Trier, het tweede Rome

Een bezoek aan Trier draait altijd uit op een reis door de tijd. Zelfs de Romeinen vonden het hier al prettig toeven. Ze noemden de stad dan ook liefkozend Het Tweede Rome.

Flavius

Wij volgen een Romein uit de lage landen op zijn uitstapje naar Trier. We noemen hem Flavius, een rijke Romein die zo’n 1800 jaar geleden zijn overdadig ingerichte villa rustica had gesticht aan de oever van de Maas, zeg maar in de buurt van Maastricht dat toen nog luisterde naar de naam Trajetctum ad Mosam. Het was rond het jaar 300.Niet alles is veranderd sedert mensenheugenis. Net zoals de moderne mens had ook een welgestelde Romein wel eens zin in een paar weekjes pretpark.

Flavius koos voor Trier, toen nog Augusta Trevorum geheten. Hij wilde de nieuwe stadspoort wel eens zien, de paardenrennen op de renbaan van het circus meemaken, een duik nemen in de ruime Barbarathermen en niet te vergeten; lekker gruwelen tijdens de spelen in het amfitheater. En wie weet zou hij kans zien de Romeinse keizer Constantijn de Grote te ontmoeten die juist bezig was de Sint-Petersdom te bouwen op de fundamenten van het paleis van zijn moeder Helena.

Flavius uitte zijn verlangen en meer hoefde hij zelf niet te doen. De bedienden en slaven deden de rest. Ze pakten de tenten, sloegen vaten wijn en voldoende proviand in en stapelden dat met man en macht op de tweewielige ossenkarren. Ongetwijfeld moesten ook de draagstoelen mee. De sella, waar je op kon zitten, maar ook de lectica om lekker op te liggen. Gewone voorpret die een vakantie nu eenmaal zo heerlijk vooraf gaat.

Snelweg Boulogne - Colonia Agrippina

Flavius begon zijn reis te paard, maar de weg van Maastricht naar Trier was een stuk langer dan tegenwoordig. Eerst moest je een stuk noordwaarts voor aansluiting op de snelweg Boulogne - Colonia Agrippina oftewel Keulen om vervolgens ergens halverwege loodrecht naar het zuiden af te zakken. Het ligt voor de hand dat Flavius zich tenslotte naast zijn vrouw vleide in de luxueuze vierwielige Carpentum. De voorloper van onze caravan werd voortgetrokken door een paar ezels of paarden en hobbelde zwaar over de keien van de Heirbaan die door het Romeinse leger op veroveringstocht was aangelegd. De bedienden maakten uiteraard gebruik van de benenwagen. Dat deed iedereen. Van handelaar, tot reizend kunstenmaker, van ontvluchtte slaaf tot ex-soldaat. Zelfs de met zwaard, schild en lans uitgeruste legionairs maakten gebruik van sandaal of schoen als transportmiddel. De enigen die niet liepen waren de wilde dieren, de leeuwen, tijgers en krokodillen die in kooien werden aangevoerd om later in het strijdperk van het amfitheater het onafwendbare loodje te leggen.

Tegenwoordig pakken we de E42 en sjezen in anderhalf uur via Luik of Aken naar dit pretpark van weleer. Flavius deed er heel wat langer over. Geen wonder dat hier en daar het kamp werd opgeslagen en de jagers het bos werden ingestuurd om een mals wild zwijn of hert te verschalken. Voor de barbecue. Rond de klok werden er oplettende wachtposten uitgezet die in het bos naar boeven speurden. Wij kunnen op onze E 42 hoogstens bevreesd zijn voor een verdwaalde zakkenroller, maar dat was in Flavius’ tijd toch anders. De dicht beboste heuvels van het Eifelland boden een fantastische beschutting aan struikrovers, bandieten en overig rapalje dat zich enthousiast en winstgevend op de argeloze toerist richtte. Flavius zou zeker niet de eerste zijn die een paar maandjes in een donker ondergronds vochtig hol gevangen werd gehouden totdat er een flink losgeld was betaald. Niet voor niets had hij ter bescherming dan ook een flinke groep bewapende mannen bij zich.

Romeinse brug

De Moezel, geëerd door de met wijngaarden beklede heuvels aan de oevers, snijdt de stad doormidden. Met een beetje geluk rijdt men Trier binnen over de Romerbrucke, de oudste brug van Duitsland waarvan de stenen pijlers in het Moezelwater nog uit dezelfde Oud Romeinse tijd stammen en waar de houten wielen van Flavius’ karren bij zijn aankomst ongetwijfeld uiterst luidruchtig overheen ratelden.

Grote markt

De moderne westerling zal bij aankomst aanvankelijk het meest worden getroffen door de Grote Markt (Hauptmarkt) met zijn met beelden van Heiligen en ornamenten behangen prachtige kleurige gevels. Die stammen niet uit de Romeinse tijd maar doen denken aan de late Middeleeuwen. Daar staat sinds 1595 ook de Petrusfontein, vernoemd naar de Heilige Petrus, de stadspatroon van Trier. Pal daarnaast staat het marktkruis dat al in 958 werd opgericht als teken van het verworven recht om er markt te houden.

Porta Nigra

Veel imposanter is de stadspoort, op slechts een paar minuutjes lopen van het marktplein. De Porta Nigra, die Flavius op zijn tocht zo graag wilde zien. In de tijd van Flavius was de poort nog nieuw en had de zachte kleur van maagdelijk zandsteen. In de middeleeuwen was het zandsteen al totaal vervuild en zwart geworden. Vandaar de toevoeging Nigra.

Simeon, een reislustige monnik liet zich na een pelgrimstocht naar Palestina in 1030 feestelijk inmetselen in de oostelijke toren van de Porta Nigra, om zich vervolgens geheel teruggetrokken aan het gebed te wijden. Men schreef hem wonderen toe en het is aan zijn kluizenaarschap te danken dat de Porta Nigra nog steeds overeind staat.

Dom van Trier of Sint Peterskerk

Trier is de oudste stad van Duitsland en de Dom is de oudste kerk. In de schatkamer van de Dom wordt een beroemd relikwie bewaard, het opperkleed van Christus. Natuurlijk is aan deze Heilige Rok een aparte kapel gewijd. Helena, de moeder van keizer Constantijn zou de rok in de 4e eeuw eigenhandig naar Trier hebben gebracht. Het is niet onmogelijk dat Flavius dit gewaad nog met eigen ogen heeft kunnen aanschouwen en er geknield een kruisje voor heeft geslagen. Tegenwoordig is de kans dat de Heilige Rok nogmaals getoond wordt zeer klein: de lichtinval zou erg slecht zijn voor het weefsel. De eerstkomende publieke tentoonstelling is aangekondigd voor 2012, ter gelegenheid van het 500-jarige jubileum van de allereerste bedevaart naar de Heilige Rok in 1512. De Dom is ook zonder een blik op het naadloze opperkleed beslist een bezoek waard. Zelden zie je namelijk een kerk die zo overvloedig voorzien is van verschillende bouwstijlen door de eeuwen heen. De rijke decoraties geven de bezoeker zelfs het gevoel dat het hier ´gezellig toeven´ is.

De Basilica van Constantijn

De Basilica van Constantijn is een uit baksteen opgetrokken gebouw, dat waarschijnlijk omstreeks 310 gebouwd is, tijdens de regeringsperiode van Constantijn de Grote. Deze voormalige kroonzaal van Constantijn is 30 meter hoog, 27 meter breed en 67 meter lang. De Porta Nigra zou er gemakkelijk in passen. De zaal was fraai gedecoreerd met mozaïeken, marmer en beelden. De buitenkant was helemaal bepleisterd, en had een galerij over de gehele lengte.

Alle pracht en praal werd in 475, bij de val van het Romeinse Rijk, door Frankische troepen vernield. Napoleon gebruikte het nog een poosje als kazerne. In de negentiende eeuw werd de basilica ingericht als Evangelisch-Lutherse kerk.

Keurvorstelijk paleis

Direct naast de Basilica staat het Keurvorstelijk paleis, residentie van de keurvorsten van het Aartsbisdom Trier, van de 17e eeuw tot 1794. In de periode van 1198 tot 1870 waren er slechts zeven van alle rijksvorsten gerechtigd om zijn de nieuwe koning van Duitsland te kiezen. Het paleis is een menging van de stijlen renaissance en rococo. Na de onteigening van de keurvorsten onder Napoleon werd het paleis in de 19e en begin 20e eeuw door Franse en Pruisische troepen als kazerne gebruikt. Opgravingen toonden aan dat de bouwplaats van het paleis al in de Romeinse tijd bebouwd was. Behalve een paar stukken mozaïek is daar niets van over gebleven. Toen Trier in 1794 door Napoleon werd bezet, werd de paleistuin voor het publiek opengesteld.

Tip voor camperaars

Aan de oever van de Moezel is een plaats voor campers ingericht. Door de weeks is er een busverbinding met de Messe naar de stad.. Voor wandelaars ligt een interessante en stevige wandeling naar het centrum in het verschiet.

De Keizerthermen

De verderop gelegen Barbarathermen tonen nog slechts wat fundamenten, maar het imposante caldarium van de Keizerthermen staat weliswaar ruïneus, maar nog in volle glorie te schitteren. Keizer Constantijn was met de bouw begonnen, maar heeft het nooit afgebouwd omdat hij Trier verliet om Constantinopel te stichten. Pas veel later verklaarde zijn opvolger, Keizer Valentinian, Trier weer tot hoofdstad. Hij vond het gebouw bij uitstek geschikt als kazerne voor zijn lijfgarde. Dus echt badplezier zoals ooit de bedoeling was, heeft hier nooit plaatsgevonden.

Circus

Van het circus in Trier is niets meer over, maar Flavius en zijn vrouw hebben daar ongetwijfeld kunnen genieten van de wagenrennen, Meestal werd er met een quadriga, een vierspan, gereden, maar er werden ook races gehouden met de biga (tweespan), triga (driespan), seiuga (zesspan) octoiuga (achtspan) en zelfs de decumuga (tienspan).

De wagens startten vanuit de carceres waar de startkooien naast elkaar stonden. De menners waren vaak slaven of vrijgelatenen met een lage sociale status. Zij konden door de grote populariteit van de wagenrennen echter veel roem vergaren.
Tijdens een race moesten de wagens zeven keer om de spina heen rijden. Bij de keerpalen op de hoeken van de spina, was het de bedoeling om de bocht zo kort mogelijk te nemen om zo de tegenstanders te hinderen. Vele wagens sloegen hier om, waardoor het regelmatig voorkwam dat de menners uit de wagens geslingerd werden en naar hun einde werden meegesleurd door de dodelijke paardenkrachten. Genieten alom dus. Maar je zal er geen steen meer van aantreffen.

Amfitheater

Anders dan bij het circus van Trier zijn er nog voldoende overblijfselen van het amfitheater over, om je met een flinke dosis fantasie te kunnen inleven in de gruwelijk bloedige gevechten die hier plaatsvonden. De voorloper van ons pretpark muntte zich uit in ongekende wreedheid. Wilde dieren als leeuwen, tijgers, krokodillen en olifanten werden tegen elkaar opgehitst, maar ook de kleine bulterriër werd frequent ingezet tegen bijvoorbeeld de grote Bengaalse tijger. Altijd met de oh zo spannende onzekere afloop. Het dagprogramma in het amfitheater was gevarieerd. In de ochtend was er de jacht op (roof)dieren. Rond het middaguur waren er openbare executies. In de mildste vorm werden Romeinse staatsburgers die een ernstig vergrijp hadden begaan, met het zwaard terechtgesteld. Voor het lagere volk hadden de organisatoren van het festival de vrije en wreedste hand wat betreft de uitvoering van de straf tijdens de hooggeëerde voorstelling.

’s Middags vochten de gladiatoren man tegen man tot de dood erop volgde. De schouwspelen hadden één bloedrode draad: Het sterven als vorm van amusement. en nieuwsgierig af naar de donkere, natte ruimten onder de vloer van de arena waar de gladiatoren en de geketende gevangenen op hun onafwendbare lot wachtten om tenslotte op de ruime zonovergoten vloer van de arena onder luid gejuich hun eigen laatste levenstekenen te beleven.
© 2011 - 2024 Joophoek, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Porta Nigra: Romeinse poort in de stad TrierPorta Nigra: Romeinse poort in de stad TrierHet bekendste overblijfsel uit de Romeinse tijd staat in de stad Trier in Duitsland. De Porta Nigra is een indrukwekkend…
Romeinse overblijfselen aan de Moezel: de streek rond TrierRomeinse overblijfselen aan de Moezel: de streek rond TrierRomeinen in Duitsland? Ja hoor! Langs de Moezel zijn er heel wat Romeinse overblijfselen. Trier was zelfs de meest noord…
Het amfitheater van Trier in DuitslandHet amfitheater van Trier in DuitslandEen bijzonder bouwwerk uit de Romeinse tijd, net buiten de binnenstad staat het amfitheater. Zowel van buiten als van bi…
Romeinse overblijfselen aan de Moezel: Neumagen-DhronRomeinse overblijfselen aan de Moezel: Neumagen-DhronWie Romeinen zegt, denkt vooral aan Italië, Spanje, Frankrijk. Men denkt dan minder aan een land als Duitsland. En toch…

Ascona, een schilderachtig stadje in ZwitserlandAan 't Lago Maggiore, in de Zwitserse provincie Ticino, ligt een schilderachtig stadje met de mooie naam Ascona! Een pit…
Joophoek (1 artikelen)
Gepubliceerd: 15-06-2011
Rubriek: Reizen en Recreatie
Subrubriek: Steden
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.