De molens van het Groninger Landschap
In de provincie Groningen valt veel te ontdekken. Buiten oude cultuurlandschappen, uitgestrekte polders, borgen en mooie dorpjes telt de provincie tientallen molens die een bezoek meer dan waard zijn. Elf van deze molens zijn eigendom van stichting Het Groninger Landschap. Op gezette tijden zijn de molens voor het publiek toegankelijk.
Nederland is een land van molens, zoals ook in de provincie Groningen te constateren valt. Van de tientallen molens die de provincie telt, zijn er 11 in het bezit van de stichting het Groninger Landschap.
- De Onderneming, Vierhuizen
- De Lelie, Eenrum
- De Vier Winden, Pieterburen
- Ceres, Spijk
- Zeldenrust, Westerwijtwerd
- Bovenrijge, Ten Boer
- De Widde Meuln, Ten Boer
- Nieberter Molen, Niebert
- De Zwaluw, Zuurdijk
- Germania, Thesinge
- Fram, Woltersum
De Onderneming
Vierhuizen, gemeente De Marne
De molen van Vierhuizen stamt uit 1858. De Onderneming is een achtkantige stellingmolen. Het woord stelling verwijst naar de houten omloop, die is geplaatst op een houten onderbouw. De stelling van de Onderneming bevindt zich op 7,80 meter hoogte. Stellingmolens staan doorgaans binnen de bebouwde kom en zijn daardoor hoger dan de zogenaamde grondzeilers, die in het open land staan. Tussen de bebouwing hebben stellingmolens immers meer hoogte nodig om wind te kunnen vangen.
De Onderneming werd gebouwd in opdracht van het bakkersechtpaar Loots-Bolt, die er koren liet malen. Bijna een eeuw later, in 1952, vroeg een kleinzoon van de eerste eigenaren met succes een sloopvergunning aan. Dankzij een particulier initiatief en met veel steun uit de lokale gemeenschap kon de vervallen molen behouden blijven en gerestaureerd worden. Van 1971 tot 2001 was de molen in gebruik als lesmolen, waar meer dan zeventig vrijwilligers het molenaarsvak geleerd hebben.
De Lelie
Eenrum, gemeente De Marne
Stellingmolen De Lelie werd in 1862 gebouwd als koren- en pelmolen. Molenbouwer Helenius ten Have uit Mensingeweer bouwde de molen in opdracht van G.W. Elema. De Lelie werd ook wel de ‘Veurste Meuln’ (de Voorste Molen) genoemd, wat de molen onderscheidde van de twee andere molens die destijds in Eenrum stonden.
De Lelie is tot 1954 onder verschillende eigenaren in bedrijf geweest. In dat jaar raakte de molen zwaar beschadigd, toen tijdens een zware storm de wieken op hol sloegen. De loodzware pelstenen raakten los en sloegen door de muur. Na reparatie nam de gemeente de molen in 1955 in gebruik als opslagplaats. Na verschillende volgende restauraties is de molen weer in gebruik. Op de begane grond is een bakkerij ingericht en kan de doorlopende tentoonstelling ‘Van laand tot stoet’ (Van land tot brood) bezocht worden.
De Vier Winden
Pieterburen, gemeente De Marne
Volgens oude documenten stond op de locatie van De Vier Winden al rond 1625 een molen, die in 1825 door een achthoekige stellingmolen werd vervangen. Na een brand werd in 1846 de huidige molen in gebruik genomen. De molen heeft verschillende eigenaren gehad en bleef tot eind jaren 1960 in gebruik.
Na een periode van verval kwam de molen in handen van de toenmalige gemeente Eenrum en werd in de jaren 1972-1973 gerestaureerd. In 2008 volgde een volgende omvangrijke opknapbeurt. Tegenwoordig is de koren- en pelmolen aan de Pieterburense Hoofdstraat weer in bedrijf en wordt gebruikt om nieuwe molenaars op te leiden.
Ceres
Spijk, gemeente Delfzijl
De molen Ceres dateert uit het jaar 1839 en werd gebouwd in opdracht van T.P. Houtman en H.J. Allersma. De molen van Spijk is uniek, aangezien deze - in tegenstelling tot vele andere Groninger molens - nog in het bezit is van een rieten kap. Het feit dat de Ceres een houten onderstuk heeft in plaats van het karakteristieke baksteen completeert de bijzondere aanblik van deze molen, die thuishoort in het beschermde dorpsgezicht van Spijk.
De achtkantige stellingmolen is tot 1982 in gebruik geweest als koren- en pelmolen, al werd er de laatste jaren vooral veevoer geproduceerd. De molen wordt, zoals tegenwoordig op veel plaatsen, in bedrijf gehouden door een groep vrijwilligers. Geïnteresseerden kunnen hier nog altijd worden opgeleid tot peldeskundige, een vak op zich.
Zeldenrust
Westerwijtwerd, gemeente Loppersum
De molen Zeldenrust werd in 1841 gebouwd, maar brandde al in 1844 weer af. Volgens de molendatabase werd de opvolger en huidige molen in 1845 gebouwd. In 1856 ging de Zeldenrust in andere handen over. De familie Hazekamp die de molen had overgenomen, zou, met onderbreking van 10 jaar, 140 jaar de scepter zwaaien over het reilen en zijlen van Zeldenrust.
In de loop van de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de staat waarin de Zeldenrust verkeerde steeds slechter. Sinds 2003 is de molen, na een uitgebreide restauratie, weer in gebruik. Dat de molen in het verleden af en toe met onderdelen van andere gesloopte molens is opgelapt, is ook na de restauratie nog altijd zichtbaar. Ook Zeldenrust is een koren- en pelmolen.
Bovenrijge
Ten Boer, gemeente Ten Boer
De molen Bovenrijge draagt de naam van het buurtschap tussen Thesinge en Ten Boer, waar de molen tot 1976 stond. Op z’n oorspronkelijke plek helemaal vervallen, werd de molen tussen 1982 en 1989 op de huidige plek herbouwd door de Stichting Werkgelegenheidsprojecten en molenmaker Medendorp.
Bovenrijge werd in 1903 gebouwd door landbouwer Van Dijk. Van Dijk was de kleinzoon van een molenbouwer, die de liefde voor het vak van zijn grootvader had geërfd. De boer bouwde de molen zodoende niet alleen als werktuig, maar ook als liefhebberij. Oorspronkelijk was Bovenrijge een grondzijler (een molen waarvan de wieken bijna de grond raken), maar sinds Van Dijk de molen in 1909 op een schuur plaatste, heeft de molen een stelling. De Bovenrijge heeft gediend als poldermolen, pelmolen, korenmolen en als zaagmolen. Samen met de molen van Woltersum is Bovenrijge één van de twee overgebleven nog functionerende zaagmolens die Groningen nog telt.
De Widde Meuln
Ten Boer, gemeente Ten Boer
In 1839 werd De Widde Meuln in Ten Boer door Jan van de Heide en Arend Cornelis Pol gebouwd als pelmolen, maar werd enkele jaren later ook geschikt gemaakt voor het malen van koren. In deze ronde stellingmolen werd lange tijd met windkracht gewerkt, maar vanaf 1925 vertrouwde men steeds meer op elektriciteit. Tussen 1932 en 1936 werden alle overbodige zaken van de molen verwijderd, zoals de stelling, de wieken en de kap, waardoor alleen de molenromp overbleef.
Het elektrisch aangedreven maalbedrijf is tot 1958 in gebruik geweest, al werd er sinds 1940 alleen nog veevoeder gemalen. In 1978 werd het gebouw op de monumentenlijst geplaatst en in 2004 begon de restauratie van de molen. Sinds het voorjaar van 2007 is De Widde Meuln weer in bedrijf als een wind-aangedreven korenmolen. In de molen is een informatiecentrum ingericht en dankzij een lift is De Widde Meuln de enige korenmolen waar minder validen zonder moeilijkheden op de stelling kunnen komen.
Nieberter Molen
Niebert, gemeente Marum
De molen van Niebert is afkomstig uit Zandeweer, waar deze in 1818 als zaagmolen was gebouwd. In 1899 is de molen op zijn huidige plek neergezet, waar tot kort daarvoor een houten standerdmolen had gestaan. In tegenstelling tot veel andere Groninger molens is de molen van Niebert niet achtkantig of rond, maar telt deze zes zijden; de enige zeskante molen in de provincie en ‘s lands hoogste in zijn soort. De molen is gebouwd in opdracht van molenaar en bakker J.H. Nanninga.
Ondanks het feit dat de molen halverwege de jaren 1960 werd gerestaureerd, raakte de molen kort daarop in verval. Tijdens de storm van 13 november 1972 raakte de molen ernstig beschadigd. Aankoop door de gemeente Marum redde de molen van de ondergang, een grote restauratie in 1977 herstelde de molen in oude glorie. Sindsdien is de molen dankzij vrijwilligers weer regelmatig in bedrijf. Sinds 2011 is de molen eigendom van stichting Het Groninger Landschap.
De Zwaluw
Zuurdijk, gemeente De Marne
In 1858 werd de 27 jaar oude molen van Zuurdijk door brand verwoest. Ter vervanging werd de huidige koren- en pelmolen, de Zwaluw, gebouwd. De opdracht werd gegeven door bakker / molenaar E.W. Kamphuis uit Mensingeweer, die de molen en de bakkerij in 1864 overdeed aan zijn zoon Jacob.
Het maalbedrijf werd in 1909 versterkt met een stoommachine, die op zijn beurt in 1921 werd afgelost door een elektromotor.
De intussen vervallen molen werden in 1976 ingrijpend gerestaureerd, het muurwerk en de fundering werden daarbij volledig vervangen. Op 13 mei 1978 werd de molen weer in gebruik genomen en is sindsdien dankzij de inzet van vrijwilligers weer regelmatig in bedrijf. De complete uitrusting van de molen maakt De Zaluw geschikt als instructie- of examenmolen voor toekomstige molenaars.
Germania
Thesinge, gemeente Ten Boer
Germania werd in 1852 als koren- en pelmolen gebouwd in opdracht van Kornelis Mulder. De naam van de molen, die een oudere standerdmolen verving, is ontleend aan het Benedictijner klooster dat in de gemeente had gestaan. Nadat men in 1927 was gestopt met het pellen van gerst, werd rond 1930 het pelwerk uit de molen verwijderd. Tijdens de oorlogsjaren stond in Germania een illegale oliepers.
Vanaf 1950 was het maalwerk niet langer van windaandrijving afhankelijk en werd het takrad voortaan door een elektromotor aangedreven. De molen werd in 1968 aan de gemeente Ten Boer verkocht, die het gebouw ingrijpend liet restaureren. In 1973 kon de molen feestelijk weer in gebruik worden genomen. De meest recente restauratie vond tijdens de jaren 2009-2010 plaats.
Fram
Woltersum, gemeente Ten Boer
De Fram, genoemd naar het schip van de Noorse ontdekkingsreiziger en Nobelprijswinnaar Fridtjof Wedel-Jarlsberg Nansen, werd in 1867 als zaagmolen gebouwd. De eigenaar van de molen, W.E. Evenhuis, was een groot bewonderaar van Nansen. Samen met de kleinere Bovenrijge in Ten Boer is Fram de enige nog werkende zaagmolen van de provincie Groningen.
In de volledig houten molen aan het Eemskanaal werd tot 1900 op windkracht gewerkt, maar werd sindsdien in toenemende mate met stoom en later met elektriciteit aangedreven, tot dat er in 1931 een einde kwam aan het gebruik van windkracht. In 1955 werd het zaagbedrijf stopgezet en begon het verval van de molen. De restauratie van 1960-1961 redde de molen van de ondergang. Bij een volgende restauratie in 1975 werd de zagerij weer in oude luister hersteld.
Lees verder