Brandenburg: de coup door de Hauptmann von Köpenick
Voor het stadhuis van Köpenick, een buitenwijk van Berlijn, staat een beeld van de Hauptmann von Köpenick. Over deze figuur, die echt bestaan heeft, werden al verschillende boeken geschreven en toneelstukken gemaakt. Hauptmann Wilhelm Voigt, geboren op 13 februari 1849 in Tilsit, was zo'n beetje de Tijl Uilenspiegel van Duitsland. Zijn grootste schelmenstreek was een coup op Köpenick. Maar wie was die Hauptmann nu eigenlijk en wat heeft hij nu juist gedaan om zo beroemd te zijn?
Wilhelm Voigt is zo'n beetje de Tijl Uilenspiegel van Duitsland. Met de coup die hij in Köpenick beraamde, was hij echter niet aan zijn proefstuk toe.
Friedrich Wilhelm Voigt
Friedrich Wilhelm Voigt wordt geboren op 13 februari 1849 te Tilsit. Rond veertien jaar begint Friedrich Wilhelm Voigt aan zijn lange carrière als kruimeldief en schelm. Verscheidene malen wordt hij veroordeeld tot een aantal dagen of maanden gevangenisstraf voor kleine diefstallen en valsheid in geschrifte. Friedrich Wilhelm wordt daarna schoenmaker, maar hij kan het stelen niet laten. In 1891 tracht hij de kluis te kraken van de rechtbank van Wongrowitz en hiervoor krijgt hij 15 jaar.
1906: op naar Berlijn
Friedrich Wilhelm Voigt komt na 15 jaar vrij in 1906. De werkloze schoenmaker trekt naar Wismar en werkt er voor Hofschuhmachermeister Hilbrecht. Maar ook daar zet hij weer vanalles uit en dus wordt hij ook daar verbannen. Hij zoekt dan onderdak bij zijn zus Bertha in Rixdorf bij Berlijn. Ook daar maakt hij het bont en in augustus 1906 krijgt hij een verblijfsverbod voor Berlijn en omgeving. Toch blijft hij in de buurt rondhangen en beraamd hij een coup.
Köpenick
Op naar het stadhuis van Köpenick
Zestien oktober 1906 valt Friedrich Wilhelm Voigt het stadhuis van
Köpenick binnen. Maar niet zo maar. Neen, onze schelm heeft alles zorgvuldig voorbereid. Eerst koopt hij verschillende delen van een kapiteinsuniform in uitdragerijen. Op de dag van zijn grote slag laat hij alle telefonische verbindingen naar Berlijn blokkeren. Wanneer de wacht wordt gewisseld, houdt hij, gekleed in zijn blauw en rode uniform inclusief pet, de patrouilles aan en neemt het commando over. Aangezien hij geen motorvoertuig kan rekwireren, besluit hij dan maar de tram naar Köpenick te nemen met zijn escorte. Tijdens een tussenstop krijgen de manschappen een biertje aangeboden. Aangekomen bij het station van Köpenick krijgt ieder lid nog een mark van hem en daarna marcheert hij met zijn escorte naar het stadhuis van Köpenick. Hij beveelt de gendarmes de omgeving af te zetten en voor orde te zorgen en laat zich een ambtenaar ter beschikking stellen om hem wegwijs te maken in het stadhuis.
De coup
De toenmalige burgemeester, Georg Langerhans en de gemeentesecretaris worden door de brutale vlegel onder arrest geplaatst omdat er welgeteld 1,67 Reichsmark in de gemeentekas ontbreken. Der Hauptmann neemt de staatkas in beslag met daarin 4002 mark. Hij schrijft een kwitantie uit in naam van gevangenisdirecteur von Malzan. De gevangenen worden onder militaire bewaking naar de Neue Wache in Berlijn gebracht. Dan worden de telefonische verbindingen terug hersteld en wordt Berlijn op de hoogte gebracht van wat gebeurd is. Friedrich Wilhelm Voigt slaagt erin zich uit de voeten te maken en neemt de eerste trein naar Berlijn. Hij koopt burgerkleding en verdwijnt in het niets.
Aanhouding
Niet voor lang echter. Tien dagen later wordt hij gearresteerd. Aangegeven door een voormalige gevangenismedebewoner. Hij wordt veroordeeld tot vier jaar cel voor het onbevoegd dragen van een uniform, het in gevaar brengen van de openbare orde, voor vrijheidsberoving, bedrog en valsheid in geschrifte.
Gratie
Nochtans komt hij al in augustus 1908 vrij uit de gevangenis van Berlin-Tegel omdat Keizer Wilhelm II hem gratie had verleend ten gevolge van de vele verzoeken die hij van het volk had ontvangen.
1908 - 1922
Held
Na zijn vrijlating treedt hij publiek op, houdt redevoeringen, signeert foto's en maakt een grammofoonplaat. Zijn wassen beeld wordt bijgezet in het Castans Panoptikum. Ook Köpenick vereert hij met een bezoekje en dit zorgt voor een ware toeloop. Overal in Duitsland en zelfs daarbuiten wordt Friedrich Wilhelm Voigt geëerd als een held.
Toneelstuk over zijn leven
In 1909 passeert hij in Maastricht. Hij ontmoet er Fons Olterdissen, de regisseur van het toneelgezelschap Maastricht Vooruit. Deze schreef in 1906 een toneelstuk gebaseerd op het verhaal van Voigt, hertaald naar de (wan)toestanden in Maastricht. Hij hoopte hiermee de schulden van de toneelvereniging te kunnen aflossen. Wat ook gebeurde, want het stuk "De Kaptein van Köpenick" kende een daverend succes. De schuld kon afgelost worden en de overschot wordt aan een goed doel geschonken.
Naar Luxemburg
Op 1 mei 1910 verhuist Wilhelm naar Luxemburg. Daar was hij kelner en schoenmaker. In 1912 koopt hij in de Neippertstrasse 5 een huis in Luxemburg. In 1914 werd Luxemburg bezet door Duitsland en toen werd hij gearresteerd en verhoord door de Duitsers.
Schelm tot in de kist
In 1922 sterft Friedrich Wilhelm Voigt aan een longontsteking, volledig verarmd door
Wereldoorlog I en de Grote Depressie. Maar ook dood krijgt hij nog militaire eer. Zijn begrafenisstoet wordt tegengehouden door Franse soldaten die in Luxemburg zijn gestationneerd. Zij vragen wie er in de kist ligt en wanneer het antwoord luidt "Le capitaine de Coepenick" laten de soldaten de stoet passeren met de nodige militaire eerbewijzen. Schelm tot in de kist!
Na de dood van Friedrich Wilhelm Voigt
Het graf van Wilhelm Voigt wordt in 1961 door Circus Sarrasani gekocht en voorzien van een grafsteen met een bijtende karikatuur van een Duitse militair. Nu kan men zijn graf in Luxemburg gaan opzoeken, aangezien de stad Berlijn het niet wou hebben. In 1996 wordt voor het Rathaus van Köpenick een standbeeld geplaatst ter ere van de Hauptmann, compleet met uniform en grote snor. Ook op alle brochures van de stad en op talrijke prullaria prijkt het guitige hoofd van "de kapitein" met zijn grijs haar, zijn grote grijze snor, zijn blauwe pet met rode band en zijn pretoogjes.
Gedenkplaats naast het stadhuis
Naast de ingang van het Rathaus staat een gedenkplaat met de tekst:
Im diesem Rathaus beschlagnahmte am Nachmittag des 16. Oktober 1906 als "Hauptmann von Köpenick" der Schuhmacher
WILHELM VOIGT (13.2.1849 - 3.1.1922) die Stadtkasse. Als Köpenickiade ging diese Tat in die Geschichte ein. Durch das gleichnamige Theaterstück von Carl Zuckmayer (1931) wurde er zur Literarischen Figur. (In dit Stadhuis nam in de namiddag van 16 oktober 1906 de schoenmaker Wilhelm Voigt als "Hauptmann von Köpenick" de stadskas in beslag. Deze daad ging de geschiedenis in als Köpenickiade. Dankzij het gelijknamige toneelstuk van Carl Zuckmayer (1931) werd hij een literaire figuur.)
2007: opnieuw een toneelstuk over zijn leven
In 2007, 100 jaar na de eerste voorstelling in Maastricht van de Kaptein van Köpenick, wordt het stuk hernomen. Het is aangepast aan de tijd en de voorstellingen vinden ook plaats in La Bonbonnière, net als toen. De opbrengst gaat net als 100 jaar geleden naar een goed doel.
In Köpenick wordt tijdens de zomer iedere woensdag en zaterdag om 11 uur de wissel van de wacht met de Hauptmann von
Köpenick opgevoerd voor het stadhuis.