Eilanden; Bakereiland
In de noordelijke Stille Oceaan, halverwege Hawaï en Australië ligt het onbewoonde Bakereiland. Het is 1,4 km² groot en een omtrek van 4,8 km. In 1857 heeft de Verenigde Staten het eiland opgeëist, tegelijkertijd met Howland eiland.
Algemeen
Op dit eiland werd tot de 2e helft van de 19e eeuw guano gewonnen uit de grotten op het eiland. Dit gebeurde door de Verenigde Staten en Engeland. Guano is een natuurlijke afzetting bestaande uit de gedroogde ontlasting van dieren. Het is bekend om de zeer hoge concentratie meststoffen die erin zitten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het eiland, net als Howland eiland ontruimd. Na de oorlog heeft Amerika van het eiland een natuurreservaat gemaakt, onder beheer van Binnenlandse Zaken.
Het eiland
De westzijde van het eiland is zanderig en ligt hoger, waardoor het een natuurlijke barrière vormt en de branding niet tot in het centrale bassin kan doordringen. De overige zijden van het eiland bestaan voornamelijk uit stukken gebroken rif en plakken zandsteen.
De naam
Het eiland heeft zijn naam te danken aan Michael Baker uit New Bedford, die het eiland in 1832 had bezocht en het wederom op 14 augustus 1839 aandeed om een bemanningslid van de walvisvaarder Gideon Howland te begraven. Hij plantte de Amerikaanse vlag op het eiland en heeft het eiland opgeëist. Later verkocht hij het eiland aan The American Guano Company.
Het was echter niet de eerste ontdekking van het eiland. Het eiland stond al voor 1821 bekend als New Nantucket. Deze naam zou door kapitein Elisha Folger uit Nuntacket zijn gegeven toen hij met de walvisvaarder Equador het eiland in 1818 bezocht. Voor 1826 deed het schip Jamaica met kapitein Henry Foster het eiland aan. In 1826 bezocht de walvisvaarder Loper het eiland, en 2 jaar later in december 1828 de walvisvaarder Minerva Smyth, met Daniel Mckenzie.
De natuur
Het enthousiasme van de vele vogelsoorten die hier hun thuis hebben gevonden, nestelen en broeden, voorkomen het groeien van bomen op het eilandje.