Sabah, het land onder de wind
Het land onder de wind, de poëtische bijnaam van Sabah moet vooral gerust stellen. Hier geen gevaar voor typhoons of cyclonen hoewel de meest noordoostelijke punt bijna raakt aan de Filipijnen. Met een ongeëvenaarde biodiversiteit zet Sabah vooral in op ecotoerisme en avontuurlijke trekkers. Dankzij de grote natuurlijke rijkdom aan hout, olie en gas, beschikt het over mogelijkheden om samen met buitenlandse investeerders een gevarieerde economie op te bouwen. Labuan het federaal gebiedsdeel dat er van werd losgemaakt mikt als belastingparadijs op een ander publiek. Ooit was het een Britse kroonkolonie en stond het bekend als de 'parel van Borneo'.
Algemene informatie
In 1984 werd
Labuan losgemaakt van Sabah om een federaal grondgebied te worden. Dit met de bedoeling er een belastingparadijs van te maken. Het gaat om zeven kleine eilandjes voor de kust van Sabah met een gezamenlijke oppervlakte van 92 km² en 90.000 inwoners.
Sabah zelf telde in 2011 3,35 miljoen inwoners op een oppervlakte van 73.902 km². Het is daarmee na Sarawak de grootste deelstaat en heeft na Selangor en Johor het grootste aantal inwoners. Het grenst in het Zuiden aan Indonesië en in het Noorden en het Oosten aan de Zuid-Chinese zee. In het Zuidwesten grenst het aan Sarawak, die andere Maleisische deelstaat op Borneo. De hoofdstad Kota Kinabalu ligt 80 km van de gelijknamige berg, met 4095 meter een van de hoogste in Zuid-Oost Azië. Gelegen op 5° 58' NB 'geniet' het van een tropisch klimaat, warm en vochtig. Het heeft de reputatie een van de grootste schatkamers ter wereld te zijn op het vlak van biodiversiteit. Niet te verwonderen dus dat men inzet op ecotoerisme. De staat wordt bestuurd door een gouverneur. De bevolking bestaat uit een een grote verscheidenheid aan inheemse volkeren. De grootste niet inheemse groep zijn de Chinezen. Er zijn relatief weinig Indiërs. Naast de plaatselijke talen zijn Maleis, Engels en Mandarijn het meest gebruikt.
De vlag is opgebouwd met drie horizontale banden met bovenaan blauw, dan wit en onderaan rood. In de linkerbovenhoek, over de blauwe en witte band is een lichtblauw vlak met het silhouet van de Kinabalu berg. De rode band symboliseert de opofferingsgezindheid van de bevolking, het wit staat voor zuiverheid en het blauw voor vrede en voorspoed. De berg staat voor de eenheid van het volk.
Ook voor Labuan is een vlag ontworpen. Ook deze vlag is opgebouwd met rood, wit en blauw, met dezelfde symboliek als de vlag van Sabah maar met het rood bovenaan. De kleuren zijn ook de kleuren van de Maleisische federale gebiedsdelen. Daar bovenop staan de gele wassende maan en een 14-puntige ster als islamitische symbolen. De 14 punten staan voor de 13 deelstaten en de federale gebiedsdelen.
Een beetje geschiedenis
Eertijds stond Sabah bekend als Noord-Borneo. Het was een Britse kolonie sinds het einde van de 19e eeuw. Voor die tijd hoorde het tot het toentertijd machtige sultanaat Bruneï. In 1963 verkreeg het zelfbestuur en enkele weken later sloot het samen met Sarawak aan bij Maleisië.
Economie
Sabah is rijk aan grondstoffen, hout, olie en gas. Er wordt flink geïnvesteerd in de verwerkende nijverheid, maar ook in infrastructuur en alternatieve geothermische energievoorziening. Het is een van de grote leveranciers van palmolie. De staat kent een economische groei van 1,3 % en een werkloosheidsgraad van 5,6 %.
Labuan is tot apart gebiedsdeel gemaakt om als vrijhandelszone een internationaal financieel centrum te worden. De economische groei bedraagt er 13,6 % en de werkloosheidsgraad 4,2 %.
Toeristische troeven
Gezegend met een onvoorstelbare verscheidenheid aan planten- en dierenleven, met koraaleilanden en er bij horende witte stranden en koraalriffen kan het niet anders of Sabah is een staat met toeristisch potentieel als geen ander. Je moet hier geen Romaanse of Gotische gebouwen verwachten maar wie van levende cultuur houdt en wat avontuurlijk is komt hier verrijkt vandaan.
Voor de durvers
Een van de uitdagingen die je mogelijk wacht is het
beklimmen van de Kinabalu. Een huzarenstukje dat normaal alleen is voorbehouden aan ervaren klimmers, maar dank zij de aanleg van een 'via ferrata' zou het voor alle fitte mensen die geen hoogtevrees hebben mogelijk moeten zijn. Het uitzicht op de top zeker bij dageraad moet adembenemend en onvergetelijk zijn. Toch ziet het er 'spannend' uit.
Cultuur
Liefhebbers van bijzondere gebouwen moeten in
Kota Kinabalu zeker het Staatsmuseum bezoeken. Het ontwerp is geïnspireerd op de traditionele longhouses. Het bevat ook een islamitisch museum, een kunstgalerij en een openluchtmuseum. Het kijkt uit op de staatsmoskee met zijn imposante koepels en ingelegde motieven.
Monsopiad, 15 km ten zuiden van Kota Kinabalu, biedt de bezoeker een beeld van de cultuur der Kadazan-Dusun, een van de belangrijkste bevolkingsgroepen. De traditionele huizen zijn gebouwd met palmen en bamboe. In een ervan hangen de trofeeën (schedels) van de vroegere vechtersbaas Monsopiad. Je kan er zelf een blaaspijp proberen maar er wordt ook traditionele muziek gemaakt en er worden traditionele dansen opgevoerd.
Wanneer je in
Sandakan bent moet je beslist tijd maken voor een bezoek aan Puu Jih Shih de nieuwe boedhistische tempel. Gelegen op een bergtop, uitkijkend op Sandakan en de baai biedt dit dure complex prachtige beelden. Bovendien is hij rijk en overdadig versierd.
Ecotoerisme
Er zijn meerdere plaatsen waar ecotoerisme gepromoot wordt en er resorts zijn om toeristen comfortabel te ontvangen. Gelukkig maar. Dit moet helpen om toch zo veel mogelijk van de ongerepte natuur te behouden. Een ervan is
Danum Valley. Er worden diverse toertochten aangeboden. De Tembaling waterval is een van de mogelijke 'attracties' op deze tochten. Ze leiden door een van de oudste regenwouden ter wereld met een rijke fauna en flora. Als het weer meezit kan je er afkoelen in het water van de frisse zuivere bergrivier.
Het project
Infapro geeft je inzicht in de programma's voor het regenereren van woud, technieken om zaailingen op te kweken en te planten. Het is mogelijk om zelf een boom te planten, met je eigen naambordje. De kostprijs bevat ook het onderhoud gedurende 5 jaar.
In de buurt van Kudat bieden de
Rungus gastvrijheid in hun longhouses. Een mooie gelegenheid om deze aparte leefwijze te ervaren. Op weg er naar toe, of terug, moet je beslist een ommetje maken langs het Kelambu strand, tenminste als je een beetje van stranden houdt. Het is wat afgelegen maar is een van de beste stranden van Sabah, met alle mogelijkheden die daar mee gepaard gaan, snorkelen, zwemmen, waterskiën, verzamelen van schelpen of genieten van een spectaculaire zonsondergang.
Twintig minuten rijden van Sandakan is het opvangproject voor orang-oetans dat deel uitmaakt van het
Sepilok bosreservaat. Op een verbazend kleine oppervlakte is een onvoorstelbare rijkdom te zien aan planten en dieren. Als bezoeker kan je hier zonder problemen op exploratie. Bijna overal elders is het aangewezen of verplicht om beroep te doen op ervaren gidsen.
Nog in de buurt is een tocht op de rivier Kinabatangan een enige gelegenheid om de talrijke bijzondere diersoorten te spotten. Er leven neusapen, wilde orang-oetans, Aziatische olifanten, krokodillen, otters, maar ook neushoornvogels, en tientallen andere mooie vogels.
Eilanden
Het eiland
Sipadan staat bekend als een van de beste plaatsen om te duiken. Het is een klein eiland omringd door kristalhelder water met een verbluffende verscheidenheid aan zeeleven. Het eiland zelf is al meer dan 80 jaar erkend en beschermd als vogelreservaat. In de dichte begroeiing leven tal van tropische vogelsoorten. Niet zo ver er van verwijderd ligt het bewoonde eiland Mabul. Dank zij de zacht aflopende koraalriffen is het een ideale plaats om het rif te fotograferen. Er zijn een paar resorts die ook uitstappen organiseren naar naburige eilanden.
Pulau Tiga heeft een televisiecarrière achter de rug. Het was dan ook ongerept en gezegend met een mooi landschap, hoofdzakelijk vlak maar toch met een heuveltop van ongeveer 100 meter. Net als op andere paradijselijke eilanden tref je hier witte zandstranden en een weelderige begroeiing. Het is ongeveer 20 km² groot. Het is samen met twee andere eilandjes in de buurt van vulkanische oorsprong. Er komt nog steeds warme geothermische modder aan de oppervlakte. De modder zou goed zijn voor de huid en bij een bezoek hoort dan ook een modderbad. De eilandjes zijn beschermd sinds 1985.
Wie wil duiken en wil genieten van het onderwaterleven kan op nog andere plaatsen terecht zoals op Layang Layang. Stranden, een rijke fauna en flora, koraalriffen die net tot het zeeoppervlak reiken, scheepswrakken, rust, alles is er om een specifiek publiek te voldoen. Het eiland ligt zo'n 300 km van Kota Kinabalu.
Labuan staat bekend als een duiksite van wereldklasse. Er zijn ook een paar dorpjes gebouwd aan de rand van het water, bewoond door een uit Brunei afkomstige vissersgemeenschap.De huisjes zijn met houten loopbruggetjes met elkaar verbonden.