Koningsstad Rabat: modern vertier, maar ook bedelaars
Rabat is een heel bijzondere Marokkaanse stad. Hij is uiterst modern en bevat veel regeringsgebouwen. In Rabat is echter het traditionele Marokkaanse leven ook nog terug te vinden. Rabat: een heel bijzondere stad in Marokkoa.De reisorganisatie waarmee ik de reis naar Marokko heb ondernomen heeft volgens mij een wijs besluit genomen door de hoofdstad Rabat als eerste bestemming aan te merken, Hoewel het door de vertragingen van het vliegtuig en het late tijdstip van afreizen inmiddels drie uur ’s nachts is, is toch te voelen dat we in een heel andere wereld terecht zijn gekomen maar toch doet alles ook heel westers aan. Het vliegveld alleen al met zijn bijzondere afbeeldingen, de warmte die ons tegemoet komt, de anders geklede mensen, ze maken direct al diepe indruk.
Na een korte nacht en een douche waarbij ik uitzicht heb op een enorme bos schimmel in de luchtkoker besluit ik de omgeving maar eens te verkennen. De groep is vanochtend al begonnen met een tocht door de stad langs de meest belangrijke gebouwen, maar mijn lijf protesteerde tegen dat tijdstip. De markante Hassan-toren, het mausoleum, van Mohammed V, de Jardin d’ Essai vol exotische planten zijn daardoor allemaal aan me voorbij gegaan. Ik verwacht echter nog wel een glimp van die zaken op te vangen. Ik besluit eerst maar eens kennis te maken met de bevolking. Het terras voor ons hotel schijnt erg populair te zijn, vermelden de boeken, dus besluit ik daar maar neer te strijken.
Opwinding
Buiten maakt de opwinding zich echter van me meester over het feit dat ik nu toch echt in dit Noord-Afrikaanse land sta. Ik wil voelen, ruiken, zien. Zo snel mijn voeten me kunnen dragen, loop ik over de straat waarvan ik niet weet waar hij naartoe leidt. Ik zie krantenverkopers die naast kranten en tijdschriften ook snoep verkopen. Op terrassen zitten zover het oog reikt mannen en er hangt een onmiskenbare geur van een land waar het altijd warm is. Ik loop verder, maar besef dan ook dat ik niets weet van deze stad en zelfs geen plattegrond bij me heb. Ik sla nog wat straten in en houd er rekening mee dat ik wel weer terug moet kunnen keren. Verderop lonkt nog wel meer avontuur, maar ik besluit dat in een later stadium wil gaan onderzoeken als ik wat beter voorbereid bent.De blikken die ik krijg toegeworpen als lange blonde vrouw vermijd ik zoveel mogelijk, maar toch blijkt het vermoeiend om net te doen alsof al die mannen die vaak met hun tong klikken er niet zijn. Op het terras kan ik ongestoord mijn eerste ervaringen optekenen in het goudgele reisboekje dat ik van thuis heb meegenomen. Het bestellen van de traditionele muntthee kost me enige hoofdbrekens. Ik ben de naam even kwijt en hoe zat het ook alweer met die fooi? Gelukkig zit er een vrouw naast me die wel een oosters, maar geen Marokkaans uiterlijk heeft. Haar vraag ik in het Engels wat ik wil weten. Thé á la Menthe zegt ze en tien procent fooi. Op de paar dirham, die je hier voor een potje thee betaalt is dat 1 dirham, ongeveer 2,3 eurocent. Ik ben eerst gered en er ontspint zich een leuk gesprek.
Moderne stad
Het terras stroomt ondertussen langzaam vol. Mannen in driedelige outfits met attaché koffer ontmoeten elkaar, maar ook traditioneel geklede ,,ouderen’’ schuiven aan om hun sociale contacten te verstevigen. Mooie vrouwen paraderen over straat, Modern gekleed in strakke mantelpakjes, druk babbelend in hun mobiele telefoon en tassen waar laptops uit steken. Parkeerwachten zorgen er voor dat zich op de brede straat geen parkeerongemakjes voordoen. Als iemand weg wil rijden uit staande stand, houden zij naderende auto’s aan en dwingen ze tot stoppen. Op die manier is het een geregelde, maar wel ietwat chaotische organisatie, want de acties verlopen niet zonder slag of stoot. Er wordt heel wat afgescholden, zowel vanuit de auto’s die aan komen rijden als vanuit die exemplaren die meteen, maar dan ook meteen in actie moeten komen.Couscous met lam
Voordat we informatie krijgen van een plaatselijke gids over alles wat Rabat te bieden heeft bestel ik het nationale gerecht, namelijk couscous met lam. Na ongeveer een kwartier staat het overheerlijke gerecht voor mijn neus. Ik geniet met smaak van de geuren en de combinatie van het lamsvlees met de groente en de couscous. Na de maaltijd trek ik een lange broek aan en een shirt dat alles bedekt en besluit op weg te gaan naar de kasba. De weg ernaartoe voert langs drukke straten, waar ik voortdurend lastig wordt gevallen door opdringerige mannen en jongens. Overal word ik nagefloten, mannen staren me na of spreken me aan. Als ik twee andere dames van de groep ontmoet trek ik verder met hen op.Aan het einde van de straatjes steken we binnen door, een kerkhof over. Volgens de gids mocht dat. De graven zijn omringd door bloemen en de Arabische tekens geven een prachtig beeld. De grafstenen zien er verzorgd uit en een team van mannen loopt rond om dat ook zo te houden. Ze wijzen ons bovendien de weg naar de kasba. We lopen onder een poort door en staan dan opeens voor een soort snelweg. Het verkeer raast voorbij en het is geen sinecure om aan de overkant te komen. Steeds als we denken dat het kan, komt er weer een auto of motor voorbij schieten. Als we de sprong eindelijk wagen is het felle geluid van harde claxons ons deel. Aan de overkant blijkt opeens dat we bij de zee zijn beland. Prachtig blauw water met hoge golven steekt schril af tegen een vies strand waar iedereen zijn vuilnis blijkbaar zomaar deponeert. Mannen en kleine meisjes lopen in badkleding, er wordt veel gevoetbald. Verderop klinkt muziek van djembé’s en een groep tieners is uitbundig aan het feestvieren. Om in de kashba te komen moeten we vervolgens weer eerst een trap op. De verzengende hitte is bijna niet meer te verdragen en met moeite lukt het ons boven te komen. Ik word aangesproken door een vrouw die iets in haar hand heeft. Het lijkt op een injectienaald. Ze vraagt of ik een henna tatoeage wil, een traditioneel gebruik van bruiloften. Gedurende onze trip zal die vraag nog veel vaker worden gesteld. Ook kleine meisjes die eigenlijk ook school horen te zitten verdienen met dit werk geld voor de ouders. Hoewel het moeilijk is te weigeren als je die mooie kinderogen ziet, vinden we wel dat je daarmee deze kinderarbeid stimuleert. Dus weigeren we stelselmatig.
Vers sinaasappelsap
Bij de Kasba loopt een man op ons af. We mogen niet naar binnen zegt hij, want de Kasba gaat zo meteen dicht omdat er gebeden wordt in de Moskee. Hij weet echter wel een leuke tijdsbesteding en daarvoor hoeven we alleen met hem mee te lopen. We willen de religieuze tradities niet verstoren, maar hebben tevens het idee dat we worden genept. Als ik twee agenten zie, vraag ik hen of we daadwerkelijk niet naar binnen mogen. Ze kijken onbegrijpend. Natuurlijk kunnen we naar binnen, geen enkel probleem. De man is inmiddels afgedropen en wij vervolgens onze weg. Een sinaasappelsap verkoper wenkt ons en dat hoeft hij geen twee keer te doen. Nog niet gewend aan het klimaat zijn we ons water vergeten en we snakken naar iets vloeibaars. We trekken hem het vruchtensap dat hij perst waar we bij staan bijna uit zijn handen. Aan plastic bekertjes doet hij overigens niet, we drinken allemaal uit hetzelfde glas. Niet verstandig weten we, maar de dorst overheerst op dit moment even.Boven aangekomen hebben we een prachtig uitzicht over de stad en komen we bovendien in een tuin terecht met de mooiste planten. Kleine verwilderde en sterk vermagerde katten lopen er rond in de hoop iets te eten te krijgen. Jonge meisjes vragen ons onophoudelijk om een bijdrage, een pen of geld.