De Kaapverdische Eilanden, een onbekend stukje Afrika

Kaapverdië, een eilandengroep op zes uurtjes vliegen vanuit Brussel of Amsterdam is één van de nieuwe reisbestemmingen. Ze bieden een uitstekend alternatief voor de Canarische Eilanden die niet altijd zonzekerheid bieden. Een troef die de tien eilanden zo'n 500 kilometer voor de kust van Senegal wel hebben. De voormalige Portugese kolonie doet er alles aan om het toeristen zo aangenaam mogelijk te maken, hotels rijzen als paddenstoelen uit de grond. Eén van die eilanden is Sal.

Het toeristische Santa Maria

Typisch Afrikaans op het eerste zicht, die Kaapverdische Eilanden. Raar, want eigenlijk kan eens mens moeilijk vergelijken met plaatsen als hij er nog nooit geweest is. Maar het zijn wel net deze kleuren, geuren en eerste indrukken die ik altijd samen met het Zwarte Continent plaatste in mijn gedachten.

Kanariegeel, fluo-groen, baksteenrood, hup-holland-hup oranje en helder azuurblauw zijn slechts een greep uit het kleurenpalet dat ik tegenkom na een half uurtje rond slenteren in de ‘toeristenstad’ Santa Maria op het Ilho Do Sal.
Blank daarentegen is men wel vergeten toe te voegen aan de plaatselijke couleur locale. Natuurlijk verwacht je om in de eerste plaats onze ‘gekleurde’ medemens tegen te komen op een eilandengroep aan de evenaar ergens voor de kust van Afrika, maar toch, ...

Waar is men met de inhoud van de tientallen vliegtuigen die wekelijks op het Europese vasteland vertrekken met bestemming Kaapverdië gebleven?

Wel ik zal je het antwoord niet lang schuldig blijven.

Vraag na hun tiendaags verblijf aan de zonnenkloppers die hier hun vakantie hebben doorgebracht of ze een goed restaurantje, leuk terrasje of supermarkt aan te raden hebben en je krijgt gegarandeerd het antwoord dat het buffet van het hotel super was, dat je aan de bar van het zwembad met je all-in bandje rond je pols de heerlijkste ‘gratis’ cocktails kreeg voorgeschoteld en dat er aan de balie een winkel was waar ze alles hadden dat de standaard ‘toerist’ nodig heeft.
Inderdaad, mensen boeken een kamer met een all-inclusive formule bij het reisbureau en ze trekken zich nadien eigelijk weinig aan van wat de plaatselijke bevolking te bieden heeft. Maar zeg nu zelf, achteraf terug thuis bij het familiefeest van de nonkel of op het werk onder collega’s is het toch zoveel ‘chiquer en exotischer’ om op te biechten dat de jaarlijske vakantie dit jaar op de ‘Kaapverdische’ waanzinnig was geweest. Want wie gaat er nu in deze tijd nog naar de Spaanse Costa’s of de Belgische kust? Echt opvallen met deze laatste twee is moeilijk.

Wel één tip voor de zonnekloppers. Koop een goede reisgids of pluis vooraf het hele internet uit over je fantastische bestemming dit jaar. Waarom?

Omdat als iemand je achteraf een vraag zou stellen over dit prachtige eiland en zijn mensen, je niet met je mond vol tanden staat, je effe niet meer zou weten wat zeggen, of uiteindelijk dan toch maar moet bekennen dat je de All-In ‘burcht’ niet bent uitgeweest.

Espargos, de hoofdstad

De ‘hoofdstad’ van het Ihlo do Sal is Espargos. Beetje centraal op het eiland gelegen met op enkele minuutjes zuidwaarts de internationale luchthaven. Espargos is helemaal geen hippe metropool zoals je van een hoofdstad zou verwachten, maar een oud, arm en afgebrokkeld gedeelte van enkele dooreenlopende straten op een zakdoekje groot. Maar het heeft iets, ... charme! Maar vooral en veel belangrijker. Het heeft ook iets niet, ... de opdringerige straatverkopers van de toeristische badplaats Santa Maria in de meest zuidelijke tip van Sal. De jonge zwarte verkoopstalenten die in het begin, vriendelijk en oprecht geïntresseerd lijken zijn een serieuze afknapper tijdens je dagje uit naar het strand of het winkelgedeelte van het eiland. Ze blijken beter op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen van ons koningshuis dan Kathy Pauwels, hebben een betere kennis van de weersituatie in ons land dan De Mey en Deboosere samen en zouden de perfecte nieuwe bondscoach kunnen zijn voor ons land, want de belevenissen van de Rode Duivels volgen ze op de voet. Je geraakt er echt nauwlijks van af. Zijn super-opdringering én geven niet op. Ze winnen de prijs voor volharding.

Spijtig, want het is net hier dat de shops, ‘super’marktjes, bars en resto’s, (kunst) gallerijen, hotels groot en klein weelderig ingepland zijn.

Echt zonde, ... voor mij wel voldoende om vaker uit te wijken naar de iets minder levende maar daarom niet minder interessante ‘Capital de Sal’. Waar men je gerust laat.

Zowel Santa Maria als Espergos liggen ongeveer even ver van mijn appartement in Murdeira af. Om aan vervoer te geraken stap ik gewoon even de straat op tot aan het dichtste ronde punt en wacht daar tot iemand me oppikt. Vergissen is onmogelijk, want er is maar één baan die het noorden met het zuiden van het eiland in verbinding stelt.
De Algeura-busjes zijn het goedkoopste middel om van de ene naar de andere stad te ‘reizen’. Ze kosten ongeveer één euro voor een enkel ritje, waarbij de afstand geen rol speelt. Lang hoef je nooit te wachten op de kleine aftandse busjes, hooguit een kwartiertje.

Avontuurlijker en nog veel frequenter zijn de pick-up trucks met vanachter in hun open laadruimte twee bankjes. Je komt ze werkelijk overal en altijd tegen en ze kosten vaak maar een halve euro per rit. Je zit dan wel met een stuk of zes zwarte mannen samen in de bak achteraan, en de truck kijkt niet op enkele kilometers per uur meer of minder. Als je aankomt heb je haren als een punker door de harde wind.

Havendorpje Palmeira

Vandaag plan ik een bezoekje aan het piepkleine havendorpje Palmeira dat centraal aan de westkant van Sal ligt. Omdat er niet direct een busje of taxi vertrekt naar die richting zal ik maar (een beetje tegen mijn zin) vanuit Espergos te voet gaan. De wandeling bergaf van ongeveer een uur brengt me via één lange vermoeiende weg met daarrond helemaal niets uiteindelijk tot aan mijn bestemming.

Alvorens ik de haven bereik slenter ik door de kleurijke, gezellige en typische straatjes met hier en daar een klein souvenierwinkeltje, enkele eenvoudige dorpskroegen met drie plastic stoelen en een tafeltje voor de inkomdeur, twee mini-mercado’s da familia (de vlaamse versie van de kruidenier-om-de-hoek), een aftands speelpleintje, een in Disney-figuren gehuld basisschooltje en een italiaans restaurant. Dit is Palmeira.

Voor de huisjes spelen zich allerlei leuke taferelen af. Een jongetje, hooguit een jaar of negen, zit op de stoep kleine visjes te kuisen en te fileren met een veel te bot mes, terwijl zijn moeder hem vanuit de keuken iets toeschreeuwt. Een beetje verderop in de ‘Fontenaira’ zijn schoolgaande kinderen zich aan het douchen of iets dat erop lijkt. Omdat de meeste huizen geen stromend water hebben, gebeurt het wassen daar gezamelijk, zo blijkt.

Ondertussen ben ik aan de ‘Porto’ aangekomen. Stel je wel niet te veel voor bij het woord ‘haven’. In zee liggen als ik goed tel een dertigtal houten sloepjes bijeen en een drie-tal boten van ongeveer een drie à vier meter lang. Rond de kantine aan de kade wachten een dozijn jonge, zwarte, mannen de godganse dag tot er iemand komt aangepeddeld met vis aan boord. Er klinkt luide Afrikaanse muziek op de achtergrond, zoals overal en altijd eigelijk.

Ik heb geluk vandaag! Terwijl ik mijn eerste biertje van de dag drink (Strela Cerveja, plaatselijk Kaapverdisch bier van 5,6°) zie ik dat een visser een gigantische vin omhoog tilt. De mannen reageren onmiddellijk en schieten ter hulp aan de kade. Een barracuda! Enkele jongens proberen de gigantisch kop vanervan af te snijden terwijl een andere zich over de vin bekommerd. Als de klus geklaard is trekken ze het beest via de kade in een pickup truck die er op zijn beurt vandoor gaat. Maar niet zonder dat er enkele escudo’s van eigenaar gewisseld zijn natuurlijk.

Wat betreft de terugtocht heb ik meer geluk dan deze ochtend, ... een algeura busje zorgt ervoor dat ik zonder problemen en blaren in Espargos geraak.
© 2009 - 2024 Bartmelis, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Boa Vista, het zand en duinen eiland van KaapverdiëSamen met enkele andere Kaapverdische eilanden is Boa Vista zeer in trek bij vakantiegangers de laatste jaren. De mix va…
Betaalbare zonvakanties in de winterBetaalbare zonvakanties in de winterAls u van de zon houdt is het zeer aan te raden een keer in de winter een zonnig land op te zoeken. Vooral voor mensen m…
Een van de 10 eilanden van Kaapverdie, SalKaapverdië is een Afrikaans land. Het is een eilanden groep (Kaapverdische eilanden) in de Atlantische oceaan op ongevee…
Kaapverdische Eilanden, een parelarchipelKaapverdische Eilanden, een parelarchipelEen bizarre bergwereld met fantastische stranden en een ideaal vakantieweer. De Kaapverdische Eilanden, gelegen in de At…

Brunei: een ‘droog’ land met sappige regenwoudenBrunei: een ‘droog’ land met sappige regenwoudenBrunei? Is dat een stad? In de Perzische Golf? Wat heb je daar te zoeken? Deze en andere reacties vielen ons ten deel to…
Chili: Het Nationale park Torres del PaineChili: Het Nationale park Torres del PaineHet nationale Park Torres del Paine in het zuiden van Chili is op alle gebied adembenemend en zonder meer een must als U…
Bartmelis (25 artikelen)
Gepubliceerd: 22-06-2009
Rubriek: Reizen en Recreatie
Subrubriek: Reisverhalen
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.