Zuid-Afrika: alles over Kruger nationaal park
Kruger nationaal park is het beroemdste nationale park van Zuid-Afrika. Deze wildtuin, zoals Afrikanen het noemen, biedt de mogelijkheid om de Big five te zien. Met veel verschillende kampen - of restcamps - kan men goed overnachten in dit nationale park. Vernoemd naar Paul Kruger, de grondlegger van dit park, herbergt het park ook nog eens een rijke historie.
Inhoudsopgave
Geschiedenis van Kruger nationaal park
Kruger nationaal park was vroeger gewoon een gebied met wilde dieren. In de negentiende en twintigste eeuw veranderde dit. Het gebied dat vroeger zo wild was, werd nu een gebied met landbouw. Bossen en open vlakten moesten plaats maken voor landbouw. Desondanks liepen er nog steeds wilde dieren rond. Deze wilde dieren trokken niet weg en boeren kwamen dan ook geregeld met ze in aanraking. Er was geen manier bedacht om dit contact tegen te gaan. De enige mogelijkheid die de boeren hadden - althans, dit vonden de boeren zelf - was om de wilde dieren af te schieten.
Paul Kruger - naar wie het nationale park uiteindelijk is vernoemd - bracht in 1896 een ommekeer. Hij zorgde ervoor dat er een natuurreservaat werd opgericht waar de dieren veilig waren. Hier konden ze niet meer worden neergeschoten en er konden moeilijker ziektes komen. Dit gebied van 4600 vierkante kilometer is nog steeds deel van het hedendaagse nationale park. In 1902 werd James Stevenson Hamilton benoemt tot hoofdopzichter van twee natuurreservaten. Hij beschermde de natuur. In 1926 wilde James Stevenson Hamilton de twee losse gebieden een nationaal park maken. Dit gebeurde ook niet lang daarna - in 1927 - en zodoende ontstond Kruger nationaal park.
Het park was in het begin niet erg populair, maar dit trok al gauw bij. Toen er tien jaar verstreken was, was er al 3600 kilometer weg neergelegd en kwamen er talloze toeristen in auto's. Het spotten van wilde dieren werd populair, maar het was nog niet voor iedereen een mogelijkheid. Tegenwoordig is dit anders. Men kan naar Kruger toe vliegen en een auto huren of er zelf heen rijden. Daarnaast kan je ook nog met een georganiseerde safari mee.
2002 Was een turbulent jaar voor Kruger nationaal park. Dit jaar was het eerste jaar dat meer dan één miljoen bezoekers het park bezochten. Daarnaast werden in dit jaar grenzen overschreden. Niet alleen van alles wat mogelijk werd geacht, maar ook letterlijke grenzen. In 2002 werd het "greater limpopo transfrontier park" opgericht. Een natuurgebied dat zich uitstrekt over drie verschillende landen: Zuid-Afrika (Kruger nationaal park) Mozambique (Limpopo nationaal park) en Zimbabwe (Gonarezhou nationaal park en het gebied tussen Gonarezhou nationaal park en Kruger nationaal park).
Ingangen Kruger nationaal park
Het Krugerpark heeft acht verschillende ingangen. Allemaal zijn ze een poort naar het Kruger nationaal park. De noordelijkste ingang, Pafuri, ligt in het uiterste noord-oosten van het Krugerpark. In het noord-oosten ligt nog een ingang: Punda Maria. Een heel stuk naar het zuiden, eigenlijk in het midden van het Krugerpark, ligt de toegangspoort Palaborwa. Iets verder naar het zuiden ligt toegangspoort Orpen. In het zuiden en zuid-oosten van Kruger nationaal park liggen de overige vier toegangspoorten. Deze vier toegangspoorten bieden toegang tot het wildrijke zuiden van het nationale park. De meeste bezoekers zullen ook via deze toegangspoorten binnen komen. Dit zijn, tegen de klok in, de Paul Kruger openingspoort, Numbi, Malelane en Crocodile Bridge.
Elke toegangspoort biedt toegang tot een ander gebied. Om het hele Krugerpark te zien zal men dan ook flink wat af moeten reizen. Pafuri en Punda Maria liggen allebei in het uiterste Noord-oosten. Deze poorten bieden toegang tot de overnachtingsplaats Punda Maria.
Palaborwa en Punda Maria bieden toegang tot Sirheni, Shingwedzi, Bateleur, Mopani, Boulders en Shimuwini. Deze kampen liggen tussen Palaborwa en Punda Maria in en het verschilt dus ook wat de gunstigste manier van rijden is. Mocht je het noorden echt nog even willen zien, dan is het sowieso verstandig om via Punda Maria binnen te komen. Mocht je hier minder waarde aan hechten en wil je vooral snel zijn, dan is het vaak verstandig om via Palaborwa binnen te komen.
Palaborwa en Orpen bieden toegang tot Letaba, Roodewal, Olifants en Balule. Alhoewel ook satara, Nwanetsi en Talamati bereikbaar zijn vanuit beiden toegangspoorten. Wederom ligt het aan de persoonlijk voorkeur wat gunstig is om te doen. Voor meer olifanten kan Palaborwa verstandig zijn. Mocht je juist meer waarde hechten aan zebra's en leeuwen, dan kan het verstandig zijn via Orpen te reizen. De natuur verrast alsnog iedereen en zekerheden zijn er niet in Kruger nationaal park.
Vanaf de onderste vier poorten - Paul Kruger, Orpen, Malelane en Crocodile Bridge - vallen de volgende kampen te bereiken:
- Jakkalsbessie
- Skukuza
- Lower Sabie
- Crocodile Bridge
- Pretoriuskop
- Berg-en-Dal
- Biyamiti
- Jock of the Bushveld
- Malelane
Verstandig is om een poort uit te zoeken vlakbij het gebied dat je wilt bezoeken. Probeer zo min mogelijk te moeten rijden tot het gebied dat je wilt bezoeken, des te meer kans je hebt om dat ene beest te vinden. Om de Big-5 of Big Five te vinden kun je zich het best focussen op het gebied rond de Crocodile Bridge.
Kampeerplekken en huisjes in grote kampen
De meeste grotere kampen van Kruger nationaal park bieden een aantal dingen die andere kampen niet hebben. Vaak kan men hier boodschappen doen en tanken. De kosten van de boodschappen en benzine of diesel zijn hier niet veel hoger dan buiten het park. Het scheelt wel iets, maar het loont zich zeer zeker niet om het nationale park uit te gaan, uitzonderingen daar gelaten. Bij veel kampen zijn er zwembaden, ook voor daggasten. Verder is er vaak een restaurant, zijn er telefoons, een postkantoor of brievenbus en bijna overal is er eerste hulp aanwezig. Mocht er dus iets zijn kan je het beste naar een groter kamp gaan.
In het Krugerpark zijn een groot aantal kampeerplekken en huisjes beschikbaar voor bezoekers. Kampeerplekken zijn het goedkoopste. Daarna komen de huisjes van de grote kampen. De grote - openbare en door SANparks geregelde - kampen in het zuiden zijn Berg-en-Dal, Pretoriuskop en Skukuza, Crocodile Bridge en Lower Sabie. Ondanks dat deze vijf grotere kampen relatief dicht bij elkaar liggen, is dit geen probleem. De regio's zijn enorm verschillend en bieden een enorme diversiteit aan dieren en planten. Hierdoor komt het niet veel voor dat mensen snel naar een ander kamp rijden, waardoor het dus ook niet te druk is op de weg. Het gebeurt wel dat mensen naar een ander kamp rijden, maar dit is meestal een heel klein percentage, waardoor het niet significant drukker wordt.
In het midden van Kruger nationaal park liggen drie grotere kampen. Deze "rustkampen" - waar gevaarlijke dieren direct worden weggehaald - liggen rond het wildrijke centrale grasland. Het betreft hier Satara, Olifants en Letaba. Letaba en Olifants bieden beide een prachtig uitzicht op de rivier. Vaak kan men tegelijkertijd genieten van een drankje en een olifant. Zeker als je hier in de buurt bent is het de moeite waard om eens bij Olifants wat te gaan drinken. Het restaurant biedt een spectaculair uitzicht en het is daarom immens populair.
In het noorden van Kruger liggen nog eens drie grote rustkampen. Deze rustkampen zijn Mopani, Shingwedzi en Punda Maria. Shingwedzi en Punda Maria liggen in het tropische noorden. In de Zuid-Afrikaanse lente, zomer en herfst komen hier gigantisch veel vogels voor. Ook op en rondom de kampen zijn vogels goed te spotten. Verder komen hier veel olifanten voor. Mopani, Shingwedzi en Punda Maria zijn rustigere kampen. Men heeft hier veel meer ruimte voor zichzelf en kan de gehele dag niemand tegen komen.
Kleine kampen
Het Krugerpark heeft heel veel kleinere kampen. Sommigen zijn erg luxe, de anderen zijn juist weer heel erg rustig. Vrijwel al deze kleinere kampen hebben geen elektriciteit bij de kampeerplekken. Voor de rest is de elektriciteit erg beperkt. Een batterij opladen gaat vaak nog wel ergens, maar dat is het dan ook wel.
De kleine kampen van Kruger zijn - vanaf het zuiden steeds noordelijker:
- Malelane private camp
- Lukimbi safari lodge
- Biyamiti bushveld camp
- Jock safari lodge
- Sishangeni lodge
- Camp Shawu
- Camp Shonga
- Plains camp
- Rhino post camp
- Hoyo Hoyo Tsonga lodge
- Imbali lodge
- Hamiltons camp
- Talamati Bushveld camp
- Singita Sweni lodge
- Singita Lebombo lodge
- Roodewal Bush lodge
- Balule private camp
- Shimuwini bushveld camp
- Boulders Bush lodge
- Bateleur bushveld camp
- Sirheni bushveld camp
- Pafuri camp
- The outpost lodge
Private reserves nabij het Krugerpark
Naast het Kruger nationaal park liggen veel private reserves. Deze reservaten worden beheerd door families en niet door de overheid. De overheid heeft geen inspraak op regelgeving in de privé-reservaten. Om een private reserve te kunnen bezoeken zal je er ook moeten overnachten. Vaak zit bij de overnachting inbegrepen:
- Twee safari's - in de ochtend en avond één
- Eventuele nachtsafari's, wandelsafari's en andere vormen van safari's
- Ontbijt, lunch en diner
- Een gids op je safari
- Een zwembad of mogelijkheid om te zwemmen
Deze private reserves zijn vaak vrij prijzig. Zeker de bekendere reserves - zoals Sabi Sand game reserve - zijn vaak erg prijzig. Met een minimum van vijftig euro per persoon per nacht loopt de rekening al snel op bij meerdere personen. Zeker bij de bekendere reserves loopt de rekening verder op, omdat hier de prijzen vaak ook hoger liggen.
Verschillende regio's in het park
Het Kruger nationaal park beslaat veel verschillende flora en fauna. Niet overal komt dezelfde flora en fauna voor, omdat niet overal de juiste voedingsstoffen en voeding te vinden is. Onder de fauna valt onderscheid te maken - bij de herbivoren - tussen grazers en browsers. Bij flora valt er veel meer onderscheid te maken.
In het Krugerpark kan men graslanden vinden. Deze graslanden bestaan uit veel verschillende soorten grassen. In de winter, late herfst en vroege lente is het gras heel erg kort. Het gras komt meestal niet veel hoger dan dertig centimeter. In de zomer is dit anders, want dan is er voldoende regen. De regen zorgt ervoor dat gras vrij kan groeien tot een enorme hoogte. Het gras kan zelfs zo hoog worden dat olifanten amper opvallen.
Naast graslanden zijn er ook bossen te vinden. Bossen zijn ideaal voor enkele herbivoren. Kleine antilopeachtige enkele grotere gedijen erg goed in de bossen. Zeker in het noorden van het Krugerpark zijn er daarom enkele soorten te vinden die nergens anders voorkomen of goed te zien zijn. Daarnaast zijn de bossen ideaal voor vele vogelsoorten. Vogels zoals kolibrie's zijn vaak in bossen te vinden vlakbij het water.
Water is dan ook erg belangrijk in het Krugerpark en bepaalt het leven. Rivieren, rivierbeddingen en meren bieden de ruimte voor krokodillen en nijlpaarden. In het Krugerpark zijn acht grote rivieren te vinden. De rivieren ontstaan ten oosten van het Krugerpark en lopen door het Krugerpark heen richting de zee. Rivieren voeren water aan, waardoor alle dieren kunnen overleven. Leeuwen zijn geregeld vlakbij rivieren te vinden, omdat hier prooien naar toe komen.
In het Krugerpark liggen ook de Lebombo bergen. De bergen lopen aan de westkant van Kruger. Deze bergen bieden uitzichten en spectaculaire rotsformaties. Het gebied is echter wel vrij ruig en er leven relatief minder dieren dan op andere plekken. Toch komen ook hier nog wel diverse soorten voor. Enkele bijzondere vogels, waaronder gieren, komen hier voor. Daarnaast kan men hier ook diverse antilopes tegenkomen. Ook enkele grotere roofdieren kunnen hier overleven, alhoewel ze wel een groot gebied moeten bestrijken.
Rondom Pretoriuskop ligt een heuvellandschap. De bekende "koppies" - grote rotsen die soms bizar liggen gestapeld - zorgen voor mooie plaatjes, zeker bij een opkomende of ondergaande zon. Daarnaast biedt deze omgeving veel mogelijkheden om vogels te spotten. Ook andere dieren, waaronder leeuwen, jakhalzen en wilde honden zijn hier te vinden.
Bekende dieren en de Big Five
Het Kruger nationaal park herbergt heel erg veel verschillende soorten dieren. In de zomer komen hier vaak nog eens tweehonderd soorten vogels bij. Ruim driehonderd verschillende soorten zoogdieren zijn in dit park te vinden. Je zal overal in het park impala's tegen komen. Er zijn meer dan 100.000 impala's in het Krugerpark te vinden. Overal kan je ze tegenkomen.
Andere dieren die je overal tegen kan komen zijn olifanten. Olifanten komen door heel Krugerpark voor, alhoewel ze liever in het noorden verblijven. Zeker in de winter zijn er gigantisch veel olifanten te vinden in het noorden. Er zijn eigenlijk te veel olifanten, want het park kan ze eigenlijk niet allemaal houden. Met ruim 11.000 olifanten is het ook niet heel erg moeilijk om een olifant te spotten. Mocht je een vrij grote zekerheid willen, maak dan een uitstapje van twee dagen of langer naar het noorden van het Krugerpark. Ook giraffes, zebra's, mangoesten en bavianen kan je overal in het park wel tegenkomen. Sommige plekken zijn beter geschikt dan anderen, maar ze zijn overal te vinden.
Neushoorns zijn een geval apart. De neushoorns - en daarmee hun hoorn - zijn beschermd. Het Krugerpark is een van de beste plekken om deze giganten te bekijken. Door het hele park zijn ze te vinden, maar vooral rond waterplekken met bosjes zijn ze goed te vinden. De precieze locatie van neushoorns mag je echter niet duidelijk maken, omdat ze strikt beschermd zijn. Veel stropers komen naar het Krugerpark, alleen maar om de hoorns van de neushoorns te stropen.
Ook de buffel komt hier voor. Dit lid van de big five of de grote vijf komt in het gehele Krugerpark voor. Soms worden er groepen gezien van buffels die tot 400 individuen tellen.
Roofdieren
Bekende roofdieren die hier voorkomen zijn de leeuw, het jachtluipaard, het luipaard, de hyena, de krokodil en de Afrikaanse wilde hond. De leeuw is waarschijnlijk de bekendste van deze roofdieren en gelijk ook de gemakkelijkste om te zien, samen met de krokodil. De leeuw valt veel te zien dichtbij water, omdat hier prooidieren naar toe komen. Omdat de leeuw twintig uur per dag slaapt liggen ze veel in de schaduw te slapen. Stilstaande auto's wijzen vaak op de aanwezigheid van iets bijzonders. De kans dat dit een leeuw is, is vrij groot omdat deze dieren vaak als echt bijzonder worden beschouwd. Iedereen kent leeuwen en iedereen wilt ze graag zien. Kijk bij kampen op de prikborden waar waarnemingen worden aangegeven. Vaak liggen leeuwen hier nog steeds of zitten ze in de buurt. Wees wel voorzichtig met het geloven van die meldingen, want ze kloppen niet allemaal.
Ook krokodillen zijn simpel te zien. Vaak liggen ze in de zon buiten het water, maar ze zijn soms ook zichtbaar in het water. Krokodillen zien mag geen moeite kosten.
Hyena's zien is het makkelijkste in de nacht. Deze beesten worden dan actief en de kans dat je ze dan ziet is het grootste. Mocht er geen mogelijkheid zijn om 's nachts te zoeken naar hyena's, kijk dan in de vroege ochtend of late avond, als het net licht is of nog net niet donker is. Schemering is een gunstige tijd omdat je dan nog veel licht hebt, maar nachtdieren wel wakker worden.
Jachtluipaarden en Afrikaanse wilde honden zijn soms bijna onmogelijk om te zien. Deze dieren laten zich zelden zien en zijn niet te voorspellen. Er zijn van beide soorten nog meer weinig individuen over, waardoor het nog lastiger wordt om ze te zien. Er leven nog ongeveer tweehonderd jachtluipaarden in het Krugerpark en ongeveer vijfhonderd Afrikaanse wilde honden.
Luipaarden zijn lastig te spotten, maar er leven er nog veel verspreid door het gehele park. Ook in de heuvels en bergen valt dit roofdier nog goed te spotten. De grootste kans om deze dieren te spotten, is om in bomen te kijken. Luipaarden vallen niet op, alhoewel een stilstaande auto wederom veel aangeeft. Naar schatting zijn er tussen de duizend en vijftienhonderd luipaarden te vinden in Krugerpark.
Big Five
De gehele Big Five is te vinden in het Krugerpark. Alle dieren komen hier voldoende voor om ze waar te nemen. Neushoorns, leeuwen, buffels en olifanten zijn eigenlijk altijd wel goed te spotten. Luipaarden zijn lastiger, omdat ze zich totaal niet laten voorspellen. De grootste kans om deze dieren te zien is rondom Crocodile Bridge en Lower Sabie. Deze twee kampen bieden relatief de grootste kansen, ook om het illustere luipaard te zien.
Gunstigste moment voor bezoek
Voor het Krugerpark is niet per se een perfect moment. De Zuid-Afrikaanse zomer heeft voordelen, maar de winter ook. Het is dan ook erg persoonsafhankelijk wat fijn wordt gevonden. In de regel is de zomer gunstiger qua vogels en is de winter gunstiger qua andere dieren.
Lente
De lente is de tijd van jonge dieren. Ook is dit de tijd dat de trekvogels weer naar het Krugerpark komen. Alles gaat bloeien en groeien, maar dit belemmert ook gelijk het zicht. De regenperiode klopt op de deur. Zeker als je van jonge dieren houdt is dit de ideale tijd. Mocht je speciaal voor de vogels komen dan is het handig om in de late lente of later te komen. Grassen groeien in de lente tot een ongekende hoogte, makkelijk tot twee meter hoog.
Zomer
In de zomer groeien de jonge dieren op en worden de eersten zelfstandig. De trekvogels zijn talrijk vertegenwoordigd in het Krugerpark en het zicht is ernstig beperkt. De regenperiode is er en alles is spectaculair groen. Deze tijd is ideaal om vogels te spotten, maar het is lastig om andere dieren simpel te zien. De grotere dieren, waaronder antilopen, olifanten en giraffes zijn goed te zien, maar kleinere dieren, waaronder mangoesten, zijn vaak lastiger te zien.
Herfst
In de herfst wordt het allemaal minder groen en komt de droge periode. Het zicht wordt langzaamaan beter, maar veel vogels trekken ook weer weg of gaan naar het noorden van het Krugerpark. Zeker veel Europese soorten zijn niet meer te zien in het park, wat een aderlating is voor fanatieke vogelaars. Het voordeel is dat men nu ook goed mangoesten zal kunnen zien, zeker wanneer de droge periode echt is begonnen.
Winter
De droge periode is echt bezig en de temperaturen dalen. Vaak is er geen wolk te zien en schijnt de zon de hele dag door. De temperaturen dalen richting de vijfentwintig tot dertig graden overdag. Het zicht is in deze periode enorm goed, men kan tussen de bossen door kijken. In het zuiden hebben de meeste bomen weinig blad. In het noorden is dit iets anders, omdat het hier sub-tropisch tot tropisch is. De winter is niet heel gunstig om vogels te spotten, maar de vogels die er zijn, zijn dus wel beter zichtbaar.
Safari in het park
In het park zijn verschillende safarivormen mogelijk. Zo kan je zelf rondrijden en genieten. De meeste mensen beperken zich tot deze vorm van safari, maar er zijn nog veel meer mogelijkheden. Met de één miljoen jaarlijkse toeristen is het wel verstandig om van tevoren jouw safari van keuze te reserveren.
Zo kan je je ook rond laten rijden door een officiële ranger. Deze ranger weet alles over het gebied en de dieren en ziet dieren vaak veel sneller dan jou. Je kan in de ochtend je rond laten rijden, maar ook in de avond en zelfs nacht. Verstandig kan zijn om je eerste rit begeleidt te maken en een avond/nachtrit. De eerste rit is gunstig omdat je dan een idee krijgt waar je moet kijken en de avond/nachtrit is gunstig omdat je zelf niet mag rijden na zonsondergang.
Andere mogelijkheden zijn wandelen en mountainbiken. Dit is zeer zeker niet overal mogelijk en informeer dan ook van tevoren waar je een wandelsafari of mountainbikesafari kan doen. Reserveer dan zo vroeg mogelijk, zodat je zeker een plekje hebt. Meerdaagse wandelsafari's zijn extreem populair. Voor die wandelsafari's moet je dan ook vaak een jaar van tevoren reserveren. Soms moet je zelf anderhalf jaar van tevoren er bij zijn, om een plekje te kunnen bemachtigen.