Maçka: een Turkse stad
De Zwarte Zee-regio is een aanrader voor vakantiegangers die van natuur en historie houden. Maçka, een stad gelegen in deze regio, begint langzaamaan bekendheid te verwerven. De stad staat vooral bekend om het sprookjesachtig gelegen Sümela-klooster.
Algemeen
Maçka ligt in de provincie Trabzon. De stad is dicht bebost met sparren en is bergachtig. Het nationale park Altındere ligt nabij deze stad. Men moet de stad Maçka niet verwarren met de in Istanbul gelegen wijk Maçka!
Naam
De stad heeft een lange geschiedenis, waarin ze onder verschillende namen bekendstond: Ad Vicesium, Dikaisimon, Magnana, Karydia, Cevizlik, Matsouka, Maçuka en Maçka. Hoewel er geen eenduidige bronnen bestaan over de herkomst van de huidige naam wordt er gedacht dat het de Turkse versie van het woord matsouka is.
Matsouka betekent in een Grieks dialect ‘stok’. De legende gaat dat de Griekse bewoners van de stad de Perzische indringers met een stok tegenhielden. Andere wetenschappers zijn van mening dat de oorsprong van de naam Maçka in Kaukasië ligt.
Geschiedenis
De stad maakte achtereenvolgens deel uit van het Perzische en het Byzantijnse Rijk. Met de komst van keizer Justinianus I de Grote (483 – 565) bekeerden de inwoners, die tot nog toe een paganistische leefwijze hadden, zich tot het christendom. Vanaf de 11e eeuw begonnen de Turkmenen zich langzamerhand te vestigen in de regio.
In 1204 werd Constantinopel door de kruisvaarders ingenomen. Als één van de drie Grieks-Byzantijnse opvolgersstaten van het Byzantijnse Rijk werd het Keizerrijk Trebizonde (Trabzon) gesticht. Dit keizerrijk bestond uit de zuidelijke kust van de Zwarte Zee. Het rijk werd meerdere keren bedreigd door de Ottomaanse Turken. In 1461 verloor keizer David zijn rijk aan de Ottomaanse sultan Mehmet II. De sultan wenste de Turkse populatie van de stad toe te laten nemen en plaatste er Çepni-Turkmenen.
Uit de schriftelijke commentaren van reizigers die het gebied in de 19e eeuw bezochten, weten we dat zowel de christelijke als de islamitische inwoners Grieks praatten. Daarnaast is bekend dat Maçka tijdens deze periode een belangrijke commerciële stad was door haar ligging. De stad lag namelijk op de (handels)route tussen Trabzon en Erzurum.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Maçka bezet door de Russen. Dit zorgde ervoor dat veel inwoners vluchtten. Op 15 februari 1918 werd de stad bevrijd. Elk jaar wordt deze Bevrijdingsdag gevierd.
Door de bevolkingsuitwisseling tussen Griekenland en Turkije van 1923 werden de Grieken gedwongen Maçka te verlaten. Dit had ook tot gevolg dat de Grieks-Orthodoxe kloosters in het gebied leeg kwamen te staan.
Sümela-klooster
De grootste trekpleister van de stad is zonder twijfel het Sümela-klooster;
Sümela Manastırı genoemd in het Turks. Binnen- en buitenlandse toeristen gaan graag naar het Nationale Park Altındere (Altındere Millî Parkı) waar ze dit klooster kunnen bezichtigen. Wat dit bouwwerk zo spectaculair maakt, is de ligging. Het ligt op een hoogte van 1200 meter en is uit rotswand gehouwen. Hierdoor lijkt het klooster te zweven boven de kale rotsen. Het is dus een letterlijk en figuurlijk hoogtepunt!
Het oorspronkelijke klooster werd tussen 365 - 395 gesticht. Het verhaal gaat dat Barnabas en zijn neef Sophronios, twee Griekse priesters, op een nacht dezelfde droom hadden. Zij droomden dat een icoon van de Heilige Maagd Maria in het Pontisch gebergte lag. Volgens de traditie is deze afbeelding geschilderd door Sint Lucas. Zonder het elkaar te vertellen, gingen Barnabas en Sophronios naar Maçka toe. Hier kwamen ze elkaar tegen en kwamen ze erachter dat ze over hetzelfde hadden gedroomd. Ze bouwden de eerste twee kamers van het klooster. In de 6e eeuw werd het klooster gerestaureerd en uitgebreid. De huidige vorm kreeg het in de 13e eeuw tijdens het bewind van keizer Alexios III Angelos. Het klooster kreeg in deze periode steeds meer aanzien. Er waren zelfs keizers die zich hier lieten kronen. Ook tijdens de Ottomaanse overheersing werd het klooster gebruikt door de christenen. De sultan bood bescherming en verleende bijzondere rechten aan het klooster.
Waarom heet het klooster eigenlijk Sümela?
Mela betekent ‘donker, zwart’ in het Grieks. Dit zou kunnen verwijzen naar de Zwarte Zee-regio. Het zou ook kunnen verwijzen naar het donkere icoon van Maria. De Turken noemen het klooster ook wel Meryem Ana Manastırı (Moeder Maria Klooster).
Via een bospad kan men het complex bereiken. Een opvallend gebouw op de binnenplaats is de Rotskerk. Deze kerk is zowel van buiten als van binnen volledig bedekt met fresco’s. Jammer genoeg zijn er toeristen die hun namen hier hebben ingekrast.
Vaak wordt het Sümela-klooster genomineerd als één van mooiste kloosters op aarde. Sinds 2000 staat het klooster als kandidaat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Overige bezienswaardigheden
Het Sümela-klooster is niet het enige klooster van Maçka. Er zijn twee andere kloosterruïnes die ook de moeite waard zijn.
Peristera Klooster (Peristera Manastırı)
Dit klooster werd in de 8e eeuw gesticht op een rotsmassa van 300 meter hoog. Tijdens de hoogtijdagen bestond het complex uit 187 kamers en een enorme bibliotheek. Het klooster is geplunderd waardoor er weinig fresco’s zijn. De alternatieve naam voor het bouwwerk is Kuştul Manastırı.
Vazelon Klooster (Vazelon Manastırı)
Het oorspronkelijke klooster, dat aan Johannes de Doper werd gewijd, zou tussen 270 en 317 zijn gebouwd. In de kapel kan men 18e- eeuwse fresco’s zien. Het klooster wordt ook wel Ayana Manastırı genoemd.