Nova Scotia: natuur, wandelen en watersport
Wil ik voor een reisreportage naar Nova Scotia, is de vraag. Naar wát? Nova Scotia, in Canada. Nooit van gehoord. Maar dat zal snel veranderen. En sterker nog, ik zal Nova Scotia van mijn leven niet meer vergeten. Het reispakket dat voor mij is samengesteld is dan ook wel heel aantrekkelijk: ik ga niet alleen naar gebieden waar ik nooit geweest ben, ik ga ook sporten uitproberen die me totaal onbekend zijn: van kajakken tot het spectaculaire 'Tidal Bore Rafting'....
Nieuw Schotland
Vaak wordt een tripje naar Nova Scotia gepland vanuit Toronto of andere Canadese steden, of vanuit New York, wanneer Amerikaanse bezoekers de drukte willen ontvluchten. Maar voor Europeanen is Nova Scotia vooral een bestemming voor een (auto)rondreis. Nova Scotia is een vrij onontdekt stuk Canada. De Engelsen noemden het bij hun landing aan de kusten ‘Nova Scotia’: het lijkt dan ook een beetje op ongerept, bergachtig Schotland. Hier vind je het echte Canada uit de films: bergen, bossen, langgerekte natuurgebieden en veel water. Nova Scotia heeft een van de grootste zoutwatermeren ter wereld! Daarom kun je hier zo goed allerlei outdoor-sporten beoefenen. Ook is het dé plek voor typisch Canadees eten, namelijk dried Canadian beef (veel lekkerder dan het klinkt) en zalm (zelfs met bosbessen, die hier ook overal inzitten). De kust van Nova Scotia is bezaaid met pittoreske vissersdorpjes zoals Peggy’s Cove (60 inwoners!). Pastelkleurige huisjes (de verf die de vissers overhebben van het schilderen van hun boot, smeren ze vanouds op hun huizen), knalrode vuurtorens, houten vissersbootjes en ouderwetse kerkjes. Ook Nova Scotia’s rust is ontdekt door veelal Amerikaanse celebs. Zo hebben Mel Gibson en Sting in Nova Scotia zalm gevist, gevaren en gegolfd.
Cape Breton
Zoals gezegd, kun je in Nova Scotia als sportliefhebber je hart ophalen: ’s zomers het water op, ’s winters cross country skieen en snowmobilen, én altijd wandelen en ATBén. Ik heb een slim pakketje aan dingen om te doen. Wandelen, een dagje zeekayakken, en de klapper: tidal bore raften. Slapen doe ik dus bijna niet, er is te veel te zien en te doen! De eerste dag is lekker relaxed: het prachtige Cape Beton is een groots natuurpark, waar veel ‘trails’ of wandelroutes zijn uitgezet. Zelfs tijdens de kleinste, van een paar uur, zie ik in de heuvels al een zwarte beer, beneden me walvissen die uit de zee springen, en adelaars boven mijn hoofd. De bossen om me heen zijn al prachtig, de uitzichten als je hogerop klimt des te meer.
Cape Bretons eerste bewoners waren de Miq-maq-indianen. Van hun bewoning resteert alleen nog hier en daar een reservaat. Opwekkender dan de treurige geschiedenis die Indianen eigen is, is de folk-art die overal in kleine toeristische winkeltjes langs de weg wordt verkocht. Beesten, fantasievormen enzovoort, gesneden uit hout en voorzien van kleuren die pijn doen aan je ogen. Leuk van lelijkheid.
Tidal Bore Rafting
In Nova Scotia vind je het zeldzame fenomeen van de ‘Tidal Bore.’ Dat houdt in dat de stroming van de rivier tegengesteld gaat aan het opkomend tij van de zee. Na het tekenen van een niet-aansprakelijkheidsverklaring (hoe opwekkend..) gaan we als een soort optocht van in gele capes, pakken en reddingsvesten gestoken kabouters de steile trap af naar het water. En wat voor water! Chocolademousse-bruin ‘strand’ naast een rozebruine, ondoorzichtige rivier. Daág, witte gympjes. Het wegvaren in de rubberboten met hun supersterke motor gaat rustig. Onze ‘kapitein’ is John. De eerste kleine golfjes laten de boot al bonken als een fiets met lekke band. Opeens begint het: een hele rij golven stroomt recht tegen de richting van de rivier in op de boot af. De eerste keer heb ik natte enkels, de tweede keer moet ik me aan de touwen vasthouden en de derde golf krijg ik vol in mijn gezicht. Wauw! Dan even rust, en dan schudt een serie golven die nooit meer ophoudt de hele boot vol water. Het hele gezelschap gaat los. We lachen schreeuwen, de boot loopt vol water terwijl we keer op keer de golven in duiken. Ik knal met mijn hoofd tegen een medepassagier en zie sterren, en op gegeven moment zit ik letterlijk tot mijn nek in het water. En dan nog blijft het een ongelooflijke ervaring. Helemaal euforisch stappen we aan land. Bij het gebouw zijn gelukkig warme douches voor deze verzopen kat. Een stroom van roodbruine modder loopt van mijn haren naar mijn voeten, en pas uren later, als ik land op Schiphol, gaan mijn oren eindelijk weer met een plop open..
Hallifax
Niet te missen: Hallifax, de hoofdstad van Nova Scotia. Een gezellig stadje aan de oceaan, met een historisch centrum in Engelse stijl - met volop mogelijkheden een restaurantje of cafeetje te pikken, en natuurlijk te shoppen.
Canada 'versus' Amerika
- Sommige dingen hebben Canadezen niet van hun buren de Amerikanen overgenomen, andere wel. Ook hier kun je uren bijna alleen op brede wegen rijden in je gehuurde auto (automaat, of course) en je een Canadees wanen, met naast je een heus kartonnen koffertje vol ‘Timbits’, mini-donuts, en een iced cappuccino. All to go.
- Very American: veel en machtig eten! Overal chocoladetaart, ontbijten met gebakken aardappels, spek en mijn alltime favorite American Pancakes, muffins..
- New Yorkers kunnen aardig zijn, maar soms nogal fake. Ze hebben ook altijd haast. Een van de eerste dingen die ik van een Canadees hoor, is: ‘our people are our biggest asset.’ Ofwel, kijk ons eens aardig zijn. Jaja, denk je als je het hoort. Maar het blijkt echt waar. Mijn hotelbus-chauffeur zegt waarschijnlijk niet geheel naar waarheid maar wel heel lief, dat hij als ik dat wil best zijn baan wil riskeren om mij de hele stad te laten zien in plaats van mensen naar het vliegveld te rijden. Als ik iemand de weg vraag, zit ik voor ik het weet naast een wildvreemde in een cafeetje te kletsen. Ik bestel een verse Pina Colada in een barretje en krijg er zomaar en voor niets twee, ‘omdat de barman eeen beetje te veel gemixt heeft. Enzovoort.
Normaway Inn
Een bijzonder hotel in Nova Scotia
We rijden op een weg bijna zonder tegenliggers tussen de bergen en bossen. Dit ruige landschap doet pas echt denken aan Schotland, zoals de naam ‘Nova Scotia’ al zegt - compleet met velden waar schapen grazen. Dan komen we eindelijk aan in Normaway Inn, ons hotel. Het lijkt wel het einde van de wereld...en wat voor einde! Antieke meubeltjes en een ouderwets bad op pootjes. Hier hóór je de stilte echt. Geen telefoon, geen mail. Je wake up call is hier een discrete klop op de zware houten deur. Dat je hier ‘in the middle of nowhere’ zit, blijkt wel als hoteleigenaar David ’s avonds aanschuift. Niet zo celebrity-minded als hij is, checkte hij ooit zonder blikken of blozen de helaas inmiddels overleden John F. Kennedy en zijn vrouw Carolyn Bissette in, en hoorde achteraf van een andere hotelgast wie het waren! De culinaire kant van de zaak is ook erg lokaal. Ik voel een vaag schuldgevoel voor ik mijn tanden zet in het lamsvlees ‘uit eigen wei’. Wel heerlijk. Ik slaap als een roos, in al die stilte, en als ik wakker word doe ik een raam open en adem de zuiverste lucht die ik sinds tijden geroken heb. Compleet met uitzicht op een weitje met schapen, ochtendnevel erover, omringd door bomen. Wat een plek. Geen wonder dat hier ooit een Bouquet-reeks-schrijfster een hele roman schreef. Bij het ontbijt verschijnt heuse ‘oatmeal’ porridge. Ze maken daar hele fijne scrub-zeepjes van die je overal in hotels aantreft, maar dus ook pap. En, proef op som: zet je lepel rechtop en hij blijft inderdaad staan. Nee, dank u.. ik neem wel een broodje.
Zeekajakken
‘It’s a gorgeous sunny day’, zegt de radiopresentator. Hij heeft gelijk. We rijden over Nova Scotia's brede, rustige wegen. Ik word bijna blasé van het zoveelste mooie landschap. Riviertjes, velden en bergen. Vandaag is zeekayak-dag. Nooit geprobeerd, maar goed. Instructeur/begeleider Angelo blijkt een appetijtelijke Canadees met Italiaans bloed. Hij vertelt ons welk riempje waar, hoe je een peddel in het water houdt.. wantrouwig kijk ik naar de kleurige kunststof bootjes. Dát, in zee? Angelo ziet me kijken. ‘De kans dat je omslaat is niet zo groot,’ zegt hij. Jaja.. Ik krijg een luierachtig schort voor, dan nog een knalgeel reddingsvest en nog wat attributen, en voel me een maxi-baby met kleurenblinde moeder.
De kano van mij en peddelgenote Ellen wordt tewatergelaten. So far so good, we peddelen rustig langs berg en bos. ‘How are you ladies doing?’roept Angelo vanuit een andere kano, met blikkerende lach en zwarte beachboy-zonnebril. Makkie! En het is een prachtige tocht om te maken. Kabbelend water, alweer adelaars maar nu in de boomtoppen dichtbij, en tritsen zeevogels die ons kalm maar nieuwsgierig bekijken. Eenmaal terug, tokkelt Angelo, popster in de dop, een mooi lied voor ons op zijn gitaar terwijl wij iets drinken omringd door de prachtige natuur. Het leven kan zo mooi zijn...