Toubab, Toubab, ervaringen in Gambia
Een rondreis door Gambia en Senegal brengt onherroepelijk met zich mee dat je wordt geconfronteerd met de armoede in de beide landen. En de bedeltechnieken. Technieken overigens die vaak worden veroorzaakt door de toeristen zelf. Het is dan ook het overwegen waard om te kijken wat je wel en wat je niet zou moeten doen om mensen hun eigen waarden te laten houden
Toubab, Toubab
`Toubab, toubab`. Het Afrikaanse woord voor blanke. Overal waar we komen wordt het woord gescandeerd. Van ver zie ik ze al aan komen rennen. Kleine zwarte kindertjes met enorme snottebellen. Ze roepen bidon, bidon en worden steeds brutaler als we bij de grenspost met Senegal moeten wachten op toestemming om verder te rijden. We hebben dan net een urenlange tocht door een verzengende hitte en enorme stofwolken te pakken gehad. De rode aarde, die zo droog is dat hij overal in gaat zitten. Je neus, je oren, in je kleren. Mijn laarzen zijn roodgekleurd, mijn zwarte broek eveneens. Ik heb voortdurend keelpijn en iedereen moet niezen.
Baobab boom - geneeskrachtige vruchten
Ondertussen zijn grote Baobab bomen aan ons voorbijgetrokken. De bomen die het apenbrood voortbrengen. Een grote vrucht die je openslaat en het wat harde witte vlees is goed voor je maag. En van die maag heb ik net last. Ook heb ik al thee gedronke van de bladeren van de Guave plant. Naar goed Afrikaans gebruik, want dat geneest maagzweren en al het andere denkbare aan je ingewanden. Zegt men. Het wordt er in ieder geval niet slechter van, dus ik drink nog maar gewoon een kopje als iemand voor me een boom inklimt om de bladeren te plukken en ze vervolgens in heet gekookt water te dompelen.
Overnachten in primitieve kampen zonder enige luxe
Op onze rit hebben we diverse kampen aangedaan. Simpele kampen. Met sanitair waar je niet bij na moet denken en bij bedden die zo hard zijn als het beton waar je op ligt. Het is wel rustig in deze kampen die nog in Gambia liggen. Op een avond komen natuurlijk de Afrikaanse dansers voorbij, nadat we die middag een rondje door het dorp hebben gemaakt. Er groepeerden zich jongens rond me, die me very nice vonden. En mijn haar was vooral fantastisch. En ze zouden komen optreden. Ik moest er zijn. Ik was er , ik danste houterig met ze maar moest daarna vooral cashen vonden zij. Honger hadden ze en ik moest daar voor betalen. En ze zouden me natuurlijk de black power laten zien. Whatever that might be. Twee Duitsers, erg homo maar ook zo leuk genoten van het gesprek dat ik vervolgens met de boys had. Armamy van het kamp, klein voor zijn leeftijd denk ik, probeerde ze weg te krijgen. Wat moeilijk lukte. Ik heb ze toen in niet mis te verstane bewoordingen laten weten dat ik niet van hun gedoe gediend was en zeker niet ging betalen voor hun eten. Ik had ze immers niet uitgenodigd. Sommige mensen willen uit alles een slaatje slaan, anderen zijn ongelofelijk aardig en is het niet om geld te doen. Maar het opdringerige schooien is vaak erg vervelend.
Schooiende kinderen
Met de kinderen is het net zo. In een schooltje wil ik ze best snoepjes geven, maar ik verdom het om ze bij iedere stop geld te geven. Ze bedelen om het leven. In plaats daarvan doe ik handenklap spelletjes met ze en ze lijken dat eigenlijk net zo leuk te vinden. Wel blijven ze ons hardnekkig Toubab noemen, blanke.
Verbranding van hele bossen
Wat op de reis verder opvalt is het het grote aantal verbrandingen dat hier plaatsvindt. Alle land wordt onkruidvrij gemaakt door het gewoon in de fik te steken. Dat levert voortdurend een rooklucht op die zijn weerga niet kent. In combinatie met al dat stof dat overal binnendringt niet bepaald goed voor de longen lijkt me. Dat de mensen niet oud worden is dan ook niet zo vreemd. De zon, het harde leven, het zal geen goed doen. Overigens hangt een deel van hen voortdurend rond Overal waar je komt hangen mannen. Op zakken, in stoelen, op trottoirs, overal. Gewoon omdat ze geen werk hebben. Over de seksuele moraal ben ik nog steeds verbaasd. Armoede maakt dat een deel van hen het niet zo nauw neemt en de combinatie van oude rijke Westerse vrouwen met piepjonge mannen
blijft opzien baren. Als ik zou willen had ik flink wat mannen in mijn bed gehad en ze zijn ook ronduit gepikeerd als je ze weigert. Wat me overigens wel steeds beter afgaat. En dat is fijn.
De natuur in Gambia
De natuur valt tot nu toe wat tegen. We hebben een boottochtje over de rivier De Gambia gemaakt, maar we kwamen er steeds dezelfde vogels tegen, waaronder veel reigers. Krokodillen zijn wel redelijk veel te vinden, net als Antilopen, heel brutale apen die je het eten van je bord stelen en we hebben zelfs het genoegen gehad om nijlpaarden te zien baden. De majestueuze dieren slaakten angstaanjagende kreten, maar waren gelukkig op veilige afstand. Ik was blij dat we daar niet langs hoefden met een bootje, want ik heb me laten vertellen dat ze zeker met jongen behoorlijk agresief kunnen zijn.
Koud in Gambia en Senegal in de nacht in januari
Wat ook opvalt is dat het ´s avonds behoorlijk afkoelt. Ook in de ochtend is een fleecetrui en een broek beslist geen overbodige luxe. In de nacht lig ik in de kampen met al mijn kleren aan om het een beetje warm te houden en te kunnen slapen. Inclusief sokken. Heeft er misschien ook mee te maken dat we al dagen geen warm water hebben gehad. Ik douche me niet, stop mijn hoofd onder de kraan en was mijn haar wel, maar ga niet onder zo´n koude straal staan. Pas als we in Senegal zijn en in een normaal hotel verblijven, stap ik onder de heerlijk hete douche. Ook het bed lonkt. En we hebben een zwembad, waar we na een hele lange en stoffige reis direct met zijn alleen in plonsen. De chauffeur is kapot van het rijden op wegen die nauwelijks zo kunnen heten. Hij hobbelt van kuil naar kuil en van gat naar gat en gaat daarbij van links naar rechts en terug. Hij doet het echter heel goed, maar kan zijn ogen tijdens het driegangen lunch niet meer open houden. Ik zeg hem dat hij zijn bord meeneemt voor vanavond en nu maar naar bed moet gaan. Zelf ga ik niet mee op excursie als de zoveelste markt wordt aangedaan en weer een trip door de eerste Senegalese stad. Mijn ogen vallen dicht zodra ik uit het wate van het zwembad ben en lekker aan de kant lig met een boek. En dan is het weer tijd voor diner. Ik eet niet zoveel, want mijn maag is veel van streek. Zal ook door de Lariam komen. Blijft troep, maar ik ben al lek gestoken, dus ik blijf ze toch maar nemen om de eventuele malaria geen kans te geven.