Van Christiansborg naar Amalienborg
Tot 1794 woonde de Deense koninklijke familie op het Kopenhaagse eiland Slotsholmen. De laatste residentie heette Christiansborg, dat was gebouwd op de fundamenten van het kasteel van Absalon, de stichter van Kopenhagen. Na de brand van 1794 week de koninklijke familie, naar men dacht tijdelijk, uit naar Amalienborg.
In de nacht van 26 op 27 februari 1794 brandde het Deense koninklijk paleis in Kopenhagen,
Christiansborg, af. Het nog relatief nieuwe paleis, dat pas sinds 54 jaar bewoond werd, had te kampen met een slecht en ingewikkeld afvoersysteem, had geen brandmuren en op de bovenste etage lagen houtresten opgeslagen. Dit, in combinatie met slecht geveegde schoorstenen, maakte dat er niet meer dan een kachelbrandje nodig was om het eerste Christiansborg in de as te leggen. Overigens zou ook het tweede Christiansborg bijna een eeuw later ten prooi vallen aan de vlammen. Het Christiansborg dat wij nu kennen, waar o.m. het Deense parlement huist, is het derde paleis dat deze naam draagt.
Op zoek naar een nieuw onderkomen
In de eerste nacht werd de koninklijke familie; koning
Christian VII, kroonprins Frederik en zijn vrouw en prinses Louise Augusta en haar man, de hertog van Augustenborg, ondergebracht in verschillende paleizen in de stad. De koning en de kroonprins kwamen terecht in ‘Gjethuset’ op Kongens Nytorv - dit gebouw heeft plaats moeten maken voor het in 1874 gebouwde Koninklijk Theater -, andere familieleden kwamen terecht in het Rosenborg paleis. Bij de jacht op een wat meer permanente huisvesting, kwam men al gauw terecht bij Amalienborg, gelegen in het nieuwe stadsdeel Frederiksstaden.
Bouw van Amalienborg
Frederiksstaden, gelegen ten noorden van het oude stadscentrum ontstond in de tweede helft van de 18e eeuw, op initiatief van koning Frederik V. De hogere middenklasse en de adel werd met belastingvoordelen en gratis bouwgrond gestimuleerd om hier nieuwe huizen en paleizen te bouwen. Zo ook rijke kooplui en hooggeplaatste personen aan het hof, zoals Moltke, Levetzau, Løvenskiold en Brockdorff. Het waren deze vier heren die - onder druk van de koning - vier grote paleizen lieten bouwen op de plek waar zich ooit het paleis Sophie Amalienborg bevond. Het ontwerp van deze vier - van buiten praktisch identieke - paleizen, rondom een symmetrisch plein, was in handen van de Deense architect Nicolai Eigtved, die ook de nabijgelegen Frederiks- of Marmerkerk ontwierp. Inspiratie voor dit voorbeeld van Deense rococo ontleende de architect aan gebouwen als het Japanse paleis in Dresden en het Palazzo Madama in Turijn. Eigtved moest zich de opdracht via een inschrijving toe-eigenen, maar kreeg in 1749 groen licht om zijn ontwerp uit te voeren.
Economische problemen dwongen Severin Løvenskiold al in 1754 om zich terug te trekken uit het project, hij verkocht zijn paleis aan gravin Anne Sophie Schack. In 1760 verkocht Brockdorff zijn paleis aan de koninklijke familie, die er een officiersopleiding voor de marine vestigde. De overige paleizen waren praktisch onbewoond toen de koninklijke familie er in 1794 onderdak vond.
Amalienborg wordt koninklijk
Koning Christian VII nam zijn intrek in het paleis van Moltke, de drijvende kracht achter de bouw van Amalienborg, dat echter al gauw naar hem de naam Christian VII’s paleis kreeg. De kroonprins kwam in het naastliggende paleis te wonen. De paleizen van de koning en de kroonprins werden met een classicistische colonnade met elkaar verbonden, zodat de kroonprins ongezien in het paleis van zijn vader kon komen. Dit was nodig omdat de latere koning Frederik VI jarenlang in naam van zijn vader, die leed aan schizofrenie, geregeerd heeft. Het paleis van de kroonprins was het Schackpaleis, dat tegenwoordig bekend is onder de naam
Christian IX’s paleis. Dat men er rekening mee hield dat het koninklijke verblijf op Amalienborg tijdelijk van aard was, blijkt uit het feit dat de genoemde colonnade van hout werd gemaakt. De familie zou echter niet meer vertrekken en ook de colonnade bleef staan.
Het paleis nu
De vier paleizen van Amalienborg zijn vernoemd naar de koningen die het betreffende paleis als eerste bewoonden.
- Christian IX's paleis (zuidelijke vleugel): Het paleis van de toenmalige kroonprins Frederik is het huidige woonpaleis van de regerende Deense koningin Margrethe II en prins-gemaal Henrik. Ieder jaar, op 16 april, verzamelen zich tienduizenden Denen onder het balkon om de koningin luidruchtig te feliciteren met haar verjaardag.
- Frederik VIII's paleis (noordelijke vleugel): Het naastgelegen Brockdorffpaleis, waar de ooit de officiersopleiding was gevestigd, is onlangs geheel gerenoveerd om dienst te kunnen doen als woning van de huidige kroonprins Frederik en zijn familie. Tot 2000 was dit paleis de residentie van zijn grootouders, koning Frederik IX(1899-1972) en koningin Ingrid (1910-2000).
- Christian VIII’s paleis (oostelijke vleugel): Het Christian VIII’s paleis, waar het onderkomen van prins Joachim (de tweede zoon van de koningin) zich bevindt, werd voor het laatst bewoond door koning Christian X (die regeerde tijdens de Tweede Wereldoorlog) en koningin Alexandrine. In dit paleis bevindt zich tegenwoordig het Amalienborgmuseum.
- Christian VII’s paleis (westelijke vleugel): Christian VII’s paleis is het enige paleis dat sinds de dood van zijn eerste bewoner niet meer permanent voor bewoning in gebruik is geweest. Tegenwoordig wordt het benut als gastenverblijf en is, net als het Christian VIII’s paleis (zij het beperkt) toegankelijk voor publiek.
Meer informatie over de bewoners van Amalienborg in de
special over het Deense koningshuis sinds 1863.
Lees verder