Camino de Santiago: wat kun je verwachten?
Niet eerder sinds de Middeleeuwen was de Camino de Santiago zo populair als in de 21e eeuw. In het jaar 2015 kwamen 262.459 pelgrims in Santiago de Compostela aan. Toch is het misschien moeilijk om je een beeld te vormen van wat de Camino de Santiago precies is, waarom zoveel mensen de tocht willen maken en of het ook iets voor jou is. Wat is de Camino Francés? Waarom is deze route zo populair? En hoe ziet een gemiddelde dag op deze pelgrimsroute er eigenlijk uit?
Wat is de Camino Francés?
Als mensen het over de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela hebben, ook wel de Sint Jacobsroute genoemd, dan bedoelen ze meestal de Camino Francés. Het is verreweg de bekendste en drukst belopen pelgrimsweg. De route loopt van St Jean Pied de Port aan de Franse kant van de Pyreneeën naar Santiago de Compostela in Galicië (Spanje) en is ongeveer 800 kilometer lang. Als je de hele route loopt, ben je een maand tot vijf weken onderweg. Langer of korter kan uiteraard ook. Je bepaalt zelf de lengte van de etappes en eventuele rustdagen. Grote steden langs de route: Pamplona, Logroño, Burgos en León.
Waar kan ik het beste starten?
De startplaats langs de route bepaal je zelf. Globaal kun je stellen dat veel internationale pelgrims in St Jean Pied de Port starten (op ongeveer 800 km van Santiago) en veel Spaanse pelgrims in Sarria (ruim 100 km van Santiago). Als je minstens 100 km te voet aflegt, heb je namelijk recht op een
Compostela. Pelgrims starten echter vanaf overal. Wees je bewust van de moeilijkheid van starten in St Jean Pied de Port. De eerste etappe gaat meteen de Pyreneeën over. Die etappe is 27 km lang en je moet ongeveer 1200 meter stijgen en 500 meter dalen. Geen fijne inloopetappe. Het is mogelijk om na ongeveer 7 km in de herberg van Orisson te overnachten (na ongeveer 500 meter stijgen). Een goed alternatief voor St Jean Pied de Port is Pamplona, de eerste grote stad in Spanje. Deze stad is bovendien goed bereikbaar met het openbaar vervoer.
Wat is het verschil tussen de Camino Francés en andere pelgrimsroutes?
Het grootste verschil is het aantal pelgrims. De Camino Francés is verreweg de drukste route. Dat heeft consequenties voor het voorzieningenniveau. Op de Camino Francés kom je gemiddeld elke 5 tot 7 kilometer wel een café of herberg tegen. Ook zijn er veel plekken waar je water kunt tappen. Je hoeft daardoor maar weinig water mee te nemen, geen of nauwelijks eten bij je te hebben en je kunt sterk variëren in de lengte van je etappes. Als je elke dag 10 tot 12 km wilt lopen, dan kan dat ook. Op andere routes zijn (afhankelijk van het aantal pelgrims) veel minder voorzieningen. Soms kom je 25 tot 30 km geen enkele voorziening tegen. De markering is over het algemeen ook wat slechter. Van de andere kant is er op deze routes minder commercie en je loopt veel meer alleen in de natuur. Qua taal red je je op de Camino Francés meestal prima met Engels, terwijl op andere routes de taal van het land vaak wel een must is. Heb je niet eerder een pelgrimstocht gemaakt en ook nog nooit wekenlang achter elkaar gewandeld? Dan is de Camino Francés waarschijnlijk de ideale pelgrimsroute om mee te beginnen.
Wie lopen de Camino de Santiago?
Enkele cijfers van het
pelgrimsbureau in Santiago de Compostela. Alle cijfers betreffen pelgrims die in 2015 hun Compostela ontvingen (het officiële getuigschrift dat je de Camino hebt volbracht). In totaal waren dat er 262.459.
- 53% van alle pelgrims is man, 47% is vrouw.
- 90% arriveert te voet, 10% op de fiets.
- 28% is jonger dan 30 jaar, 55% is tussen de 30 en de 60, 17% is ouder dan 60.
- 47% van alle pelgrims komt uit Spanje. Daarna volgen Italië (16%), Duitsland (13%), de Verenigde Staten (10%) en Portugal (9%). In 2015 waren er 3501 Nederlandse pelgrims die hun Compostela in Santiago ophaalden. Dat is 1,33% van het totaal.
- 66% van de pelgrims arriveert in Santiago via de Camino Francés, 33% kiest andere routes.
- De grootste groep pelgrims (26%) start in Sarria, 100 km voor Santiago. De tweede startplaats met 12% is St Jean Pied de Port, aan de Franse kant van de Pyreneeën.
Wanneer kan ik het beste gaan?
Daar is geen eenduidig antwoord op te geven. Het hoogseizoen van de Camino is van mei t/m september, maar breidt zich steeds meer aan beide kanten uit. Tegenwoordig kun je de Camino ook in de winter lopen, al zijn er dan minder herbergen open. Als je graag niet te veel mensen om je heen hebt, zijn de maanden van november t/m februari ideaal. Reken wel op winterse omstandigheden (sneeuw in hogergelegen gebieden) en regen, wind en kou.
Wat neem ik mee?
Zo min mogelijk! Een gevleugelde uitspraak onder pelgrims is: alles wat je thuislaat is mooi meegenomen. Een rugzak tussen de 30 en 40 liter is voor de Camino Francés groot zat. Probeer op 6 tot 8 kilo uit te komen (zonder water). Minder kan ook. Er circuleren veel paklijsten op internet. Ingelopen schoenen en een goede rugzak zijn het belangrijkst. Wat die schoenen betreft: op de Camino Francés lopen veel pelgrims op lichte wandelschoenen (A-schoenen) of hardloopschoenen. Het terrein is over het algemeen vrij vlak en vaak verhard. Gecombineerd met een lichte rugzak zijn zwaardere wandelschoenen over het algemeen niet nodig. Veel mensen gebruiken wandelstokken om de knieën te ontlasten. Dat is een persoonlijke keuze en een kwestie van uitproberen. Bedenk qua kleding dat je elke dag wel een handwasje doet en qua toiletspullen dat je niet door onbewoond gebied loopt. Tandpasta, blarenpleisters en zonnebrand zijn in vrijwel elk dorp langs de Camino Francés verkrijgbaar. In verschillende plaatsen zitten bovendien buitensportzaken.
Wat kost de Camino Francés per dag?
Het kan voor weinig. In Spanje is de horeca een stuk goedkoper dan in Nederland. De minimumvariant is ongeveer 25 euro per dag. Dat is 5 tot 10 euro voor een overnachting, 3 euro voor ontbijt, 8 tot 10 euro voor een menú del día en ongeveer 5 euro voor een eenvoudige (eventueel zelfbereide) maaltijd 's avonds. Dat is dan zonder drankjes op het terras of andere geneugten. Uiteraard kan het ook een stuk duurder. In bijna elk dorp zijn privékamers te boeken in pensions en hotels. Uit eten kan ook een stuk luxer.
De pelgrimsherberg (albergues/refugios)
Herbergen vind je overal op de Camino. Verdeeld in twee categorieën: gemeentelijke of parochiale herbergen en privéherbergen. De eerste categorie is soms 'donativo'. Dat betekent niet gratis (!) maar dat je naar draagkracht / naar redelijkheid betaalt. De meeste herbergen vragen tussen 5 en 10 euro per nacht voor een stapelbed in een slaapzaal. Bij de privéherbergen kun je vooraf reserveren. Er is een wijd debat gaande of je dat wel of niet zou moeten doen. De doorgewinterde pelgrim wil zijn slaapplaats niet vooraf vastleggen en vertrouwt erop dat het aan het eind van de dag wel goed komt.
Wat is een credential en een Compostela?
Een pelgrim kan niet zonder credential of pelgrimspaspoort. Het is je stempelkaart op de Camino. Laat hem elke dag minstens ergens afstempelen. Het is het bewijs dat je een pelgrim bent en geen toerist en dat je je tocht echt lopend aflegt en niet met de taxi of de bus. Bij bijna elke herberg kun je alleen slapen op vertoon van je credential. Voor de laatste 100 km (vanaf Sarria) is het verstandig om minstens twee stempels per dag te halen. Als je tenminste een Compostela wilt.
Compostela
In de Middeleeuwen, toen pelgrimeren een katholiek gebruik was en nog echt afzien, was het halen van een Compostela het belangrijkste doel van een pelgrimage. Het is een officieel document van de kerk als bewijs dat je de tocht volbracht hebt. In die tijd een ticket naar de hemel, zeg maar. Tegenwoordig is de Compostela voor veel pelgrims nog steeds een belangrijk aandenken aan hun tocht. Je haalt hem in Santiago, op vertoon van je stempelkaart. Op de laatste 100 km is men extra kritisch, dus zorg dat je vanaf Sarria twee stempels per dag haalt. Het pelgrimsbureau vraagt je naar de reden van je tocht. Als je iets anders zegt dan 'religieus' of 'spiritueel', krijg je geen Compostela maar een soort getuigschrift.
Hoe ziet een gemiddelde dag op de Camino eruit?
Je wordt 's ochtends heel vroeg wakker in je stapelbed in de herberg. Daar lig je meestal met tientallen andere pelgrims. De eersten vertrekken ergens tussen 5.00 en 6.00 uur 's ochtends. Of nog vroeger, als je pech hebt. Om 8.00 uur moet de herberg leeg zijn. De meeste mensen ontbijten bij de eerste bar na een kilometer of vijf. Bocadillos (wit stokbrood) met vleeswaren, kaas of tortilla de patatas (Spaanse omelet met aardappel) zijn vrij gangbaar. Je loopt meestal tot 13.00 à 15.00 uur. Veel later kan onverstandig zijn, omdat de herbergen dan vol kunnen zitten. Bovendien kan het in de zomermaanden 's middags erg warm worden. Na aankomst is het tijd voor een douche en de was, een uitgebreide lunch en siësta. Die duurt meestal tot 17.00 à 18.00 uur. Dan begint het ietsje af te koelen en komt Spanje weer tot leven. Je kunt het dorp verkennen, een terrasje opzoeken met andere pelgrims of boodschappen doen voor het avondeten (in behoorlijk wat herbergen kun je zelf koken). Tussen 21.00 en 22.00 uur gaat de gemiddelde pelgrim weer naar bed.
Wanneer is de Camino de Santiago niks voor mij?
Als je een doorgewinterde hiker bent, die het liefst twee weken met tentje en overlevingsvoedsel de Pyreneeën in gaat. De Camino Francés is veel meer een sociale gebeurtenis dan een sportieve prestatietocht. De markering is blind te volgen, je loopt veel over verharde stukken en civilisatie en commercie zijn altijd dichtbij.
¡Buen camino!