Het Kaapverdisch eiland Sal
Eilanden waar de zon altijd schijnt,doen denken aan wuivende palmen en tropische natuur, maar niet op het Kaapverdische eiland Sal. Op enkele struiken na is Sal één grote zand- en steenvlakte, afgeboord door een azuurblauwe zee. Voor de fanatieke zonneklopper of de altijd actieve watersporter.
Het eiland Sal is een bizarre plek van zand en voormalige zoutmijnen. Cabo Verde betekent’de groene kaap’, maar Sal is niet meteen een oase waar de natuur weelderig mag pronken. Voor groen en bergen moet je naar de andere Kaapverdische Eilanden, zoals Santiago, Sao Nicolau of Sao Vicente. Een eenzame struik die het gevecht met de aanhoudende passaatwinden heeft verloren, en daardoor een vorm aanneemt alsof hij naar het noorden wordt gezogen, is een schrale getuige van de moeilijke omstandigheden waarin de fauna en flora op Sal proberen te overleven. Zand, véél zand ligt er op Sal. Met hier en daar kristallen die verraden dat in deze woestijn de zee nooit veraf is. Je vraagt je af waarom er geiten staan te grazen en wat de arme beestjes naar deze vlakte brengt.
Toeristen laten zich verleiden om met een open 4x4 het 34 km lange en maximaal 7 km brede zakdoekje af te rijden. Ze hebben aan één dag genoeg om zowat alles gezien te hebben én een onoverzichtelijke hoeveelheid stof tussen alle huidplooien te verzamelen. Maar vervelend wordt het nooit.
Water in krater
De haven van het visserdorpje Palmeira gonst van de activiteit. Zware kisten vis worden aan land gehesen, terwijl overal muziek of gewoon getrommel weerklinkt. Het lijkt alsof iedereen poolshoogte komt nemen van wat de zee die dag te bieden had, want voor de rest is het stil in de straatjes achter de kade. Hier en daar schilderteen bewoner zijn geveltje in prachtige tinten, alsof hij een contrast wil scheppen met de zandkleur van het eiland. Ook de mensen, en vooral de kinderen, lopen erbij als stalenboeken voor exotische verfcombinaties. Scholieren zien er allemaal onberispelijk uit in hun frisblauwe schortjes, vrouwen dragen de meest bonte kleuren die schitteren in het zonlicht, terwijl mannen vooral een voorliefde lijken te hebben voor Europese voetbalshirts. Iets noordelijker, na een paar kilometers stof vreten in een grote leegte onder oude kraters, ligt het plaatsje Buracona. Onder water een feest voor diepzeeduikers, die via een grot op een schitterende plaats terechtkomen. Bescheiden pootjesbaders kunnen er afkoeling zoeken in een natuurlijk bassin, waarin de zee regelmatig vers en glashelder water gutst. In de plassen van de verlaten zoutmijn in Salinas heeft het water nog steeds een helende werking. Maar wie de douches overslaat, zal er achteraf een snerpende jeuk aan overhouden.
Santa Maria
Hoofdstad (nu ja!) Espargos sla je best over. Voor de toerist is hier nauwelijks wat te beleven. In het uiterste zuiden van het eiland ligt het leukste dorpje; Santa Maria. Dit is in alle opzichten dé interessantste plaats om te verblijven. Het strand is er aangenaam en kraaknet, het zeewater warm en azuurblauw, en er is altijd wat te bekijken: vissers die met een joekel van een tonijn in de kruiwagen de pier afrijden, de zonsopgang en het avondschemer, exotische zeemeerminnen, waaghalzen op smalle kleurige plankjes tussen de meters hoge golven, sportvissers, al dat fraais.
Hier is de vakantieganger écht thuis. Hij vindt er surfclubs.’restaurants, ligzetels, parasols en zo nodig een frisse pint of een pittige cocktail. Er is eigenlijk geen tussenweg op dit eiland: ofwel word je als toerist erg lui, ofwel profiteer je van de sportmogelijkheden die Sal zo uniek maken: veel wind, hoge golven, en een prachtig strand. De gebruinde sporters weten wel waar het paradijs te vinden is.
Het dorp zelf is een bezig nest, met rustige en vriendelijke mensen die hun graantje proberen mee te pikken van het toerisme. Venters van het Afrikaanse vasteland zijn dan weer iets agressiever, ze dissen de meest ontroerende verhalen op en beladen je met cadeautjes die je dan achteraf natuurlijk dubbel en dik moet terugbetalen. De overheid van Cabo Verde probeert deze marchands een beetje binnen de lijntjes te laten lopen, maar hun verkopersbloed blijkt niet zo vlot af te koelen. Rond Santa Maria wordt er gebouwd dat het een lieve lust is. Grote hotelketens tekenen er sinds kort present. Een golfterrein brengt zelfs het groene gras naar het eiland.
Tien eilandjes
De Kaapverdische Eilanden bestaan eigenlijk uit tien eilandjes die voor de kust van West-Afrika verspreid liggen.Geen enkel is hetzelfde.Wil je van Sal (waarde meeste hotels zijn) naar een ander eiland,dan kan dat het snelst per vliegtuigje. Santiago is het grootste, bergachtig en meest Afrikaans, met een bountystrand van Tarrafel. Saö Vicente is ruig en heeft mooie stranden,Saó Nicolau is het paradijs voor dé wandelaars en heeft zwarte stranden. Santo Antao heeft mooie landschappen en ideaal voor trekking en mountainbikers.
© 2008 - 2024 Guy1962, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het Kaapverdische eiland SalDe Kaapverdische eilanden (Cabo Verde) begint steeds bekender te worden onder de vakantiegangers. Een van de mooie eilan…
Portugal, Costa VerdeNoord-Portugal wordt ook wel Costa Verde, ofwel groene kust, genoemd. Door de invloed van de Atlantische Oceaan en de no…
Het verstilde Meer van OhridHet tegen een heuvel gebouwde Ohrid is een vergeten vakantiebestemming in Macedonië, het hart van de Balkan. Klaprozen,…