Jordanië: van kruisvaarders tot 's werelds zoutste meer
De meeste reizigers naar Jordanië zullen de beroemde verborgen stad Petra en de woestijn Wadi Rum niet overslaan. Terecht. Maar onderweg van hoofdstad Amman naar deze twee hoogtepunten in het zuiden is er meer dat de moeite waard is. Zoals de honderden meters beneden zeeniveau gelegen Dode Zee en de hooggelegen kruisvaardersburcht Kerak.
Twee wegen leiden van de Jordaanse hoofdstad Amman naar het zuiden: de 300 kilometer lange Desert Highway, voor wie zich snel wil verplaatsen, en de
King’s Highway, voor wie de tijd heeft. De King’s Highway is de oude handelsroute van Syrië naar Egypte. De weg staat al vermeld in het Oude Testament en werd door de Romeinen geplaveid en van mijlpalen voorzien.
Mozaïek in Sint-Joriskerk
Onderweg passeer je, niet ver van Amman, de pleisterplaats
Madaba, interessant vanwege het Palestinamozaïek in de Sint-Joriskerk. Dit blauwe, ruim twee miljoen steentjes tellende mozaïek dateert uit de zesde eeuw en beslaat een oppervlakte van ruim 100 vierkante meter. Veel ervan is beschadigd, maar op de 20 vierkante meter die te bezichtigen is, zie je onder meer de Nijldelta, Jeruzalem, de
Dode Zee en de Jordaan.
Nebo, de berg van Mozes
De eerste glimp van de echte Dode Zee zien we op de top van de berg
Nebo. Dit is een Bijbelse plaats, een van de vele in dit land. Hier toonde God aan Mozes het beloofde land Kanaän, op de Westelijke Jordaanoever, dat je aan de overkant van het water ziet liggen. Er staat een gedenkteken in de vorm van een kruisbeeld waar zich de slang van
Mozes omheen kronkelt. Beneden, vlak bij de plaats waar de Jordaan in de Dode Zee uitmondt, kun je de plaats bezoeken waar Johannes de Doper leefde en waar hij Jezus doopte in de rivier. De vorige paus heeft deze plek zo'n 10 jaar terug uitgeroepen tot bedevaartsoord.
Weetjes over de Dode Zee
Rijdend over een bochtige zijweg van de doorgaande route zien we het blauwe water van de
Dode Zee - geen echte zee maar een meer- langzaam dichterbij komen. We naderen de laagst gelegen plaats op aarde, een droge en uiterst hete plek waar je als vanzelf ‘weetjes’ gaat debiteren. De waterspiegel van de Dode Zee ligt op bijna 420 meter beneden zeeniveau. Het meer is 75 kilometer lang en 6 tot 16 kilometer breed. Over de hele lengte vormt het water de grens tussen
Jordanië en Israël. De Dode Zee wordt vanuit het noorden gevoed door het water van de Jordaan.
Zakkend waterpeil
Omdat de akkers op de Jordaanoevers intensief worden bevloeid, blijft er nauwelijks water over voor de Dode Zee en zakt het peil voortdurend, bijna een meter per jaar. Dat is veel, als je bedenkt dat de Dode Zee op zijn diepst ongeveer 390 meter is. Aan de randen is dit goed te zien. Waar eerst water was, zie je nu wit uitgeslagen en grillig gevormde steenmassa’s. Israël en Jordanië zijn al enige tijd in gesprek over een mogelijke oplossing: een kanaal tussen de Rode Zee en de Dode Zee. Het
zoutgehalte van de Dode Zee is uitzonderlijk hoog, ruim 30 procent. Daardoor is in het water geen enkele vorm van leven mogelijk en ook verder maakt de Dode Zee een doodse indruk. Geen boot waagt zich op het water. De motor zou direct kapot draaien.
Mineralen en modder in de Dode Zee
Het zoute water is heel bruikbaar voor gezondheidsbehandelingen en
cosmetica. Langs de oevers vind je fabriekjes die zeep, crèmes, badzout en maskers produceren met mineralen, modder en zout uit de Dode Zee. Nadat Jordanië in 1993 vrede sloot met Israël en een neutrale, bemiddelende rol ging spelen in het Midden-Oosten, verwachtte men veel van het toerisme naar de Dode Zee.
Kuurvakanties werden immers steeds populairder. Maar nog altijd vind je slechts een handjevol hotels langs het water.
Drijven maar!
Het eerste bad in de Dode Zee is een regelrechte sensatie. Vanaf een ponton daal ik af in het lauwe water. Zodra ik de zwemtrap loslaat, voel ik de sterke
opwaartse druk van het zoute water die mij in horizontale positie dwingt. Ik blijf moeiteloos drijven en dat heeft na enige minuten een ontspannend effect. Zwemmen is onmogelijk. Je ligt gewoon met je benen boven op het water te maaien. Sommige badgasten lezen een krantje, meestal speciaal voor de foto. Een grappig effect is dat je huid niet uitdroogt, wat je wel zou verwachten van zulk zout water. Maar door de hoge zoutconcentratie is de
pH-waarde zo hoog dat het lijkt alsof er olie in het water zit. Na afloop moet ik langdurig douchen voor mijn huid niet meer vet aanvoelt.
Kruisvaardersburcht Kerak
Vanaf de Dode Zee is het een uurtje rijden naar het zo’n 1000 meter hoger gelegen
Kerak, aan de King’s Highway. De plaats is bekend vanwege een bijzondere bezienswaardigheid: een fraaie kruisvaardersburcht uit 1132. Het was in de tijd van de kruisvaarders een belangrijke en - door zijn ligging op een hoge rots - onneembare
vesting in de keten van burchten tussen de Rode Zee en Turkije. Binnen de muren ligt een aantrekkelijk stadje met nauwe straatjes en een bazaarachtige sfeer. In de hoogtijdagen van de kruistochten herbergde de burcht zo’n 15.000 soldaten. Keukens, eetzalen en slaapkooien zijn nog goed herkenbaar.
Renaud de Châtillon en Saladin
De geschiedenis van de burcht komt tot leven door de
huiveringwekkende verhalen die de gids vertelt. Zo had de beruchte burchtheer Renaud de Châtillon de wrede gewoonte gevangenen over de rand van de burcht te kieperen. Om er voor te zorgen dat ze honderden meters lager bij vol bewustzijn neerstortten, zette hij hen een houten helm zonder kijkgaten op, zodat ze niet van schrik flauwvielen bij de aanblik van de duizelingwekkende diepte. Overleefden ze de val, dan liet Renaud ze oprapen en volgde een tweede worp. Als we horen dat Renauds aartsvijand
Saladin hem na gevangenneming in 1188 eigenhandig onthoofdde, geeft dat een zucht van wraakzuchtige verlichting. Of het waar is, is de vraag: Kerak viel pas een jaar later in handen van Saladin, toen de bewoners zich na een lange belegering uitgehongerd overgaven.