Weekendje weg: Stuttgart
Om niet te verdwalen moet je in Stuttgart drie K's onthouden: de drie doorgaande wegen zijn omgedoopt tot Kapitalmeile, Kaufmeile en Kulturmeile. Bankinstellingen, winkels en musea zijn ordelijk gegroepeerd rond deze parallelle hoofdaders, die in het echt Theodor Heussstrasse, Königstrasse en Konrad Adenauerstrasse heten. Daartussen tref je een aantal meestal herbouwde, oude gebouwen, een groot spoorwegstation en veel groen.
Algemene info:
- De afstand Utrecht - Stuttgart 600 kilometer.
- De trein brengt je er in viereneenhalf uur.
- Informatiepunt: bij de uitgang van het centraal station aan de Königstrasse.
Monumenten van vroeger en nu
Wie aankomt met de trein loopt vanuit het station zo de grote slottuinen in met hun fraaie gebouwen. Het middeleeuwse Altes Schloss is nu een museum, het barokke Neues Schloss doet dienst als huisvesting voor de deelstaat Baden-Württemberg.
Stuttgart is hiervan de hoofdstad. Het parlementsgebouw, de Landtag, ligt op een steenworp afstand van het Neues Schloss, ook in het park. De opera in het park is het enige grote gebouw dat de oorlog zonder schade heeft overleefd. Op de ruime Schlossplatz, met in het midden een obelisk, komen de Stuttgarters samen als er iets te vieren of te betogen is. Maar als het er waait en koud is, steekt iedereen de winderige vlakte zo snel mogelijk over. Bijvoorbeeld richting de Konrad Adenauerstrasse met z'n bijzondere musea. De entree van de staatsgalerie (begin jaren tachtig) is verrassend knalroze en knalgroen. Een architectuurgids meldt dat geen enkel ander gebouw de afgelopen eeuw zoveel opwinding in de stad veroorzaakte als dit ontwerp van James Stirling.
Er zijn alweer zoveel andere spannende gebouwen gevolgd. Vlak naast de staatsgalerie ben je bijvoorbeeld welkom in het Haus der Geschichte, uit 2002. Een kleurrijk gebouw, met binnen uiteraard veel aandacht voor die onvermijdelijke, vreselijke wereldoorlogen.
Een dapper woonwijkje houdt stand
Het kunstmuseum houdt zich niet aan de K-indeling en is afgedwaald naar de Kaufmeile, oftewel de Königstrasse met z'n winkels. Het gebouw is een glazen kooi: warm en cool tegelijk. Vanaf het café-restaurant op de bovenste verdieping kan je door de glazen muren eindeloos naar het winkelende publiek kijken. Het winkelgebied zelf is qua stijl nogal jaren zeventig, maar wordt stukje bij beetje gepimpt naar de smaak van vandaag. Een knusse wijk is het Bohnenviertel, een oud woongebied tegen het 'echte centrum' aan. Vroeger was dit een buurt voor de armen, die blijkbaar nogal vaak bonen moesten eten. Nu beoogt men er een levensvatbare mix van woonhuizen, buurtwinkels en alternatieve en artistieke kleinschalige ondernemingen. Een vriendelijke buurt waar ook gezinnen met kinderen zich thuis kunnen voelen. Eén van de grote winkels is het klassieke Stuttgartse warenhuis Breuninger, sinds 1881. Die zaak is ook een bezienswaardigheid: vrijwel de gehele begane grond is exclusief gewijd aan handtassen, en dan met name hele dure handtassen. Wahnsinn als je niet geeft om merken. Het warenhuis houdt ervan vergeleken te worden met het Londense Harrods.
Lunchen in de markthal
Gemoedelijker gaat het eraan toe in de overdekte markthal uit 1914, aan de Dorotheenstrasse, waar je iedere dag terecht kunt voor groenten, fruit, vis, vlees, zuivel en andere levensmiddelen. Het glazen dak werpt licht op het aanbod: wat een weelde, zo'n dagelijkse aanvoer. Op de galerij op de verdieping van het gebouw is een trendy interieurzaak gevestigd én een klasse restaurant, Empore. Een Italiaanse keuken met veel groenten, op grote borden, met mooie glaze en ouderwetse obers in pak. Een perfecte lunchplek.
Hoog niveau
Vanaf het dak van die toren, onder grote ronddraaiende Mercedes-ster, kan je zien dat Stuttgart in een dal ligt, omzoomd door heuvels. Om het klimaat in dit dal gezond te houden mogen nieuwe gebouwen niet hoger worden dan de bestaande kerktorens: verdere hoogbouw zou de luchtcirculatie negatief beïnvloeden. Zo houdt Stuttgart alles onder controle. Een stukje buiten de stad, op de heuvelrand zelf, priemt wel een hoog bouwwerk de lucht in: de meer dan tweehonderd meter hoge televisietoren. Een elegante naald, gebouwd in de jaren vijftig, met als eerste ter wereld bovenin een rond restaurant en uitzichtplatform.
Nederlandse architectennamen ontbreken niet in Stuttgart. Ben van Berkel en Caroline Bos ontwierpen het Mercedes museum, een zilvergrijze fata morgana aan de Neckar. Aan de wanden hangt de geschiedenis van Mercedes en Daimler Benz, in de context van de Duitse historie.
Opfrissen in een mineraalbad
Gaat het dan alleen maar om gebouwen in Stuttgart? Het lijkt er wel op, maar heb je aan het einde van de dag behoefte het betongruis van je af te spoelen, dan kan dat. Dankzij z'n diepe ligging tussen de heuvels hebben zich onder Stuttgart minerale bronnen gevormd, waar je in drie badhuizen van kan genieten. Reis simpelweg naar het metrostation 'Mineralbäder' en maak je keus uit de etablissementen.
Bij het mineraalbad Leuze, is het een en al waterpret met glijbanen en gillende kinderen, maar er kan ook gebubbeld worden.
Een mega jacuzzi zorgt ervoor dat alle stadse vermoeidheid begint weg te stromen.
Tips:
Musea top 4
Je hebt heel wat dagen nodig om alle musea in Stuttgart te bezoeken. De absolute hoogtepunten zijn:
- Landesmuseum
- De staatsgalerie
- Het kunstmuseum
- Mercedes-Benz museum
De televisietoren
In 1955 werd de Stuttgarter Fernsehturm in gebruik genomen, een elegante naald van staalbeton bovenop de heuvelrand die Stuttgart omzoomt. Bouwkundig ingenieur Fritz Leonhardt ontwierp een restaurant met uitzichtplatform bovenaan de mast. En voor het eerst werd een dergelijke toren ook een toeristische attractie. Voor een paar euro mag je mee omhoog in de lift om te genieten van het landschap.