Half Moon Cay en the Great Blue Hole bij Belize
Voor de kust van Belize ligt het eilandje Half Moon Cay, een onderzoekseilandje vlakbij de atol met de Great Blue Hole, een diep gat waar duikers gek op zijn. Het zijn toeristische attracties van formaat. Oceanograaf Jacques Cousteau heeft de Great Blue Hole bekend gemaakt, door er televisieprogramma's met prachtige onderwateropnames over te maken. Duiken in de Great Blue Hole staat op mening bucketlist van duikers. De kleur van het water is er onbeschrijfelijk en het wordt beschouwd als een van de mooiste duikplekken van de wereld.
Het grote blauwe gat bij Belize
Half Moon Cay
Half Moon Cay is een eilandje met een vuurtoren, hagelwitte stranden en hoge kokosbomen. Het ligt voor de kust van Belize en het eilandje wordt gebruikt als onderzoekseiland. Er leven bijzondere vogels zoals de
roodpootgenten en
fregatvogels, enorme vogels met een spanwijdte van twee meter. Het eilandje is paradijselijk alleen het stinkt er vanwege de guano, de vogelpoep. Vanuit het eiland is met roggen te snorkelen en zijn zeekoeien te zien. Duikers die in de
Great Blue Hole willen duiken, gebruiken het eiland als pauzeplaats en uitvalsbasis.
Great Blue Hole voor de kust van Belize
De
Great Blue Hole is een onderwatergrot voor de kust van Belize, 96 kilometer zeewaarts. Het is een deel van het
Lighthouse-rif, een klein atol voor de kust van het Midden-Amerikaanse land en het is het grootste zeegat van de wereld. Het is niet het diepste zeegat, dat is
Dean's Blue Hole van 202 meter diepte bij de Bahama’s. Het grote blauwe gat is bijna perfect cirkelvormig, met een diameter van 300 meter en een diepte van 124 meter. Tijdens de laatste ijstijd, toen de zeespiegel nog niet zo hoog stond, was het een kalksteengrot, waarvan later, 65000 jaar geleden, het dak is ingevallen.
Azuurblauw water
De Great Blue Hole dankt zijn naam aan de kleur van het water. De
kleur verandert van azuurblauw aan de rand naar donkerblauw in het midden.
Jacques Cousteau
De
Great Blue Hole kreeg grote bekendheid door de oceanograaf en duiker
Jacques-Yves Cousteau. Met zijn schip de Calypso voer hij in 1971 naar de atol en maakte er filmopnames en mat de diepte. De oceanograaf beschouwde het als een van de mooiste duikplekken op aarde.
Koraal en garnaal
De rand van de put is van levend koraal en tussen het koraal zit het ook vol leven. Er groeien algen en plantjes waar weer garnaaltjes en krabben tussen zwemmen.
Duiken in het donker
Wie in het gat duikt ziet het al snel donker worden. Alleen met onderwaterlantaarns is te zien dat de wanden na 35 meter behangen zijn met stalactieten en stalagmieten, de hangende en staande pegels van de voormalige druipsteengrot. Voor gevorderde duikers is 30 meter diepte eigenlijk de limiet, slechts enkelen gaan dieper.
Caissonziekte
De stijging na een duik moet heel langzaam gebeuren, met tussenstops, om de caissonziekte te vermijden. Te snel stijgen is levensbedreigend voor de duikers.
Silhouet van haaien
Langzaam stijgen is in de Great Blue Hole geen straf. De duikers hebben dan alle tijd om om zich heen te kijk. Wie tijdens een veiligheidsstop in het water hangt en naar boven kijkt, ziet de contouren van de rand en het zonlicht dat door het water schijnt. Alle kans dat het zonlicht wordt onderbroken door silhouetten van haaien. Die zwemmen daar graag rond.
Grottenstelsel
De grot is een onderdeel van een groter grottenstelsel en in het gat zijn dieren te zien die nergens anders op de wereld voorkomen. Het grote ronde blauwe gat is een van de natuurlijke wereldwonderen.
Lees verder