekwerk met aan weerskanten een preekstoel van albast. In een kapel van de kooromgang staat een houten Christusbeeld dat dateert uit de 16de eeuw. In de Capilla de Santa Librada staat het altaar van Santa Librada (16de eeuw). Het bevat beschilderde panelen die het leven van de martelares, de H. Librada, afbeelden. In de kapel staat ook het 16de-eeuwse graf van de Portugese bisschop Dom Fadrique. Het is gemaakt in platereske stijl en heeft een overdadige versiering. De sacristie heeft een mooi plafond, een werk van de kunstenaar Covarrubias. Het is versierd met talloze portretten en rozen, met daartussen afbeeldingen van engelen. In de Capilla del Doncel, in de rechter kruisarm, staat de tombe van El Doncel. El Doncel was een jonge schildknaap van koningin Isabella, die sneuvelde tijdens een belegering in 1486. Het beeld van de lezende jongen is verbazingwekkend realistisch. In de linker kruisarm bevindt zich de 16de-eeuwse gotische Puerta del Pórfido. Deze poort leidt naar de kloostergang. Rond de 16de-eeuwse, gotische kloostergang liggen kapellen met deuren en platereske stijl. In de kapittelzaal worden boeken, handschriften en een collectie 17de-eeuwse Vlaamse wandtapijten tentoongesteld.

Tegenover de kathedraal ligt het Museo Diocesano de Arte Antiguo. Dit museum bezit een uitgebreide verzameling kerkelijke kunst, waaronder een 14de-eeuws Mariabeeld van albast. Andere belangrijke objecten zijn een Piëta die wordt toegeschreven aan Morales en de Onbevlekte Ontvangenis van Zurbarán.

Boven Sigüenza, op een heuvel, staat het Castillo. Dit kasteel is in de 8ste eeuw door de Moren gebouwd, op de resten van een Romeins fort. Het kasteel is nu een luxe parador.

Ruta de Don Quijote

La Mancha, met zijn windmolens en middeleeuwse kastelen, werd vereeuwigd door Cervantes in de heroïsche avonturen van Don Quichot. De Don Quichot-route laat u in de voetsporen treden van de eeuwig dolende ridder, die ruim 400 jaar geleden werd geboren.

De windmolens van Consuegra / Bron: Pavlemadrid, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)De windmolens van Consuegra / Bron: Pavlemadrid, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
Boven het dorp Consuegra staan elf windmolens en een gerestaureerd kasteel. Het kasteel en één molen kan worden bezichtigd. Er is weinig bekend over de band tussen Cervantes en Consuegra. Maar op het huis op nr. 11 van het Plaza San Juan zit een 16de-eeuws schild met het wapen van een zekere familie Cervantes. Puerto Lápice was de eerste plaats die Don Quichot aandeed. Hij werd hier 'geridderd' in een herberg waarvan hij dacht dat het een kasteel was. De 17de-eeuwse herberg is nu volledig gewijd aan de dolende ridder. De windmolens die Don Quichot aanviel zouden in Campo de Criptana staan. Er staan hier tien resterende windmolens van de ooit 32 exemplaren in het dorp. Drie 16de-eeuwse molens werken nog, in één ervan is het toeristenbureau gevestigd. Het dorpje El Toboso is dé trekpleister voor Cervantes-liefhebbers. Hier zou Dulcinea, de denkbeeldige geliefde van Don Quichot hebben gewoond. Het Museo-Casa de Dulcinea is in de 16de-eeuwse staat hersteld. In het huis woonde Doña Ana Martínez, naar wie Dulcinea zou zijn gemodelleerd. Vlakbij het huis ligt het Centro Cervantino. Het biedt onderdak aan het toeristenbureau en een klein museum dat is gewijd aan Cervantes. Het bezit een grote collectie uitgaven van Don Quichot. Het dorp Belmonte heeft niets met Don Quichot te maken, maar is wel kenmerkend voor La Mancha. De belangrijkste attractie is het Castillo. Het 15de-eeuwse kasteel is één van de best bewaarde van de streek. Binnen ziet u mooie plafonds met houtsnijwerk en mudejar-pleisterwerk. In het dorpje Argamasilla de Alba heeft Cervantes in de gevangenis gezeten. Toen hij nog werkte als belastinginner, werd hij enige tijd opgesloten wegens fraude. Zijn cel is nog te bezichtigen. Een belangrijk stadje in Don Quichot is Villanueva de los Infantes. Hier zou Don Quichot hebben gewoond toen hij aan zijn tocht begon en overleed hij ook na zijn avonturen.

De beroemde queso manchego / Bron: Zerohund, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)De beroemde queso manchego / Bron: Zerohund, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)

Eten en drinken

In de keuken van Castilië-La Mancha is vlees het meest gebruikte ingrediënt. Dit is in de meeste gevallen kleinwild, zoals konijn en patrijs. Ook groenten zijn een belangrijk ingrediënt, vooral paprika's, tomaten en uien. In Castilië-La Mancha wordt ook kaas geproduceerd, de beste kaas van Spanje komt hier vandaan. De regio staat ook bekend om zijn wijnen, het wijngebied La Mancha is het grootste aaneengesloten wijngebied ter wereld.

Een klassiek hoofdgerecht uit de regio is gazpacho Manchego. Dit gerecht is heel iets anders dan het beroemde gerecht uit Andalusie. Hier is het een stoofschotel met konijn, kip, ongezuurd cakebrood, tomaten, paprika's, uien, champignons en knoflook. De kip kan eventueel vervangen worden door patrijs, kwartel of duif. Een andere regionale specialiteit is pisto manchego (groenteschotel met aardappels, ham of spek, tomaten, paprika's, uien en courgettes).

Castilië-La Mancha heeft een aantal producten met de aanduiding DO (Denominacíon de Origen). De aanduiding DO garandeert de herkomst en kwaliteit van een product. In de regio is er één kaassoort met de aanduiding DO, de queso manchego. Deze kaas is de beroemdste van alle Spaanse kazen. De kaas is gemaakt van melk van schapen van het ras manchega. Het is een geperste kaas met een licht pikante en zoute smaak. Er bestaan vele varianten en de rijpingstijd varieert van 60 dagen tot twee jaar.

In Castilië-La Mancha wordt ook wijn geproduceerd. In de regio zijn er vijf wijngebieden met de aanduiding DO. Dit zijn La Mancha, Valdepeñas, Almansa, Méntrida en Mondéjar. La Mancha is het grootste aaneengesloten wijngebied ter wereld. Hier komen nogal gewone rode en witte wijnen vandaan. De beste wijnen van Castilië-La Mancha komen uit Valdepeñas. Dit wijngebied produceert kwalitatieve rode wijnen, witte wijnen en rosés. De in eikenhouten vaten gerijpte rode wijn is van uitstekende kwaliteit. Uit Almansa komen krachtige rode wijnen en redelijk gewone witte wijnen en rosés. Méntrida produceert robuuste rode wijnen en gewone witte wijnen en rosés. Uit Mondéjar komen gewone rode wijnen en witte wijnen.

Fiestas in Castilië-La Mancha

Castilië-La Mancha heeft een levendige, kleurrijke cultuur. Dit is terug te zien in de talrijke fiestas (feesten). De feesten hebben vaak een religieuze achtergrond, met soms een heidense oorsprong. Ze gaan vaak gepaard met processies, eten en drinken, muziek, dans en andere attracties.

De duivels tijdens de processie met de H. Blasius / Bron: Emiliano García-Page Sánchez, Flickr (CC BY-SA-2.0)De duivels tijdens de processie met de H. Blasius / Bron: Emiliano García-Page Sánchez, Flickr (CC BY-SA-2.0)
La Endiablada
Het feest La Endiablada wordt elk jaar gehouden in Almonacid del Marquesado, vlakbij Cuenca. De festiviteiten vinden plaats op 1, 2, 3 en 4 februari, ter ere van de Virgen de la Candelaria (Maria-Lichtmis) en de H. Blasius. Als duivels verklede mannen, met koeienbellen op hun rug, lopen door de straten van het dorp. Zij dansen bij processies naast de wagens met de beelden van de twee heiligen. Al dansend laten ze hun bellen luid en onophoudelijk rinkelen.

La Endiablada vindt zijn oorsprong waarschijnlijk uit de Keltische tijd. Het huidige feest is waarschijnlijk gebaseerd op een legende over de Virgen de la Candelaria. Maria moest na de geboorte van Jezus haar kind presenteren in een tempel. Maar omdat ze geen man had die haar kind had verwekt schaamde zij zich om naar de tempel te komen. Zij kwam toch naar de tempel. De aandacht werd van haar afgeleid door mannen verkleed als duivels, rinkelend met hun koeienbellen. La Endiablada kan ook gebaseerd zijn op een gebeurtenis in de late middeleeuwen. Een herder uit Almonacid del Marquesado vond het begraven beeld van de H. Blasius in het plaatsje Majanares. Dit plaatsje lag tussen Almonacid en Puebla de Almenara. Het lukte de mensen uit Puebla de Almenara niet om het beeld op te graven. Het lukte Almonacid wel en sindsdien hoorde het beeld bij dit plaatsje. De herders waren dolblij met deze gebeurtenis dat zij met hun koeienbellen op hun rug rinkelden. Ze wasten het beeld van de heilige, iets dat elk jaar wordt herinnerd op 2 februari.

Het feest begint al op 1 februari. De duivels komen 's avonds samen in het huis van hun leider. Daarna gaan ze naar het huis van de burgemeester en vragen daar toestemming om het feest te beginnen. Vervolgens gaan de duivels naar de parochiekerk om daarna te beginnen aan hun tour door de stad. Hierbij maken ze het onmiskenbare geluid van de koeienbellen, dat de komende dagen in de stad te horen zal zijn. De volgende dag, 2 februari, is grotendeels gewijd aan de Virgen de la Candelaria. De duivels gaan eerst naar de kerk. Daarna begint de processie, het hoogtepunt van de dag. Het beeld van de Maagd wordt door de straten gevoerd, begeleid door de duivels die dansen, springen en geluid maken. De processie wordt ook begeleid door dansers en muzikanten. Na de processie vindt er een mis plaats en gaan de duivels weer terug naar de kerk. Een ander hoogtepunt van de dag is het wassen van het beeld van de H. Blasius. Op 3 februari staat de H. Blasius centraal. Deze dag is bijna het zelfde als de dag ervoor. De processie ter ere van de H. Blasius is hetzelfde als die van de Candelaria. Alleen de duivels dragen nu de mijter van de H. Blasius, in plaats van hun hoofdtooi met bloemen van de Maagd. Op 4 februari zijn de duivels niet meer aanwezig. Er wordt die dag gedanst en muziek gemaakt. Dit alles staat in groot contrast met het lawaai en de razernij van de duivels.

Corpus Christi Toledo

Toledo heeft één van de oudste en belangrijkste Corpus Christi-vieringen van Spanje. Het feest wordt al sinds de 15de eeuw gevierd. De Corpus Christi-viering vindt plaats op de donderdag 60 dagen na Paaszondag, in mei of juni. Hoogtepunt is de processie met de enorme monstrans uit de kathedraal.

Een aantal weken voor de processie wordt de route versierd met bloemen, slingers en kransen. De voor het feest worden balkons, ramen en muren versierd met antieke wimpels en 17de-eeuwse wandtapijten. Ook wordt het plein voor de kathedraal bedekt met bloemen en welriekende kruiden. De Corpus Christi-viering wordt voorgezeten door de aartsbisschop van Toledo, de belangrijkste primaat van Spanje. Het hoogtepunt van de dag is de processie. De enorme monstrans wordt uit de schatkamer van de kathedraal gehaald en door de straten van de stad gedragen. De processie wordt gevolgd door een lange stoet gelovigen, religieuze broederschappen en orders. De geuren, kleuren en gezangen scheppen een mystieke, feestelijke sfeer.

De TALGO-intercitytrein op het traject Madrid-Guadalajara / Bron: Fototrenes, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.0)De TALGO-intercitytrein op het traject Madrid-Guadalajara / Bron: Fototrenes, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.0)

Vervoer

Castilië-La Mancha heeft geen internationale luchthaven en is per vliegtuig niet rechtstreeks vanuit Nederland bereikbaar. Voor internationaal vliegverkeer is de luchthaven van Madrid de beste bestemming. Vanuit Madrid is Castilië-La Mancha goed te bereiken per trein, bus of auto.

Alle treinstations in de regio liggen aan lijnen van en naar Madrid. Vanuit Madrid rijdt er een AVE-hogesnelheidstrein naar Toledo en Cuenca. De intercitytreinen van de TALGO rijden naar Ciudad Real, Albacete en Guadalajara. Treinen van de RENFE rijden naar Campo de Criptana en Sigüenza. Van maart tot november rijdt er ook een 'middeleeuwse' trein van Madrid naar Sigüenza, de Tren medieval a Sigüenza. Bij het retourtje is een bezoek met gids aan de stad inbegrepen.

Castilië-La Mancha beschikt ook over goede busverbindingen. De volgende plaatsen hebben (anno 2018) een busstation: Toledo, Cuenca, Sigüenza, Consuegra, Campo de Criptana en Belmonte. Toledo, Cuenca en Sigüenza zijn ook vanuit Madrid per bus te bereiken.

De auto is het meest praktische vervoermiddel om de regio te verkennen. Vanuit Madrid is Castilië-La Mancha te bereiken met een uitgebreid netwerk van snelwegen. Toledo, Consuegra, Albacete en Ciudad Real zijn met snelwegen te bereiken. De overige plaatsen in de regio zijn te bereiken met hoofdwegen, secundaire wegen en toeristische routes.

Lees verder

© 2018 - 2024 Maarten1968, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Cuenca, verborgen parel in La ManchaCuenca is de hoofdstad van de gelijknamige Spaanse provincie en ligt op 150 kilometer ten oosten van de hoofdstad Madrid…
Saffraan in SpanjeCrocus Sativus noemen plantkundigen de irisachtige die een waardevolle schat in zich draagt. De verse stempels van deze…
Extremadura, de meest afgelegen regio van SpanjeExtremadura, de meest afgelegen regio van SpanjeVan alle regio's van Spanje ligt Extremadura (land achter de Duero) het verst verwijderd van de moderne wereld. Ondanks…
Bronnen en referenties
Maarten1968 (59 artikelen)
Laatste update: 15-09-2019
Rubriek: Reizen en Recreatie
Subrubriek: Europa
Bronnen en referenties: 12
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.