Welkom in Wenen

Het rijke, adellijke leven uit lang vervlogen tijden is in Wenen nog springlevend. Het wemelt in deze metropool van de barokke beelden, die het gewend zijn door toeristen met open mond bewonderd te worden. De paleistuinen van het magnifieke Schön-brunn nodigen Weense gasten uit om er onbekommerd uren weg te kuieren en de Lippizaner hengsten dansen om een plekje in je hart.

Oud en modern gaan hand in hand

In het noord-oosten van Oostenrijk - aan de veelbezongen Donau - ligt hoofdstad Wenen. Deze dynamische metropool voor jong en oud (die sinds 1922 een eigen deelstaat vormt) is niet alleen veruit de grootste stad, het is tevens het politiek en cultureel centrum van dit land. Dat Wenen in de vaart der volkeren wordt meegevoerd, mag wel blijken uit de internationale organisaties (OPEC, UNIDO, CIOFF en IAEA), die er hun hoofdkwartier hebben gevestigd. Naast de moderne luxe warenhuizen, de culinaire Naschmarkt en het Ernst Happel Stadion vind je er barokke beeldengroepen, Jugendstil-gevels van architect Otto Wagner en romantische rijtuigjes die met hun span de trambanen in deze eeuwenoude stad doorkruisen.

Schloss Schönbrunn

Het gemakkelijk met de metro te bereiken en op ongeveer zes kilometer buiten de stad - landelijk gelegen - Slot Schönbrunn behoort tot de belangrijkste erfstukken van Oostenrijk. Met de naam Schönbrunn is een overlevering verweven. Keizer Matthias zou namelijk tijdens een jacht op de plaats van het paleis een mooie bron gezien hebben. Het eeuwenoude gebouw begon zijn leven als klein jachtslot van keizer Maximiliaan II in 1559. Nadat het in 1683 tijdens het Beleg van Wenen door de Turken was verwoest, werd - in opdracht van Leopold I - op die plaats door de beroemde architekt J.B. Fischer von Erlach tussen 1692 en 1713 een nieuw paleis gebouwd. Een vertegenwoordiger van het vroege classisme, J.F. Hetzendorf von Hohenberg, nam in 1765 de leiding van de bouw over. Tussen 1817 en 1819 werd de façade in het beroemde Schönbrunn-geel geschilderd. Deze gele kleur werd in de daarop volgende honderd jaar het kenmerk van Oostenrijk-Hongarije. Omdat Karl VI er niet in geïnteresseerd was, maakte dochter Maria Theresia het tot de zomerresidentie van de Habsburgers, wat het tot 1918 zou blijven. Nicolaus von Pacassi verbouwde het paleis tijdens de regeerperiode van Maria Theresia. Het centrale paleisgebouw meet 175 meter in de breedte en bood in de hoogtij-dagen onderdak aan duizend mensen. In een zijvleugel van het gebouw bevindt zich het befaamde Slot-theather, waar beroemde musici als Joseph Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart optraden. Daarnaast geniet het theater faam als kweekvijver voor nieuw talent. Schönbrunn geldt als het enige voorbeeld van Oostenrijkse rococo en werd in 1996 samen met de tuinen door UNESCO tot Werelderfgoed verklaard.

Uren kuieren door de paleistuin

Het enorme terrein dat zich achter het droomslot uitstrekt was vroeger groot genoeg om er te jagen. Tegenwoordig wordt het doorkruist door talrijke toeristen op jacht naar bezienswaardige monumenten en fonteinen tussen het aangelegde groen. Een van de populairste daarvan is de Neptunusfontein, met de barokke beeldengroep. Het stelt zeegodin Thetis voor die zeegod Neptunus smeekt om haar zoon Achilles een veilige doortocht naar Troje te garanderen. Een ander geliefd fenomeen zijn de prachtige grijsgroene koepels van het palmenhuis. Koepels die behoren bij een ijzer-in-glas constructie welke gerekend wordt tot de grootste kassen ter wereld. Hoewel het immense ijzeren geraamte er heel futuristisch uitziet, werd het al meer dan 150 jaar geleden ontworpen door Franz Xaver Segenschmid. In de kas groeien bloemen en planten uit alle werelddelen.

Spanische Hofreitschule

Een van de schatten uit de rijke Weense historie is de Spaanse rijschool. Het ligt op de Michaelerplatz in het hart van de stad. Op deze beroemde rijschool leren witte Lippizaner hengsten van wereldfaam door middel van geraffineerde dressuurtechnieken van de 21ste eeuw om te dansen, pas op de plaats te houden en tijdens de sprong hun benen gratieus onder het lichaam te vouwen. Inderdaad zijn de toegepaste dressuurtechnieken ultramodern. Desondanks zijn ze gebaseerd op de strijdtactieken uit de Middel-eeuwen. De rijschool biedt de mogelijkheid zowel de voorstellingen als de repetities bij te wonen.

Stephansdom

De Stephansdom in het centrum van Wenen is minstens zo imposant als Slot Schönbrunn. De grondvesten van dit Godshuis dateren uit de 12de eeuw. Kenners beschouwen de kathedraal als het belangrijkste gotische gebouw van Oostenrijk. De grootste klok van het land - de 21 ton wegende 'Pummerin' - hangt in de noordtoren. Hoe reusachtig het bouwwerk ook mag zijn, de inwoners van Wenen kunnen het niet laten de torenhoge reus liefkozend 'Steffl' of 'kleine Stefan' te noemen.

Cultuurhistorie en gastronomie

Naast genoemde bezienswaardigheden vind je in Wenen ook het Belvedere (mooi uitzicht), een van de mooiste barokke paleizen van Wenen. Ook het Hundertwasserhaus is de moeite van een bezoekje waard. Het Hundertwasserhaus is een bont geschilderd flatgebouw. Hoe dan ook behalve dat je je in Wenen kunt onderdompelen in de cultuurhistorie, is het ook een walhalla voor smulpapen en shopfanaten Heel bekend in dat verband is het Prater, een recreatiegebied ten oosten van het historisch centrum. Er zijn eetkraampjes, golfbanen en kermisattracties te kust en te keur. Dé publiekstrekker van Prater is echter het ruim honderd jaar oude reuzenrad, met een doorsnede van 61 meter. Dit rad biedt je - vanuit een hoogte van zestig meter - de gelegenheid om Wenen vanuit een heel ander perspectief te beleven.