Romeinse sporen en bezienswaardigheden in Trier
Trier, gelegen nabij de rivier de Moezel, was ooit één van de grootste metropolen van het Romeinse Rijk. Het gevolg hiervan is dan ook dat men heel wat Romeinse sporen kan aantreffen in deze stad. Heel wat bouwwerken of constructies zoals thermen, een amfitheater, Porta Nigra en zuilen of basilica geven een beeld van het authentieke Rome. Waarom was Trier belangrijk voor het Romeins Rijk? Welke bezienswaardigheden zijn een bezoekje waard?
Het belang van Trier
Augustus Treverorum
In het Romeins Rijk was Trier gekend als ‘Augusta Treverorum’. De naam betekent zoveel als Augustus’ stad van de Triveri. De Triveri was een Belgische stam van Germaanse afkomst. Er leefden ongeveer 80.000 inwoners omstreeks 300 n.Chr. Onder deze inwoners had men lokale edellieden, ambachtslui, Romeinse handelaars en het gewone volk. Met dit groot aantal inwoners werd het de grootste stad in het noorden van de Alpen. Het was eveneens de hoofdstad van de provincie Belgica Prima.
Belangrijke handelsplaats
Omdat het dicht bij de Moezel lag, kon men aan handel doen. Het werd dan ook een belangrijke draaischijf in de handel tussen Italië en het Rijnland. Die handel was niet enkel mogelijk door de nabijheid van de rivier maar ook door de aanwezigheid van Romeinse troepen die hiermee de veiligheid van de handelaars en inwoners garandeerden. Bovendien groeide de welvaart in het gebied zelf waardoor de vraag naar producten steeg.
Dankzij de aanwezigheid van wegen kon men snel aan de vraag voldoen. De welvaart werd nog aangewakkerd door het bouwen van een brug over de Moezel. De opdrachtgever voor de bouw van deze brug was Claudius. Naarmate de handel steeg, groeide de welvaart. Deze welvaart wou men dan ook graag uitstralen om het belang van de stad te onderstrepen. Grote bouwwerken werden hierdoor gebouwd met als resultaat dat men deze tot op vandaag nog kan bewonderen.
Sporen van de Romeinen in Trier
Amfitheater
De arena werd gebouwd, samen met de stadsmuur, omstreeks 160-200 n.Chr. Omdat de toegangsweg naar de stad midden door de arena liep kan men deze dus beschouwen als een soort van stadspoort. Het amfitheater had plaats voor 20.000 toeschouwers. Een amfitheater van deze omvang gaf dan ook aan dat Trier een belangrijke stad was met heel wat inwoners. In het amfitheater organiseerde men gladiatorengevechten maar er vonden ook executies plaats. Deze functie ging echter verloren na de val van het West-Romeinse Rijk. Na de invallen van de Germanen veranderde het machtige amfitheater in een ruïne.
Tijdens de middeleeuwen kwam het in handen van het Kloster Himmerod maar sinds 1816 behoort het toe tot RheinlandPfalz die systematisch archeologische opgravingen liet uitvoeren. Vandaag kan men het amfitheater bezoeken en een mooi beeld krijgen van dit soort bouwwerken. In de zomer voert men er vaak optredens op. Zeker een bezoek waard!
Bron: Willie02, Pixabay Porta Nigra
De Porta Nigra is de poort die de noordingang van de stad voorstelde. Samen met een stadsmuur van 6 km lang werd het gebouwd in 160-200 n.Chr. De originele Romeinse naam van de poort is niet gekend maar sinds de middeleeuwen heet men het Porta Nigra, zwarte poort. Het kreeg die naam nadat kleine organismen in de steen zorgden voor een verdonkering van de witte zandsteen.
De stenen die gebruikt werden om deze poort te bouwen, kwamen uit de omgeving van Trier. Ze werden met ijzeren klemmen vastgezet. Er kwam geen cement aan te pas. Ook de Porta Nigra wisselde doorheen de geschiedenis vaak van eigenaar en functie. In 1973 werd het bouwwerk grondig gerestaureerd.
Rheinisches Landesmuseum
In dit museum kan je terecht voor een mooi overzicht van de Romeinse periode van Trier. Je vindt er een permanente collectie aangevuld met speciale tentoonstellingen. Zo staat voor 2016 een tentoonstelling van Nero op het programma. Je kan er ook voor lezingen of workshops terecht.
Dom – en diocesaanmuseum
Naast de dom heb je een museum waar je kunstwerken kan bewonderen van de klassieke oudheid. Het museum opende in 1988 zijn deuren en was oorspronkelijk de gevangenis van Trier. Men kan in dit museum genieten van het 70 vierkante meter plafondgewelf uit een Romeins woonpaleis.
Trier, een Romeinse stad waar men veel thermen kan vinden
De Barbarathermen
De Barbarathermen zijn een monumentaal complex dat werd opgericht in de tweede eeuw na Christus. Het is het op één na grootste thermencomplex van het Romeinse Rijk. Het beslaat een oppervlakte van meer dan vier hectare en bij de inrichting van zwembaden en badzalen werd rekening gehouden met Noord-Afrikaanse voorbeelden. Er werd hierbij gebruikgemaakt van marmer en er waren nissen als meergrotten ingericht.
De oudste thermale baden van de stad boden gasten de mogelijkheid om in heel wat luxe te baden en ontspannen. De baden waren deels verwarmd en de twee zwembaden boden de gasten niet enkel ontspanning. Zo waren de thermen ook een cultureel centrum en kon men er bibliotheken, restaurants, winkels en schoonheidssalons aantreffen.
Naamgeving
De thermen zijn gelegen op de plek die in de middeleeuwen St. Barbara werd geheten. Dit was eigenlijk een voorstad van Trier. Men besloot dan ook deze thermen hiernaar te noemen.
Keizerthermen
De keizerlijke thermen zijn eveneens te bezichtigen. Deze thermen zijn echter steeds een ruïne geweest omdat ze nooit werden afgewerkt.
In het begin van de 4de eeuw werd Trier de keizerlijke verblijfplaats waaruit alles bestuurd werd. Zo werden vanuit Trier alle besluiten genomen voor de gebieden van Gallië, Britannia en van het Iberisch schiereiland tot aan Mauritania. Het feit dat hiermee Trier nog belangrijker werd onderlijnde men door heel wat imponerende bouwwerken te bouwen. Tal van keizerlijke bouwwerken waaronder de keizerlijke thermen werden ontworpen en gebouwd.
De keizerlijke thermen moest een groot nieuw complex worden van openbare baden. Ze werden gebouwd net naast de oudere Barbarathermen. Het ambitieus project werd echter stopgezet onder keizer Constantijn II. Hij richtte zich meer op het oosten en liet dus het westen links liggen. De glorie van Trier was hiermee wat aangetast. Maar in 390 ging men onder keizer Flavius Valentinianus verder met bouwen. De bestemming van het bouwwerk veranderde echter. Hij liet een deel, het koude en lauwwaterbad, afbreken om er een hal te bouwen waar hij gasten kon ontvangen of parades kon laten doorgaan.
Gedurende de eeuwen die erop volgden wijzigden de keizerthermen vaak van bestemming en eigenaar. Zo was het ooit nog een deel van een stadsmuur, deed het dienst als woonst voor een adellijke familie en veranderde het deels in een kasteel. Toch zijn de thermen een bezoekje waard!
Romeinse bezienswaardigheden in de omgeving van Trier
Igeler Saüle
In het midden van Igel, een naburig dorpje van Trier, staat een zuil uit zandsteen. De zuil werd gedecoreerd met reliëfs uit de Romeinse tijd. De zuil is meer dan 20 meter hoog en werd in opdracht van een rijke familie van kleermakers gebouwd. Het staat er reeds sinds 250 n.Chr. en is opnieuw een voorbeeld van de welvaart in Trier en omgeving. De zuil staat dan ook op de plaats waar vroeger een drukke handelsweg liep.
Romeinse villa’s
In Mehring en Longuich kan men Romeinse villa’s bewonderen. Men kan er resten van mozaïeken, plafond- en muurschilderingen en zelfs een badcomplex zien.
Antikencard: voordelig de Romeinse sporen achterna
Omdat er zoveel zaken van de Romeinen te bewonderen zijn, kan men er voor kiezen om de Antikencard aan te schaffen. Men heeft vier verschillende soorten Antikencards.
Vier soorten
Antikencard Basic kost de toerist 10 euro en hiermee kan je twee Romeinse bouwwerken naar keuze bezoeken en het Landesmuseum ontdekken. Met de
Antikencard Premium kan je vier Romeinse bouwwerken bezoeken voor slechts 15 euro. Bovendien kan je met deze kaart eveneens het Landesmuseum, de Romeinse villa Otrang en Klause Kastel in de buurt van Trier bezoeken. Bovendien ontvangt de bezitter van de Antikencard Basic of Premium eveneens korting voor het Stadsmuseum Simeonstift, de Romeinse togawandeling door Trier, het museum Dom Trier en de ervaringsrondleiding in Porta Nigra, het amfitheater en de Frankenturm.
Ook aan groepen werd gedacht. Zij kunnen de
Antikencard Gruppe aanschaffen. Dit kost 8 euro en hiermee kan men twee Romeinse gebouwen en het Landesmuseum bezoeken met een groep vanaf tien personen. Men moet wel opletten dat men deze kaart vooraf bestelt aangezien de geldigheid pas één week na aankoop ingaat.
Voor scholen biedt men de
Antikencard schule aan. Deze kaart kost 4 euro en heeft toegang tot alle Romeinse gebouwen en het Landesmuseum in een schoolgroep vanaf tien personen. Ook hier moet men de kaart vooraf bestellen aangezien de geldigheid pas één week na aankoop ingaat.
Waar kan men deze kaart aanschaffen?
Deze kaart is te verkrijgen bij alle Romeinse gebouwen, het Rheinische Landesmuseum en Trier Tourismus und Marketing GmbH.
Lees verder