Via de la Plata: pelgrimsroute van Sevilla naar Santiago

De Via de la Plata (ook wel de Zilverroute genoemd) is een van de pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela. Hij is minder bekend dan de Camino Francés, de drukke route vanaf de Pyreneeën. De Via de la Plata loopt vanuit Sevilla in het zuiden van Spanje naar de beroemde bedevaartsplaats. De pelgrimsroute is ongeveer 1.000 kilometer lang en kan in 35 tot 50 dagen gelopen worden. Wat maakt deze route interessant om te lopen? En waarin verschilt de route van de bekende Camino de Santiago die vanuit de Pyreneeën vertrekt?

Waar loopt de Via de la Plata

De Via de la Plata, of Ruta de la Plata, bevindt zich aan de westkant van Spanje, en doorkruist Spanje van zuid naar noord: van Sevilla naar Santiago de Compostela. Deze camino is ongeveer 1.000 km lang. De pelgrimsroute doorkruist de provincies Andalucía, Extremadura, Castilla y León en Galicia. Onderweg kom je langs de steden Mérida, Cáceres, Salamanca, Zamora en Ourense. Het is ook mogelijk om na Zamora naar Astorga te lopen en vanaf daar over de Camino Francés verder te gaan richting Santiago.

Oorsprong: Zilverroute?

De Via de la Plata is van oorsprong een Romeinse handelsroute en werd later door pelgrims gebruikt als route vanuit het zuiden naar Santiago de Compostela. De route wordt ook wel de Zilverroute genoemd, omdat Plata in het Spaans zilver betekent. De Via de la Plata heeft echter niets met zilver te maken. Vermoedelijk komt de naam van het Arabische 'Balata' dat zoiets als geplaveide weg betekent.

Aantallen pelgrims op de Via de la Plata

Voor pelgrims die de Camino Francés te druk vinden, is de Via de la Plata een aantrekkelijk alternatief. Toch vallen de cijfers in het niet bij de aantallen op de bekendste pelgrimsroute. Dit is het aantal pelgrims (per vertrekplaats) dat in 2015 over de Via de la Plata naar Santiago de Compostela liep:

• Sevilla: 2.290 pelgrims
• Salamanca: 559 pelgrims
• Zamora: 427 pelgrims
• Ourense: 2.853 pelgrims

Het aantal pelgrims dat in Ourense start is relatief hoog, omdat de afstand van Ourense tot Santiago de Compostela iets boven de 100 km ligt en daarmee genoeg is voor een Compostela (een getuigschrift). Er zijn ook pelgrims uit kleinere plaatsen vertrokken en niet elke pelgrim op de Via de la Plata loopt in één keer naar Santiago de Compostela. Naar schatting liepen er in de jaren 2011 tot 2015 ongeveer 9.000 pelgrims per jaar (een deel van) de Via de la Plata. Ter vergelijking: in 2015 bereikten ongeveer 170.000 pelgrims Santiago de Compostela via de Camino Francés.

Beste tijd van het jaar om de Via de la Plata te lopen

Deze pelgrimsroute kent eigenlijk twee seizoenen: van maart t/m mei en september/oktober. In de zomermaanden is het op een groot deel van de route te warm om te lopen. Er zijn grote stukken met nauwelijks schaduw en soms moet je lange stukken lopen zonder watervoorziening. In de wintermaanden kan het op sommige delen van de route erg koud en nat zijn. De mooiste tijd is misschien wel de lente, vanwege het in bloei staan van heel veel wilde bloemen: klaprozen, margrieten, boterbloemen, cistusrozen, korenbloemen en zelfs pioenrozen en orchideeën.

Kenmerken van de Via de la Plata en verschillen met de Camino Francés

De Via de la Plata is een prachtige pelgrimsroute door wisselende landschappen. Een dwarsdoorsnede van Spanje, van zuid naar noord. Er zijn wel een aantal verschillen met de drukke Camino Francés.

Je komt veel minder andere pelgrims tegen

In het hoogseizoen (met name maart/april) vertrekken er dagelijks zo'n 20 tot 30 pelgrims per dag vanuit Sevilla. Het kan dus goed dat je urenlang loopt zonder iemand tegen te komen. Buiten het hoogseizoen is dit aantal nog een stuk lager. In september en oktober vertrekken er ook dagelijks pelgrims uit Sevilla. Daarbuiten kan het goed dat je dagenlang geen andere pelgrims ziet.

Er zijn minder pelgrimsherbergen

Doordat er veel minder pelgrims lopen, zijn er ook minder voorzieningen onderweg. Het is commercieel minder interessant om een herberg te openen langs de Via de la Plata en voor gemeentelijke herbergen geldt dat ze soms vanwege de economische crisis gesloten zijn. Over het algemeen geldt dat je aan het eind van een dagetappe een herberg vindt. Dat is heel anders dan op de Camino Francés, waar je elke 5 à 10 kilometer wel een herberg tegenkomt. Het betekent ook dat veel pelgrims op de Via de la Plata dezelfde dagafstanden lopen, waardoor je elkaar bijna elke avond weer terugziet.

Er zijn minder voorzieningen onderweg

Waar je op de Camino Francés soms prima met een half litertje water op pad kunt, is dat op de Via de la Plata sterk af te raden. Op een aantal etappes kom je het eerste dorp pas tegen op je eindbestemming van die dag. Het is ook niet zo dat er onderweg overal stalletjes zijn te vinden met eten en drinken. Het loont simpelweg niet om dit te doen. Zorg dus elke dag voordat je vertrekt dat je voldoende water en voedsel bij je hebt. De dorpen onderweg zijn ook minder ingesteld op pelgrims. De openingstijden van winkels kunnen onhandig zijn vanwege de lange siëstasluiting en ook het aantal plekken waar typische pelgrimsbenodigdheden als blarenpleisters en zonnebrand kunt kopen, zijn beperkter.

De dagetappes zijn langer

Op de Camino Francés kun je min of meer zelf bepalen hoe ver je loopt op een dag. Op de Via de la Plata moet je vanwege het beperkte aantal herbergen soms lange dagetappes maken, oplopend tot ongeveer 30 kilometer.

Gaat de Via de la Plata groeien in populariteit?

De Camino Francés wordt elk jaar drukker. De verwachting is dan ook dat de populariteit van de Via de la Plata gaat groeien. Het aantal voorzieningen heeft anno 2016 nog een grillig verloop. Soms openen particulieren enthousiast een nieuwe herberg, die twee jaar later alweer gesloten wordt. Maar een ding is duidelijk: de Via de la Plata staat weer op de kaart!