De autonome regio Madrid, meer dan de Spaanse hoofdstad
De stad Madrid maakt deel uit van de autonome regio Madrid. Ook de regio Madrid heeft, net als de stad, een aantal interessante bezienswaardigheden. Ten noorden van de stad Madrid ligt de Sierra de Guadarrama. In dit gebergte kunt u 's winters skiën en 's zomers de hitte van de stad ontvluchten. Aan de westelijke kant van het gebergte ligt één van de beroemdste monumenten van Spanje, het paleis El Escorial. In de stad Aranjuez, ten zuiden van de stad Madrid, bevindt zich een mooi zomerpaleis. In de regio liggen historische stadjes als Alcalá de Henares, met een universiteitsgebouw in renaissancestijl. Het stadje Chinchón heeft een schilderachtig plein.
De autonome regio Madrid
Algemeen
Madrid is één van de zeventien autonome regio's van Spanje, gelegen in het centrum van het Iberisch Schiereiland. De regio heeft een oppervlakte van 8.028 km² en heeft bijna 6,5 miljoen inwoners (2016). De hoofdstad is Madrid met bijna 3,2 miljoen inwoners (2016). Madrid is ook de hoofdstad van Spanje. De regio Madrid is zowel een autonome regio als een provincie en is dus niet onderverdeeld in verschillende provincies. De regio Madrid grenst in het noordwesten aan de regio Castilië-León. De rest van de regio grenst aan de regio Castilië-La Mancha.
De regio Madrid heeft een rijk cultureel en natuurlijk erfgoed. Er zijn drie plaatsten die op de werelderfgoedlijst van Unesco staan: het paleis El Escorial, de oude binnenstad van Alcalá de Henares en het paleis met bijbehorende tuinen van Aranjuez. De Sierra de Guadarrama staat niet op de werelderfgoedlijst, maar heeft toch veel te bieden. Dit nationaal park heeft een rijke flora en fauna, en u kunt er 's winters skiën en 's zomers wandelen. De stad Madrid staat onder meer bekend om het Plaza Mayor. Ook het stadje Chinchón heeft een schilderachtig plein, omgeven door huizen met overhangende balkons.
Geschiedenis
De vroegste periode
Ongeveer 300.000 jaar geleden leefden er stammen van de Homo erectus in en rond de stad Madrid. Ongeveer 40.000 jaar geleden werden zij verdreven door de Homo sapiens. Vanaf ongeveer 1200 v.Chr. werd de regio bevolkt door de Kelten. Vervolgens ontstonden er stammen van gemengd Iberisch-Keltische herkomst, ook wel aangeduid als Keltiberiërs. In de 2de eeuw v.Chr. werd de stad Madrid en omgeving veroverd door de Romeinen. Alcalá de Henares werd een redelijk belangrijke Romeinse stad. Daarentegen bleef Madrid een onbetekenend gehucht. Na het vertrek van de Romeinen, in de 5de eeuw n.Chr., maakten de Visigoten zich meester van de regio. De Visigoten hadden evenmin belangstelling voor de regio en maakten van Toledo hun hoofdstad.
Het Moorse en christelijke Madrid
In het begin van de 8ste eeuw werden de Visigoten verslagen door de Moren. De Moren wilden zich beschermen tegen de opmars van christelijke koninkrijken uit het noorden. Zij bouwden daarom een verdedigingssysteem van forten en wachttorens. In de 9de eeuw werd het fort 'Majerit' gebouwd, daar is de naam Madrid van afgeleid. In de 11de eeuw begonnen de christenen met de herovering van de stad Madrid en omgeving op de Moren. In 1083 werd de stad Madrid veroverd door Alfonso VI van Castilië. In het begin van de 12de eeuw waren de Moren uit heel de regio verdreven. Alcalá de Henares werd in 1118 als laatste opgenomen in het koninkrijk Castilië.
De christelijke herbevolking (11de t/m de 15de eeuw)
Na de herovering van de stad Madrid en omgeving op de Moren moest de regio helemaal opnieuw bevolkt worden. De nieuwe bewoners waren hoofdzakelijk boeren uit Castilië. Zij kregen hun grond van succesvolle ridders aan wie op grote schaal land werd geschonken als dank voor de bewezen diensten. Door de herbevolking ging het economisch, maar vooral ook politiek steeds beter met de regio. In de 13de eeuw had de regio een verregaande autonomie binnen het koninkrijk Castilië. Verschillende plaatsen, zoals Madrid en Alcalá de Henares maakten grotendeels hun eigen wetten en konden een beroep doen op hun oude rechten. In de 15de eeuw werd de zogeheten Tierra de Madrid opgericht. Dit zorgde voor meer eenheid in de regio en zou de aanzet vormen tot de latere provincie Madrid.
De nieuwe hoofdstad
Vanaf de 14de eeuw kregen de koningen van Castilië steeds meer belangstelling voor de stad Madrid en omgeving. De regio groeide ook op cultureel gebied. In 1508 werd de universiteit van Alcalá de Henares geopend. In 1561 verplaatste Filips II de hofhouding van Valladolid naar Madrid. Madrid was nu officieel de hoofdstad van het koninkrijk. Er werd begonnen met de bouw van het paleis El Escorial, dat voor een deel dienst deed als buitenverblijf. Later werden er nog meer paleizen gebouwd, zoals het zomerpaleis in Aranjuez.
Van provincie naar autonome regio
In 1833 werd Madrid en omgeving een provincie. De provincie Madrid werd toegewezen aan Castilla la Nueva. De huidige regio Castilië-La Mancha stond vroeger bekend als Castilla la Nueva, Nieuw-Castilië. In 1981 scheidde de provincie Madrid zich af van Castilla la Nueva. Vanwege de machtspositie van Madrid werd het een provincie met een speciale status. Deze status was een autonomie in wording. In 1982 werd Castilië-La Mancha, voorheen Castilla la Nueva, een autonome regio. In 1983 werd ook Madrid een autonome regio. Madrid werd gekozen als hoofdstad van de regio.
Madrid vandaag
Het dunbevolkte Midden-Spanje is vooral een landbouwgebied met een relatief laag inkomen. Dit geldt echter niet voor de regio Madrid. De dichtbevolkte regio is de locomotief die de Spaanse economie trekt. Het gemiddelde inkomen per inwoner ligt bijna 30 procent hoger dan het Spaanse gemiddelde. De economische activiteit van de regio is vooral gericht op lichte industrie en dienstverlening, waaronder het toerisme.
Toplocaties
Sierra de Guadarrama
Ruim 60 km ten noorden van de stad Madrid ligt het nationale park Sierra de Guadarrama. De hellingen van het gebergte zijn bedekt met dennen, berken en taxusbomen. In het park zijn verscheidene vakantiedorpen aangelegd, met in de buurt interessante bezienswaardigheden. In de winter kunt u in het park skiën. In de zomer kunt u er wandelen of de hitte van de stad ontvluchten.
Een interessante bezienswaardigheid bevindt zich in het dorpje
El Paular. Hier ligt het oudste
kartuizerklooster van Castilië, gesticht in 1390. Het huidige complex bestaat uit een klooster, een kerk en een gasthuis. De kerk is het meest interessant. Hier bevindt zich een waardevol albasten altaarstuk uit de 15de eeuw. Vlakbij het dorpje
Manzanares el Real staat het
kasteel. Het 15de-eeuwse kasteel is één van de laatste grote kastelen van Spanje. Het heeft een vierkant bouwplan met een mooi kasteelplein en imposante vestingmuren- en torens. Vlakbij het kasteel staat het
Santa Cruz de Valle de los Caídos. Generaal Franco heeft het Heilige Kruis van de Vallei der Gevallenen laten bouwen als gedenkteken voor degenen die in de Burgeroorlog vielen. Het kruis is 150 m hoog en staat hoog boven een basiliek, in bijna twintig jaar tijd door dwangarbeiders uit de rotsen gehakt. Binnen bevinden zich de graven van Franco en Primo de Rivera, oprichter van de Falange Española.
In het bezoekerscentrum van het park, in
La Pedriza, kunt u informatie krijgen over de wandelpaden die door het park lopen. Een net van wandelpaden begint in het nabij gelegen vakantiedorp
Cercedilla. Van hieruit kunt u wandelen in de
Sierra de la Pedriza, waar beken door het groene landschap stromen. Een wandeling naar het vakantieoord
Miraflores de la Sierra biedt een mooi uitzicht over de Sierra de la Pedriza. In het bos van
Puerto de la Morcuera wandelt u door bossen en verlaten heidevelden.
Op de
Puerto de Navacerrada bevindt zich een druk wintersportoord. Dit oord is verdeeld in twee gebieden. Het hoogste gedeelte ligt 2178 m boven de zeespiegel. Dit gedeelte heeft pistes voor de gevorderde skiërs. Het lagere gedeelte ligt 1763 m hoog en is geschikt voor beginners. Er zijn in totaal 9 skiliften en 19 pistes die zich per piste uitstrekken over ongeveer 5 km.
Monasterio de El Escorial
Het paleis annex klooster van El Escorial ligt aan de voet van de Sierra de Guadarrama. Het werd tussen 1563 en 1584 door Filips II gebouwd en is gewijd aan de H. Laurentius. De strenge, sobere bouw leidde tot de nieuwe bouwstijl Herreriano, van Juan de Herrera. Het paleis is een bezoek meer dan waard om zijn mooie architectuur, de koninklijke graven en de kunstwerken van beroemde schilders. Rondom het paleis ontstond het plaatsje San Lorenzo de El Escorial.
De belangrijkste woongedeelten van de
Palacios (Koninklijke vertrekken) bevinden zich boven. Op de 2de verdieping bevinden zich de privévertrekken van Filips II. De koninklijke vertrekken van de Bourbons zitten op de 3de verdieping. Onder het woongedeelte is het
Museum voor schilderkunst gevestigd. De collectie bestaat hoofdzakelijk uit werken van Titiaan, Rogier van der Weyden, Rubens en El Greco. De
Basílica lijkt binnenin op de Sint-Pieter in Rome. De koepel is het pronkstuk van de architect Herrera, die ook het 30 m hoge altaarstuk ontwierp. Naast de basiliek bevindt zich het
Panteones (Koninklijk pantheon). Alle Spaanse koningen sinds Karel V zijn hier begraven, behalve Filips V, Ferdinand VI en Amadeus van Savoye. De
Biblioteca heeft een indrukwekkende collectie van 40.000 boeken. Meer dan 10.000 boeken komen uit de particuliere verzameling van Filips II. De bibliotheek heeft ook een verzameling zeldzame manuscripten uit de 5de tot de 18de eeuw. De plafonds van de
Salas Capitulares (Kapittelzalen) zijn versierd met fresco's van Italiaanse kunstenaars. In de eerste zaal hangen werken van El Greco, Ribera, Titiaan en Velázquez. De tweede zaal is gewijd aan Titiaan, Tintoretto en Veronese. Naast de kapittelzalen ligt de
Patio de los Evangelistas (Binnenhof van de evangelisten). Hier staat een tempel van Herrera. In de mooie tuinen van de patio kunt u prettig wandelen. In de aangrenzende
Sacristía wordt de heilige hostie bewaard die Filips II cadeau kreeg van de Duitse keizer. Tegenover de patio ligt het
Convento (Klooster), gesticht in 1567. Het wordt sinds 1885 bewoond door augustijnen. In het
Colegio, vlakbij de hoofdingang, bevindt zich het Alfonso XII-college. Deze kostschool werd in 1875 door monniken gesticht. Bij de uitgang ligt de
Patio de los Reyes (Binnenhof der koningen). Eén van de drie klassieke portalen in de hoofdgevel komt uit op deze binnenplaats.
Alcalá de Henares
Alcalá de Henares stond in de tijd van de Romeinen bekend onder de naam Complutum. Het was een tamelijk belangrijke plaats en later had de Visigotische kerk hier een bisschopszetel. Net als de geschiedenis van Salamanca is die van Alcalá vooral verbonden met die van zijn universiteit. Bovendien is de stad de geboorteplaats van de schrijver van Don Quichot.
In het centrum van de stad staat één van de beroemdste universiteiten van Spanje. De universiteit, ook wel het
Colegio de San Ildefonso genoemd, is gesticht in 1508. Stichter van de universiteit was de aartsbisschop van Toledo, Francisco Ximénez de Cisneros. De fraaie gevel in platereske stijl is gebouwd in 1543. Binnen zijn een aantal bezienswaardige delen van het complex te bewonderen. De
Paranínfo (1520) is een gehoorzaal met een prachtig artesonado-plafond (plafond in houtsnijwerk). De renaissancistische
Patio Trilinqüe (1557) maakte deel uit van het Colegio de San Jerónimo. Hier werden de drie dode talen (Latijn, Grieks en Hebreeuws) onderwezen. De
Capilla de San Ildefonso (16de eeuw) deed dienst als universiteitskerk. Bijzonder is het plafond, eveneens voorzien van houtsnijwerk. De muren zijn versierd met reliëfs van stucwerk in laatgotische stijl en platereske stijl.
Vlakbij de universiteit staat het
El Corral de Comedias. Dit middeleeuwse theater is het oudste theater van Europa (1601). Het was een rechthoekige ruimte, in de openlucht en omringd door huizen. De studenten kwamen hier voorstellingen geven. Het publiek stond of zat op de stenen. Voor de studenten werd er later een podium gebouwd. In 1700 werd er een dak toegevoegd. In de 19de eeuw kreeg het theater zijn huidige vorm en werden er balkons voor het publiek gebouwd. Vlakbij het theater staat het
Casa Natal de Cervantes. Dit is het geboortehuis van Cervantes (1547-1616), bekend van de beroemde roman Don Quichot. In het huis is er veel te zien dat aan de schrijver herinnert, zoals schrijftafels, een hemelbed, vuurkorven, kisten en toiletbenodigdheden.
Aranjuez
De enige bezienswaardigheid van Aranjuez is het
Palacio Real. Dit zomerpaleis bestond al in de 14de eeuw, maar werd later door Karel V uitgebreid. Het huidige paleis is te danken aan Filips II, die de architecten van het paleis El Escorial opdracht tot de bouw gaf. Twee opeenvolgende branden in de 18de eeuw verwoestten het paleis, dat door de Bourbons weer werd opgebouwd. Na de laatste restauratie in 1752 voegde Karel III twee vleugels aan het paleis toe. Aan de noordzijde, tussen stad en rivier, werden Franse en Engelse tuinen aangelegd. Deze werden al aangelegd door Filips II, maar voltooid door Karel IV.
Tuinen omringen het koninklijk paleis in Aranjuez /
Bron: WikimediaImages, PixabayHet interieur van de ontelbare kamers is grotendeels barok en rococo. Het interessantste deel van het paleis is de
Porseleinen salon. De salon is volledig vervaardigd in de koninklijke porseleinfabriek Buen Retiro in de stad Madrid en bestaat uit witte porseleinen platen. Op de platen zijn allerlei scenes afgebeeld, onder andere uit het Chinese leven. Ook bijzonder is de
Rookzaal, waarvoor het Alhambra in Granada als voorbeeld diende. De
Troonzaal, met behang van rood fluweel, bezit rococo meubilair en een geschilderd plafond. In het paleis bevindt zich ook het
Museo de la Vida en Palacio (Museum van het kasteelleven). Centraal staan hier de verschillende vorsten die elkaar opvolgden. Hun leven wordt getoond aan de hand van kleding, meubilair en gebruiksvoorwerpen.
Aranjuez is alleen al een bezoek waard vanwege de mooie koninklijke tuinen rondom het paleis. De achtertuin van het paleis is de
Jardín del Parterre. Deze Franse tuin werd ontworpen in 1746. De
Jardín de la Isla werd in de 16de eeuw aangelegd op een kunstmatig eiland in de Taag. Tussen de bomen, hagen en buxussen staan tal van fonteinen. Ten oosten van het eiland ligt de 18de-eeuwse
Jardín del Príncipe. Deze tuin werd aangelegd in de Engelse landschapsstijl. In de tuin staat het
Casa de Marinos (Zeemanshuis). Hier zijn de boten te zien die werden gebruikt door de koninklijke familie. Achter in de tuin bevindt zich het
Casa del Labrador (Werkmanshuis). Dit koninklijk paviljoen werd in 1803 door Karel IV gebouwd.
Omgeving
Ongeveer 25 km ten noordoosten van Aranjuez ligt het stadje
Chinchón. Het is misschien wel het meest schilderachtige stadje van de regio Madrid. Het 16de-eeuwse
Plaza Mayor is gebouwd in typisch Castiliaanse stijl en is omgeven door huizen met booggewelven en houten balkons. Het plein komt tot leven wanneer met Pasen de mensen uit het stadje de passiespelen opvoeren. In de zomer vinden hier ook stierenrennen plaats. Het plein word gedomineerd door de
Iglesia de la Ascunción. Deze 17de-eeuwse kerk bezit een schilderij van Goya, de
Maria Hemelvaart. Naast het plein staat het 18de-eeuwse
augustijner klooster, dat tot parador is omgebouwd.
Eten en drinken
Zoals het hoort in een hoofdstad serveren de restaurants in Madrid gerechten uit alle windstreken. Buiten de hoofdstad is het anders. Hier is de regionale keuken van toepassing en zijn de maaltijden smakelijk, eenvoudig en voedzaam. In de regio wordt de keuken gekenmerkt door de talrijke stoofschotels. De meest gebruikte ingrediënten zijn vlees, bonen en peulvruchten.
De meeste inwoners van de regio beginnen de dag met
chocolate con churros. Dit karakteristieke ontbijt wordt in heel Spanje gegeten, maar is vooral in de regio Madrid populair. Het ontbijt bestaat uit dikke warme chocolademelk met
churros (deegstengels) die in de chocolademelk kunnen worden gedoopt. In de regio Madrid is soep een populair voorgerecht, en dan met name
crema de Aranjuez (aspergeroomsoep). Een klassiek hoofdgerecht is
cocido Madrileño (stoofschotel met kikkererwten, bonen, tomaten, aardappelen en varkensvlees). De plaatselijke wijnen zijn eenvoudig en lekker, en passen goed bij de eenvoudige smaken van de keuken van Madrid. De regio heeft één wijngebied, de Vinos de Madrid. Hier worden rode wijn, witte wijn en rosé geproduceerd, met een uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding.
Fiestas in Extremadura
Veel festiviteiten in de regio Madrid zijn gebaseerd op het katholieke geloof. Dit komt vooral tot uiting tijdens de week van Pasen. In deze week worden vaak passiespelen opgevoerd, waarbij de bewoners meeleven met het lijden van Christus. Andere feesten die uitbundig worden gevierd zijn die van een patroonheilige. Die feesten vinden vaak in de zomer plaats, en gaan vaak gepaard met kerkdiensten, processies, zang, dans en muziek.
De kruisiging van Jezus bij de Passie van Chinchón /
Bron: Asia, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) La Pasión de Chinchón
De Passie van Chinchón wordt jaarlijks opgevoerd op paaszaterdag. Bij de Passie wordt het lijden van Christus nagespeeld. Het evenement vindt plaats op en rond het Plaza Mayor in Chinchón.
De Passie bestaat in totaal uit acht gedeelten. Het eerste gedeelte is het 'Laatste Avondmaal', dat plaats vindt op het balkon van het stadhuis. Als het donker wordt, wordt op het Plaza de San Roque het gebed van 'Jezus Christus in de tuin' gehouden. Hierop volgt de arrestatie van Jezus door de Romeinen.
'Pontius Pilatus' presenteert zich op het balkon van een huis in de straat Molinos Baja. Na de veroordeling van Jezus tot de dood begint de klim door de straten van Chinchón. In het eerste gedeelte van de klim ontmoet Jezus de persoon Simon van Cyrene (een kruisdragende navolger). In het tweede gedeelte, bij de ingang van het Plaza Mayor, vindt er een ontmoeting plaats met Veronica. Zij biedt Jezus een doek aan om het zweet en bloed van zijn gezicht te vegen. Bij een andere ingang van het Plaza Mayor, 'Golgotha', vindt de derde ontmoeting plaats. Jezus ontmoet hier zijn moeder, de Maagd Maria.
Op de Calvarie, vlakbij het Plaza Mayor, wordt Jezus met nog twee personen gekruisigd. Jezus wordt daarna begraven. Na de begrafenis volgt het meest spectaculaire moment van de Passie, de opstanding en hemelvaart. Hierbij stijgt Jezus omhoog langs de voorgevel van de Iglesia de la Ascunción. De hoofdrolspeler wordt met een katrol omhoog gehesen te midden van witte rook en duiven.
Fiesta de San Lorenzo de El Escorial
Op 10 augustus, de feestdag van de H. Laurentius, 1557 versloeg Filips II de Fransen in de gedenkwaardige veldslag van Saint-Quentin. Om dit te herdenken liet hij het paleis El Escorial bouwen. Tegenwoordig wordt elk jaar op 10 augustus het feest gevierd van de H. Laurentius, beschermheilige van het paleis en van het dorp San Lorenzo.
De belangrijkste dag is 10 augustus, maar de festiviteiten vinden plaats van 9 t/m 15 augustus. Het startschot voor de festiviteiten wordt gegeven op 9 augustus. Op die dag wordt de inaugurele proclamatie voorgelezen. Vervolgens vinden er allerlei culturele evenementen plaats, zoals parades, muziek en dans.
Op 10 augustus begint de dag met een mis ter ere van San Lorenzo in de parochiekerk. Vervolgens wordt het beeld van de heilige in processie door de straten van San Lorenzo gevoerd. Hierna is het weer tijd voor allerlei culturele evenementen. Eén daarvan is het uitreiken van de 'Honours and Distinction Awards', prijzen voor mensen die zich hebben ingezet voor het dorp San Lorenzo.
Van 11 t/m 14 augustus is er sprake van een groot cultureel aanbod. Er worden concerten gegeven in en rond het paleis El Escorial. Verder zijn er parades, disco's, tentoonstellingen, theater, beurzen, proeverijen, enz.
Op 15 augustus vindt de 'Escurialenses Crossing of the Cumbres' plaats. Dit is een 22 km lange wandeltocht rond het paleis El Escorial. De festiviteiten worden afgesloten met vuurwerk bij het paleis.
Vervoer
De luchthaven van Madrid is het middelpunt van het internationale en binnenlandse luchtnet. De stad Madrid is het knooppunt van spoorlijnen, buslijnen en snelwegen.
Vanuit Madrid gaan er veel stoptreinen naar plaatsen in de regio, zoals San Lorenzo de El Escorial, Alcalá de Henares en Aranjuez. Ook de Sierra de Guadarrama is met een stoptrein te bereiken. Vanuit Madrid gaat er via Cercedilla een trein naar het wintersportoord Puerto de Navacerrada. In de zomermaanden rijdt er ook een stoomtrein van Madrid naar Aranjuez, de
Tren de la Fresa (Aardbeientrein). Deze trein is een kopie van de stoomtrein die hier in 1851 voor het eerst reed. Een rondleiding in het paleis van Aranjuez is inbegrepen.
Veel plaatsen in de regio zijn ook met de bus te bereiken. De volgende plaatsen zijn (anno 2018) per bus vanuit Madrid te bereiken: De Sierra de Guadarrama (Cercedilla en Puerto de Navacerrada), San Lorenzo, Alcalá de Henares, Aranjuez en Chinchón.
De regio Madrid heeft een uitgebreid wegennetwerk. Een aantal plaatsen zijn met snelwegen te bereiken en er zijn ook goede verbindingen met de omliggende regio's. Alcalá de Henares en Aranjuez zijn met snelwegen te bereiken. De overige plaatsen in de regio zijn te bereiken met hoofdwegen en secundaire wegen.
Lees verder