Brunei: een ‘droog’ land met sappige regenwouden

Voor de grens met de Maleisische deelstaat Sarawak staat op deze zondagochtend een kilometer lange rij auto’s te wachten. Ze zijn vanuit Brunei’s hoofdstad Bandar Seri Begawan (BSB) op weg naar de noordelijkst gelegen stad van Sarawak, Miri, een afstand van zo’n 150 kilometer. Wij leggen de afstand in tegenovergestelde richting af. Vincent Lee, de taxichauffeur uit Miri, die ons met zijn eigen auto voor een zacht prijsje vervoert, slaat met zijn hand op zijn voorhoofd als hij de geduldig wachtende mensen in hun auto’s ziet. Volgens hem zijn ze niet goed wijs. “Ze gaan een dagje winkelen in Miri omdat het daar goedkoper is. Maar wat heb je aan zo’n dag als je uren voor de grens moet wachten? En op de terugweg weer zo’n oponthoud!” Wij verbazen ons er vooral over dat al die mensen in die nieuwe en glanzende auto’s, niet zelden met fourwheeldrive, de moeite nemen om op koopjesjacht te gaan in hun buurland. Er is echter meer aan de hand. “Ze gaan natuurlijk ook drinken”, weet Vincent. “En ze slaan de toegestane hoeveelheid alcohol in die je in Brunei mag invoeren: twee liter sterke drank en twaalf blikjes bier per persoon.”
Streng islamitisch?
Zo hebben wij al voordat we de grens passeren kennis gemaakt met onze nieuwe bestemming en lijkt het eerste vooroordeel bevestigd: een streng islamitisch land met restricties op het gebied van alcohol. Maar dat blijkt maar ten dele te kloppen: Brunei mag dan zijn ‘drooggelegd’, alcohol is er niet verboden. Je kunt het er alleen niet kopen. Mits niet te opzichtig in het oog van andere (moslim) gasten, kun je zelfs je eigen fles wijn naar een restaurant meebrengen en bij het eten opdrinken. Niet-moslims in het land wordt weinig in de weg gelegd. Mits je de moeite neemt je voorraad over de grens aan te vullen. Dat leidt soms tot merkwaardige taferelen. Brunei heeft een lange grensstreek met Sarawak. Bruneiers op zoek naar drank kunnen vanuit de hoofdstad in een half uur naar de grens rijden, lopend oversteken naar Sarawak en bij de eerstvolgende winkel drank inslaan. De overheid ziet het oogluikend toe. Toen de sultan van Brunei in 1991 besloot tot drooglegging van zijn land, was het motief: terugdringen van geweld en verkeersongelukken als gevolg van drankmisbruik. In die opzet is men goed geslaagd. Brunei is een veilig land en er gebeuren erg weinig ongelukken.Olie!
Als je de kaart van het immense eiland Borneo bestudeert, en ziet wat een piepklein grondgebied Brunei bevat, is het moeilijk voor te stellen dat het sultanaat ooit bijna het hele eiland regeerde. De macht van de sultan strekte zich uit tot op de Filippijnen. Nu beslaat het land krap 5.800 vierkante kilometer en is het daarmee een van de kleinste landen ter wereld. De eerste contacten met Europeanen ontstonden in de 16de eeuw, toen Spanjaarden en Portugezen de kust van Borneo bezochten, maar er geen vaste voet aan de grond kregen. Dat werd anders toen de romantische Engelse held James Brooke zich aan het begin van de 19de eeuw in Sarawak vestigde. Hij bestreed met succes piraterij en binnenlandse opstanden en claimde als eerste blanke radja van Sarawak steeds meer grondgebied bij de sultan van Brunei. Het meest pijnlijke verlies was wellicht het gebied Limbang in 1890. Het hoort nog steeds bij Sarawak en deelt Brunei letterlijk in tweeën. Temburong in Oost-Brunei is vanuit Bandar Seri Begawan, kortweg BSB genoemd, slechts over zee bereikbaar. Toen Brunei aan het begin van de 20ste eeuw op het punt stond volledig ingelijfd te worden, ontdekte men in haar territoriale wateren olie. Dat bracht het sultanaat tot een ongekende rijkdom, die tot de dag van vandaag voortduurt. In tegenstelling tot Sarawak en Sabah trad Brunei na de Tweede Wereldoorlog niet toe tot de Maleisische Federatie, maar werkte het als Brits protectoraat toe naar een zelfstandige status, met de sultan als officieel staatshoofd. De huidige sultan, Haji Hassanal Bolkiah Mu’izzadin Waddaulah, is de 29ste in zijn lijn. Hij trad in 1967 als 21-jarige aan en gold lange tijd als de rijkste man ter wereld, tot Bill Gates hem met zijn Microsoft-imperium voorbijstreefde. Nog altijd brengt de aanwezigheid van olie Brunei veel rijkdom. Maar hoewel af en toe nieuwe oliebronnen ontdekt worden, investeert het land toch in nieuwe bronnen van inkomsten. Landbouw is er een van. Toerisme is een belangrijke tweede.
Op palen
Toen de Spanjaard Antonio Pigafetta in 1521, als deelnemer aan een van Magelhaens specerijexpedities naar de Oost, als eerste Europeaan de Baai van Brunei invoer, was hij diep onder de indruk van de op palen en steigers gebouwde nederzettingen rondom het sultanspaleis. Hij sprak over het ‘Venetië van het Oosten’ en creëerde zo een soort mythe die tot ver buiten de regio zijn weerklank vond. Nu zijn vergelijkingen met het romantische Venetië zo clichématig geworden (wordt niet zelfs ons eigen Giethoorn het Venetië van het Noorden genoemd?) dat het niet echt als een aanbeveling meer geldt. Zo komt het dat wij op onze eerste avond in Brunei met enige verbazing aan de oever van de rivier staan die BSB met de Baai van Brunei verbindt. In het water zien we in de schemering de snel in aantal groeiende lichtjes van duizenden houten huizen op palen. Het ziet er wel degelijk heel romantisch uit! Tussen de kade en de aanlegsteigers aan de overkant varen tientallen snelle motorbootjes heen en weer, met buitenboordmotoren tot soms wel 85 PK. Ze zetten de bewoners van Kampung Ayer, zoals de verzamelnaam van de veertig nederzettingen te water luidt, ‘s morgens en ‘s avonds over. Ongeveer de helft van de 60.000 inwoners van de hoofdstad woont in Kampung Ayer en reist op en neer om te werken en te winkelen. De serveerster op het terras van het Port View-restaurant wijst naar de vele auto’s die langs de rivier geparkeerd staan. “Die zijn van inwoners van Kampung Ayer.”Afval
De volgende ochtend stappen we zelf in zo’n snel bootje om de overtocht te maken. Kampung Ayer ziet er ook bij daglicht aantrekkelijk uit met zijn wat rommelig bij elkaar gebouwde huizen, die onderling verbonden zijn door ‘steigerstraatjes’. Maar we zien nu ook de keerzijde. Het is eb en de bodem van de rivier is onder een deel van de huizen drooggevallen. Of de bewoners nu al hun afval gewoon uit het raam gooien of dat de stroming de troep er afzet, weet ik niet, maar het ziet er smerig uit met al die plastic flessen, volle vuilniszakken, etensresten en kapotte planken. Vanochtend las ik in het plaatselijk dagblad Borneo Bulletin een verontwaardigd berichtje over ‘snode’ Bruneiers die hun vuilniszakken illegaal langs de snelweg hadden gedropt. Het afvalprobleem in Kampung Ayer lijkt me echter vele malen groter. Ondanks dat heeft de plek iets van een openluchtmuseum. Het is een feest om over de steigers door de dorpjes rond te dwalen, naar de kleurig ingerichte huizen en veranda’s te kijken en het leven van alledag, maar dan op het water, te observeren. De tegenstelling met de moderne hoofdstad aan de overkant, met zijn hoge gebouwen, geasfalteerde wegen en winkelcentra, is groot. Weliswaar zijn houten huizen ook in Kampung Ayer hier en daar vervangen door betonnen woningen, de sfeer is nog steeds die van eeuwen her.Good sport
De skyline van BSB wordt bepaald door twee grote moskeeën. De bekendste is de veelvuldig gefotografeerde Omar Ali Saifuddien Moskee vlakbij de rivier, met zijn kunstmatige lagune en de replica van een 16de-eeuwse staatsieboot. De moskee werd in 1958 gebouwd en vernoemd naar de vader van de huidige sultan. In het donker wordt het gebouw fraai verlicht. Buiten de gebedstijden is de moskee open voor niet-moslims en kun je een kijkje nemen in het eenvoudige maar uiterst rijke interieur. De vloer en de muren zijn van Italiaans marmer. De tapijten werden overgevlogen uit België en Saoedi-Arabië. De gebrandschilderde ramen zijn vervaardigd in Engeland. En de grootste koepel is van binnen ingelegd met een Venetiaans mozaïek dat uit 3,5 miljoen stukjes bestaat. Erg mooi is het uitzicht vanuit de 44 meter hoge minaret, op Kampung Ayer en in de verte de Istana, het 800 kamers tellend paleis van de sultan. Onze gids Eric van Sunshine Borneo Tours, vertelt dat de huidige sultan populair is in het land. Niet alleen is de man een good sport, met als favoriete sport polo, hij mag zich ook graag onder zijn onderdanen mengen. “Hij wisselt regelmatig van moskee en bidt ook wel eens in een klein gebedshuis buiten BSB of in Kampung Ayer. Ook bezoekt hij onaangekondigd markten en andere openbare gelegenheden. Hij laat zijn limousine dan thuis, bestuurt zelf een geleende auto, wandelt wat rond en wil weten wat er onder de bevolking leeft. Hij is toegankelijk en dat waardeert men. Op Idul Fitri, de feestelijke afsluiting van de Ramadan, mogen de Bruneiers de koninklijke familie zelfs in het paleis bezoeken.” Daar zou ons Huis van Oranje best een voorbeeld aan kunnen nemen!Mooiste moskee
De tweede moskee, die naar de huidige sultan vernoemd is, vinden wij eigenlijk mooier dan de eerste, al staat dit bouwwerk wat achteraf in de stad. Het is de grootste moskee van Brunei en met zijn vele minaretten en prachtige blauwe-groene mozaïeken en gouden koepels echt een lust voor het oog. Voor een compleet beeld van de sultan en zijn familie brengen we ten slotte een bezoek aan het Regalia-museum. Op blote voeten bekijken we (replica van) de kroonjuwelen, een diorama van de koninklijke koets en de optocht waarmee de sultan in 1982 zijn 25-jarig jubileum vierde, foto’s, schilderijen en geschenken van andere vorstenhuizen. Opvallendst geschenk is een replica van de grote moskee, vervaardigd uit tienduizenden spiegelscherfjes. Daar heeft een kunstenaar in een bevriend moslimland heel lang aan gewerkt!