Baskenland, de regio van kunst, cultuur en lekker eten

Baskenland

Algemeen
Baskenland is één van de zeventien autonome regio's van Spanje. De regio heeft een oppervlakte van 7.261 km² en heeft ruim 2,2 miljoen inwoners (2016). De drie provincies Vizcaya, Guipúzcoa en Álava vormen gezamenlijk de autonome regio Baskenland (Euskadi in het Baskisch, País Vasco in het Spaans). De hoofdstad is Vitoria-Gasteiz met bijna 245.000 inwoners (2016). De grootste stad is Bilbao met ruim 345.000 inwoners (2016). Baskenland ligt aan de Atlantische Oceaan, ten westen van de Pyreneeën en de grens met Frankrijk. Het oosten grenst aan de regio Navarra en het zuiden aan de regio's La Rioja en Castilië-León. Het westen grenst aan de regio Cantabrië. De autonome regio Baskenland is officieel tweetalig. De Baskische taal, het Euskara, wordt veel gebruikt op borden en wegwijzers. De meeste steden hebben twee namen. San Sebastián heet bijvoorbeeld officieel Donostia-San Sebastián en Vitoria heet officieel Vitoria-Gasteiz.Het eigenlijke Baskenland (Euskal Herria) is veel groter dan de autonome regio Baskenland. Het grotere Baskenland omvat behalve de autonome regio Baskenland ook de autonome regio Navarra en Frans-Baskenland. Het grotere Baskenland is nooit erkend en er heeft nooit een Baskische staat bestaan.
Geschiedenis
De vroegste periodeDe Basken zijn misschien wel het oudste Europese volk. Ze stammen niet af van de Iberiërs en zijn noch Indo-Europees, noch Arisch. Ze vormen waarschijnlijk een restant van een oudere bevolking. Antropologen menen dat ze afstammen van de Cro-Magnonmens, een mens sterk gelijkend op de mens van nu. Deze Cro-Magnonmens leefde ongeveer 40.000 jaar geleden in de Pyreneeën.
In de 1ste eeuw v.Chr. werd Baskenland veroverd door de Romeinen. Tijdens de Romeinse bezetting hielden de Basken vast aan hun taal en cultuur. Waarschijnlijk is dit ook de oorsprong van het ideaal om een autonome staat te willen hebben. In het begin van de 5de eeuw n.Chr. verzwakte het Romeinse Rijk en werd bijna heel Spanje bezet door de Visigoten. Echter, de Basken weigerden zich te onderwerpen aan de Visigoten.
Aan het begin van de 8de eeuw kwam het Iberisch Schiereiland vrijwel volledig onder Moors bestuur. Een groot deel van Noord-Spanje werd echter niet door de Moren veroverd. In het christelijk koninkrijkje Asturië werd in 722 een Moors leger door christenen verslagen. De christenen breidden hun grondgebied naar het zuiden uit, waarmee de herovering (reconquista) van Spanje begon. Baskenland had een korte periode van Moors bewind, maar werd aan het begin van de 9de eeuw door christelijke troepen bevrijd. Pas in de 10de eeuw werden de Basken bekeerd tot het christendom. Sindsdien hadden zij zich laten gelden als vrome christenen, die toch geen afstand wilden doen van oude heidense tradities.
In de Middeleeuwen genoten de Basken een grote mate van autonomie, met name in de 11de en 12de eeuw. Deze autonomie werd steeds meer aangetast, totdat Baskenland geheel geïntegreerd was in Spaanse en Franse staat. Oostelijk Baskenland werd in de 13de eeuw onderdeel van het koninkrijk Navarra dat ontstond in de 9de eeuw. In de 14de eeuw was het westelijke deel geheel onderdeel van het koninkrijk Castilië-León. Aan het eind van de 15de eeuw was de herovering van Spanje op de Moren voltooid en ontstond het koninkrijk Spanje. Ook Baskenland maakte deel uit van dit koninkrijk, maar behield grotendeels zijn eigen cultuur, bestuur en wetten.
De moderne tijd
In de roerige 19de eeuw ontstonden in Baskenland nationalistische bewegingen. De Basken hechtten veel belang aan hun grote mate van autonomie, maar velen beschouwden zichzelf niet als Spanjaarden. In de 20e eeuw kreeg het ideaal van een autonome staat steeds meer vorm. In 1936 won een alliantie van linkse partijen de landelijke verkiezingen. De nieuwe linkse republikeinse regering kende Baskenland autonomie toe.

Als reactie op de onderdrukking ontstond de Baskische afscheidingsbeweging ETA, opgericht in 1959. Deze gewelddadige beweging pleegde in de jaren zestig en zeventig vele aanslagen, met als doel een onafhankelijk Baskenland. Na de dood van Franco in 1975 werd Spanje een parlementaire monarchie. Sinds 1979 geniet Baskenland een behoorlijke autonomie op basis van het zogenoemde Statuut van Guernica. De regio heeft zijn eigen parlement en regering, en zowel Baskisch als Spaans zijn de officiële talen. Dit was voor de ETA echter niet genoeg en het terrorisme werd één van de grootste problemen van Spanje.
De afkondiging van een staakt-het-vuren door de ETA in 2006 gaf hoop op een permanente oplossing, maar de ETA herriep de wapenstilstand een jaar later. In 2010 werden de verklaringen van Brussel en Guernica opgesteld. Bij deze vredesbesprekingen werden internationale organisaties en de politieke tak van de ETA (Batasuna) betrokken. De verklaringen zouden moeten zorgen voor nog meer onafhankelijkheid ten opzichte van de Spaanse regering. Het Spaanse parlement en de Spaanse regering stonden hier in 2010 negatief tegenover. Desondanks kondigde de ETA in 2011 een permanent staakt-het-vuren af.
Toplocaties
Bilbao (Bilbo)Bilbao is de grootste stad van Baskenland en het centrum van de Baskische industrie. Toeristen komen massaal naar Bilbao om de musea. Bilbao is in relatief korte tijd veranderd van een grauwe industriestad in een bloeiend cultureel en zakencentrum. Veel van de oude scheepswerven en fabrieken zijn vervangen door parken, wandelpromenades, terrassen en fraaie moderne architectuur.
De grootste attractie van Bilbao is het Museo Guggenheim. Het museum is onderdeel van een stadsontwikkelingsproject waartoe ook een havenuitbreiding en de metro behoren. Het in 1997 tot stand gekomen bouwwerk is ontworpen door de Amerikaanse architect Frank Gehry. Het museum is een kunstwerk op zich: een spectaculair geheel van zilverkleurige welvingen dat iets wegheeft van een schip of een bloem. De kern van het bouwwerk is een 50 m hoog atrium, dat wordt bekroond door een metalen bloem die zich ontvouwt. Rond de kern zijn drie vleugels geplaatst. Het vierde element is een grote glazen wand aan de kant van de rivier de Ría del Nervión (of Ría de Bilbao). Over het museum heen is een hangbrug gebouwd, die naadloos op het geheel aansluit. Naast de hangbrug en de grote zaal staat een als sculptuur uitgevoerde toren. De collectie van het museum bestaat uit moderne kunst die werd verworven door de verzamelaar Solomon Guggenheim en zijn nazaten. Deze kunst is ook te zien in Guggenheimmusea in New York, Berlijn en Venetië. Tot de vaste collectie van het museum in Bilbao behoren werken van Andy Warhol, Antoni Tàpies, Yves Klein en Richard Serra. Er zijn ook tijdelijke exposities met werken van Pablo Picasso, Piet Mondriaan, Wassily Kandinsky, Willem de Kooning en Mark Rothko.



Gernika-Lumo is voor de Basken van groot historisch belang. Op 26 april 1937 vormde de stad het doelwit van het eerste grootschalige bombardement in de wereld, uitgevoerd door de nazi's op verzoek van generaal Franco. In Madrid is Picasso's schilderij Guernica van deze gewelddaad te zien. Van oudsher was Gernika de officieuze hoofdstad van Baskenland. Onder de oude eik in het hart van de stad kwamen de dorpshoofden bijeen om er trouw te zweren aan de landheer en hun eigen rechten te bespreken. Omgekeerd beloofde de landheer bij zijn bezoeken deze te zullen respecteren. Tot 1876 hielden de Spaanse koningen zich aan dit gebruik. Het gebruik werd in 1936 door de president van het autonome Baskenland in ere hersteld, maar door Franco weer afgeschaft. In 1979 werd het door het parlement van de regio Baskenland echter opnieuw ingevoerd. Het parlement van de provincie Vizcaya zetelt in de Casa de Juntas. In één van de kamers is een glas-in-loodraam in het plafond te zien. Hierop zijn de geschiedenis van de provincie en haar afgevaardigden te zien. Ook de Eik van Guernica is afgebeeld. In de tuin van de Casa de Juntas bevindt zich in een paviljoen de versteende stam van de Gernikako Arbola. Deze Eik van Guernica is de oudste van de eiken die hier bewaard zijn gebleven. De stam symboliseert de oeroude wortels van het Baskische volk. De boom was al ruim 300 jaar oud toen hij in 1860 dood ging. Jongere eiken, gekweekt van zijn eikels en eikels van latere eiken, zijn er naast geplant. Al deze eiken komen voort uit de originele eikenboom. De jongste is van februari 2005.
Vlakbij de Casa de Juntas ligt het Museo Euskal Herria (Museum van Baskenland). Dit museum is gevestigd in een 18de-eeuws herenhuis dat het bombardement van 1937 heeft overleefd. Centraal staan de geschiedenis en de zeevaart van Baskenland. U ziet er ook maquettes van Baskische woningen. Het museum is ook gewijd aan personen die de Baskische cultuur in de 19de eeuw nieuw leven inbliezen. In de binnenstad bevindt zich het Museo de la Paz (Museum van de Vrede). Dit museum besteedt aandacht aan het bombardement van Guernica. Daarnaast wordt er ingegaan op vredesvraagstukken op basis van citaten van bekende persoonlijkheden, onder wie Martin Luther King en Gandhi. Tot slot worden vredesvraagstukken in de actuele context geplaatst (Baskische conflict).
San Sebastián (Donostia)
San Sebastián is de populairste vakantieplaats van Baskenland en ligt rond een baai met mooie zandstranden. De stad, vol restaurants en tapasbars, is een paradijs voor fijnproevers. Er worden internationale kunstmanifestaties gehouden, waaronder het voornaamste filmfestival van Spanje.

Vitoria-Gasteiz
Vitoria-Gasteiz is de hoofdstad van Baskenland en de zetel van de Baskische regering. De stad heeft een mooi historisch centrum, kerken, kathedralen en musea. Vitoria staat ook bekend om zijn uitstekende restaurants en tapasbars.

Vitoria heeft ook een aantal interessante musea. Vlakbij de kathedraal ligt het Museo de Arqueología y Naipes (BIBAT). Dit museum heeft een archeologische afdeling en een afdeling met een collectie historische speelkaarten. In de archeologische afdeling ziet u opgravingen uit de provincie Álava, van het paleolithicum tot de middeleeuwen. Bijzonder zijn de prehistorische voorwerpen, en Romeinse beelden en stèles. Het museum biedt ook onderdak aan de uitgebreide collectie speel- en tarotkaarten. De kleinzoon van Heraclio Fournier, die in 1868 een speelkaartenfabriek begon in Vitoria, toont in dit museum ook zijn verzameling van meer dan 6000 items. De oudste kaarten dateren uit de 14de eeuw. In het oosten van het centrum ligt het Artium. Dit museum voor moderne en hedendaagse kunst omvat één van de grootste collecties in zijn soort. De nadruk ligt op Spaanse kunstenaars, zoals Dalí, Picasso, Miró, Tàpies en Chillida.
De Baskische cultuur
De Basken vormen waarschijnlijk het oudste volk van Europa. Door de geïsoleerde ligging van Baskenland hebben de Basken hun taal, mythen en kunst duizenden jaren lang kunnen bewaren. Weliswaar namen zijn invloeden van buitenaf op, maar hun identiteit hielden zij in stand. De muziek en dansen van de Basken zijn uniek en hun keuken is gevarieerd en fantasierijk. De Basken zijn dol op sport. Ze blinken uit in conventionele sporten, maar hebben er zelf ook aan aantal uitgevonden. De Basken houden ook van feest vieren. Vooraan in het culturele leven staan de bruisende fiësta's, vaak ter ere van een beschermheilige of ter herinnering aan een bepaalde gebeurtenis. Er zijn ook volop muziek-, theater- en dansfestivals. Baskenland heeft zelfs een filmfestival, met internationale bekendheid.
Het Baskisch of Euskara is nauw verbonden met de Baskische identiteit. De Baskische taal is volgens sommige taalkundigen de enige overgebleven pre-Indo-Europese taal in Europa. Het Baskisch is aan geen enkele taal verwant, ondanks beweringen dat er Etruskische, Altaïsche, Illyrische of Kaukasische elementen in te ontdekken zouden zijn. Taalkundigen zijn het erover een dat het Baskisch één van de oudste talen ter wereld is, waarvan de ouderdom en herkomst moeilijk is vast te stellen.
Het Baskisch is bijzonder moeilijk te leren, er zijn elf naamvallen en de vervoegingen zijn zeer ingewikkeld. Lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voorzetsels en andere woordvormen komen aan het eind van een woord. Achternamen verwijzen vaak naar kenmerken in de omgeving.
Het Baskisch wordt niet alleen gesproken in de autonome regio Baskenland, maar ook in Navarra en Frans-Baskenland. In Navarra wordt echter nauwelijks Baskisch gesproken, zeker in het zuiden. De weinigen die Baskisch spreken wonen voornamelijk in het noorden van Navarra. In Frans-Baskenland wordt nog wel tamelijk veel Baskisch gesproken. In het Baskisch taalgebied is het Baskisch de moedertaal van ruim 700.000 mensen. Op een bevolking van ruim drie miljoen mensen is dat bijna een kwart van de bevolking. Het totaal aantal mensen dat de taal actief of passief beheerst wordt geschat op bijna twee miljoen (waarvan ruim 700.000 moedertaalsprekers).
De Baskische keuken
Baskenland is een paradijs voor fijnproevers. De Baskische keuken staat in heel Spanje bekend om de uitstekende producten en de creativiteit van de koks. De keuken is gebaseerd op vis- en zeevruchten, zoals kabeljauw, inktvis en heek. Er zijn ook bijzondere delicatessen als glasaaltjes en spinkrab. De vis- en zeevruchten worden op smaak gebracht met allerlei lekkere sausjes. Naast vis zijn de meest gebruikte ingrediënten aardappels, champignons, pepers, knoflook en olijfolie.
Een typisch Baskisch gerecht is angulas a la Bilbaína (glasaaltjes gebakken in olijfolie met knoflook). Een andere regionale specialiteit is bacalao al pil pil (gezouten kabeljauw gestoofd met olijfolie, Spaanse pepers en knoflook).

De perfecte begeleider van alle Baskische lekkernijen is de txakoli (chacolí). Deze wijn wordt in kleine hoeveelheid geproduceerd rond Getaria, bij San Sebastián. De wijn is droog en wit. Hij wordt gekenmerkt door een licht rinse smaak en een nauwelijks waarneembare mousse.
De Basken zijn uitstekende koks en Baskenland biedt vele toprestaurants. In San Sebastián kunt u het meest genieten van alle Baskische specialiteiten. San Sebastián is de culinaire hoofdstad van Spanje. De stad heeft vele toprestaurants en ook een aantal sterrenrestaurants. Daarnaast telt de stad ongeveer dertig gastronomische verenigingen. De leden, uitsluitend mannen, bereiden hier excellente maaltijden waarbij de txakoli (witte wijn) wordt geschonken. Uiteraard is San Sebastián ook bekend om de pintxos, de lokale tapas. In de stad vindt u vele tapasbars en de meeste tapasbars zijn ook prima restaurants.

De Basken houden van feest vieren en het meest luidruchtige feest is de Tamborrada de San Sebastián. Het feest ontstond in de 16de eeuw en werd gehouden ter ere van de beschermheilige van de stad. Later werd de Tamborrada ook gezien als het startschot voor carnaval. Het feest wordt gehouden in de nacht van 19 op 20 januari. Op 20 januari om middernacht vult een grote mensenmassa de Plaza de la Constitución. Vanaf dit plein marcheren drumbands een heel etmaal lang trommelend door de stad. Overdag volgt een parade van trommelende kinderen. Dat getrommel zou geluk moeten brengen. Lekker eten en drinken maken de fiësta compleet.
Het belangrijkste festival van Baskenland is het Filmfestival van San Sebastián. Dit festival is het voornaamste filmfestival van Spanje en één van de vijf belangrijkste in Europa. Het wordt gehouden in september en trekt jaarlijks meer dan 100.000 bezoekers. Met de Donostia Prize wordt de carrière van een acteur of regisseur bekroond. De prijs ging onder meer naar Meryl Streep, Jessica Lange en Woody Allen. Er gaan ook prijzen naar films, zoals ooit Hitchcocks Vertigo.

Traditionele sporten worden in Baskenland hoog gewaardeerd. De Basken kennen een groot aantal eigenaardige plattelandsspelen: stenen tillen, touwtrekken en boomstammen doormidden hakken. Veel van deze sporten zijn ontstaan als meting van kracht en vaardigheid tussen dorpelingen, vissers en boeren. De wedstrijden zijn vaak te zien tijdens jaarlijkse fiësta's en festivals. Een typisch Baskische sport is pelota vasca, het Baskische kaatsen. Het is enorm populair en spectaculair om te zien. De pelota (bal) wordt met de hand, een slaghout of een speciaal gevormde mand tegen de muur geworpen. Het principe van het spel is dat twee of vier spelers elkaar de bal via een muur toespelen. Het spel wordt gespeeld op een fronton (overdekt terrein) of in een trinquet (afgesloten veld).

Vervoer
De internationale luchthaven van Baskenland is Bilbao Airport. De luchthaven ligt 9 km ten noordoosten van het centrum van Bilbao. Diverse luchtvaartmaatschappijen verzorgen dagelijks vluchten van Schiphol naar Bilbao Airport. De vliegtijd bedraagt, bij een rechtstreekse vlucht, 2 uur. Er rijden bussen van de luchthaven naar het centrum van Bilbao.Het openbaar vervoer in Bilbao is uitstekend, er rijden bussen, trams en metro's. San Sebastián heeft een goed busnetwerk en in Vitoria rijden trams.
De belangrijkste treinstations in Baskenland zijn Bilbao, San Sebastián en Vitoria-Gasteiz. Er rijden ook smalspoortreinen langs toeristische hoogtepunten. Er loopt een smalspoorlijn van Bilbao naar San Sebastián, voor een deel langs de noordoostkust en voor een deel in het binnenland. Deze lijn heeft ook een aftakking naar Guernica en enkele kustdorpen.
De meeste plaatsen in Baskenland hebben een busverbinding. Bilbao, Gernika-Lumo, San Sebastián en Vitoria-Gasteiz hebben (anno 2017) een busstation.
De meest bezienswaardige plaatsen zijn goed met de auto bereikbaar. Bilbao, San Sebastián en Vitoria-Gasteiz zijn met snelwegen te bereiken. Gernika-Lumo is bereikbaar met een secundaire weg vanaf de snelweg.