Masjed-e Jomeh, oude Vrijdagmoskee van Isfahan
De Masjed-e Jomeh was tot 1630 de grote Vrijdagmoskee van Isfahan. Het gebouw kent een lange en rijke geschiedenis, maar is het meest uitgebreid onder Malik I Sjah, een Seltsjoekse heerser in de 11de eeuw. De architectuur van het gebouw wordt toonaangevend voor de grote moskeeën in het Perzische cultuurgebied.
Geschiedenis van de Masjed-e Jomeh
De moskee was van het hypostyle type en gebouwd onder de Abbasiden in de 10de eeuw. De Turkse Seltsjoek Malik I Sjah verbouwde de moskee rond 1086-87 door 24 zuilen tegenover de mihrab weg te halen en er een
maqsura neer te zetten met een koepel erboven. Dit idee kwam vanuit Syrië, waar de grootvizier de Syrische gebouwen had gezien en dit wilde overbrengen in Isfahan. Twee jaar later werd er aan de noordkant van de moskee nog een kamer gebouwd met een koepel, maar dat is een uniek bouwwerk en er zijn geen andere moskeeën die ook zo'n soort kamer hebben laten aanbouwen.
Wat wel een standaard element werd in Iranese moskeeën was de zuidelijke koepel van de oude moskee. De koepel paste alleen niet in de hypostyle moskee en er moesten wat aanpassingen getroffen worden voor de constructie. Daarvoor werd het
iwan-model ingevoerd wat de Perzen al kenden van de paleisbouw. De
iwan was al een bekend fenomeen, maar werd pas onder de Seltsjoeken in moskeeën uitgevoerd. De oude moskee kreeg er nog drie
iwans bij aan iedere zijde van de binnenplaats. De iwan tegenover de
qibla werd het grootst en mooist versierd. De toevoeging van de drie kleinere
iwans werd waarschijnlijk gedaan rond 1121, nadat de moskee grotendeels was verwoest door een brand. De moskee had nu het uiterlijk van wat het standaardtype moskee werd in Iran. Dit type bestond dus uit een grote binnenplaats met drie kleine
iwans en één hoofd
iwan voor de
mihrab waarover ook nog een koepel werd gespannen. Koepels waren ook geen standaard element voor moskeeën. Zij werden hoofdzakelijk gebruikt om tombes te overkappen.
Decoratie van de moskee
Dit type moskee was toegankelijk via decoratieve portalen en de rest van het exterieur werd volledig opgenomen in de omliggende stad. De moskee was alleen goed te zien vanaf de binnenplaats en de decoratie concentreerde zich ook daar en niet op de buitenmuren, want die waren onbelangrijk. Het 4-
iwan model kon in Iran uitgevoerd worden door het klimaat, dat overwegend warm is en gebed in de buitenlucht dus mogelijk maakte.
De decoratie van de oude moskee kent evenals de architectuur een geschiedenis van verschillende stijlen. In de zuidwestelijke koepel zijn nog stucelementen te vinden en in de noordoostelijke koepel, die van latere tijd dateert, is een patroon met bakstenen aangebracht ter decoratie. In de zuidwestelijke koepel kon dit niet meer, omdat de koepel rust op een al bestaande structuur en ze zich daar dus moesten houden aan de al bestaande decoratieve elementen.
De decoratie van de
iwans heeft een dubbele functie. Het dient ter versiering, maar toont ook welke van de
iwans de hoogste functie heeft. De
iwan voor de
mihrab wordt geflankeerd door twee torens en er is een inscriptie aangebracht dat de
iwan de ‘hoge ruimte van de meester’ is. De zuidoost- en noordwest-
iwans zijn in dezelfde tijd tot stand gekomen en hebben laat-Safavidische elementen in zich. Er is alleen een verschil in structurele modificatie, omdat de ene muren heeft en de ander pilaren. De noordwestelijke
iwan heeft
muqarnas op het plafond en een rand van geglazuurde tegels in geel en wit op een donkere achtergrond. De
muqarnas zijn kleine clusters van baksteen in een stervorm en de randen ervan zijn geglazuurd in donkerblauw. De zuidoostelijke
iwan heeft grotere
muqarnas en die zijn versierd met kleine geglazuurde tegels met donkerblauwe punten en lijnen die een grotere arabesk vormen met een epigrafisch element in lichter blauw. De moskee heeft verschillende gebedsruimten uit verschillende perioden en de decoratie bestaat voornamelijk uit baksteenpatronen en geglazuurde tegels met inscripties. De moskee wordt gezien als hoogtepunt van de Perzische Middeleeuwen door de typische decoratie van baksteenpatronen en ook de geometrische en epigrafische patronen maken de moskee een bijzonder gebouw.
Van "Grote Vrijdagmoskee" naar "Oude Vrijdagmoskee"
De Masjed-e Jomeh had tot 1630 de belangrijkste functie als religieus domein in de stad Isfahan. In 1630 was de nieuwe grote Vrijdagmoskee af op de Meidan van Sjah Abbas I. Hij wilde de focus van het oude naar het nieuwe centrum verplaatsen en de nieuwe moskee speelde daarbij een belangrijke rol. Door de grote blauwe koepel met de tegeldecoratie was de moskee een bijzondere blikvanger en nam al snel de rol van grote Vrijdagmoskee over. De Masjed-e Jomeh wordt nu daarom ook vaak de "oude Vrijdagmoskee" genoemd.
Lees verder