Lang leve de vuurtoren
Langs de kust van het land staan al eeuwen de vuurtorens, als trouwe wachters en nachtelijke bakens voor al het verkeer op het water. Hoewel de functie van vuurtorens door gebruik van moderne technieken meer naar de achtergrond wordt gedrukt, blijven veel ervan toch in functie. Gewoon ook omdat het mooi en bijzonder is.
Bakens
In vroeger tijden kwam het maar al te vaak voor, dat schepen 's nachts verrast werden door ondiepe zeeën, en vast kwamen zitten. Voor de veiligheid van de schepen en het garanderen van de veilige overkomst van mensen en goederen werd besloten tot het aansteken van vuuropstanden en bakens langs de zee. Scheepskapiteins wisten dank zij deze lichtbakens waar de kust was en wachtten liever tot de ochtend licht en klaarheid bracht, alvorens verder te varen, zodat een schipbreuk voorkomen kon worden.
Vuurtorens
In 1512 kwam de oudste nog bestaande vuurtoren in gebruik, bij Goederede. Daarna volgden er nog veel meer. De torens werden opgesteld langs de Noordzee, de toenmalige Zuiderzee, op de Waddeneilanden, langs de Nieuwe Maas, de Ooster- en Westerschelde. Van de ongeveer 65 vuurtorens in het Nederland van nu zijn er nog ruim 30 actief, de overige zijn, zoals dat zo mooi heet, gedoofd.
De vuurtoren van Schiermonnikoog
De vuurtorenwachter
De primaire functie van een vuurtoren is de schepen veilig te geleiden als het donker is. Daar zijn functies bijgekomen. Omdat de vuurtorenwachter vanuit zijn vuurtoren overdag een groot stuk van de zee en het land kan overzien, kan hij goed zicht houden op het scheepvaartverkeer en mogelijke problemen snel signaleren. Een vuurtorenwachter heet daarom tegenwoordig een verkeersleider, een naam die veel beter bij de huidige functie past. Als verkeersleider in een vuurtoren heb je een rustig bestaan, in die zin, dat je erg veel alleen werkt. Je moet daar wel tegen kunnen. Met je werk heb je het druk genoeg. Je begeleidt de passerende schepen. legt daar de nodige contacten mee en houdt een oogje op wat er allemaal in het water en langs de kust gebeurt. Aangezien niet elke watersporter precies weet waar hij is en wat de regels op het water zijn, kan dat nog wel eens spannend zijn.
Vuur
De naam vuurtoren suggereert dat er met vuur werd gewerkt. Dat was in vroeger tijden ook het geval. Het licht op de vuurtoren werd door middel van een groot vuur, gestookt met olie, gebrand. Dat leverde altijd veiligheidsproblemen op en bovendien moest de benodigde olie ook bovenin de toren terecht komen. Gelukkig bracht de techniek uitkomst.
Elektrisch licht
De oplossing voor een beter en veiliger licht in de toren werd in het begin van de twintigste eeuw opgelost. Bij lampenfabriek Philips werd in 1918 de vraag neergelegd, of zij geen lamp konden produceren die zoveel licht kon geven, dat het olievuur niet meer nodig zou zijn. Philips ging ermee aan de slag, en kwam in 1920 met een speciale lamp. Deze bleek zo goed te voldoen, dat alle vuurtorens van het land met de nieuwe elektrische lamp werden uitgerust. Nog steeds levert Philips de lampen voor de vuurtorens. Elke nog actieve vuurtoren beschikt altijd een reservelamp van maar liefst 2000 Watt. Daar kun je maar beter niet te dicht in de buurt zijn.
Licht op zee
Het licht van de nog actieve vuurtorens brengt passerende schepen in het donker op de hoogte over hun positie. Omdat het licht zo enorm fel en krachtig is, wordt het zoveel mogelijk aan de landzijde afgeschermd. Het is niet heel prettig om 's nachts wakker te schrikken als een lamp met een sterke van 2000 Watt je slaapkamer in een nachtelijk zonnetjes zet.
Actief
De meeste vuurtorens in Nederland zijn nog actief, dat wil zeggen dat ze in het donker hun licht verspreiden. Daarnaast voorzien ze in een communicatiefunctie. De noodzaak om vuurtorens actief te houden loopt wel terug, door de opkomst van moderne navigatietechnieken. Weinig kapiteins in de professionele vaart hebben het licht van de vuurtorens nog echt nodig, hun systemen zijn volop voorzien van GPS, waarmee de positie veel fijner bepaald kan worden dan het de vuurtorenlichten. Maar laten we eerlijk zijn, de vuurtorens zijn gewoon ook mooi en vervullen ook een historische functie.
Actieve vuurtorens
Je vindt nog een groot aantal actieve vuurtorens in Nederland.
Op de Waddeneilanden
- Schiermonnikoog
- Ameland
- Terschelling
- Vlieland
- Texel (twee stuks)
Langs de Noordzeekust
- Den Helder (twee stuks)
- Julianadorp
- Egmond
- IJmuiden (twee stuks)
- Noordwijk
- Scheveningen
- Ouddorp
- Haamstede
- Westkapelle
- Zoutlande
- Dishoek
Langs de Schelde
Langs het Haringvliet
Langs de vroegere Zuiderzee, nu IJsselmeer
- Medemblik
- Enkhuizen
- Leekerhoek
- Hoorn
- Marken
- Durgerdam
- Urk
- Rotterdamse Hoek
- Stavoren
Gedoofde vuurtorens
Een aantal vuurtorens is gedoofd, dat wil zeggen, dat ze niet meer als zodanig in dienst zijn. Vanaf deze torens schijnt dus geen licht meer. Sommige vuurtorens hebben ook al enkele decennia geen rol van betekenis meer, bijvoorbeeld door het inpolderen van de Flevopolders. Gelukkig wordt van alle kanten geprobeerd de gedoofde vuurtorens te behouden. Dat kan bijvoorbeeld door ze in dienst te nemen als uitkijktoren, museum, bezoekerscentrum of hotel. Gedoofde vuurtorens zijn o.a. te vinden in Zoutkamp, Harlingen, Schokland, Rotterdam, Vlaardingen, Veere, Breskens en Hoek van Holland.