Brunei: een ‘droog’ land met sappige regenwouden
Brunei? Is dat een stad? In de Perzische Golf? Wat heb je daar te zoeken? Deze en andere reacties vielen ons ten deel toen wij aankondigden Brunei te gaan bezoeken. Zelf kenden wij ook slechts vage verhalen over dit kleine land op Borneo. Over de gouden kranen van de sultan, ooit de rijkste man ter wereld. Over vrouwen die er geheel gesluierd bij zouden lopen. Over moslimfundamentalisme. Het bleek erg mee te vallen. Brunei is met zijn moskeeën, waterdorp en natuur gewoon een aanrader.
Voor de grens met de Maleisische deelstaat
Sarawak staat op deze zondagochtend een kilometer lange rij auto’s te wachten. Ze zijn vanuit Brunei’s hoofdstad
Bandar Seri Begawan (BSB) op weg naar de noordelijkst gelegen stad van Sarawak, Miri, een afstand van zo’n 150 kilometer. Wij leggen de afstand in tegenovergestelde richting af. Vincent Lee, de taxichauffeur uit Miri, die ons met zijn eigen auto voor een zacht prijsje vervoert, slaat met zijn hand op zijn voorhoofd als hij de geduldig wachtende mensen in hun auto’s ziet. Volgens hem zijn ze niet goed wijs. “Ze gaan een dagje winkelen in Miri omdat het daar goedkoper is. Maar wat heb je aan zo’n dag als je uren voor de grens moet wachten? En op de terugweg weer zo’n oponthoud!” Wij verbazen ons er vooral over dat al die mensen in die nieuwe en glanzende auto’s, niet zelden met fourwheeldrive, de moeite nemen om op koopjesjacht te gaan in hun buurland. Er is echter meer aan de hand. “Ze gaan natuurlijk ook drinken”, weet Vincent. “En ze slaan de toegestane hoeveelheid
alcohol in die je in Brunei mag invoeren: twee liter sterke drank en twaalf blikjes bier per persoon.”
Streng islamitisch?
Zo hebben wij al voordat we de grens passeren kennis gemaakt met onze nieuwe bestemming en lijkt het eerste vooroordeel bevestigd: een streng
islamitisch land met restricties op het gebied van alcohol. Maar dat blijkt maar ten dele te kloppen: Brunei mag dan zijn ‘drooggelegd’, alcohol is er niet verboden. Je kunt het er alleen niet kopen. Mits niet te opzichtig in het oog van andere (moslim) gasten, kun je zelfs je eigen fles wijn naar een restaurant meebrengen en bij het eten opdrinken. Niet-moslims in het land wordt weinig in de weg gelegd. Mits je de moeite neemt je voorraad over de grens aan te vullen. Dat leidt soms tot merkwaardige taferelen.
Brunei heeft een lange grensstreek met Sarawak. Bruneiers op zoek naar drank kunnen vanuit de hoofdstad in een half uur naar de grens rijden, lopend oversteken naar Sarawak en bij de eerstvolgende winkel drank inslaan. De overheid ziet het oogluikend toe. Toen de
sultan van Brunei in 1991 besloot tot drooglegging van zijn land, was het motief: terugdringen van geweld en verkeersongelukken als gevolg van drankmisbruik. In die opzet is men goed geslaagd. Brunei is een veilig land en er gebeuren erg weinig ongelukken.
Olie!
Als je de kaart van het immense eiland
Borneo bestudeert, en ziet wat een piepklein grondgebied Brunei bevat, is het moeilijk voor te stellen dat het sultanaat ooit bijna het hele eiland regeerde. De macht van de sultan strekte zich uit tot op de Filippijnen. Nu beslaat het land krap 5.800 vierkante kilometer en is het daarmee een van de kleinste landen ter wereld. De eerste contacten met Europeanen ontstonden in de 16de eeuw, toen Spanjaarden en Portugezen de kust van Borneo bezochten, maar er geen vaste voet aan de grond kregen. Dat werd anders toen de romantische Engelse held
James Brooke zich aan het begin van de 19de eeuw in Sarawak vestigde. Hij bestreed met succes piraterij en binnenlandse opstanden en claimde als eerste blanke radja van Sarawak steeds meer grondgebied bij de sultan van Brunei. Het meest pijnlijke verlies was wellicht het gebied Limbang in 1890. Het hoort nog steeds bij Sarawak en deelt Brunei letterlijk in tweeën. Temburong in Oost-Brunei is vanuit Bandar Seri Begawan, kortweg BSB genoemd, slechts over zee bereikbaar. Toen Brunei aan het begin van de 20ste eeuw op het punt stond volledig ingelijfd te worden, ontdekte men in haar territoriale wateren
olie. Dat bracht het sultanaat tot een ongekende rijkdom, die tot de dag van vandaag voortduurt. In tegenstelling tot Sarawak en Sabah trad Brunei na de Tweede Wereldoorlog niet toe tot de Maleisische Federatie, maar werkte het als Brits protectoraat toe naar een zelfstandige status, met de sultan als officieel staatshoofd. De huidige sultan, Haji Hassanal Bolkiah Mu’izzadin Waddaulah, is de 29ste in zijn lijn. Hij trad in 1967 als 21-jarige aan en gold lange tijd als de rijkste man ter wereld, tot Bill Gates hem met zijn Microsoft-imperium voorbijstreefde. Nog altijd brengt de aanwezigheid van olie Brunei veel
rijkdom. Maar hoewel af en toe nieuwe oliebronnen ontdekt worden, investeert het land toch in nieuwe bronnen van inkomsten. Landbouw is er een van. Toerisme is een belangrijke tweede.
Op palen
Toen de Spanjaard Antonio Pigafetta in 1521, als deelnemer aan een van Magelhaens specerijexpedities naar de Oost, als eerste Europeaan de Baai van Brunei invoer, was hij diep onder de indruk van de op palen en steigers gebouwde nederzettingen rondom het sultanspaleis. Hij sprak over het ‘
Venetië van het Oosten’ en creëerde zo een soort mythe die tot ver buiten de regio zijn weerklank vond. Nu zijn vergelijkingen met het romantische Venetië zo clichématig geworden (wordt niet zelfs ons eigen Giethoorn het Venetië van het Noorden genoemd?) dat het niet echt als een aanbeveling meer geldt. Zo komt het dat wij op onze eerste avond in Brunei met enige verbazing aan de oever van de rivier staan die BSB met de Baai van Brunei verbindt. In het water zien we in de schemering de snel in aantal groeiende lichtjes van duizenden houten huizen op palen. Het ziet er wel degelijk heel
romantisch uit! Tussen de kade en de aanlegsteigers aan de overkant varen tientallen snelle motorbootjes heen en weer, met buitenboordmotoren tot soms wel 85 PK. Ze zetten de bewoners van
Kampung Ayer, zoals de verzamelnaam van de veertig nederzettingen te water luidt, ‘s morgens en ‘s avonds over. Ongeveer de helft van de 60.000 inwoners van de hoofdstad woont in Kampung Ayer en reist op en neer om te werken en te winkelen. De serveerster op het terras van het Port View-restaurant wijst naar de vele auto’s die langs de rivier geparkeerd staan. “Die zijn van inwoners van Kampung Ayer.”
Afval
De volgende ochtend stappen we zelf in zo’n snel bootje om de overtocht te maken. Kampung Ayer ziet er ook bij daglicht aantrekkelijk uit met zijn wat rommelig bij elkaar gebouwde huizen, die onderling verbonden zijn door ‘steigerstraatjes’. Maar we zien nu ook de keerzijde. Het is eb en de bodem van de rivier is onder een deel van de huizen drooggevallen. Of de bewoners nu al hun afval gewoon uit het raam gooien of dat de stroming de troep er afzet, weet ik niet, maar het ziet er
smerig uit met al die plastic flessen, volle vuilniszakken, etensresten en kapotte planken. Vanochtend las ik in het plaatselijk dagblad Borneo Bulletin een verontwaardigd berichtje over ‘snode’ Bruneiers die hun vuilniszakken illegaal langs de snelweg hadden gedropt. Het afvalprobleem in Kampung Ayer lijkt me echter vele malen groter. Ondanks dat heeft de plek iets van een
openluchtmuseum. Het is een feest om over de steigers door de dorpjes rond te dwalen, naar de kleurig ingerichte huizen en veranda’s te kijken en het leven van alledag, maar dan op het water, te observeren. De tegenstelling met de moderne hoofdstad aan de overkant, met zijn hoge gebouwen, geasfalteerde wegen en winkelcentra, is groot. Weliswaar zijn houten huizen ook in Kampung Ayer hier en daar vervangen door betonnen woningen, de sfeer is nog steeds die van eeuwen her.
Good sport
De skyline van BSB wordt bepaald door twee grote moskeeën. De bekendste is de veelvuldig gefotografeerde
Omar Ali Saifuddien Moskee vlakbij de rivier, met zijn kunstmatige lagune en de replica van een 16de-eeuwse staatsieboot. De moskee werd in 1958 gebouwd en vernoemd naar de vader van de huidige sultan. In het donker wordt het gebouw fraai verlicht. Buiten de gebedstijden is de moskee open voor niet-moslims en kun je een kijkje nemen in het eenvoudige maar uiterst rijke interieur. De vloer en de muren zijn van Italiaans marmer. De tapijten werden overgevlogen uit België en Saoedi-Arabië. De gebrandschilderde ramen zijn vervaardigd in Engeland. En de grootste koepel is van binnen ingelegd met een Venetiaans mozaïek dat uit 3,5 miljoen stukjes bestaat. Erg mooi is het uitzicht vanuit de 44 meter hoge minaret, op Kampung Ayer en in de verte de Istana, het 800 kamers tellend paleis van de sultan. Onze gids Eric van Sunshine Borneo Tours, vertelt dat de huidige sultan populair is in het land. Niet alleen is de man een
good sport, met als favoriete sport polo, hij mag zich ook graag onder zijn onderdanen mengen. “Hij wisselt regelmatig van moskee en bidt ook wel eens in een klein gebedshuis buiten BSB of in Kampung Ayer. Ook bezoekt hij onaangekondigd markten en andere openbare gelegenheden. Hij laat zijn limousine dan thuis, bestuurt zelf een geleende auto, wandelt wat rond en wil weten wat er onder de bevolking leeft. Hij is toegankelijk en dat waardeert men. Op
Idul Fitri, de feestelijke afsluiting van de Ramadan, mogen de Bruneiers de koninklijke familie zelfs in het paleis bezoeken.” Daar zou ons Huis van Oranje best een voorbeeld aan kunnen nemen!
Mooiste moskee
De tweede moskee, die naar de huidige sultan vernoemd is, vinden wij eigenlijk mooier dan de eerste, al staat dit bouwwerk wat achteraf in de stad. Het is de
grootste moskee van Brunei en met zijn vele minaretten en prachtige blauwe-groene mozaïeken en gouden koepels echt een lust voor het oog. Voor een compleet beeld van de sultan en zijn familie brengen we ten slotte een bezoek aan het
Regalia-museum. Op blote voeten bekijken we (replica van) de kroonjuwelen, een diorama van de koninklijke koets en de optocht waarmee de sultan in 1982 zijn 25-jarig jubileum vierde, foto’s, schilderijen en geschenken van andere vorstenhuizen. Opvallendst geschenk is een replica van de grote moskee, vervaardigd uit tienduizenden spiegelscherfjes. Daar heeft een kunstenaar in een bevriend moslimland heel lang aan gewerkt!
Snelle tocht
Net als de Indonesische provincie
Kalimantan en de Maleisische deelstaten
Sarawak en
Sabah is Brunei bedekt met tropisch
regenwoud, doorsneden door rivieren. Omdat het land voorlopig welvarend genoeg is door de olie-opbrengsten, vindt er weinig houtkap plaats en wordt de natuur beschermd. En aangezien toerisme een van de pijlers wordt waarop het land in de toekomst wil drijven, is de kans dat natuurbescherming belangrijk blijft beslist groot. Tijdens een dagtocht vanuit BSB brengen we een bezoek aan Nationaal Park
Ulu Temburong in Oost-Brunei. We moeten onze paspoorten meenemen want tijdens de overtocht door de Baai van Brunei varen we door territoriale wateren van Sarawak. Het openbaar vervoer tussen BSB en Temburong vindt plaats in overdekte en uiterst snelle bootjes, waarin de schipper als een buschauffeur voorin aan het stuurwiel zit en met zijn voet het gaspedaal indrukt. De boot spuit door het water. Aan de overkant van de baai varen we de Temburong-rivier op, tussen mangrove en dicht regenwoud door. We zien makaken door de bomen slingeren. De boot legt aan in districtshoofdstad Bandar en na een autorit van zo’n 15 kilometer vervolgen we de tocht over de wild stromende rivier in een snelle
longboat.
Spectaculair
Het is beslist spectaculair om op volle snelheid op een stroomversnelling af te varen, waarna de schipper op het laatste moment zijn motor uit het water trekt om te voorkomen dat de rotsachtige bodem zijn schroef beschadigt. We zien een anderhalf meter lange
varaan het water in schieten en speuren tevergeefs op de drooggevallen rivierbedding naar zonnende krokodillen. Het Nationaal Park heeft buiten de rivier en het gevarieerd regenwoud enkele bijzondere trekpleisters. “Door de aanleg van makkelijk te belopen houten steigers en trappen is het park bovendien ook toegankelijk voor minder fitte lopers”, vertelt de park-brochure ons. De werkelijkheid van vandaag is iets weerbarstiger. De belangrijkste bezienswaardigheid is de
canopy walk, een metalen loopbrug op een 611 meter hoge berg die boven de woudreuzen uitsteekt en een prachtig uitzicht belooft boven Ulu Temburong. De klim erheen, 1226 traptreden en overdekte rustplaatsen, is inderdaad erg toegankelijk. Maar boven wacht ons een teleurstelling. Door heftige regenval is de loopbrug scheef komen te staan en tot nader order afgesloten. Diezelfde regenval heeft ook een deel van het vervolg van de plankwalks naar de verderop gelegen waterval weggespoeld. Dat is minder erg. We dalen af naar de rivier, varen een stuk verder met de boot en waden zelf door een zijrivier naar de
waterval. We zakken tot onze schenen in het water en moeten onszelf soms aan touwen hangend voortbewegen, maar het is heel wat spannender dan de ‘toegankelijke houten paden’! De beloning, een smalle hoge waterval met onderaan een kristalhelder ‘zwembad’, maakt Ulu Temburong tot een onvergetelijk uitstapje.
Saai?
Op de terugweg somt Eric de zegeningen van verzorgingsstaat
Brunei op. De 330.000 inwoners betalen geen belasting, krijgen gratis onderwijs en gezondheidszorg en mogen op hun 55-ste met (door de overheid verstrekt) pensioen. Jongeren kunnen op kosten van de overheid studeren in het buitenland. “Daarbij geldt wel een voorbehoud”, aldus Eric. “Ze moeten na afloop enkele jaren in dienst van de Bruneise overheid werken. En als ze geen goede studieresultaten behalen, omdat ze bijvoorbeeld teveel naar de disco gaan en alcohol drinken, moeten ze hun beurs terugbetalen.” Wij vragen of veel jongeren het land definitief verlaten omdat het buitenland spannender is om in te wonen. Eric lacht. “Ik weet het niet precies, maar feit is dat meer mensen proberen Brunei binnen te komen. Wie wil niet in zo’n welvarende verzorgingsstaat wonen?” Hij erkent dat het hier voor jonge mensen wel wat
saai kan zijn. Er zijn geen discotheken of bars en de belangrijkste vrijetijdsbesteding lijkt winkelen te zijn. “Moslim-jongeren hebben er minder problemen mee”, denkt hij. “Chinese Bruneiers en expats maken regelmatig uitstapjes naar het buitenland. En de traditionele bevolkingsgroepen Iban en Kelabit in hun longhouses drinken gewoon hun zelf gebrouwen tuak, rijstwijn. Brunei is weliswaar een islamitisch land met een sultan aan het hoofd. Maar dat betekent niet dat je Brunei kunt vergelijken met landen als Iran of Afghanistan. Vrouwen hoeven hier niet
gesluierd naar buiten te gaan en bekleden hoge functies in het openbare leven. Brunei is geen fundamentalistisch land. Ik vind het een fijn land om in te wonen.”