Kruger nationaal park, de geschiedenis
Kruger nationaal park behoort tot de grootste en bekendste nationaal parken ter wereld. Het park, gelegen in Zuid-Afrika staat bekend om zijn grote open vlaktes en vele diersoorten. Het park kent een lange geschiedenis van menselijke activiteiten in samenspel met natuurlijke processen. Het begon met de San, die weinig invloed op het gebied hadden, maar draait inmiddels om toerisme. In deze periode heeft het park veel doorgemaakt, onder andere twee boerenoorlogen en een goudjacht.
Wat is het kruger park?
Kruger nationaal park behoort tot de grootste nationale parken ter wereld. Het gebied beslaat 1 948 528 hectare land in het noordoosten van Zuid-Afrika. Het park staat vooral bekend om de grote open vlakten met buffels, zebra’s, olifanten en giraffen, maar ook leeuwen en jachtluipaarden (cheeta’s). Zover bekend leven er op het moment 148 verschillende soorten zoogdieren in het park. Ter vergelijking: Nederland heeft een totaal oppervlak van 4 152 800 hectare en kent 56 inheemse soorten.
De vroege inwoners
Een rotsschildering van de San /
Bron: Ulamm, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Het gebied waar op het moment het Kruger nationaal park ligt, is al lange tijd bewoond. Tenminste vanaf de steentijd woonden er mensen, destijds in kleine dichtheden. Het bekendste zijn de jagers en verzamelaars van de San, of bosjesmannen, die rotschilderingen hebben achtergelaten van onder andere wilde dieren.
En daarna
Rond het jaar 850 na Christus begon de ijzertijd. Behalve dat er metalen gereedschappen gebruikt werden, veranderde de manier van leven volledig. Er werd vee gehouden en geboerd. Echter, de grond en het neerslagregime in het gebied zijn niet bijzonder geschikt, waardoor jacht een belangrijke bron van voedsel bleef. Dit in tegenstelling tot veel gebieden in Europa, waar jacht al relatief vroeg een vrijetijdsbezigheid was.
Tot op dit moment hadden de mensen in het park waarschijnlijk nog geen grote invloed op de wilde dieren in het park. Dit zou snel veranderen.
Koloniaal verleden
In het jaar 1652 maakte Nederland een permanente kolonie in de kaap. Met de kolonisten kwamen (destijds moderne) wapens, paarden en ziektes (zoals runderpest). Er werden meer boerderijen aangelegd en dieren gehouden. Ieder dier dat een bedreiging kon vormen, werd afgeschoten. De aantallen wilde dieren gingen snel achteruit door de jacht. Olifanten, nijlpaarden en leeuwen verdwenen uit de kaap, maar nog niet uit het gebied waar nu het Krugerpark ligt.
In de vroege 19e eeuw werd het huidige Krugerpark sterk aangetast. Er werden nieuwe routes gezocht, in eerste instantie voor handel, waaraan meer mensen zich vestigden. De ivoorjacht werd steeds groter, waardoor meer olifanten werden geschoten. Olifanten behoren tot de weinige soorten die hele bomen om kunnen gooien, dus de toenemende jacht op olifanten veranderde het karakter van het hele gebied.
Goud
In 1884 werden goud en diamanten ontdekt in het gebied. Vele avonturiers en gelukszoekers trokken ernaartoe. Om deze mensen te onderhouden was veel vlees nodig, en dus nam de jacht nog verder toe. De goudkoorts heeft twee oorlogen uitgelokt, de eerste en de tweede boerenoorlog. Rond deze tijd komt ook Paul Kruger in het plaatje. Hij werd in 1890 verkozen tot president. Het park is naar hem vernoemd. Kruger had het over ‘dat vervloekte goud’. Hij was president tijdens de boerenoorlogen en de vele problemen die het land in die tijd doorliep
Buffelpopulaties waren zwaar aangetast door de runderpest /
Bron: Seepsteen, Rgbstock.
Runderpest (rinderpest)
In 1896 bereikte een golf van runderpest Zuid-Afrika. Runderpest kwam al langer voor in Europa, waar de dieren er inmiddels vrijwel immuun voor waren. Toen de gedomesticeerde dieren echter meekwamen naar Afrika, namen ze de ziekteverwekkers mee. De lokale, wilde dieren waren nog nooit in aanraking gekomen met het virus en er zeer vatbaar voor. Vooral buffels werden zwaar aangetast, volgens sommige gegevens werd meer dan 90 % van de populatie uitgeroeid door deze ziekte. Ook vee, wrattenzwijnen, impala’s en andere dieren werden zwaar aangetast. Divers onderzoek wijst uit dat de populaties van de aangetaste dieren nog steeds niet zijn hersteld.
Sabie wildtuin
In 1898 werd de Sabie wildtuin of het Sabie wildpark opgezet ter bescherming van de verschillende diersoorten en landschappen. Deze ‘tuin’ was slechts een fractie van het huidige park, maar het was wel het begin van een enorm natuurbeschermingsproject. In 1902 werd kolonel James Stevenson-Hamilton opzichter van het park. Hij wordt wel gezien als de vader van het park. Hij bleef 44 jaar in zijn positie en breidde het park in die tijd uit tot bijna een achtvoud van wat het was. Hij wist het gebied een beschermde status te geven en leidde mensen op om stropen tegen te gaan.
De oprichting van Kruger nationaal park
Na jarenlang debatten voeren over de zin en onzin van natuurparken werd het gebied op 31 mei 1926 door Piet Grobler, minister van landen, uitgeroepen tot Kruger nationaal park. Het werd wijd geaccepteerd dat er een nationaal park was in plaats van bijvoorbeeld landbouw. Naarmate er een betere infrastructuur naar en door het park kwam, kwamen er ook meer toeristen. Op het moment is er geen (serieuze) discussie meer over of het gebied beschermd moet worden. Toch staat het gebied nog onder grote druk door onder andere toerisme en jacht.
Verdere uitbreidingen, Greater Kruger
Toerisme in Afrika is hot. Het levert veel geld op, zelfs op grond waarop door bijvoorbeeld het neerslagregime weinig geld te verdienen is met landbouw. Rondom Kruger Natinaal park zijn diverse private natuurparken en jachtgebieden ingericht. Deze gebieden staan in open verbinden met het Kruger Nationaal park en vormen samen Greater Kruger. Greater Kruger beslaat meer dan 20 000 000 hectare waarin de dieren zich vrij kunnen bewegen. De private parken hebben als groot voordeel dat er meer in is toegestaan, zoals overnachten en – in sommige gevallen – vrij rondlopen.
Transfrontier park Great Limpopo
Op het moment wordt er gewerkt aan een verdrag om verschillende nationaal parken in Zuid-Afrika te linken. Mozambique, Zuid-Afrika en Zimbabwe zijn in overleg om samen één groot nationaal park te maken. Er zijn echter nog veel obstakels, zoals verschillende beheersvormen en regels. Voor de toekomst biedt dit echter veel kansen voor natuurbescherming.