De Heaphy Track in Kahurangi National Park, Nieuw-Zeeland
Nieuw-Zeeland beschikt over een enorm aantal wandelingen, zowel ééndaagse als meerdaagse. De populairste van deze wandelingen zijn de ‘Nine Great Walks’, die verspreid zijn over het hele land. Deze routes zijn over het algemeen te lopen in twee tot vier dagen en zijn duidelijk bewegwijzerd en goed onderhouden. Overnachten kan in hutten en vaak ook op campings. In het noordwestelijke deel van het Zuidereiland vind je de Heaphy Track, de langste van de Great Walks met 78,4 kilometer. Dit is goed te doen in vier dagen, maar de track loopt wel over een bergketen en beide uiteinden liggen met de auto 463 kilometer bij elkaar vandaan. Zorg dus van tevoren dat je goed vervoer regelt (er rijden bussen, maar houd er rekening mee dat je daarmee twee dagen onderweg bent als je bijvoorbeeld terug wilt naar Nelson). Veel mensen spreken met anderen af dat ze elkaars auto gebruiken om bij de start te komen en wisselen dan sleutels uit wanneer ze elkaar halverwege tegenkomen.
De Heaphy Track in vier dagen
Als je de track in vier dagen loopt, zoals standaard staat aangegeven in de brochure van de Department of Conservation (DOC), loop je de eerste dag 17,5 kilometer naar de
Perry Saddle Hut. Vanaf daar is de tweede dag het langst, 24,2 kilometer naar de
James Mackay Hut. De derde dag wandel je 20,5 kilometer naar de aan de kust gelegen
Heaphy Hut. Vanaf daar is het nog 16,2 kilometer naar het einde van de wandeling. Als je de tweede dag te lang vindt, kun je eventueel een extra dag inlassen en nog overnachten in de
Saxon Hut, waarmee je het stuk opdeelt in twee korte dagen van 12,4 en 11,8 kilometer.
Dag 1: van Brown Hut naar Perry Saddle Hut
De eerste dag klim je over de gehele afstand zo’n 700 meter naar Perry Saddle Hut. Onderweg kom je langs het hoogste deel van de wandeling. De klim valt erg mee, omdat deze geleidelijk is. Je loopt door het bos over een breed pad. Ooit is gekeken of daar een weg gebouwd kon worden, maar uiteindelijk is het dus een wandelroute geworden. Bij
Aorere Shelter kun je op een heldere dag Mount Taranaki zien liggen op het Noordereiland. Op het hoogste punt van de wandeling,
Flanagans Corner (915 meter), is een prachtig uitzichtpunt waar je uitkijkt over de groene heuvels van het nationale park.
Perry Saddle Hut
De hut ligt in een
saddle, een ondiepe vallei tussen twee bergtoppen. Vanaf hier kijk je uit over de vallei waardoor je die dag naar boven geklommen bent. Aan de andere kant van de hut kijk je richting de hoogvlakte die je de volgende dag zult betreden. De hut zelf heeft 28 bedden, en je kunt er ook kamperen op het veldje naast de hut. ’s Nachts hoor je kiwi’s roepen, met een beetje geluk kun je ze zien als je op verkenningstocht gaat.
Dag 2: van Perry Saddle Hut naar James Mackay Hut
Dag twee is veel vlakker dan de eerste dag. Je steekt de hoogvlakte over om uiteindelijk uit te komen bij James Mackay Hut, die zich vlak voor de afdaling richting de westkust bevindt. Vanuit de hut loop je eerst door bossen om uiteindelijk uit te komen op de wijdse open vlakte
Gouland Downs. Daar kom je langs de route de beroemde paal tegen waar wandelaars hun oude schoenen aan vastbinden. Een goede plek voor de lunch of gewoon een korte rustpauze is
Gouland Downs Hut, midden op de vlakte. Je kunt hier uit de wind zitten en van het vrije uitzicht genieten. Vanaf daar is het nog 5,4 kilometer naar
Saxon Hut, ook geschikt voor als je liever wat later luncht. Je vervolgt je route over de open vlaktes en tussen bemoste rotsblokken en lage bebossing, tot je uiteindelijk bij de overnachtingsplek aankomt.
James Mackay Hut
Deze hut bevindt zich vlak voor de afdaling naar de westkust, en bij mooi weer heb je vanuit hier uitzicht op de Tasmanzee en de monding van de
Heaphy River, waar zich ook de volgende en laatste hut bevindt. De hut heeft wederom 28 bedden en beschikt over een camping. Hier moet je je tent opzetten op houten vlonders omdat de grond erg drassig is, dus het is verstandig om een tent mee te nemen die zonder haringen kan blijven staan. Het is met de touwen die beschikbaar zijn niet altijd mogelijk om een tent strak te spannen.
Dag 3: van James Mackay Hut naar Heaphy Hut
Deze derde dag is weer heel anders dan de vorige dag. Het draait nu puur om afdalen naar de westkust. Je loopt door bossen met veel mos, en komt naarmate je verder afdaalt steeds meer
Nikau Palmbomen tegen, die vooral aan de kust groeien. Onderaan de berg, na 12,5 kilometer lopen, vind je de
Lewis Hut. Deze ligt aan de Heaphy River, en is een geschikte plek om te lunchen. Waarschijnlijk wil je daarvoor binnen zitten, want er komen rond de rivier extreem veel
sandflies voor. Deze bijtende vliegjes zorgen voor vervelende jeukende bultjes en komen veel voor aan de westkust (maar ook in de rest van het land). Vanaf de Lewis Hut volg je de rivier nog 8 kilometer naar de overnachtingsplek aan de kust, Heaphy Hut. Onderweg zie je steeds meer bijzondere bomen die typisch zijn voor de Nieuw-Zeelandse westkust.
Heaphy Hut
Deze hut bevindt zich aan het strand, naast de monding van de Heaphy River. Er zijn 32 bedden en er is een camping. Bedenk je wel goed of je hier wilt kamperen en dus buiten wilt overnachten, want ook hier komen extreem veel sandflies voor. De rivier is eventueel een goede plek om te vissen, zodat je ’s avonds kunt genieten van een vers gevangen maaltijd. De wijdse uitzichten en zonsondergang die je vanaf het strand kunt zien zijn zeker de moeite waard.
Dag 4: Van Heaphy Hut naar de Kohaihai riviermonding
De laatste dag is de kortste dag van de wandeling met 16,2 kilometer. Je volgt de kust en de wandeling is vrijwel vlak, op een kleine heuvel aan het einde na. Onderweg kom je
Katipo Creek Shelter tegen, iets voor de helft van de afstand die je deze dag moet afleggen. Je kunt hier niet echt binnen zitten, maar hebt er wel wat picknicktafels om eventueel te lunchen. De uitzichten langs de routes zijn prachtig, langs de kust. Onderweg zie je veel van de Nikau palmbomen en andere begroeiing die typisch is voor dit gebied. Het doet wat denken aan regenwoud, een soort begroeiing die je ook aan de rest van de westkust veel tegenkomt. Vanaf
Kohaihai Bluff, de laatste kleine klim, steek je de
Kohaihai River over en vanaf daar is het nog maar een klein stukje naar de parkeerplaats aan het einde van de wandeling.