Achtergrondinformatie over de Khmers en Angkor Wat

Schuingedrukte termen zijn ook in de lijst uitgelegd.

Termen, taal en namen
De Angkor tempels zijn gebouwd ter verering van de goden. Om ze te begrijpen is het nodig meer te weten over de religies Hindoeïsme en Boeddhisme. Onderstaande lijst biedt namen, gebeurtenissen en termen uit de epische verhalen die de mensen destijds aan elkaar vertelden en die in steen vereeuwigd zijn op de tempels.- Airavata: Olifant, rijdbeest van Indra, meestal met drie koppen.
- Apsara: Danseressen uit de hemel die de goden vermaken en aan koningen en helden worden gegeven als beloning. Apsaras komen veel voor als tempelversiering.
- Asura: Demon, vijand van de goden.
- Avalokitesvara: Ook bekend als Lokesvara, de Meelevende Bodhisattva. Hij wordt vaak weergegeven als een jonge man met een lotusbloem in de linkerhand en het beeld van Bodhisattva Amitabha op zijn hoofd.
- Avatar: De incarnatie van een god in de vorm van een mens of dier.
- Banteay: Khmer voor citadel.
- Baray: Groot kunstmatig meer voor het opvangen van regenwater.
- Beng: Khmer voor vijver
- Bodhisattva: Het ideaal van het Mahayana Boeddhisme: iemand die vrijwillig niet het Nirvana ingaat zodat hij anderen kan helpen.
- Brahma: De maker van alles. Brahma heeft vier hoofden, vier armen en houdt een scepter, rozenkrans, boog en bedelnap vast. Brahma wordt geboren uit Vishnus navel bij elk begin van de wereld. Hij rijdt Hamsa.
- Brahmin: Hindoe priester
- Boeddha: Gautama Siddharta, geboren in 543 v. Chr., de Verlichte.
- Chakra: Het wiel, symbool van de Boeddhistische wet en de zon.
- Cham: Inwoner van Champa, het koninkrijk tijdens Angkor in centraal Vietnam.
Goden in het reliëf Churning of the Sea of Milk
- Churning of the Sea of Milk: Het moment aan het begin van de tijd waarin de Asura en de goden samenwerken. Ze trekken afwisselend aan het lichaam van de naga Vasuki die zich om de berg Mandara heeft gewikkeld. De goden en Asuras roteren de berg 1000 jaar lang om de kosmos – Sea of Milk – te roeren. Dit produceert uiteindelijk het elixir van onsterfelijkheid amrita. De goden hadden beloofd aan de Asuras dat zij de helft zouden krijgen, maar geven het niet waarop de Asuras het proberen te stelen.
- Devata: Vrouwelijke godheid.
- Devi: Shivas vrouw in haar goedaardige vorm, heet ook Uma, Gauri, Parvati en Jadanmata.
- Dikpala: Een van de acht hoeders van de windrichtingen. Ook: dikpalaka.
- Durga: Shivas vrouw in haar kwaadaardige vorm, heet ook Kali, Chandi en Bhairavi.
Ganesha rijdt zijn eigen slurf
- Dvarapala: Hoeder van de tempel, meestal uitgebeeld als deurwachter.
- Gandharva: Hemelse muzikant voor de Apsara's
- Ganesha: Zoon van Shiva met het hoofd van een olifant. Volgens de legende hakte Shiva het hoofd van zijn zoon af, kreeg spijt, en verving het met de eerste mogelijke wat hij tegenkwam.
- Garuda: Mythisch beest, half hogel, half man. Vishnus rijdbeest. Tegenstander van de Naga.
- Hamsa: De goddelijke gans, rijdbeest van Brahma.
- Hanuman: Aapgeneraal die Rama helpt in de Ramayana.
- Indra: Vedic god van de lucht, wolken en de moesson. Hoeder van het oosten.
- Kala: Demon die zichzelf moet opeten. Vaak te vinden over de entree van een tempel als beschermer.
- Kaliya: Meerhoofdige naga verslagen door Krishna.
- Kalpa: Tijdcyclus. Aan het einde vernietigd Shiva de wereld en begint een nieuwe kalpa als Brahma opnieuw wordt geboren uit de navel van Vishnu. Een kalpa duurt 8.64 miljard mensenjaren.
- Kompong: Khmer voor dorp.
- Krishna: Achtste incarnatie van Hindoegod Vishnu. Held in de Mahadharata.
- Kurma: Tweede incarnatie van Hindoegod Vishnu in de vorm van een reusachtige schildpad. Kurma ondersteunt de berg Mandara tijdens Churning of the Sea of Milk.
- Lakshmi: Vrouw van Vishnu, godin van geluk. Haar symbool is de lotus.
- Linga: Gestileerd beeld van een penis, de essentie van Shiva. Linga zijn vaak simpele rechte stenen in het centrale gedeelte van een tempel.
- Mahabharata: Hindoe verhaal geschreven tussen 400 v. Chr. en 200 n. Chr.
Nagabrug bij de Oostelijk Baray
- Mandara: Deze berg draait in de Churning of the Sea of Milk.
- Meru: Kosmische berg in het Hindoeïsme, centrum van het universum. De goden leven op de top van Meru.
- Naga: Meerhoofdige slang, geassocieerd met water, vruchtbaarheid en creatie. Vaak hebben nagas vijf of zeven hoofden en het lichaam van een cobra.
- Nandi: Heilige stier, rijdbeest van Shiva.
- Phnom: Khmer voor berg of heuvel.
- Prasat: Khmer voor tempel.
- Preah: Khmer voor heilig.
- Rama: Zevende incarnatie van Hindoegod Vishnu in de vorm van een mens. Held van de Ramayana.
- Ramayana: Romantisch Hindoe epos over de avonturen van Rama tijdens zijn tocht om zijn vrouw Sita terug te krijgen van haar kidnapper, de demon Ravana.
Stele
- Shiva: Hindoegod, de god van vernietiging en wedergeboorte, tegenpool van Vishnu.
- Spean: Khmer voor brug.
- Srah: Khmer voor vijver of bassin.
- Stele: Rechtopstaand stuk steen met inscripties.
- Thom: Khmer voor groot.
- Varman: Khmer voor borstharnas (letterlijk) en beschermer. Alle namen van koningen eindigen op -varman.
- Vasuki: De naga waarmee de goden en demonen de kosmische oceaan roeren (Churning of the Sea of Milk).
- Vihara of Vihear: Tempel met een Boeddhabeeld.
- Vishnu: Hindoe drie-in-een godheid met vier armen, de beschermgod. Vishnu komt op aarde in verschillende gedaanten of avatars.
Architectonische termen
Onderstaande termen uit de architectuur worden gebruikt in de beschrijving van de tempels en zijn handig tijdens een bezoek. In beschrijvingen zul je meestal de Engelse termen tegenkomen, dus die zijn waar nodig toegevoegd.- Anastylosis: Methode van herbouwen. Hierin analyseer en nummer je alle delen om ze vervolgens op de originele manier samen te stellen met zo min mogelijk toevoegingen. Nederlandse archeologen gebruikten deze techniek op Java en de Fransen later voor Angkor. Sommige tempels zijn niet volgens deze methode herbouwt, maar met meer toevoegingen. Deze zijn dus in onze ogen minder "origineel".
- Antarala: Gang die het heiligdom (garbhagrha) verbindt met de voorkamer (mandapa).
- Antefix: Pinakel of ander ornament op de toren.
"Bibliotheek" met balusters in de ramen
- Baluster: Ronde post die een balustrade ondersteunt of in een raam.
- Balustrade: Reling, op de balusters vind je een balk.
- "Bibliotheek": In tempels vind je geregeld extra gebouwen, afgescheiden van het hoofdgebouw, die traditioneel als bibliotheken worden omschreven. Het is niet duidelijk of er daadwerkelijk ook boeken in bewaard werden en ze kunnen net zo goed als kleine tempels zijn gebruikt of om heilig vuur te bewaren. Vrijwel elke "bibliotheek" opent naar het westen, behalve in Angkor Wat waar ze ook naar het oosten openen. Engels: library.
- Colonette: Kleine kolom vaak als decoratie aan beide zijden van een doorgang.
- Draagbalk: Blok boven een doorgang rustend op beide doorpilaren. Een decoratieve draagbalk is een balk met uitgebeiteld motief, vaak met een belangrijke betekenis. Elke doorgang in een Khmer tempel heeft een dergelijke draagbalk. Er zijn echter ook structurele draagbalken die nodig zijn om het gewicht van de constructie te dragen. In zo'n geval worden ze vaak verborgen. Engels: lintel.
- Gopura: Entreepavilioen, soms met toren.
- Kalasa: Een pot gevuld met water en planten als symbool van welvarendheid en voorspoed. Je vindt ze vaak bovenop de tempeltorens.
- Kroonlijst: Decoratief element bovenop of als bescherming bijvoorbeeld boven een doorgang. De kroonlijst is direct boven de draagbalk. Engels: cornice.
- Lateriet: Rode, poreuse steensoort die extreem hard wordt na drogen. Engels: laterite.
Pediment boven een draagbalk toont het gevecht om de kroon tussen apenbroers Valin en Sugriva / Bron: Ding Feng Jun, Wikimedia Commons (Publiek domein)
- Mandapa: Voorkamer. Pavilioen of veranda voor de hoofdtempel.
- Pediment: Een driehoekige bekroning boven de draagbalk of doorgang.
- Pilaster: Ook wel wandpijler genoemd. Een pilaster is een vierkant of rechthoekig afgemaakte pilaar die niet los staat van de muur.
- Portico: Een portiek die toegang biedt aan een gebouw.
- Quincunx: Een patroon van vijf objecten met vier op de hoeken en een in het midden.
- Sema: Boeddhistische grenssteen.
- Somasutra: Stenen pijp of kanaal waarmee plengwater wordt weggeleid van het object dat wordt gewassen: het beeld in de tempel. Aan het einde is vaak het hoofd van een zeemonster.
- Stucwerk: Sierpleister dat muren decoratief bedekt. De Khmers gebruikten pleister om bakstenen of lateriet te bedekken. Engels: stucco.
De koningen van Angkor
Koning | Regeerperiode | Tempels begonnen, herbouwd of zaken toegevoegd |
---|---|---|
Jayavarman II | 790-835 | Rong Chen op Phnom Kulen |
Jayavarman III | 835-877 | Prei Monti, Trapeang Phong, Bakong |
Indravarman I | 877-886? | Preah Ko, Bakong, Indrataka baray |
Yasovarman I | 889-915? | Lolei, Bakheng, Prasat Bei, Thma Bay Kaek, Phnom Krom, Phnom Bok, Oostelijke Baray |
Harshavarman I | 915?-923 | Baksei Chamkrong, Prasat Kravan |
Isanavarman II | 923-928? | |
Jayavarman IV | 928?-941? | Koh Ker |
Harshavarman II | 941?-944 | |
Rajendravarman | 944-968 | Pre Rup, East Mebon, Bat Chum, Kutisvara, Banteay Srei, Srah Srang, Baksei Chamkrong |
Jayavarman V | 968-1000? | Ta Keo |
Udayadityavarman I | 1001-1002 | |
Jayaviravarman | 1002-1010 | Noord Khleang, Ta Keo |
Suryavarman I | 1002-1049 | Zuid Khleang, Preah Viheat, Phimeanakas, Koninklijk Paleis, Suryaparvata, Preah Khan, Westelijke Baray, Wat Phu |
Udayadityavarman II | 1050-1066 | Bapuon, West Mebon |
Harshavarman III | 1066/7-1080 | |
Jayavarman VI | 1080-1107? | Phimai (Thailand) |
Dharanindravarman I | 1107-1112 | |
Suryavarman II | 1113-1150? | Angkor Wat, Thommanon, Chao Say Tevoda, Banteay Samre, Phnom Rung (Thailand), Beng Mealea |
Yasovarman II | 1150?-1165 | Beng Mealea, Chao Say Tevoda, Banteay Samre, Bakong |
Tribhuvanadityavarman | 1165?-1177 | |
Jayavarman VII | 1181-1220? | Ta Phrom, Preah Khan, Jayatataka baray, Meak Pean, Ta Som, Ta Nei, Banteay Chmar, Angkor Thom, Prasats Chrung, Bayon, Olifantenterras, Ta Phrom Kel, Ziekenhuiskapel, Krol Ko, Srah Srang, Koninklijk Paleis |
Indravarman II | 1220?-1243 | Prasats Suor Prat, Ta Phrom, Banteay Kdei, Ta Som, Ta Nei |
Jayavarman VIII | 1243?-1295 | Mangalartha, Preah Palilay?, Bayon, Ta Phrom, Preah Khan, Prasats Chrung, Angkor Wat, Bapuon, Chao Say Tevoda, Banteay Samre, beng Mealea, Leper King terras, Olifantenterras, Preah Pithu, Koninklijk Paleis |
Srindravarman | 1295-1307 | Ta Phrom, Preah Pithu, Preah Palilay |
Srindrajayavarman | 1307-1327 | |
Jayavarman Paramesvara | 1327- |