De Grote Markt van Brussel
Zomer of winter, lente of herfst, toeristen bezoeken het hele jaar door de Brusselse Grote Markt. Wie graag meer wil weten over de geschiedenis en de achtergrond van het mooiste plein ter wereld leest best verder.
De geschiedenis
De Grote Markt van Brussel is een typevoorbeeld van Belgische architectuur uit de 17de eeuw.
De huizen waren oorspronkelijk niet in dezelfde stijl gebouwd, omdat er toentertijd geen sprake was van onafhankelijke architecten. De huizen werden ontworpen door steenhouwers, metselaars, meubelmakers, schilders, beeldhouwers en schrijnwerkers zodat hun beroep het karakter van het huis bepaalde.
De eerste vermelding van de Grote Markt van Brussel vinden we terug in de 11de eeuw toen er openluchtmarkten werden georganiseerd. In de 13de eeuw werden de
Lakenhalle, de
Vleeshalle en het
Broodhuis gebouwd. In de 14de eeuw werden het stadhuis en de gildenhuizen gebouwd. Deze laatste waren in hout. Precies daardoor gingen ze in vlammen op bij de zware beschieting door Franse kanonnen onder leiding van maarschalk de Villeroy in 1695. In vijf jaar tijd herbouwden de handelaars de huizen in de stijl die door de gemeenteraad werd goedgekeurd.
Het stadhuis
Het stadhuis is een staaltje van burgerlijke hoog-gotiekstijl. Niettegenstaande het gebouw eenzelfde stijl vertoont, was het niet het werk van één architect. De Belforttoren werd als eerste in 1327 gebouwd. De bouw van het eigenlijke stadhuis werd toevertrouwd aan Jacob van Thienen. Tussen1402 en 1421 werd de oostelijke vleugel van het stadhuis gebouwd. Dat is het huidige stadhuis. In 1444 volgde de kleinere westelijke vleugel (eerstesteenlegging door
Karel de Stoute). De oostelijke vleugel met de klokkentoren werd afgewerkt met versierde zuilen, beelden, torentjes en bogen en een reeks van beeldhouwwerken.
Architect
Jan van Ruysbroeck verhoogde de oorspronkelijke middeleeuwse belforttoren tot 96 meter tussen 1449 en 1455. De toren staat niet in het midden en de ingang staat op haar beurt niet in het midden van de toren. Bovenop ziet u de patroonsheilige van Brussel,
Sint-Michiel.
In 1840 werd tot een grote renovatie overgegaan: de hele voorgevel werd versierd met 203 beeldjes van alle hertogen en hertoginnen die Brabant had gekend tussen 580 en 1564.
De grote ingangspoort
In het boogwerk boven de ingangspoort bevinden zich verschillende beelden: Sint-Sebastiaan, Sint-Kristoffel, Sint-Michiel,
Sint-Joris en de heilige Gorik. Links van de ingangspoort ziet u de zogenaamde ‘leeuwentrap’.
Binnen in het stadhuis zelf bevinden zich 15de-16de-17de- en 18de-eeuwse Brusselse wandtapijten, maar ook gotisch houtsnijwerk en wapenschilden van de gilden.
De huizenrij rechts van het stadhuis: De Vos
Hier bevindt zich De Vos: dit huis werd voor het eerst in de 14de eeuw vermeld. In 1645 werd het in steen heropgebouwd. Na de verwoesting van 1695 werd het in Lodewijk XIV-stijl heropgebouwd. Omstreeks 1699 werd het het gildenhuis van de garen- en bandverkopers of reizende kooplieden (kramers). Boven de ingang vindt u een gouden vos. De gevelversiering is in Vlaamse barokstijl. U ziet er onder andere bas-reliefs van kinderen die de functies van de marskramers uitbeelden. De keuze van kinderen is logisch als je weet dat
Sint-Nicolaas de patroonheilige van de kooplieden was. De heilige man staat in de nok van het puntdak.
De Hoorn
Het nummer 6 heet De Hoorn naar de afbeelding van een hoorn tussen de begane grond en de eerste verdieping. Het heeft een gevel in Italiaans-Vlaamse stijl. Het huis werd in 1434 aangekocht en werd het gildenhuis van de schippers (Brussel was indertijd een eilandje in de Zenne). Niet te verbazen dus dat u op de tweede verdieping vergulde decoraties terugvindt die ankers, touwwerken en zeesterren voorstellen.
De Wolvin
Op het nummer 5 vindt u De Wolvin of het huis van de boogschutters: het stamt uit de 14 de eeuw en werd in hout opgetrokken. In de 17de eeuw werd het aangekocht. De feniks bovenaan staat symbool voor de geschiedenis van het gebouw: het werd twee keer verwoest (1641,1649) en telkens heropgebouwd, maar in 1691 werd het door de Franse beschietingen getroffen en brandde het af.
Den Sack
Naast De Wolvin staat Den Sack, een huis met puntgevel. Dit was het gildenhuis van de kuipers (tonnenmakers) en de meubelmakers. Het werd gebouwd in 1644 en doorstond de bombardementen van 1695 vrij goed. De twee onderste verdiepingen zijn nog de oorspronkelijke.
Den Cruywagen
Het volgende huis heet In Den Cruywagen. Hier waren de vettewariërs (verkopers van ‘vette waren’ als olie en kaarsen, vetsmelters) thuis. De naam van het gebouw wordt tweemaal op de gevel voorgesteld.
Den Coninck van Spagnien
Op de hoek van deze huizenrij vindt u Den Coninck van Spagnien. Op de gevel schittert de gouden buste van Sint-Aubertus, de patroon van de bakkers. Op de tweede verdieping staat Karel II van Spanje met achter hem Turkse vlaggen en 2 geketende gevangenen, die de macht van de koning aangaven.
De huizenrij rechtover het stadhuis
Voor deze huizenrij steekt u de Boterstraat over. Deze huizen werden niet door de gilden gefinancierd waardoor ze de eenvoudigste van de Grote Markt zijn. Hier vindt u florerende café-restaurants.
De groep begint bij Den Ezel in het nummer 39. Den Eyck en ‘t Voske daarnaast zijn twee huizen die onder één dak zijn ondergebracht. Den Pauw is het type huis dat destijds door welgestelde burgers werd gebouwd. Het elegantste huis van deze rij is ongetwijfeld Den Helm, een huis met een puntgevel. Tussen Den Helm en het Broodhuis loopt de Vlees- en Broodstraat.
Het Broodhuis
Het Broodhuis, dat de oorspronkelijke Broodhalle verving waar bakkers hun brood kwamen verkopen, wordt ook Koning van Spanje genoemd. Keizer Karel wilde een Broodhuis in gotische stijl. In 1872 werd het gesloopt, waarna het werd heropgebouwd naar de oorspronkelijke plannen uit 1515. Nu is er het museum van Brussel gevestigd: u kan er via kunstwerken de geschiedenis van Brussel ontdekken en u vindt er 400 exemplaren van
Manneke Pis met allerlei soorten klederdracht.
Het Ammanskamerke
De Haringstraat steekt u over om bij het Ammanskamerke te komen. Dit is een volkse naam voor het kleine huisje dat een vergelijking maakt met het kleinste kamertje in elk huis waar zelfs de hoogste gezagsdragers af en toe naartoe moeten.
De Duif
Het huis daarnaast heet De Duif en is een voormalig schildershuis. Hier woonde
Victor Hugo (1852), die uit eigen land (Frankrijk) vluchtte na de Franse staatsgreep van 1851. Nu kun je hier de wereldberoemde
Brusselse kant bewonderen en kopen.
Den Gouden Boot
Oorspronkelijk bestond Den Gouden Boot, het huis naast De Duif, uit twee huizen: ‘De Mol’ en ‘Den Gouden Boot’. De kleermakers hadden hier hun vaste plek. In 1695 maakte de gilde er één gebouw van. Het huis van de kleermakers: boven de ingangsdeur staat de heilige Barbara, patroonheilige van de kleermakers, en op het puntdak de heilige Bonifacius. In zijn linkerhand klemt hij een schild met een schaar, het embleem van de kleermakers.
De laatste drie huizen
Het volgende huis, Den Engel, werd door dezelfde architect ontworpen en vormt aldus een eenheid met Den Gouden Boot.
Bij Joseph en Anna, twee huizen onder één dak, kunt u heerlijke pralines proeven en kopen. Godiva zal u zeker niet onbekend in de oren klinken. Daarnaast bevindt zich Den Hert dat door een steenhouwer met eigen handen werd gebouwd. Hij bootste de vroegere houten gevel na.
Het Huis van de Hertogen van Brabant
U steekt de Heuvelstraat over om tot de volgende majestueuze huizenrij te komen die de tweede smalle kant van de Grote Markt opvult.
Eerst is er De Weegschaal waar u een biertje kunt gaan drinken. Dit huis verzinkt bijna in het niets in vergelijking met het Huis van de Hertogen van Brabant, dat vernoemd wordt de bustes van de hertogen die de sokkels van de zuilen versieren. Achter de gevel bevinden zich zes gildenhuizen in neoclassicistische stijl (een vermenging van de Brabantse en Italiaanse stijl). Het complex bestaat uit zes afzonderlijke panden onder één dak. Vijf ervan werden gefinancierd door gilden. U ziet een rijk versierd fronton met een allegorie van de vrede die door nijverheid en handel werd tot stand gebracht. Nu bevinden zich er drank- en spijsgelegenheden.
Rechts van het Huis van de Hertogen bevindt zich De Roem. Hier debuteerde ooit het beroemde Brusselse ketje
Toots Thielemans in de Brussels Jazz Club.
Links van het stadhuis
Het eerste huis heet De Bergh Tabor. Boven de deur zijn er drie stenen vlaggen verwerkt. Daarom wordt het in de volksmond ‘au trois couleurs’ genoemd. Daarnaast bevindt zich De Roos. De naam is afkomstig van de familie Van der Rosen, eigenaar in de 15de eeuw. Een welgestelde Brusselaar kon toen dergelijk huis laten bouwen. Het nummer 23, Den Engel, is opgetrokken in neo-klassieke stijl en wordt gekenmerkt door orde, strengheid en eenvoud. Vroeger prijkte er bovenaan een grote houten engel. Na de verwoesting aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de aarstengel Michael geplaatst.
Het Brouwershuis
Het Brouwershuis heette in de 13de eeuw ‘De Hille’ (de heuvel), daarna ‘De Gulden Boom’. In de 15de eeuw vergaderden de leerlooiers er, later werden zij vervangen door de behangers. Na de verwoesting van 1695 werd het door de brouwers heropgebouwd. Nu is er in het Brouwershuis een
Brouwerijmuseum ondergebracht, waar u een authentieke brouwerij uit de 18de eeuw kunt bezichtigen met proeverij.
De Zwane
Rechts naast het Brouwershuis vindt u De Zwane met de meest klassieke en barokke gevel van de Grote Markt. Na de verwoesting van 1695 werd het huis heropgebouwd in Louis XIV-stijl. Een teken van verzoening naar de man die de bombardementen had uitgevoerd. Boven de ingang ziet u een afbeelding van een zwaan in polychrome steen. Hier schreven
Karel Marx en
Friedrich Engels hun 'Communistisch Manifest' in 1847. In 1885 werd hier de Belgische Werkliedenpartij gesticht.
De Ster
Verderop ligt De ster op nummer acht. Het is het kleinste gebouw op de Grote Markt met een illustratie van de naam op het dak. Het was de werkplaats van de amman, wat afgeleid is van ‘ambt man’, een gerechtsofficier van de hertog. Vanaf het balkon woonde hij de terechtstellingen op de Grote Markt bij. Hier stierf ook de Brusselse held
Everard ‘t Serclaes in 1388. Burgemeester
Karel Buls zorgde ervoor dat het historisch karakter van het gebouw toch bewaard bleef door het huis op palen te laten plaatsen zodat er ruimte genoeg voor passage was. Als hulde aan de burgemeester kreeg hij een gedenkplaat in de straat die naar hem vernoemd werd.
Aan de zijkant van De Sterre, in de Karel Bulsstraat, vindt u een beeld van Everard Serclaes die gesneuveld zou zijn bij de verdediging van Brussel in de 14de eeuw. Het beeld werd ontworpen door Julien Dillens. U vindt er drie bas-reliëfs die roemrijke episodes uit de Brusselse geschiedenis weergeven en waarbij ‘t Serclaes betrokken was. Velen denken dat het strelen van de bronzen arm van de stervende ‘t Serclaes een jaar van geluk inleidt.
Werelderfgoed
Op 2 december 1998 werd de Grote Markt van Brussel door de Commissie voor het Werelderfgoed van de Unesco op de prestigieuze Werelderfgoedlijst geplaatst.