Ontwikkeling van de gemeente Naarden

De vestingstad Naarden is sinds haar bestaan bepalend geweest voor hoe de omgeving zich ontwikkelde. Eén van de belangrijkste redenen hiervan, was het militaire aspect van de vesting in samenhang met verschillende defensieve linies zoals de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De invloed die dit heeft gehad op de vesting en omgeving zijn tot op de dag van vandaag goed zichtbaar in het landschap,de infrastuctuur en architectuur, wat dit gebied tot een uniek historisch gebied maakt.

Voorgeschiedenis Naarden

Ontstaan van Naarden

De eerste nederzetting Naarden, toen Naruthi, was ontstaan aan de noordwest kant van het Gooi vlakbij de Zuiderzee. Ten opzichte van de locatie van Naarden nu, lag het ruim anderhalve kilometer meer naar het noordoosten. Omstreeks 1325 kreeg de stad stadrechten, maar al kort daarop, rond 1350, werd de stad verwoest door Hoekse troepen. “Het oude Naarden was ongunstig gelegen, het werd bedreigd door stormen die de kust steeds verder deden afkalven. (…) Van het oude Naarden rest ons bijna niets, de plek is in de loop der tijden geheel door de Zuiderzee verzwolgen. Tot in deze eeuw kon men bij extreem lage waterstand nog wat resten zien liggen.” Mede door deze afkalving werd er voor gekozen de stad verder landinwaarts te herbouwen in 1350, waar in 1351 de graaf Willem V toestemming toe verleende. Deze plek lag op een strook van zand en klei ,een uitloper van de Utrechtse Heuvelrug, tussen aan de ene kant de veenmoerassen en aan de andere kant de Zuiderzee. Deze locatie was strategisch een interessante plek, omdat dit de enige plek was waar je van het oosten naar de belangrijkste steden van Holland, zoals Amsterdam, kon reizen.

“In 1355 was de verdedigingsgordel om de stad gereed en in 1403 gaf Albrecht van Beieren toestemming om een zeehaven aan te leggen. Naarden kreeg een eivormige plattegrond met het regelmatige stratenpatroon van een ‘bastidestad’ en met de Grote kerk in het hart. De Marktstraat ligt in het verlengde van de zeedijk. De stad ontwikkelde zich voorspoedig dankzij de textielnijverheid en groeide uit tot centrum van het Gooi.”

Naarden Vesting

Door de strategische ligging van Naarden op de grens van Holland en Utrecht kreeg de stad vele oorlogen te verduren, met als dieptepunt het uitmoorden door de Spanjaarden in 1572. “Naarden en het Gooi bleven lang trouw aan de Spaanse Koning. (…) Alleen in de stad waren onder het volk aanhangers van de geuzenpartij te vinden. Bij toeval werd Naarden bezet door een groepje geuzen, binnengelaten door aanhangers in de stad.” Na de belegering van enkele werken door het Spaanse leger werd de stad overgeleverd zonder slag of stoot. Na de inname, moesten de burgers zich verzamelen bij het stadhuis, waar de Spaanse troepen een groot deel van de bevolking vermoorden.

In de loop van de 16e eeuw werd er zwaarder geschut ontwikkeld, waardoor de twee lange zijden van Naarden bij beschieting zwakke punten werden in de verdediging van de stad. De Spanjaarden sloopten vervolgens deze omwalling na 1572 en brachten vernieuwingen aan.“De noordwest zijde werd doorbroken door een driehoekige uitbreiding van de stad en versterkt met een bastion. Hierdoor kwam een deel van de middeleeuwse vestinggracht binnen de vesting te liggen. Wij kennen hem tegenwoordig als de binnenhaven. Ook de zuidoost zijde werd versterkt met een bastion.” De in totaal vijf bastions waren volgens het Oud Nederlandse vestingstelsel, ontworpen door Thomas Thomasz en Adriaen Anthonisz. Na het vertrek van de Spanjaarden in 1576 koos Naarden, net als vele andere Hollandse steden, de zijde van de opstand. “Uiteindelijk heeft de ramp van Naarden krachtig bijgedragen tot de grondvesting van de vrije en onafhankelijke Republiek der Verenigde Nederlanden.”

Aan het einde van de 16e eeuw vonden er weer belangrijke veranderingen plaats. “Na de bezetting door de Fransen in 1672 en de herovering door prins Willem III kwamen onder leiding van Adriaan Dortsman de nu nog behouden vestingwerken tot stand, de eerste fase (1673-'78) naar plannen van Maximiliaan d' Yvoy en de tweede (1679-'85) naar plannen waarin de invloed van Paul Storff de Belleville herkenbaar is. De nieuwe vesting kreeg een dubbele vestingring en grachten met zes bastions, zes ravelijnen en een enveloppe volgens het Nieuw Nederlandse systeem.” De vesting is sindsdien niet meer ingrijpend veranderd, wel zijn er nog vernieuwingen geweest in de periode 1873-1879. Gedurende de periode 1964-1986 zijn de vestingwerken van Naarden uitgebreid gerestaureerd.

Het Gooi

Voor een lange tijd zwaaiden de graven van Holland de scepter in het Gooi, waar vooral Naarden zich sterk kon ontplooien en ook stadsrechten kreeg. Het werd door zijn tactische locatie een belangrijke stad en moest met zijn vesting zowel Holland als zichzelf verdedigen tegen de Utrechtse belagers. “Dit was zo belangrijk, dat alle inwoners van het Gooi werden verplicht om aan de bouw van wallen en muren mee te helpen. Ook voor hen zou de stad binnen de wallen veiligheid bieden in tijden van nood.” Naarden heeft dan ook gedurende een lange periode als hoofdstad van het Gooi gefungeerd en het hele Gooi stond dus voor lange tijd in dienst van deze stad.

“De dorpen profiteerden mee van de opbloei van Naarden. Vele dorpelingen bewerkten de ruwe wol thuis, tegen een vastgesteld loon, voor de stedelijke wevers. Verder leverden ze turf, belangrijk als brandstof en landbouwproducten. (…) Toch bleven de boeren, de erfgooiers, het karakter van de streek bepalen. Het karakteristieke Gooise landschap ontstond vooral als gevolg van de agrarische activiteiten.” “In de Middeleeuwen sloten de Gooise boeren zich aaneen in een ‘marke’, die het gebruik van gemeenschappelijke graslanden en woeste gronden regelde. In 1903 kwam het tot een onderling conflict: de Laarder Hendrik Christiaansz Smit kwam hierbij om het leven. Een groep woedende erfgooiers hield een protestmars”

Ook het afgraven en verkopen van zand was voor lange tijd een belangrijke bron van inkomsten voor de Gooiers. “In het begin werd vooral aan de westkant van het Gooi afgezand (…) Nadat in het rampjaar 1672 was gebleken hoe eenvoudig Naarden (door de Fransen) te veroveren was, verplaatste de nijverheid zich naar de omgeving van deze stad. Elders in het Gooi zand afgraven werd door de Staten verboden: Naarden moest zo snel mogelijk beter verdedigbaar gemaakt worden door inundatie. Besloten werd de hoge gronden aan de Bussumse kant van de stad af te graven tot enkele decimeters boven het grondwater. Dit maakte het mogelijk om het voorland in oorlogstijd onder water te zetten. De Vecht zou, via de trekvaart en enkele sluizen, het benodigde water leveren.”

De Gooiers onderhielden zichzelf dus onder andere door de omliggende veengebieden te ontginnen, maar dit leverde ook problemen op. “Naarmate de ontginning van de veengebieden vorderde, groeide de behoefte aan duidelijke grenzen. Zonder problemen en ruzies ging dit niet.” “De omstreden grenzen tussen het Gooi en het Sticht Utrecht hebben in vroeger eeuwen tot een reeks veldslagen, plunderingen en slepende rechtszaken geleid. Twistappels waren grensplaatsen als Baarn, De Vuursche, Loosdrecht, Maartensdijk en Eemnes. Pas op 14 juli 1719 werd de kwestie definitief geregeld. De nieuwe ‘limietscheiding’ of grens werd aangegeven met de bekende leeuwenpalen.” Vroeger was het Gooi dus veel groter dan het huidige Gooi. “Hoe groot precies is moeilijk te zeggen, ook al omdat de hogere zandgronden omgeven waren door slecht toegankelijke moerassen en veengebieden. Dit maakte het trekken van exacte grenzen lastig en ook niet echt noodzakelijk.”

Naarden had voor lange tijd de touwtjes in handen, maar langzamerhand kregen de dorpen in het Gooi hun onafhankelijkheid. Laren had onafhankelijkheid gekregen toen Naarden zijn stadsrechten had gekregen. Hilversum volgde vervolgens en werd onafhankelijkheid van Laren in 1420, als vergoeding voor plunderingen. Ook Huizen werd aan het begin van de 15e eeuw zelfstandig. “Blaricum en Bussum moesten nog tot omstreeks 1800 wachten voordat zij zich konden afscheiden van respectievelijk Laren en Naarden.”

Zand voor Amsterdam

“Op veel plekke in het Gooi is te zien dat onze voorouders noeste gravers waren. Het afgraven en het verkopen van zand was lange tijd een belangrijke bron van inkomsten. De afzanding begon al in de vijftiende eeuw, maar kwam pas in de zeventiende eeuw tot grote bloei. Amsterdam had voor zijn uitbreiding grote behoefte aan Goois zand, dat werd aangevoerd over nieuwe vaarwegen.” “De zandhonger bereikte een hoogtepunt bij de aanleg van de grachtengordel, vanaf 1613.” Het zand werd ook bij Naarden weggehaald: “Eindelijk is er al hier noch een Tak van bestaan, namelijk de Zanderij of afzanding der hoge gronden tot het formeren ener Inundatie der Vesting Naarden.” Veel huizen in Amsterdam uit de 17e eeuw zijn dan ook op Naardens zand gebouwd.

De grote hoeveelheden zand die vervoerd moest worden, werden door platte schuiten, de zandschepen, vervoerd over de nieuwe vaarwegen. “Niets voor niets werden in een tijdspanne van twaalf jaar de ’s Gravelandse vaart (1638), de Naarder of Muider trekvaart (1641) en de Hilversumse of Gooise Vaart (1650) gegraven.” Rondom de Naarden vesting ontstonden verder vele zanderijsloten, vooral ten zuiden van de stad tussen het dorp Bussum en de Naarder vesting ontstond een uitgebreid netwerk. In dit gebied lag ook de Galgesteeg, waar in de 20e eeuw villa’s gebouwd zijn naar ontwerp van Dudok.

Ook later in de geschiedenis was er een grote vraag naar zand uit het Gooi, waar de Gooiers van konden profiteren: “De armoede verminderde dankzij ook de afzandingen, die even voor 1870 meer en meer toenamen, wijl men in Amsterdam zooveel zand nodig had.”

De verboden kringen

De Kringenwet

“De Naardense vesting heeft eeuwenlang een zwaar stempel op haar omgeving gedrukt. Om eventuele aanvallers geen gelegenheid tot dekking te bieden gold namelijk buiten de wallen een bouwverbod. Reeds in 1442 stelde hertog Philips de Goede een bebouwingsvrije strook met een breedte van 1750 meter rond de middeleeuwse stadsmuur in. Aan het eind van de zeventiende eeuw begon met ook nog de hoge gronden in het zuiden af te zanden, zodat de stad steeds meer geïsoleerd in een kale vlakte kwam te liggen” In de 19e eeuw werden er vanwege de Nieuwe Hollandse Waterlinie nieuwe beperkingen gesteld, deze staan in de Kringenwet.

De Kringenwet is een Nederlandse wet en stamt uit 21 december 1853, “houdende bepalingen betrekkelijk het bouwen, planten en het maken van andere werken binnen zekeren afstand van Vestingwerken van den Staat”. Rondom de verdedigingswerken werden drie lijnen getrokken, de verboden kringen genaamd; de kleine op 300 meter; de middelbare op 600 meter; de grote op 1000 meter. Binnen deze kringen mocht enkel onder toestemming en, of voorwaarden gebouwd worden. De verdedigingswerken die met de verboden kringen te maken kregen werden gerangschikt in drie verschillende klassen, waarvan de eerste klasse de strengste klasse was.

De meest belangrijke artikelen uit de Kringenwet zijn:
“Art. 21.
Binnen de kleine kringen van vestingwerken der eerste en tweede klasse is het geoorloofd, met toestemming van den Minister van Oorlog:
  • getimmerten te plaatsen, behalve de dekking, welke naar verkiezing kan worden gemaakt, uit verbrandbare stoffen te samen gesteld, en gene grotere oppervlakte beslaande dan van veertig vierkante el;
  • afsluitingen te stellen, zelfs met stenen voeten, doch deze laatste niet hoger dan vijf palm boven den begane grond;
  • alle houtgewassen te planten.

Art. 22.
Tussen de kleine en middelbare kringen van vestingwerken van de eerste klasse is het geoorloofd, zonder voorafgaande toestemming:
  • gebouwen en getimmerten te plaatsen, waarvan de dekking naar verkiezing kan worden gemaakt, en welke gebouwen en getimmerten van stenen voeten, niet hoger dan vijf palm boven den begane grond, en van gemetselde stookplaatsen en schoorstenen zullen mogen voorzien zijn, maar voor het overige uit verbrandbare stoffen zijn samengesteld;
  • afsluitingen te stellen, zelfs met stenen voeten, doch deze laatste niet hoger dan vijf palm boven den begane grond.
  • alle houtgewassen te planten.

Art. 23.
Tussen de middelbare en grote kringen van vestingwerken van de eerste klasse, tussen de kleine en grote kringen van vestingwerken van de tweede klasse en binnen de kringen van vestingwerken van de derde klasse is het geoorloofd, zonder voorafgaande toestemming, alle gebouwen, getimmerten en afsluitingen te plaatsen en alle houtgewassen te planten.”

In het kort betekende dit, voor de huizen die toch binnen de kringen gebouwd mochten worden, het volgende:
  • De huizen moesten van verbrandbare stoffen gebouwd worden.
  • Het dak hoefde niet van verbrandbare stoffen gemaakt te worden.
  • Een stenen voet voor bebouwing van maximaal 0.5 meter boven de begane grond was toegestaan.
  • Een gemetselde stookplaats en schoorsteen waren toegestaan.
  • Een stenen voet van maximaal 0.5 meter boven de begane grond voor het afsluiten van grondbezit was toegestaan.
Deze wet had als gevolg dat er voor architecten vaak niks anders op zat dan hun huizen van hout te maken, aangezien dit het meest geschikte bouwmateriaal was dat goed wilde branden. Bij verbranding van het huis in tijd van oorlog, zouden hierdoor slechts de stookplaats en stenen voet overeind blijven en de rest zou verbranden of instorten. Hierdoor zou een geheel vrij schootsveld ontstaan voor het geschut van de vesting en de forten.

In 1951 werd de wet opgeschort en vervolgens op 28 november 1963 definitief ingetrokken.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie
Naarden maakt al sinds het ontstaan deel uit van de Hollandse Waterlinie. In de 17e en 18e eeuw was het onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie, die in het leven was geroepen om het leger van Lodewijk de XIVe buiten Holland te houden. Aangezien deze Utrecht destijds al veroverd had, liep de linie om Utrecht heen en werd deze stad pas in de Nieuwe Hollandse Waterlinie van 1871 opgenomen.

Zowel in de Oude, als ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie speelde het water een belangrijke rol. Wanneer een vijand kwam, kon in enkele uren een strook land onder water gezet worden, om zo een opmars tegen te houden. De strook water van 85 kilometer lang, die van de Zuiderzee tot aan de Biesbosch loopt, zou tot vijf kilometer breed zijn en een diepte krijgen die te diep zou zijn voor infanterie en te ondiep voor vaartuigen. De gehele linie bestaat uit 46 forten en vijf vestingsteden: Naarden, Muiden, Weesp, Gorinchem en Woudrichem.

De werking van die systeem hing af van vele verschillende sluizen en dijken, zoals in Naarden de sluis bij de militaire batterijen aan de Karnemelksloot uit 1787. De verdedigingswerken moesten de sluis beschermen tegen eventuele aanvallen, zodat het water bij inundatie, het onder laten lopen, van de omgeving niet weg kon stromen door de Karnemelksloot. Het fort bestaat uit twee delen, aan beide zijden van de sluis in de Karnemelksloot en verloor zijn functie als militair verdedigingswerk in 1926. Er waren nog vele ander forten in de omgeving, waarvan het fort Ronduit misschien wel het bekendste is.

“Dit aan de noordzijde van de stad gelegen, omgrachte fort gaat terug op een in 1746 aangelegde redoute, die in 1785 door een retranchement met de stad werd verbonden. In 1873-'77 ontstond het huidige polygonale fort met drie bomvrije gebouwen (kazerne, wachthuis, schuilplaats). Verder werd toen een nieuwe lange aarden wal met toegangsweg aangelegd. Over de gracht ligt een unieke kraanbrug (1878), waarvan de vier liggers draaibaar waren (nu vast brugdek). Rond 1914 versterkte men het fort met schuilplaatsen, loopgraven en batterijen.”

In 2009 heeft minister Plasterk bekendgemaakt dat de hele Nieuwe Hollandse Waterlinie rijksmonument wordt. Onderdelen van de Waterlinie waren al monument, maar vanaf dat moment was het hele verdedigingswerk beschermd, inclusief de honderden bunkers, sluizen, dijken en vestingsteden. Verder is het ook mogelijk om naast het monument ook de omgeving te beschermen, waarbij men kan denken aan landschappen, kanalen en dijken. Deze beslissing zal een beperking vormen voor de vele bouwplannen in de toekomst en misschien net als de Kringenwet zijn stempel gaan drukken op de groei van Naarden.

De komst van het spoor

Station Naarden-Bussum

Bussum heeft het in het begin altijd moeilijk gehad en er was daardoor weinig groei. De groei kwam pas met de komst van de spoorlijn Amsterdam Amersfoort, waarbij er ook een nieuw station kwam voor Naarden en Bussum in 1874. Het waren vooral de rijke Amsterdammers die zich gingen vestigen in Bussum en konden toch als forens in Amsterdam blijven werken. Wijken die dan ontstaan zijn Het Spiegel, Brediuskwartier, het Prins Hendrikpark en het huidige centrumgebied. Met deze snelle groei is Bussum de gemeente Naarden in korte tijd in omvang voorbijgestreefd.

In heb begin was het nut van het spoor nog niet voor iedereen duidelijk: “De meeste Bussummers bleven er koud bij, want zij voorzagen, dat die Spoor, welk dicht bij Kamphoeve den ’s Gravelandschen grindweg zou blijven, voor de gemeente niets beloofde. Maar de belangen van de landsverdediging deden het oorspronkelijke plan wijzigen en aldus werd bij de wet van 14 juni 1871 ene definitieve concessie verleend, waarbij ook was geprojecteerd een halte of station op de grens van Naarden en Bussum, tamelijk ver gelegen van het eigenlijke dorp, dat door de baan zou worden gescheiden van het Spiegel, gedeeltelijk Achterbuurt geheten, toen nog altijd een woestenij van hakhout en zandwegen met hier en daar een woninkje.” Dit karakter zou echter snel veranderen: “Deze spoorlijn van Amsterdam over Amersfoort naar het oosten, met een aftakking bij Hilversum naar Utrecht, zou het Gooi ontsluiten en het karakter van de streek radicaal veranderen. Zo kwamen ze, na de voltooiing van de lijn in 1874: de zomergasten, de gepensioneerden, de welgestelden, de forensen, de kunstenaars en wereldverbeteraars.” Verder bracht de komst van het spoor Naarden en Bussum weer tot elkaar: “Wat de vaderen een eeuw geleden, deden scheiden, is aldus voor een groot deel weer één geworden. In 1874 was het de Spoor, die de namen van Naarden en Bussum opnieuw koppelde; (…) Reeds werd op 21 December 1905 de grondslag gelegd tot ene innige samenwerking.”

Het station Naarden-Bussum lag in de gemeente Bussum, vlakbij de gemeente Naarden en is altijd een tussenstation geweest. “Het station Naarden-Bussum was gebouwd in een open vlakte, ver van alle woningen” Het eerste station werd tegelijk met de Oosterspoorweg geopend in 1874 en was een standaardstation, net als de stations van Hilversum, Weesp en Baarn. Na de oorlog moest er een nieuw station komen. Het nieuwe stationsgebouw werd door ir. H.G.J. Schelling ontworpen, die voor de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij werkte. Het in 1926 opgeleverde stationsgebouw is gebouwd in de moderne stijl, waarin de baksteenarchitectuur duidelijk een grote rol speelde. Het expressionistische ontwerp bestaat enkel uit rechte vormen en is beïnvloed door de architect Frank Lloyd Wright.

Verder is het station tot 1958 een kopstation geweest voor de Gooise Tram, ook wel de Gooise moordenaar genoemd vanwege de vele ongelukken waarbij deze betrokken was. Deze tramlijn, die dienst deed van 1930 tot en met 1958, verbond Amsterdam met het Gooi en werd gebruikt voor het vervoeren van zowel goederen als personen. De lijn liep door Naarden vesting en liep vervolgens via Laren naar Hilversum. Een andere lijn ging van Huizen naar Bussum en eindigde bij het station Naarden-Bussum.

Het Spiegel

“Het Spiegel", tot aan het midden der 19e eeuw nog ‘de’ Spiegel geheten, was hoog terrein met hier en daar akkermaalshout en enkele partijtjes hoog opgaande dennen.” Het Spiegel was dus tot in het begin van de 19e eeuw in gebruik geweest als bos en landbouwgrond en pas in 1821 werd er een eerste aanzet gegeven voor de huidige bebouwing. In dat jaar liet de Amsterdammer J.H. Bodeman villa Delta bouwen, die slechts als zomerverblijf gebruikt werd. Vervolgens werden er in 1822 en 1823 nog de villa’s Enghzicht en Eendracht gebouw, die net als villa Delta wit gepleisterd en neoclassicistisch waren van opzet en detaillering. “In 1874 werd de Oosterspoorlijn geopend, waardoor Bussum veel beter bereikbaar werd voor met name de mensen uit de grote stad (Amsterdam). De nieuwe spoorlijn vormde dan ook de aanzet voor de verdere ontwikkeling van Het Spiegel in de 20e eeuw. Het grootste deel van de bebouwing dateert dan ook uit de periode tussen 1900 en 1940.”

Het Spiegel is niet als één geheel ontworpen, maar een verzameling van op verschillende tijdstippen ontwikkelde villaparken. Dit komt mede doordat het grondbezit van Het Spiegel versnipperd was onder vele particulieren en exploitatiemaatschappijen. Bij de in 1874 opgerichte stichting van de Bouwmaatschappij Nieuw Bussum waren Loman, Middendorp en J.H. Biegel de commissarissen. “Aan de Bouwmaatschappij, door Loman financieel zo sterk, heeft Bussum o.m. te danken, dat in het Spiegel geen winkels of werkplaatsen en fabrieken het karakter schaden van het villapark, zoals Loman zich dat heeft gedacht en de Bouwmaatschappij gedeeltelijk heeft geschapen. (…) Ook meer Noordwaarts, aan de Meent, werden door hem terreinen onder handen genomen, en liet hij enkele huizen bouwen, die de aandacht van de Amsterdammers deden vestigen op die meer afgelegen gronden. (…) Hier was het, dat hij kennis maakte met de wet op de verboden kringen, ene kennismaking, welke voor hem nog bitterder zou zijn geweest, had niet Burgemeester Langerhuizen weten te verkrijgen, dat de verdedigingswerkjes in de nabijheid onder een andere klasse werden gerangschikt.”

De tuin- en landschapsarchitect Dirk Wattez werkte nauw samen met de Bouwmaatschappij Nieuw Bussum en kan als de geestelijke vader van het wegenplan en daarmee de basisstructuur van het Spiegel worden beschouwd. “Deze wegenstructuur bestond uit de boogvormige ringwegen, waartussen radiaalwegen werden geprojecteerd. De radiaalwegen zijn georiënteerd op het dorpscentrum aan de oostzijde van het spoor. In totaal waren er zes overwegen, die de verbinding vormden tussen Het Spiegel enerzijds en de rest van Bussum anderzijds.”

“Weldra dienden zich echter minder hooggestemde en betrokken beleggers aan, die al vanaf de eeuwwisseling aan de ronden van het Spiegel kleinere percelen begonnen uit te geven met minder groen en minder allure. Niet lang daarna zette ook hier de tendens tot verdichting in.” “Het Spiegel was geworden één groot park, met allerlei pittoreske plekjes van vroeger daartussen; de Brink en omgeving een landelijk stadje, dat op verschillende punten nog herinnerde aan het Bussum voor de Spoor, en tevens den wansmaak deed betreuren van vele in volle vrijheid bouwende huisjesmelkers, wier enige verontschuldiging mocht wezen, dat sommige nieuwkomers niet veel meer schoonheidsgevoel toonden.” Ook later zijn er op enkele plekkern in Het Spiegel nog nieuwe ontwikkelingen geweest. “Zo is er op enkele plekken naoorlogse gestapelde bebouwing verschenen. Daarnaast heeft hier en daar een verdichting van de bebouwing plaatsgevonden, waarbij de oorspronkelijke villabebouwing is vervangen door (veel lagere) bungalows.”

De Sandtmannlaan en de Godelindeweg

Gevolgen van de Kringenwet

De kringenwet heeft jaren lang de groei van de gemeente Naarden tegengehouden. Waar de meeste dorpen uit het gooi wel snel konden groeien als forenzenplaatsen door de komst van het spoor, kon Naarden bijna nergens bouwen vanwege de verboden kringen. “Daarom zijn de oudste villa's verder weg te vinden, tegen de grens met Bussum en nabij het station (1874).”

“In de vorige eeuw bereikten de bouwbelemmeringen hun hoogtepunt. Als onderdeel van de ‘Nieuwe Hollandse Waterlinie’ werd tussen 1868 en 1879 een reeks forten gebouwd, in een boog van de Karnemelksloot tot aan de Amersfoortse Straatweg bij de Gooise Boer. Rond de batterijen van dit zogeheten Offensief voor Naarden werden ‘Verboden Kringen’ van 300, 600 en 1000 meter getrokken. Overeenkomstig de Kringenwet van 1853 was bebouwing binnen deze zones aan strenge regels onderworpen. Het kwam erop neer, dat in de binnenste kringen helemaal geen of hooguit houten huizen mochten staat. Daarmee werd ook de Bussumse expansie aanzienlijk ingeperkt. Hoewel de militaire waarde van de forten al spoedig ter discussie stond, werden ze pas in 1926 ontmanteld. Hier en daar zijn de oude kringgrenzen nog goed terug te vinden.”

Door de kringenwet werden vanaf 1900, met als eerste locatie de Fortlaan, een aantal woningen in Naarden gebouwd uit enkel hout, met slechts een stenen voet en een stenen schoorsteen. Aangezien deze huizen binnen het schootsveld van de Naarden vesting (of binnen het schootsveld van de latere bunkers van de nieuwe Hollandse waterlinie) stonden, moesten deze in tijd van oorlog makkelijk af te breken (verbranden) zijn zodat er een vrij schootsveld zou ontstaan. Een groot nadeel voor deze huizen was dat ze hierdoor ook brandgevaarlijker waren in het dagelijks gebruik, waardoor er in het verleden al enkele in vlammen zijn opgegaan. Op dit moment zijn er nog maar enkele straten met dergelijke woningen aanwezig in Naarden, die vaak een aparte architectuur bezitten. De meest interessante zijn de vinden op de Sandtmannlaan en de Godelindeweg. Verder is er een apart ontwerp te vinden uit 1920 op de Thierensweg. Het ontwerp naar van H. Th. Wijdeveld is gebouwd in de stijl van de Amsterdamse school en speelt met zijn bijna verticale dakvlak op gedurfde wijze met de regels uit de Kringenwet.

Het ontwerp lijkt met zijn hoge kubusvormige kap kritiek te uiten op de Kringenwet. (bron: Lennard Scholtz, 2010)

Vanwege de woningnood in Naarden aan het begin van de 20e eeuw wilde de gemeente ook bouwen in de verboden gebieden. Sommige delen binnen de kringen zijn hierom in 1921 vrijgesteld van de Kringenwet, waardoor hier volledige bouwvrijheid kwam. In de gebieden waar ook de Sandtmannlaan en de Godelindeweg lagen, was dit nog niet het geval en kon er nog steeds slechts in hout gebouwd worden.

Sandtmannlaan

Aan de Sandtmannlaan en de Nagtglaslaan in Naarden zijn binnen het schootsveld houten villa’s gebouwd.
“In de middelste kring van het fort aan de Karnemelksloot bouwde de exploitatiemaatschappij ‘Zeker Bezit’ hier tussen 1909 en 1912 tientallen villa’s. Echt ‘zeker’ was dit bezit niet: volgens de Kringenwet hadden al deze fraaie panden terstond in brand gestoken moeten worden bij de nadering van een vijandig leger. Kennelijk speculeerden bouwers en kopers erop, dat een artillerieslag op de Gooise heide in een volgende oorlog niet meer zou voorkomen. Terecht, zoals gebleken is.”

De Sandtmannlaan is een groene, boogvormige, kleine straat en ligt samen met de Nagtglaslaan vlak tegen het Spiegel van Bussum aan. De middenstandswoningen zijn waarschijnlijk ontworpen door de directeur van de exploitatiemaatschappij, George Ernest August Sandtmann en zijn duidelijk geïnspireerd door Noorse architectuur. Het is niet helemaal zeker of hij de woningen ook zelfs ontworpen heeft, maar omdat de bouwtekeningen met ongeschoolde hand zijn vervaardigd, wordt dit algemeen aangenomen. Sandtmann had voor zichzelf eerst villa Annaville (Zwarteweg 64) gebouwd, om vervolgens vanuit daar de Sandtmannlaan te bebouwen.

De villa’s zijn per twee of drie geschakeld en bestaan elk uit een ander samengesteld geheel. Zo heeft elke villa een andere opbouw van serres, balkons en dakkapellen. Het hoofdvolume bestaat uit twee lagen onderbouw, met daarop een zadeldak, of schilddak. Dit hoofdvolume heeft op de begane grond een uitgebouwde serre met daarop een balkon. Tegen het hoofdvolume staat een ander deel, waarvan de rooilijn vaak terugligt, uitsteekt of een knik maakt. De opbouw van dit tweede volume bestaat uit twee lagen met daarop een zadel- of platdak. Op 24 februari 1954 is het dubbele woonhuis Sandtmannlaan 7-9 door brand verwoest.

Afb. Villa’s aan de Sandtmannlaan. (bron: Lennard Scholtz, 2010)
Er is heel wat detail aanwezig in het ontwerp van de villa’s; zo zijn er geprofileerde daklijsten, windveren, balkonhekken en houten vakwerkelementen in de topgevel. Ter hoogte van het dak hebben de kopgevels verticale rabatdelen, die iets over de gevel heen liggen en aan de onderzijde een gegolfde rand hebben. Alle villa’s zijn geschilderd of gebeitst in traditionele kleuren, wat het straatbeeld erg kleurrijk maakt. Verder staan alle villa’s staan uiteraard, volgens de kringenwet, op een stenen voet van maximaal 50 centimeter. Het hoekpand wijkt enigszins af met zijn achtzijdig torentje.

Godelindeweg
Op de Godelindeweg te Naarden zijn, in opdracht van NV Tuindorp, middenstandswoningen gebouwd door Willem Marinus Dudok. De Godelindeweg ligt op de plek van de vroegere Galgesteeg en de oude Rijksweg, tegenover de zuidzijde van de Vesting. De zogenoemde houten Dudokhuizen zijn gebouwd tussen 1920 en 1922 en hadden dus, net als de huizen op de Sandtmannlaan te maken met de Kringenwet.

De stijl waarin Dudok de villa’s heeft ontworpen is zakelijk expressionistisch en is sterk beïnvloed door Frank Lloyd Wright, de Amsterdamse school en de Stijl. Dit is vooral goed te zien door de overwegend horizontale detaillering van de villa’s. De huizen zijn afwisselend opgetrokken in één en twee bouwlagen en hebben samengestelde, rieten schilddaken met oranje nokvorsten. Verder hebben ze forse gemetselde taps toelopende schoorstenen.

Na een brand is in 1993 het driedubbele woonhuis op de Godelindeweg 36, 38 en de Terborchlaan 2 volledig herbouwd. Aangezien het hele complex aan Dudokhuizen als ensemble als jong monument is aangewezen, bevinden zich aan de Godelindeweg dus de jongste rijksmonumenten die ons land kent.

Nieuwe woonwijken“Bij Kon. Besluit van 28 mei 1926 no. 156 worden de Vesting Naarden, het fort Ronduit, de werken aan de Karnemelksloot en de Vijf Batterijen voor Naarden, opgeheven als vestingwerk.” Door dit besluit konden eindelijk reeds geplande wijken volgebouwd gaan worden.

De bouw van nieuwe wijken en de komst van de snelweg

In 1912 ontwierp W.F. Nieuwstad voor het gebied ten zuiden van de Naarder vesting een eerste uitbreidingsplan. Pas na de opheffing van de vesting in 1926 mochten overal woningbouw in baksteen gebouwd worden. Dit gebeurde vooral in het Wilhelminakwartier rond 1930 en ten noorden van de Zwarteweg, vlakbij de nog houten woningen van de Sandtmannlaan. Pas na de Tweede Wereldoorlog is het hele gebied op de grens met Bussum volgebouwd en is Naarden aan de westzijde uitgebreid bij de Naardertrekvaart.

Ook zijn er in die tijd sportvelden en industriegebieden aangelegd. Verder heeft ook de uitbreiding in de 80-er jaren van de jachthaven aan het Gooimeer en de aangrenzende villawijk een extra impuls gegeven aan het karakter van deze, van oudsher, havenstad.

“Vanaf de jaren '60 is de discussie gaande over een fusie met het aanpalende Bussum. In de jaren '90 trok Naarden veel nieuwe vestingbewoners die beschikten over verruimde financiële mogelijkheden dankzij de economische opleving van die jaren, waardoor de huizenprijzen binnen de vesting onevenredig sterk stegen.”

Autosnelweg A1

Naarden vesting was gedurende enkele eeuwen een belangrijk steun- en controlepunt en de route tussen Amersfoort en Amsterdam, hetgeen terug te vinden is in de “Amersfoortse straatweg”, die vanuit het zuidoosten, langs het huidige Bussum, tot aan de vesting loopt.

In de 2e helft van de 19e eeuw werd deze route om de vesting heen geleid, via de huidige Godelindeweg en Rijksweg (vroeger Rijksweg 1), waardoor de vesting geen baat meer had bij het doorgaande verkeer, maar ook geen last meer had van alle onplezierige neveneffecten. “De minister van Waterstaat vond evenwel dat de trambaan langs de Muiderstraatweg plaats moest maken voor de verbreding van rijksweg 1.” Tot eind 60-er jaren van de 20e eeuw was deze weg dé doorgaande weg voor al het verkeer uit de richting van Amersfoort naar Amsterdam, met alle drukte, onveiligheid en vervuiling die daarbij hoorde. Uiteindelijk is in 1971 deze route verlegd door de aanleg van de A1, die ten noorden en oosten van de vesting loopt.

De vesting Naarden vormde jarenlang samen met fort Ronduit het meest noordoostelijke punt van de Hollandse Waterlinie, maar vanaf de komst van de A1 kwam hier dus verandering in, vanaf toen lag er een snelweg tussen het fort Ronduit en het water.

Industrie

Al in de 20e eeuw begint er enige nieuwe industrie te ontstaan buiten de vesting van Naarden. Voor veel bedrijven is Naarden heel strategisch gelegen, een positie die door het ontstaan van de aangrenzende nieuwe provincie Flevoland alleen maar belangrijker is geworden. Met goede verbindingen naar Amsterdam, de Randstad, het zuiden en nu ook het noordoosten van Nederland is de positie van Naarden ook in logistiek opzicht aanmerkelijk verbeterd. Er zijn in de laatste decennia dan ook enkele bedrijventerreinen met soms lichte industrie opgekomen rondom de vesting.

Zo zijn er twee opvallende bedrijventerreinen, een grote gelegen ten noordwesten van de vesting en een kleine aansluitend aan de andere kant van de autosnelweg A1. Er zijn ook nog enkele bedrijven ten oosten en zuidoosten van de vesting, nabij enkele sportvelden, maar deze bevinden zich niet in businesspark zoals die in het noordwesten. Opvallend zijn bovendien de vele kwekerijen en tuincentra, direct ten zuidoosten van de vestingwerken.

Ook ten zuidoosten van de vesting ontstond in 1905 de toenmalige Chemische Fabriek Naarden, die zich destijds bezighield met de fabricage van glycerine. Intussen is de fabriek al enkele malen in andere handen overgegaan en is men gespecialiseerd in fijnchemie. Eén ding is in al die jaren nauwelijks veranderd en dat is de enigszins zoete geur die het productieproces afscheidt en die bij oostenwind ook in de vesting is waar te nemen.

Monument voor heden en toekomst

Naarden ontwikkelde zich, na de aanleg van het spoor aan het einde van de 19e eeuw, minder snel dan de Gooise dorpen. Waar de dorpen zich konden ontwikkelen tot welvarende forenzenplaatsen, zat Naarden ingesloten in zijn vesting. Maar het was niet alleen de vesting zelf die de groei in Naarden tegenhield, de kringenwet strooide hier ook roet in het eten. Toen in 1926 de vesting zijn functie verloor als militair verdedigingswerk veranderde dit en werd groei van de stad mogelijk. Deze groei werd echter tegelijkertijd weer beperkt doordat de vestingwerken van Naarden tot monument werden verklaard en daarmee ook grote gebieden rondom de vesting wederom hun karakteristieke open karakter moesten behouden.

De geschiedenis van de vestingstad Naarden laat duidelijk zien hoezeer stedenbouwkundige ontwikkelingen zijn verbonden met maatschappelijke, natuurlijke en politieke ontwikkelingen; in het midden van de 14e eeuw heeft de afkalving van de kust van de toenmalige Zuiderzee het oude Naarden in de golven doen laten verdwijnen; vanuit commercieel en militair perspectief was relocatie en herbouw gewenst, maar dan wel op de hoger liggende zandgronden van de Utrechtse heuvelrug. De vestingwerken, zo noodzakelijk voor de verdediging van haar positie, bleken later een keurslijf waardoor uitbreiding ernstig werd belemmerd en armoede kon ontstaan.

Pas nadat het militaire belang van de vesting door technische ontwikkelingen in het begin van de 20e eeuw werd teniet gedaan, kon ook Naarden zich laven aan de economische en maatschappelijke vooruitgang, als zustergemeente van de forenzenplaats Bussum en later ook als bescheiden middelpunt van de economische ontwikkelingen in het Gooi. De uitvoering van de Kringenwet heeft ons de inmiddels zo karakteristieke architectuur opgeleverd.

Dit kleurrijk verleden heeft zich vertaald in een grote verscheidenheid van infrastructurele, stedenbouwkundige en architecturale vernieuwing en vindingrijkheid, waar de inwoners van deze stad en allen die deze stad en omgeving een warm hart toe dragen nog lang van mogen genieten.
© 2010 - 2024 Cenerentola, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Gooise Meren: de fusiegemeente van Bussum, Muiden en NaardenEr was al lang sprake van de noodzaak om enkele kleine gemeenten in de Gooi- en Vechtstreek samen te voegen tot één fusi…
Bussum, een dorp in de gemeente Gooise MerenBussum ligt in het midden van het Gooi. Het dorp wordt daarom ook wel aangeduid als 'Hart van het Gooi'. Ruim 8000 jaar…
Fietsroutes in en rond Het GooiFietsroutes in en rond Het GooiHet Gooi staat bekend als de tuin van Amsterdam. De uitgestrekte heide, grote plassen en landgoederen maken Het Gooi tot…
Schaatsen op natuurijs in het Gooi en omgevingIn het Gooi en in de onmiddellijke omgeving kan, bij aanhoudende vorst, op meerdere plekken ruim geschaatst worden. Voor…

Marseille en omgevingDe openingsbeelden voor The French Connection werden in 1971, in een vissershaventje van Marseille, opgenomen. Deze Osca…
Marseille, de stad die aan het volkslied haar naam gafHet verhaal gaat dat 600 v. Chr. Griekse zeevaarders in de baai van Lacydon, de huidige Vieux Port, aan land gingen. Ze…
Bronnen en referenties
  • Bruijn, C.A. de, en W.H. Schukking (1950) Naarden 1350-1950: De geschiedenis van een Nederlandse Vesting. Leiden: A.W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij. Bryman, Alan (2004) The Disneyization of Society. London, California and New Delhi: SAGE Publications. Fabius, A.N.J. (1973) Geschiedenis van Bussum. Schiedam: Interbook International Publishers. Jutte, Twan (2004) Beeldkwaliteitsvisie Naarden: Vesting en Sandtmannlaan. Delft Gevonden op: http://www.naarden.nl/index.php?&simaction=content&mediumid=1&onderdeel=bri&stukid=4320 (06-11-2010) Stenvert, Ronald, Chris Kolman, Saskia van Gingkel-Meester, en Elisabeth Stades-Vischer (2006) Monumenten in Nederland. Noord-Holland. Zwolle: Zeist Waanders Uitgevers. Gevonden op: http://www.dbnl.org/tekst/sten009monu11_01/sten009monu11_01_0117.php (03-11-2010) Berg, J.D. van den (1992) “Duizend jaar het Gooi, de Gooiers en hun rijke historie” Ach Lieve Tijd 1: 1-26. Eerden, P.C. van der (1992) “Duizend jaar het Gooi, de Gooiers en hun huizen” Ach Lieve Tijd 11: 247-266. Leeuwen, P.P.H. van (1992) “Duizend jaar het Gooi en de erfgooiers” Ach Lieve Tijd 5: 103-122.Paepe, E.J.J de (1992) “Duizend jaar het Gooi, de Gooiers en hun verkeer en vervoer” Ach Lieve Tijd 2: 31-50. Paepe, E.J.J de (1992) “Duizend jaar het Gooi, de Gooiers en hun natuur en landschap” Ach Lieve Tijd 8: 175-194. http://www.agv.nl/waterkeringpad/muiderberg_-_naarden (05-11-2010) http://www.forten.info/index.htm?http://www.forten.info/wetten/kringenwet.htm (01-11-2010) http://www.fortwerk4.nl/?page_id=69 (03-11-2010) http://www.gooienvechthistorisch.nl/pages.php?page=1925 (04-11-2010) http://www.hollandsewaterlinie.nl/ (01-11-2010) http://www.naarden.nl/index.php?simaction=content&mediumid=3&pagid=187&fontsize=11&stukid=512 (03-11-2010) http://www.naarden.nl/index.php?simaction=content&mediumid=4&pagid=207&fontsize=11&stukid=368 (03-11-2010 http://www.naarden.nl/index.php?simaction=content&mediumid=4&pagid=207&fontsize=11&stukid=366 (04-11-2010) http://www.naarden.nl/index.php?simaction=content&mediumid=4&pagid=201&stukid=354 (03-11-2010) http://www.naarden.nl/index.php?simaction=content&mediumid=4&pagid=207&fontsize=11&stukid=364 (04-11-2010) http://nos.nl/artikel/95541-waterlinie-wordt-rijksmonument.html (04-11-2010) http://www.spiegelvrienden.nl/Ruimtelijke_ordening/ruimtelijke_structuur.html (03-11-2010) http://www.tgooi.info/naarden/fort_karnemelksloot.php (01-11-2010) http://www.tgooi.info/naarden/sandtmannlaan.php (03-11-2010) http://www.tgooi.info/bussum/ns-station_naarden-bussum.php (01-11-2010) http://www.tgooi.info/naarden/vestingwerken.php (04-11-2010) http://www.tussenvechteneem.nl/canon/216.htm (06-11-2010) http://www.wegenwiki.nl/A1_(Nederland) (06-11-2010) http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Naarden (03-11-2010) http://nl.wikipedia.org/wiki/Kringenwet (03-11-2010)
Cenerentola (86 artikelen)
Gepubliceerd: 17-11-2010
Rubriek: Reizen en Recreatie
Subrubriek: Steden
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.