De mooiste dorpen van Toscane - Castelfranco di Sopra
Toscane heeft naast prachtige steden zoals Firenze, Siena, Lucca, Pisa, San Gimignano, Volterra, ... ook tal van kleinere pitoreske dorpen die in het Italiaans "borghi" worden genoemd. Deze "borghi" in Toscane maken net als deze in andere provincies deel uit van de classificatie"I Borghi più belli d'Italia" en zijn Internationaal erkend omwille van hun cultuurhistorische waarde.
Ligging Castelfranco di Sopra en hoe te bereiken
- Met de auto: Komende van Firenze via autosnelweg A1 - afrit Incisa Valdarno, richting Figline Valdarno- Pian di Scò - Castelfranco di Sopra ca. 15km. Komende van Rome via autosnelweg A1 - afrit San Giovanni Valdarno, richting San Giovanni Valdarno - Pian di Scò - Castelfranco di Sopra ca. 12km.
- Met de trein: Station Figline valdarno - vervolgens bus richting Castelfranco di Sopra ca. 15min.
De oorspong van de naam
De naam is afkomstig van "Castello Franco". In de 13de eeuw werd vanuit het niets Castelfranco opgericht op de huidige heuvel omwille van haar strategische en defensive ligging. Aanvankelijk was Castelfranco een opslagplaats voor de voedselvoorraad van de Republiek Fiorentina. Aangezien er later nog een Castelfranco nabij Pisa ontstond werd aan de naam Sopra toegevoegd, wat letterlijk betekent boven, verwijzend naar zijn ligging in de hoogte.
Geschiedenis
3de- 2de eeuw v.c.:
De antieke Etruskische weg die Arezzo en Fiesole verbond, wordt door de Romeinen voorzien van straatstenen en wordt toegevoegd aan de Consulaire weg "Cassia vetus" die volgens historische bronnen doorkruist werd door Hannibal tijdens zijn veldslagen. Deze "cassia vetus" komt overeen met de prachtige straat "Setteponti".
8ste- 9de eeuw:
Vanaf de 7de eeuw is de streek rond Castelfranco onderworpen aan het regime van de Longobarden. Getuigenissen hiervan zijn nog terug te vinden in de oude abdij van Soffena, volgens historische bronnen opgericht rond 825. Een geschreven document van 1014 echter vermeld voor het eerst deze abdij. Vanaf 1090 wordt de abdij vervolgends toegekend aan de monniken van Vallombrosa.
1299:
In nabijheid van de abdij van Soffena, waar reeds het dorp Casuberti aanwezig was, werd Castelfranco gesticht op bevel van de Republiek van Firenze. Bedoeling van deze "terra nuova" (nieuwe aarde) was het bevorderen van de handel tussen Firenze en de Valdarno om op die manier de zone te kunnen controleren. Om dit nieuwe dorp te bevolken worden bewoners van naburige dorpjes en boerenwoningen aangetrokken. In het begin van de 14de eeuw werden het stadshuis, de antieke loggia door Arnolfo di Cambio en de stadsmuren gebouwd.
17de eeuw:
Een toenemende stijging van de bevolking leidt tot de bouw van nieuwe gebouwen zoals onder andere palazzo Renzi, het oratorium van San Filippo, het convent van de Augustijnen.
19de eeuw:
Talloze gebouwen en kunstwerken worden afgebroken of vernield: onder andere de stadsmuren en de antieke loggia. Castelfranco wordt afgestoten door Firenze en toegevoegd aan de provincie van Arezzo.
Bezienswaardigheden
De rotsformaties "le balze": De balze zijn door erosie ontstane rotsformaties opgebouwd uit klei, zand en kalksteen. De voor de Valdarno kenmerkende rotsformaties "balze", aanwezig tussen Firenze en Arezzo, trokken al vlug de aandacht van
Leonardo da Vinci die ze dan ook veelvuldig gebruikte als achtergrond in zijn schilderijen en tekeningen. Het bekendste schilderij waarin ze op de achtergrond te zien zijn is ongetwijfeld de Mona Lisa.
Bijzonder zijn de "balze dell'Acqua zolfina", op korte afstand van de pittoreske straat Sette Ponti.
Stadsplattegrond:
Kenmerkend voor de nieuwe dorpen of steden uit deze tijd is het stedenbouwkundig concept naar Romeins model met een centraal plein waarop de belangrijkste gebouwen uitgeven. In het geval van Castelfranco het stadspaleis "palazzo del podestà" en de kerk San Pietro, in het verleden vernield. Vanuit het centrale plein vertrekken de hoofdstraten met als kenmerk dat de straatbreedte versmalt en de hoogte van de gebouwen verkleint naarmate de afstand tot het centrale plein groter wordt.
De stad zou volgens Vasari, ontworpen zijn door de bekende architect Arnolfo di Cambio die onder andere zijn stempel gedrukt heeft op de stad Firenze. De gelijkenissen met Firenze zijn onder andere nog duidelijk te zien in de stadsplattegrond maar ook in enkele originele gebouwen in via Maestra, teruggaand tot de oprichting van de stad en in alle opzichten identiek aan de gebouwen van het historisch centrum van Firenze.
Stadhuis:
In het palazzo Comunale is de gevangenis in zijn originele staat bewaard gebleven. Op de voorgevel zijn nog de oorspronkelijke medaillons van de verschillende burgemeesters die aan het hoofd van Castelfranco stonden, aanwezig. Verder is in de raadzaal nog een fresco van de "madonna del latte" uit de 14de eeuw de moeite van een bezoek waard.
Kerk San Filippo Neri:
Via Cavour in nabijheid van het centrale plein bevindt zich de kerk San Filippo Neri. De voorgevel werd uitgevoerd in 1761 terwijl de oorsprong van de kerk teruggaat tot 1631 en werd uitgebreid in 1666. Op het 17de eeuwse centrale altaar vindt men een beeld van de heilige San Filippo terug van de hand van de Florentijnse kunstenaar Matteo Rosselli. Interessanter echter is het beeld van de maagd Maria met kind Jezus van de school van Andrea del Sarto, aanwezig in de zijkapel.
Stadspoort:
Aan het einde van via Cavour vindt men de enige overgebleven stadspoort terug, genaamd Porta Campana. Men vindt er nog duidelijk de voor Firenze kenmerkende gigli (lelies) terug en de bouwdatum namelijk 1300. Deze poort wordt ook nog de toren "torre d'Arnolfo" genoemd, naar de ontwerper van de stad Arnolfo di Cambio.
Casa Campa:
Het huis genaamd "casa Campa" in via Piave was vroeger een stopplaats voor bezoekers aan de stad. Op de voorgevel van deze woning vindt men er naast de leleis tevens een afbeelding van een paard terug. Bezoekers lieten hier de paarden achter vooraleer ze de stad binnengingen.
Palazzo Sassolini en teatro Comunale:
Via Veneto vindt men het 18de eeuwse Palazzo Sassolini terug, verder vindt men er tevens in enkele woningen bouwsporen terug uit de 15de en 16de eeuw. In via Roma tenslotte treft men er nog het gemeente theater aan, dat gewijd is aan de voor Castelfranco belangrijke historische figuur Wanda Capodaglio.
Abdij San Salvatore:
Niet ver van het centrum vindt men de prachige abdij van San Salvatore terug. De abdij bestaat uit kerk, klooster en convent. In 1090 werd de abdij door paus Urbanus II geschonken aan de monniken van Vallombrosa dewelke in 1394 de kerk omvormden tot zijn huidige vorm. Het interieur van de kerk is rijk versierd met fresco's uit de 15de eeuw, uitgevoerd door kunstenaars uit Siena en Firenze.
Via Setteponti:
Deze antieke straat passeert onder andere door Loro Ciuffena, een ander dorp dat behoort tot de mooiste dorpen van Toscane. De straat slingert door het prachtige landschap dat Toscane kenmerkt en passeert voorbij boerenwoningen, wijn- en olijfvelden, kleine gehuchten met op de achtergrond de voor de zone typische balze.
Lokale gerechten
Zoals bijna overal in Toscane is ook de zone Valdarno gekend om zijn olie en wijn. De olie is perfect te degusteren op het zoutloos Toscaanse brood. De bekendste locale wijn is de Chianti DOC van de heuvels tussen Castelfranco en Arezzo. Andere typische locale gerechten zijn de witte bonen genaamd fagioli zolfini en de paddestoel funghi porcini del Pratomagno, de bergstreek van de Valdarno.